BD Alaris™ GP volumetrische pomp en Alaris™ GP Guardrails™ volumetrische pomp (met Plus-software) Kasutusjuhend

Kategooria
Kohvi valmistamise tarvikud
Tüüp
Kasutusjuhend
s
Alaris® GP volumetrische
pomp en Alaris® GP Guardrails®
volumetrische pomp
(met Plus-software)
Gebruiksaanwijzing
nl
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
1000DF00553 Uitgave 5
1/50
Inhoud
Page
Inleiding ..................................................................................................2
Over deze handleiding ....................................................................................2
Een dataset maken ........................................................................................3
Functies van de volumetrische pomp ......................................................................4
Besturingselementen en indicatoren ......................................................................5
Omschrijving van de symbolen ............................................................................6
Functies hoofdscherm .....................................................................................7
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik .......................................................................8
Beginnen ................................................................................................11
Basisfuncties .............................................................................................16
Secundaire (zij)-infusies ..................................................................................23
Service conguratiemodus ...............................................................................24
Via de Alaris® Editor-software beschikbare pompconguratie ..............................................25
Medicijnenbibliotheek beschikbaar via de Alaris® Editor-software .........................................27
Alarmen .................................................................................................28
Waarschuwingen .........................................................................................30
Meldingen ...............................................................................................31
Adviesberichten ..........................................................................................32
Herstarten van een infusie na een alarm Lucht in set ......................................................33
Gebruik in combinatie met druppelsensor (optioneel) .....................................................34
Infuussets ................................................................................................35
Bijbehorende producten .................................................................................38
Onderhoud ..............................................................................................39
Reiniging en opslag ......................................................................................40
Specicaties .............................................................................................42
Specicatie IrDA, RS232 en verpleegkundigenalarm .......................................................44
Specicaties infusie ......................................................................................45
Trompet- en owsnelheidscurves .........................................................................47
Producten en reserve-onderdelen ........................................................................49
Contactadressen voor onderhoud ........................................................................50
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Inleiding
1000DF00553 Uitgave 5
2/50
Inleiding
De Alaris® GP volumetrische pomp en de Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp (hierna genoemd pomp”) zijn kleine, lichtgewicht
volumetrische infusiepompen voor nauwkeurige en betrouwbare infusies bij verschillende snelheden.
De Alaris® Editor-software is een accessoire bij medische apparatuur, waarmee het ziekenhuis een best-practice dataset kan ontwikkelen
voor richtlijnen op het gebied van de IV-geneesmiddelendosering voor patiëntspecieke zorgterreinen. Elk proel bevat een specieke
geneesmiddelenbibliotheek, evenals een geschikte pompconguratie.
Een proel bevat ook zogenaamde harde limieten die tijdens de infusieprogrammering niet kunnen worden overschreden.
Alleen voor de Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp zijn zachte Guardrails®-limieten beschikbaar. Deze kunnen op basis van de
klinische vereisten worden overschreden.
De Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp met een geladen dataset geeft automatisch een alarmmelding zodra een doseerlimiet,
boluslimiet, concentratielimiet of gewichtslimiet wordt overschreden. Deze veiligheidswaarschuwingen worden gemeld zonder dat de
pomp op een pc of een netwerk hoeft te zijn aangesloten.
De door het ziekenhuis gedenieerde dataset wordt ontwikkeld en goedgekeurd door farmaceutische en klinische inbreng, en
vervolgens door gekwaliceerd technisch personeel overgebracht naar de pomp.
Beoogd gebruik
De Alaris® GP volumetrische pomp en de Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp dienen te worden gebruikt door medisch
personeel om de infusiesnelheid en het volume te controleren.
Gebruiksvoorwaarden
De Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp mogen alleen worden bediend door medisch
personeel dat bekwaam is in het gebruik van geautomatiseerde volumetrische pompen en in het beheersen van intraveneuze therapie.
Het medisch personeel dient de geschiktheid van het apparaat te beoordelen op hun verzorgingsgebied en voor het beoogde doel.
Indicaties
De Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp zijn bedoeld voor de infusie van vloeistoen,
medicatie, parenterale voeding, bloed en bloedproducten via klinisch geaccepteerde toedieningswegen, zoals intraveneus (IV),
subcutaan of het spoelen van lichaamsholtes. De Alaris® GP volumetrische pomp en de Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp zijn
bedoeld voor gebruik bij volwassenen en kinderen.
Contra-indicaties
De Alaris® GP volumetrische pomp en de Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp zijn gecontraïndiceerd voor enterale of epidurale
therapie.
Over deze handleiding
Voor het gebruik moet de gebruiker volledig vertrouwd zijn met de in deze handleiding beschreven pomp.
De pomp heeft kleine functionele verschillen met de Alaris® GH/CC Guardrails®-spuitpompen.
Alle illustraties in deze handleiding tonen kenmerkende waarden en instellingen die kunnen worden gebruikt bij het instellen van de
functies van deze pomp.
Deze instellingen en waarden zijn alleen bedoeld ter illustratie. In het gedeelte Specicaties wordt het volledige scala aan instellingen
en waarden getoond.
A
Het is belangrijk dat u alleen de meest recente versie van de Gebruiksaanwijzing en Technische
onderhoudshandleiding van uw CareFusion-producten raadpleegt. Deze documenten vindt u op www.carefusion.
com. Gedrukte exemplaren van deze documentatie kunt u via uw plaatselijke CareFusion-vertegenwoordiger
aanvragen.
Symbolen gebruikt in deze handleiding
VET Wordt gebruikt voor displaynamen, opdrachten in de software, bedieningselementen en indicatoren waarnaar
in deze handleiding wordt verwezen, bijvoorbeeld: Batterij-indicatielampje, VULLEN, AAN/UIT-knop.
'Enkele aanhalingstekens' Worden gebruikt om kruisverwijzingen naar andere paragrafen in deze handleiding aan te duiden.
Cursief Wordt gebruikt om naar andere documenten of handleidingen te verwijzen. Wordt ook gebruikt om iets
te benadrukken.
A
Belangrijke informatie: waar dit symbool staat, vindt u een belangrijke opmerking. Deze opmerkingen
belichten een gebruiksaspect dat de gebruiker zeker moet weten wanneer hij met de pomp werkt.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Een dataset maken
1000DF00553 Uitgave 5
3/50
Een dataset maken
Om een dataset voor de pomp te maken, moet het ziekenhuis de data eerst ontwikkelen, controleren, goedkeuren en uploaden
overeenkomstig het volgende proces. Raadpleeg het Help-bestand van de Alaris® Editor voor verdere details en voorzorgsmaatregelen
tijdens de uitvoering.
1. Maak een dataset voor een gebied van de zorg (met behulp van de Alaris® Editor).
Dataset U kunt twee soorten dataset maken:
1. Non-Guardrails®-dataset: hiermee maakt u een Non-Guardrails®-dataset
voor de Alaris®-infusiepompen die u in de toepassing bewerkt.
2. Guardrails®-dataset: hiermee maakt u een nieuwe Guardrails®-dataset voor
de Alaris® GP Guardrails®-infusiepompen die u in de toepassing bewerkt.
Een Guardrails®-dataset bevat extra veiligheidsvoorzieningen.
PROFIEL Een unieke set conguraties en aanbevolen richtlijnen voor een specieke
populatie, patiënttype of zorggebied.
Elk proel bestaat uit: Pompconguratie / Geneesmiddelenbibliotheek
Voor elke dataset van de pomp kunt u maximaal 30 proelen deniëren.
Pompconguratie Pompconguratie-instellingen en eenheden, uitsluitend voor de dosering.
Geneesmiddelenlijst Namen en concentraties van geneesmiddelen voor een dataset met
standaardwaarde en maximumgrenzen.
Maximaal 100 unieke medicijnnamen/medicijnprotocolinstellingen.
2. Masterlijst (met de Alaris® Editor)
Lijst hoofdgeneesmiddelen Een door CareFusion gedenieerd geneesmiddel is een hulpmiddel om
medicatienamen voor mastermedicatielijsten vooraf in te vullen. U kunt andere
medicatienamen en -concentraties maken.
3. Een dataset controleren, goedkeuren en exporteren
Controleren en goedkeuren Het hele datasetrapport moet worden afgedrukt, gecontroleerd en als
bewijs van goedkeuring worden ondertekend door een bevoegd persoon,
overeenkomstig het ziekenhuisprotocol. Een ondertekende kopie moet op
een veilige plaats in het ziekenhuis worden bewaard. De status van de dataset
moet op Goedgekeurd worden ingesteld (wachtwoord vereist).
Exporteren Exporteer de dataset voor gebruik met het Alaris® Transfer Tool, of om een
back-up te maken van de dataset of deze naar een andere pc te verplaatsen.
4. De dataset uploaden naar de pomp (met de Alaris® Transfer Tool)
Opmerking: er is een profielselectie vereist wanneer u de dataset uploadt naar de Alaris® GP volumetrische pomp.
5. Controleer of de correcte dataset in de pomp is geladen en accepteer de data.
6. Schakel de pomp uit.
7. Schakel de pomp in en controleer of op het softwareversiescherm de correcte gegevenssetversie wordt weergegeven. De pomp is
nu gereed voor gebruik.
A
dataset overdrachten dienen uitsluitend door gekwalificeerd technisch personeel worden uitgevoerd.
Het serienummer van de pomp en de ziekenhuisnaam worden opgeslagen in het gebeurtenislogboek, en kunnen
tevens worden geraadpleegd met de optie POMPDETAILS, zie het gedeelte 'Pompdetails'.
De geneesmiddelparameters moeten in overeenstemming zijn met de lokale regelgeving en voorgeschreven informatie.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Functies van de volumetrische pomp
1000DF00553 Uitgave 5
4/50
Functies van de volumetrische pomp
Alarmindicatielampje
Alaris®
Guardrails®
GP
Display
Uitvoeren
Bolus
Pauze
Opties
Wisselstroomindicator
Softkeys
Chevrontoetsen
Onderdrukken
Druk
Batterij-indicatielampje
Aan/uit
Deur
Deurhendel
Flowsensor-
connector
Connector RS232/
verpleegkundigenalarm
(klep verwijderd voor de
duidelijkheid)
Ontgrendelingshendel
voor draainok
Ingeklapte
paalklem
Draainok voor vergrendeling
op horizontale rechthoekige
staven.
Klep netzekeringen
Toevoer netvoeding
IR-communicatiepoort
Aansluiting
potentiaalvereening (PE)
Greep
Interface voor
medische
apparatuur (MDI)
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Besturingselementen en indicatoren
1000DF00553 Uitgave 5
5/50
Besturingselementen en indicatoren
Bedieningselementen:
Symbool Omschrijving
a
AAN/UIT - Druk eenmaal op deze knop om de pomp in te schakelen. Houd de toets circa drie
seconden ingedrukt om de pomp uit te schakelen.
b
START - indrukken om de infusie te starten. Tijdens de infusie knippert de groene LED.
h
PAUZE - indrukken om de infusie te onderbreken. Het oranje LED-lampje brandt tijdens de
pauzestand.
c
STIL - indrukken om het alarm (circa) twee minuten te onderdrukken (instelbaar). Na deze tijd zal
het alarm opnieuw klinken. Om het signaal 15 minuten te onderdrukken houdt u de toets ingedrukt
totdat u drie pieptonen hoort (indien ingeschakeld via Alaris® Editor).
i
Toets VUL/BOLUS - indrukken om toegang te krijgen tot de softkey VUL of BOLUS. Houd de softkey
ingedrukt om de functie te bedienen.
VUL: vult de infusieset met vloeistof wanneer u voor het eerst een infusie instelt.
De pomp is in de pauzestand.
De infusieset is niet aangesloten op een patiënt.
Het geïnfundeerd volume wordt niet opgeteld bij het totale weergegeven geïnfundeerde
volume.
BOLUS: de vloeistof of het geneesmiddel wordt met hogere snelheid toegediend.
De pomp infundeert
De infusieset is aangesloten op de patiënt.
Het geïnfundeerd volume wordt opgeteld bij het totale weergegeven geïnfundeerde volume.
d
OPTIE - indrukken om toegang te krijgen tot de optionele functies.
e
DRUK - gebruik deze toets om de pompdruk weer te geven en de alarmgrens aan te passen.
f
CHEVRON-toetsen - dubbele of enkele chevrontoetsen waarmee u de waarden op het scherm
sneller/langzamer kunt verhogen of verlagen.
g
BLANCO-softkeys - gebruik deze toetsen overeenkomstig de meldingen op het scherm.
Indicatoren:
Symbool Omschrijving
S
Wisselstroomvoeding - als dit lampje brandt, is de unit aangesloten op het elektriciteitsnet en
wordt de accu opgeladen.
j
ACCU - als het acculampje brandt, werkt de pomp op de interne accu. Wanneer het indicatielampje
knippert, is het batterijvermogen laag, met minder dan 30 minuten resterende gebruikstijd.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Omschrijving van de symbolen
1000DF00553 Uitgave 5
6/50
Omschrijving van de symbolen
Labelsymbolen:
Symbool Omschrijving
w
Attentie (raadpleeg het bijgeleverde document)
x
Aansluiting potentiaalvereening (PE)
Connector RS232/verpleegkundigenalarm
l
Type CF toegepast debrillatiebestendig onderdeel (mate van bescherming tegen elektrische schokken).
IPX3
Beschermend tegen sproeiend water tot 60º vanuit verticale stand.
r
Wisselstroom
s
Het apparaat voldoet aan de vereisten van de Richtlijn van de Raad 93/42/EEC zoals gewijzigd
door2007/47/EC.
T
Fabricagedatum
t
Fabrikant
Connector voor druppelsensor
U
Niet voor gemeentelijke afvalverwerking
W
Vermogen zekering
EC REP
Geautoriseerde vertegenwoordiger in de Europese Gemeenschap
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Functies hoofdscherm
1000DF00553 Uitgave 5
7/50
Functies hoofdscherm
Hoofdscherm: als het TIV niet is ingesteld (de druppelsensor moet worden gebruikt)
Infusiestatus /
Naam medicijn/Proelnaam/
Primair of Secundair (Alleen
als Secundair is ingeschakeld
in de dataset)
Infusiesnelheid
Geïnfundeerd volume
Softkeys
Aanduidingen softkeys
Wis geïnfundeerd volume
Stel TIV-optie in
OP PAUZE
SNELHEID
VOLUME
TIV
ml/h
VOLUME
ml
25.0
50.0
a)
OP PAUZE
SNELHEID
STEL SNELH. IN MET
OP PAUZE
SNELHEID
SNELHEID TE LAAG
OP PAUZE
SNELHEID
SNELHEID TE HOOG
Als de snelheid niet is ingesteld en 0,0
ml/u aangeeft, wordt het bericht a)
weergegeven.
b)
OP PAUZE
SNELHEID
STEL SNELH. IN MET
OP PAUZE
SNELHEID
SNELHEID TE LAAG
OP PAUZE
SNELHEID
SNELHEID TE HOOG
Als de geprogrammeerde snelheid in
het geneesmiddel-protocol tussen 0,0
ml/u en 0,1 ml/u exclusief ligt, wordt
bericht b) weergegeven.
Hoofdscherm: als het TIV is ingesteld
Infusiestatus/Naam medicijn/
Proelnaam/Primair of
Secundair (Alleen als Secundair
is ingeschakeld in de dataset)
Infusiesnelheid
Dosissnelheid
Te infunderen volume
Geïnfundeerd volume
Resterende tijd
Softkeys
Aanduidingen softkeys
Wis geïnfundeerd volume
Stel TIV-optie in
ADRENALINE
SNELHEID
VOLUME
TIV
25.0
ml/h
µg/kg/24h
16.7
1u 48m 00s
TIV
VOLUME
ml
ml
45.0
50.0
c)
OP PAUZE
SNELHEID
STEL SNELH. IN MET
OP PAUZE
SNELHEID
SNELHEID TE LAAG
OP PAUZE
SNELHEID
SNELHEID TE HOOG
Als de geprogrammeerde snelheid
groter is dan de MAXIMALE
INFUSIESNELHEID in het
geneesmiddelprotocol, wordt bericht c)
weergegeven.
Schermpictogrammen:
Symbool Omschrijving
Pictogram voor weergave van resterende tijd - geeft de resterende tijd aan voordat TIV wordt voltooid. Als de tijd
langer is dan 24 uur wordt 24+ weergegeven.
N
Accupictogram: duidt het ladingspeil van de accu aan en licht op wanneer de accu moet worden opgeladen.
Drukinformatiepictogram: toont de druk van niveau 0, de eerste streep, tot niveau 8. Alarmgrenzen: niveau 0 - 8.
?
Geeft aan dat de opgegeven waarde buiten de zachte limieten van Guardrails® valt. Deze waarschuwing kan
worden genegeerd (geeft aan dat het Guardrails®-veiligheidsprotocol wordt gebruikt).
!
Geeft aan dat de opgegeven waarde buiten de harde limieten valt. Deze waarschuwing kan NIET worden genegeerd.
Dit symbool wordt ook gebruikt om de gebruiker erop te attenderen dat de snelheid moet worden ingesteld.
Geeft aan dat de snelheid van de pomp lager is (pijlen wijzen naar beneden) dan de zachte limiet van Guardrails®.
Geeft aan dat de snelheid van de pomp hoger is (pijlen wijzen naar boven) dan de zachte limiet van Guardrails®.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
1000DF00553 Uitgave 5
8/50
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Infuussets
Om zeker te zijn van een correcte en nauwkeurige werking, mag u uitsluitend de infusiesystemen voor
eenmalig gebruik van CareFusion gebruiken die in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven.
Aangeraden wordt infusiesets te verwisselen volgens de instructies in het hoofdstuk 'De infusieset
verwisselen'. Lees vóór gebruik de met de infusieset meegeleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Het gebruik van niet-gespeciceerde infuussets kan de werking van de pomp en de nauwkeurigheid van
de infusie nadelig beïnvloeden.
Door combinatie van verschillende apparaten en/of instrumenten met infusiesets en andere lijnen,
bijvoorbeeld via een 3-wegkraantje of meervoudige infusies, kan de werking van de pomp worden
beïnvloed. Daarom moet de pomp nauwlettend worden gecontroleerd.
Als de infusieset niet goed van de patiënt geïsoleerd is doordat het kraantje in de set niet is gesloten of de
klem/rollerklem in de lijn niet is geactiveerd, kan dit een ongecontroleerde stroom veroorzaken.
Infusiesets van CareFusion zijn uitgerust met een in-line klem, die kan worden gebruikt om de lijn af te
sluiten als het nodig mocht zijn de vloeistofstroom te stoppen.
De pomp is een positieve-drukpomp, waarvoor infusiesets uitgerust met Luer lock-aansluitingen of
gelijkwaardige koppelingsaansluitingen gebruikt moeten worden.
Om vanuit een buret te infunderen, sluit u de rolklem boven de buret en opent u de klem op de
ontluchting aan de bovenkant van de buret.
Gooi de infusieset weg als de verpakking beschadigd is of als de beschermkap is losgeraakt. Zorg ervoor
dat de sets niet geknikt zijn omdat dit de lijnen af kan sluiten.
Opvouwbare zakken, glazen flessen en halfharde containers gebruiken
Aanbevolen wordt de ontluchtingsklep op de pompsets te openen bij gebruik van glazen essen of
halfharde containers. Dit om het partiële vacuüm dat ontstaat als de vloeistof wordt geïnfundeerd vanuit
de containers, te verminderen. Door deze handeling wordt ervoor gezorgd dat de pomp de volumetrische
nauwkeurigheid kan handhaven terwijl de container wordt geleegd. De ontluchtingsklep moet bij
halfharde containers worden geopend nadat de container is aangeprikt en de druppelkamer is gevuld.
Stappen voor de opvouwbare zakken
Volg stappen 1 tot en met 3 zoals aangegeven voor
de halfharde containers. Open de ontluchtingsklep
echter niet zoals aangegeven bij stap 4, maar vul
de set zoals aangegeven bij stap 5. Zorg ervoor dat
de uitlaatopening van de zak volledig is doorboord
voordat u de druppelkamer vult.
Stappen voor halfharde containers
4.
5.
3.
2.
Doorprik de
container
Vul de
druppel-
kamer tot
de vullijn
Vul de set door de rolklem te
openen / sluiten
1.
Sluit de
rolklem
Open de
ventilatieklep zodat
de druk gelijk kan
worden - klaar voor
het infuus
Gebruiksomgeving
Het gebruik van een infuuspomp in combinatie met andere pompen of apparaten waarvoor vasculaire
toegang noodzakelijk is, maakt extra controle noodzakelijk. De grote drukvariaties die dergelijke pompen in het
vloeistofkanaal veroorzaken, kunnen tot onjuiste toediening van geneesmiddelen of vloeistoen leiden. Typische
voorbeelden zijn de pompen die worden gebruikt bij dialyse, bypass of cardiale ondersteuningstoepassingen.
De pomp is geschikt voor gebruik in alle ruimtes, inclusief huishoudelijke omgevingen en ruimtes die
direct verbonden zijn met het openbare laagspanningselektriciteitsnet dat gebouwen bestemd voor
huishoudelijke doeleinden van stroom voorziet.
Deze pomp is niet bedoeld voor gebruik in de nabijheid van brandbare anesthesiemengsels met lucht of
zuurstof of lachgas.
Bedrijfsdruk
Het pompdrukalarmsysteem is niet ontworpen als bescherming tegen, of detectie van extravasatie of
weefselbeschadiging, complicaties die zich kunnen voordoen.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
1000DF00553 Uitgave 5
9/50
Alarmcondities
Alaris®
GP
Diverse alarmcondities die de pomp constateert, zullen het infuus stoppen en visuele en geluidsalarmen
activeren. De gebruikers moeten regelmatig controleren of de infusie correct verloopt en of er geen alarm
actief is.
Elektromagnetische compatibiliteit en interferentie
M
Deze pomp is beschermd tegen de invloed van externe interferentie, inclusief hoogfrequente radio-
uitzendingen, magnetische velden en elektrostatische ontlading (bijvoorbeeld ten gevolge van
elektrochirurgische en cauterisatieapparatuur, grote motoren, draagbare radios, gsms enzovoort) en is
zodanig ontworpen dat deze veilig in gebruik blijft bij buitensporige interferentieniveaus.
Therapeutische stralingsapparatuur: Gebruik de pomp niet in de buurt van therapeutische
stralingsapparatuur van welke aard dan ook. De straling die door apparatuur voor stralingstherapie
(bijvoorbeeld een lineaire versneller) wordt gegenereerd, kan de werking van de pomp ernstig
belemmeren. Raadpleeg de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot de veilige afstand
en andere voorzorgsmaatregelen. Neem voor meer informatie contact op met uw lokale CareFusion-
vertegenwoordiger.
Magnetic Resonance Imaging (MRI): De pomp bevat ferromagnetische materialen die vatbaar zijn voor
de storingen van het magneetveld dat wordt gegenereerd door een MRI-apparaat. Daarom wordt de
pomp niet beschouwd als een MRI-compatibele pomp als zodanig. Als het gebruik van de pomp binnen
een MRI-omgeving onvermijdelijk is, adviseert CareFusion dringend de pomp te installeren op een
veilige afstand van het magneetveld buiten het geïdenticeerde gebied voor gecontroleerde toegang’
teneinde magnetische interferentie bij de pomp of vervorming van het MRI-beeld te voorkomen. Deze
veilige afstand moet worden vastgesteld conform de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking
tot elektromagnetische interferentie (EMI). Raadpleeg de technische onderhoudshandleiding van het
product (TSM) voor meer informatie. U kunt ook contact opnemen met uw lokale vertegenwoordiger van
CareFusion voor verdere richtlijnen.
Accessoires: gebruik geen niet-aanbevolen accessoires bij de pomp. De pomp is getest en uitsluitend
conform de relevante EMC-claims bevonden als de aanbevolen accessoires worden gebruikt. Het
gebruik van andere accessoires, omvormers of kabels dan gespeciceerd door CareFusion kan leiden tot
verhoogde emissies of verminderde immuniteit van de pomp.
Onder bepaalde omstandigheden kan de pomp beïnvloed worden door een elektrostatische ontlading
via de lucht van circa 15 kV of meer; of door radiofrequente straling van circa 10 V/m of meer. Als de
pomp beïnvloed wordt door deze externe interferentie, blijft de pomp in een veilige modus; de pomp
stopt het infuus onmiddellijk en informeert de gebruiker door middel van een combinatie van visuele
en geluidsalarmen. In het geval een ontstane alarmconditie blijft bestaan, zelfs na interventie door de
gebruiker, wordt geadviseerd de betreende pomp te vervangen en de pomp apart te houden voor
controle door bevoegd technisch personeel.
Alaris®
GP
Deze pomp is een CISPR 11, Groep 1, Klasse B-apparaat en maakt uitsluitend gebruik van RF-energie
voor het intern functioneren in de normale productomgeving. Derhalve zijn de radiofrequente emissies
zeer laag en is het onwaarschijnlijk dat deze interferentie veroorzaakt met de elektronische apparatuur
in de nabijheid. De pomp zendt echter een bepaald niveau elektromagnetische straling uit die binnen
de grenzen valt zoals gespeciceerd in IEC/EN60601-2-24 en IEC/EN60601-1-2. Als er interactie optreedt
tussen de pomp en andere apparatuur, moeten er maatregelen worden genomen om de eecten hiervan
tot een minimum te beperken, bijvoorbeeld door de positie van het apparaat te wijzigen of het te
verplaatsen.
Aardgeleider
d
De pomp is een Klasse I-apparaat en moet daarom bij aansluiting op de netvoeding geaard zijn.
Deze pomp beschikt ook over een interne stroombron.
Wanneer het systeem op een externe stroombron wordt aangesloten, moet er een drie-aderige (stroom,
neutraal, aarde) voeding worden gebruikt. Als de externe beschermende geleider op het netsnoer is
beschadigd, moet de pomp worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet en met behulp van de interne
batterij worden bediend.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
1000DF00553 Uitgave 5
10/50
Gevaren
B
Er bestaat explosiegevaar als de pomp wordt gebruikt in de nabijheid van brandbare anesthetica.
Verwijder de pomp voorzichtig uit de omgeving van dergelijke gevaarlijke stoen.
m
Gevaarlijke spanning: Er bestaat gevaar voor elektrische schokken als de behuizing van de pomp
wordt geopend of verwijderd. Laat onderhoudswerkzaamheden alleen uitvoeren door gekwaliceerd
onderhoudspersoneel.
V
Open de beschermende behuizing van het RS232/verpleegkundigenalarm niet als deze niet in gebruik is.
Bij het aansluiten van RS232/verpleegkundigenalarm dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen
met betrekking tot elektrostatische ontlading. Het aanraken van de pinnen van de aansluitingen kan
leiden tot een storing in de ESD-bescherming. Aanbevolen wordt alle handelingen te laten uitvoeren door
bevoegd personeel.
Alaris®
GP
Als de pomp is gevallen of is blootgesteld aan overmatig vocht, gemorste vloeistof, vochtigheid of hoge
temperatuur, of als u een andere beschadiging vermoedt, stel het apparaat dan buiten gebruik en laat
het controleren door een gekwaliceerd onderhoudsmonteur. Als u de pomp wilt verplaatsen of opslaan,
doe dit dan, voor zover mogelijk, in de originele verpakking en volg de instructies met betrekking tot
temperatuur, vochtigheid en druk op zoals die in de sectie Specicaties en op de buitenverpakking staan
vermeld.
Als de pomp zich abnormaal gedraagt, stelt u deze buiten gebruik en neemt u contact op met een
gekwaliceerd onderhoudsmonteur.
Zorg ervoor dat men niet over elektriciteitskabels en RS232-kabels kan struikelen.
Zorg ervoor dat elektriciteitskabels en RS232-kabels dusdanig worden geplaatst dat er niet per ongeluk
aan getrokken kan worden.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Beginnen
1000DF00553 Uitgave 5
11/50
Beginnen
A
Lees deze gebruikshandleiding zorgvuldig door vóór u de pomp gaat gebruiken.
Eerste set-up
1. Controleer of de pomp compleet en onbeschadigd is en ga na of het voltage dat op de label staat vermeld, overeenkomt met de
netvoeding.
2. De meegeleverde onderdelen zijn:
Alaris® GP of Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Gebruiksaanwijzing (cd)
Netvoedingskabel (indien gewenst)
Beschermende verpakking
Alaris® Editor-software en/of het Alaris® GP Transfer Tool) - in overeenkomst met ziekenhuis
3. Sluit de pomp minimaal 2,5 uur aan op de netvoeding, zodat de interne batterij wordt opgeladen (controleer of de
S brandt).
A
De Alaris® Editor-software kan worden gebruikt om een goedgekeurde dataset samen te stellen die naar de pomp kan
worden geüpload. Er is in de pomp echter al een standaardgegevensset geïnstalleerd (zie de onderstaande details).
Als de pomp wordt opgestart zonder dat deze is aangesloten op de elektriciteitsvoorziening, werkt de pomp
automatisch op de interne batterij.
Als de pomp niet goed functioneert, moet u deze zo mogelijk weer opbergen in de originele, beschermende
verpakking en laten nakijken door een gekwalificeerde onderhoudsmonteur.
Een standaardgegevensset maken
De pomp wordt geleverd met de volgende standaard dataset van de fabriek:
Parameter Fabriekstandaardinstelling Standaardeenheden, uitsluitend
ingeschakeld voor dosering:
Waarschuwing AC-storing Ingeschakeld µg/min
Geluidsvolume Medium µg/24u
Aanpasbaar alarmvolume Uitgeschakeld mg/24u
Occlusiealarmdruk L5 unit/24h
Max. druk L8 mmol/24u
Snelheid titreer Uitgeschakeld ml/kg/min
Max. infusiesnelheid 1200 ml/u ng/kg/u
Snelheid vast Uitgeschakeld µg/kg/min
Bolusmodus Alleen manueel µg/kg/u
Standaard bolussnelheid
500 ml/u
mg/kg/min
Max. bolussnelheid 1200 ml/u mg/kg/u
Max. bolusvolume 5 ml g/kg/min
Standaardgewicht 1 kg unit/kg/min
Min. gewicht zacht* 1 kg mmol/kg/min
Max. gewicht zacht* 150 kg mmol/kg/u
Max. AIL-grens 100 µl
Primaire max. TIV 9999 ml
Secundaire infusie Uitgeschakeld
A
Raadpleeg de sectie 'Weergave van eenheden' in deze gebruikshandleiding voor de eenheden die u kunt
configureren.
De standaard dataset heeft geen Guardrails®-limieten voor medicijnen. Gebruik de Alaris® Editor-software om de
limieten in te stellen. Wees voorzichtig wanneer u de Guardrails®-limieten opgeeft.
* Alleen beschikbaar op de Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Beginnen
1000DF00553 Uitgave 5
12/50
Installatie paalklem
De paalklem wordt aan de achterzijde van de pomp bevestigd en zorgt voor een stevige aansluiting op verticale infuusstandaards met
een diameter tussen de 15 en 40 mm.
1. Trek de weggeklapte paalklem naar u toe en schroef de klem los tot er voldoende ruimte ontstaat voor de paal.
2. Plaats de pomp rond de paal en draai de schroef vast tot de klem aan de paal vastzit.
*
*
Uitgespaarde ruimte
A
Monteer de pomp nooit zodanig dat de I.V.-infuusstandaard topzwaar of instabiel wordt.
Controleer of de paalklem is weggeklapt en in de uitgespaarde ruimte aan de achterzijde van de pomp is geplaatst
voordat u deze aansluit op een docking station/werkstation* of als de pomp niet gebruikt wordt.
Docking station/werkstation* of installatie voor apparatuurrail
De draainok kan op de rechthoekige stang op het docking station/werkstation* of apparatuurrails van 10 mm bij 25 mm worden
bevestigd.
1. Plaats de draainok aan de achterzijde van de pomp
op één lijn met de rechthoekige stang op het docking
station/werkstation* of de apparatuurrail.
Alaris®
GP
Rechthoekige stang Ontgrendelingshendel
(indrukken om te
ontgrendelen)
Draainok
2. Druk de pomp stevig op de rechthoekige stang of
apparatuurrail.
3. Zorg ervoor dat de pomp stevig vastzit. Controleer of
de pomp stevig vastzit, door de pomp voorzichtig van
het docking station/werkstation af te trekken zonder de
ontgrendelingshendel te gebruiken. Wanneer de pomp
stevig vastzit, mag deze niet loskomen van het docking
station/werkstation.
4. Om de pomp te verwijderen, drukt u de
ontgrendelingshendel in en trekt u de pomp naar u toe.
Waarschuwing: De pomp kan van het docking station/werkstation af vallen als deze niet goed is gemonteerd. Dit kan leiden
tot letsel bij de gebruiker en/of de patiënt.
* Alaris® DS Docking Station en Alaris® Gateway Workstation.
A
Aanbevolen wordt de infuuscontainers op een hanger te plaatsen direct boven de pomp in combinatie waarmee
ze worden gebruikt. Hierdoor wordt het risico op verwarring van de infusiesystemen bij gebruik van meer
volumetrische pompen verminderd.
De pomp kan uitsluitend op het horizontale deel van de hierboven genoemde docking stations worden bevestigd.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Beginnen
1000DF00553 Uitgave 5
13/50
De Alaris®-veiligheidsklem
Alaris®-veiligheidsklem*: Veiligheidsklem in niet-afgesloten positie:
Als er een nieuwe infusieset uit de verpakking wordt gehaald,
bevindt de veiligheidsklem zich in deze positie**:
Veiligheidsschuifklem
Frame veiligheidsklem
Klep veiligheidsklem
FLOW INGESCHAKELD
Klem in de open positie
Veiligheidsklem in afgesloten positie: De veiligheidsklem handmatig bedienen
Nadat de infusieset in de pomp is geplaatst, worden door
het openen van de deur de deurhaken geactiveerd waardoor
de veiligheidsklemschuif van de veiligheidsklem naar buiten
wordt getrokken, zie afbeelding:
Om de schuif handmatig in de open positie te plaatsen, moet
de lip van de veiligheidsklem naar boven worden geduwd en
de schuif van de veiligheidsklem volledig in het frame worden
gedrukt.
GEEN FLOW
De klem bevindt zich in
de gesloten positie
Æ
Ê
1. Druk
omhoog
2. Druk
A
A
Door op de schuif van de veiligheidsklem te drukken, ontvangt de patiënt de volledige, ingestelde flow. Om die
reden wordt aanbevolen ook de rollerklem altijd te sluiten.
Als er echter een zwaartekrachtinfusie is gewenst, moet de lip van de veiligheidsklem omhoog worden geduwd
en de oranje schuif van de veiligheidsklem volledig in het frame worden geduwd om flow mogelijk te maken. De
zwaartekrachtinfusie kan worden gereguleerd met behulp van de rollerklem op de set.
* Wordt hierna 'veiligheidsklem' genoemd.
** Dit is noodzakelijk om beschadiging van de lijn tijdens opslag te voorkomen en een juiste sterilisatie te verzekeren en directe
vulling mogelijk te maken.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Beginnen
1000DF00553 Uitgave 5
14/50
Een infusieset plaatsen
Een infusieset plaatsen: Alaris®-veiligheidsklem in de open positie - FLOW MOGELIJK:
A
Zorg dat de juiste infusieset voor de te infunderen vloeistof of het te infunderen geneesmiddel is geselecteerd.
Volg de instructies die met de afzonderlijke infusieset zijn meegeleverd.
Gebruik uitsluitend infusiesets voor de Alaris® GP en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp, (raadpleeg de
sectie 'Infusiesets' in de gebruiksaanwijzing)
Plaats de vloeistofcontainer zodanig dat morsen op de pomp wordt voorkomen.
Controleer of de set volledig in de adapter boven in de set door de slanggeleider is geplaatst zodat slaphangen
wordt voorkomen.
Sethouder
boven
(blauw)
Adapter op
infusieset (blauw)
Druksensor -
BOVEN
Druksensor -
ONDER
Pompmechanisme
Houder
veiligheidsklem
(oranje)
Lucht-in-set sensor
Slanggeleider
Alaris®-
veiligheidsklem
(oranje)
1. Haal de infusieset uit de verpakking en sluit de rollerklem.
2. Steek de spike in de vloeistofcontainer en hang deze goed
op. Hang de container minimaal 300 mm boven de pomp.
3. Vul de druppelkamer tot de vullijn, indien aanwezig
(ongeveer halfvol). Raadpleeg de sectie 'Opvouwbare
zakken, glazen essen en halfharde containers gebruiken'.
4. Open de rollerklem en vul de set langzaam (om luchtbellen
te voorkomen) waarbij u ervoor zorgt dat alle lucht wordt
verwijderd. Als u de pomp wilt gebruiken om te vullen,
raadpleegt u de sectie 'De infusieset vullen'.
5. Sluit de rollerklem.
6. Schakel de pomp in. Open de deur en plaats de infusieset
als volgt:
Bevestig de blauwe adapter van de infuusset in de
bovenste blauwe houder van de pomp.
Steek de oranje veiligheidsklem in de oranje houder.
7. Controleer of de infuusset volledig in de slanggeleider is
gestoken.
8. Sluit de deur en open de rollerklem. Controleer of er geen
druppels in de druppelkamer vallen.
9. Controleer of alle lucht uit de set is verwijderd. Sluit de
infusieset aan op de patiënt.
Een infusieset plaatsen: Alaris®-veiligheidsklem in de GESLOTEN positie - GEEN DRUPPELS:
Slanggeleider
Alaris®-
veiligheidsklem
(oranje) in
gesloten positie
(zie de vorige
pagina)
1. Volg indien nodig de hierboven genoemde stappen 1 tot 4.
2. Controleer of de rollerklem is gesloten.
3. Schakel de pomp in. Open de deur en plaats de infusieset
als volgt:
Bevestig de blauwe adapter van de infuusset in de
bovenste blauwe houder van de pomp.
Plaats de oranje veiligheidsklem (laat de schuif in de
uitgeschoven positie) in de gesloten positie in de oranje houder.
A
Een druk op de schuif van de veiligheidsklep kan
leiden tot een ongecontroleerde flow naar de
patiënt. Sluit daarom altijd de rollerklem, voordat
u op de schuif van de veiligheidsklem drukt.
4. Controleer of de infuusset volledig in de slanggeleider is gestoken.
5. Sluit de deur en open de rollerklem. Controleer of er geen
druppels in de druppelkamer vallen.
6. Controleer of alle lucht uit de set is verwijderd. Sluit de
infusieset aan op de patiënt.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Beginnen
1000DF00553 Uitgave 5
15/50
De infusie starten
A
Vul en laad de set (raadpleeg 'De infusieset vullen' en 'Een infusieset plaatsen')
1. Controleer of de pomp is aangesloten op een netvoeding (werkt tevens op een batterij).
2. Sluit indien nodig de druppelsensor aan (zie 'Gebruik in combinatie met druppelsensor').
3. Druk op de toets
a.
De pomp voert nu een korte zelftest uit. Controleer of er tijdens deze test twee pieptonen klinken.
Controleer of de weergegeven datum en tijd correct zijn. Controleer of het scherm de naam van de dataset en het versienummer
weergeeft.
OPMERKING: De pomp start en toont de vorige instellingen.
4. OPZET WISSEN? - Door selectie van NEE worden de voorgaande snelheids- en volume-instellingen bewaard, ga naar stap 7. Door selectie van
JA worden de snelheids- en volume-instellingen automatisch op 0 gereset en het scherm PROFIEL BEVESTIGEN? weergegeven.
ml/u Geneesmiddelprotocol Primair/secundair
Dosering Geneesmiddelprotocol
PROFIEL NAME
SNELHEID 300ml/h
TIV 46.5ml
VOLUME 3.5ml
WIS OPZET?
JA
NEE
BEKIJKEN MET
PROFIEL NAAM
CONCENTRATIE
0.50mg/50ml
=0.01mg/ml
SNELHEID 150ml/h
=0.00mg/kg/min
TIV 100ml
=1.00mg
WIS OPZET?
JA
NEE
BEKIJKEN MET
WIS OPZET?
PROFIEL NAAM
PRIMAIRE INSTELLING
SNELHEID 300 ml/h
TIV 50.0 ml
SECUNDAIRE INSTELLING
SNELHEID 150 ml/h
TIV 95.0 ml
JA
NEE
BEKIJKEN MET
5. OP HET SCHERM PROFIEL BEVESTIGEN? worden de naam van de dataset, het versienummer en de proelnaam weergegeven:
a) Druk op de softkey JA om het huidige proel te bevestigen en naar stap 6 te gaan.
b) Wanneer u NEE kiest, wordt het proelselectiescherm weergegeven. Selecteer het correcte proel met de
f-toetsen en
druk op de softkey OK om te bevestigen. Het proelbevestigingsscherm wordt opnieuw weergegeven. Druk op de softkey JA om
het scherm SELECTEER weer te geven. Ga naar stap 6.
OPMERKING: Het scherm PROFIEL BEVESTIGEN? wordt alleen weergegeven als er meer dan een profiel in de dataset beschikbaar
is (alleen voor Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp). Als een profiel is gefilterd, wordt de optie om ALLES te
selecteren weergegeven op het profielselectiescherm. Wanneer u ALLES kiest, worden de gefilterde profielen (indien
actief) weergegeven.
SELECTEER
OK
ml/h
DOSERING
MED. A B C D E F
G H I J K L M
N O P Q R S
T U V W X Y Z
SELECTEER MET
6. Selecteer ml/u, ALLEEN DOSERING of MED. AZ en druk ter bevestiging op OK. Volg vervolgens
de meldingen (raadpleeg het gedeelte 'Basisfuncties - Geneesmiddelen en hun dosering').
7. Wis indien nodig geïnfundeerd VOLUME (raadpleeg het gedeelte 'Wis geïnfundeerd volume';
dit wordt aanbevolen voor elke nieuwe patiënt of als er een nieuwe infusie wordt opgesteld.)
8. Voer TIV in (indien noodzakelijk) door de TIV-softkey op het hoofddisplay te selecteren.
Stel het TIV in met behulp van de optie ZAKKEN en/of de
f-toetsen en druk op OK
om te bevestigen (raadpleeg het gedeelte 'Een TIV instellen' of 'Het TIV over de tijd instellen').
9. Voer de SNELHEID in of pas deze (zo nodig) aan met behulp van de
f-toetsen.
10. Druk op de
b-toets om de infusie te starten. INFUNDEREN wordt weergegeven.
OPMERKING: De groene start toets-LED gaat knipperen om aan te geven dat de pomp infundeert.
A
Als het noodzakelijk is de infusie onmiddellijk te stoppen, kunnen de volgende handelingen worden uitgevoerd:
• op de h-toets drukken (aanbevolen actie)
• de rollerklem sluiten
• de deur openen
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Basisfuncties
1000DF00553 Uitgave 5
16/50
Basisfuncties
Geneesmiddelen en hun dosering
Met behulp van de volgende opties kan de pomp gereedgemaakt worden voor gebruik met een specifiek geneesmiddelprotocol.
De medicijnen zijn vooraf in de Alaris® Editor geconfigureerd, waardoor snelle selectie van het medicijnprotocol, doseereenheden en
standaardsnelheid mogelijk is. Om de veiligheid te verhogen kunnen bij gebruik van een geconfigureerd geneesmiddel maximale en
minimale veiligheidsgrenzen voor concentratie en doseersnelheid via de Alaris® Editor worden ingesteld.
A
Als u een infusie aanpast met behulp van de doseersnelheid, vertoont het scherm misschien geen overeenkomstige
wijzigingen in de infusiesnelheid in ml/u. Dit heeft geen invloed op de nauwkeurigheid van de infusie.
INFUSIE INSTELLING selecteren
1. Druk op de d-toets om het menu Opties te openen.
2. De instelopties voor medicijnen en dosering zijn beschikbaar als u INFUSIE INSTELLING kiest in de lijst met gebruikmaking van de
f-toetsen.
3. Selecteer in de lijst een van de opties (ml/u, DOSERING of MED.) zoals hierna uitvoerig besproken, en druk op de OK-softkey om de
selectie te bevestigen.
ml/u
SELECTEER
OK
ml/h
DOSERING
MED. A B C D E F
G H I J K L M
N O P Q R S
T U V W X Y Z
SELECTEER MET
STOP
1. Selecteer ml/u in de lijst met behulp van de f-toetsen (indien nodig).
2. Druk op OK om te bevestigen.
3. Voer de snelheid in in ml/u zoals daar in het volgende scherm op het scherm om gevraagd wordt.
Dosering
SELECTEER
OK STOP
ml/h
DOSERING
MED. A B C D E F
G H I J K L M
N O P Q R S
T U V W X Y Z
SELECTEER MET
1. Selecteer DOSERING in de lijst met behulp van de f-toetsen.
2. Druk op OK om te bevestigen.
3. Selecteer de doseereenheden in de lijst met behulp van de
f-toetsen en druk op
OK om te bevestigen.
4. Voer de MED. HOEVEELH in met behulp van de
f-toetsen en als de eenheden
moeten worden gewijzigd, selecteert u UNITS waarmee u de beschikbare eenheden
doorloopt. Druk op OK om de selectie te bevestigen.
5. Gebruik de f-toetsen om het TOTAAL VOLUME
2
te selecteren en druk op OK om te bevestigen.
6. Voer het GEWICHT
1
in met de f-toetsen en druk op OK om de selectie te bevestigen.
7. Er wordt een overzicht van ALLEEN DOSERING weergegeven. Als u alle details wilt
BEVESTIGEN? drukt u op OK. De TERUG-softkey kan altijd worden gebruikt om terug te
gaan naar een vorig scherm.
1
Wordt alleen weergegeven als op gewicht gebaseerde eenheden worden gebruikt.
2
Totaal volume = medicijnvolume + oplos volume, dat is het totale volume van de vloeistof in de
vloeistofcontainer nadat het medicijn is toegevoegd.
Medicijnen
SELECTEER
OK
ml/h
DOSERING
MED. A B C D E F
G H I J K L M
N O P Q R S
T U V W X Y Z
SELECTEER MET
STOP
1. Selecteer de vereiste alfabetische rij MED. in de lijst met behulp van de f-toetsen.
2. Druk op OK om te bevestigen.
3. Selecteer het medicijn van de weergegeven lijst met behulp van de
f-toetsen en
druk op OK om te bevestigen.
4. Voer de MED. HOEVEELH in met de
f-toetsen en druk op OK om de selectie te
bevestigen.
5. Gebruik de
f-toetsen om het TOTAAL VOLUME
2
in te voeren en druk op OK om te
bevestigen.
6. Voer het GEWICHT
1
in met de f-toetsen en druk op OK om de selectie te bevestigen.
7. Er wordt een overzicht van GENEESMIDDEL weergegeven. Als u alle details wilt
BEVESTIGEN? drukt u op OK. De TERUG-softkey kan altijd worden gebruikt om terug te
gaan naar een vorig scherm.
1
Wordt alleen weergegeven als op gewicht gebaseerde eenheden worden gebruikt.
2
Totaal volume = medicijnvolume + oplos volume, dat is het totale volume van de vloeistof in de
vloeistofcontainer nadat het medicijn is toegevoegd.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Basisfuncties
1000DF00553 Uitgave 5
17/50
Wis geïnfundeerd volume
A
Als er een nieuw medicijn of een nieuwe concentratie is ingesteld en het vorige geïnfundeerde volume niet gewist
is, wordt het bericht GEÏNFUNDEERDE DOSIS IS GEWIST weergegeven.
VOLUME
WIS
STOP
374
ml
GEINFUNDEERD VOLUME
Met deze optie kan het geïnfundeerde volume worden gewist.
1. Druk op de VOLUME-softkey op het hoofdscherm om de optie WIS GEÏNFUNDEERD
VOLUME weer te geven.
2. Druk op de softkey WIS om het geïnfundeerde volume te wissen. Druk op de STOP-softkey
om het volume te handhaven.
Een TIV instellen
Met deze voorziening kunt u een speciek te infunderen volume instellen. De snelheid aan
het einde (SNELHEID EINDE) van dit TIV kan ook worden ingesteld door uit STOP, KVO of
CONTINUE voor continueer infusie met de ingestelde snelheid te selecteren.
1. De
f-toetsen gebruiken:
a) Druk op de TIV-softkey op het hoofddisplay om het scherm Te infunderen volume te
openen.
b) Voer het te infunderen volume in met behulp van de
f-toetsen en druk op de
OK-softkey ter bevestiging.
c) Selecteer SNELHEID EINDE met de
f-toetsen om de keuzemogelijkheden op
het scherm te bekijken.
d) Druk op de OK-softkey om te bevestigen en het menu SNELHEID EINDE te verlaten.
OF
2. De ZAKKEN-softkey gebruiken:
a) Druk op de TIV-softkey op het hoofddisplay om het scherm Te infunderen volume te
openen.
b) Selecteer de ZAKKEN-softkey, selecteer het vereiste zakvolume met behulp van de
f-toetsen en druk op OK om de selectie te bevestigen.
c) Druk op OK om nogmaals te bevestigen of wijzig het TIV met de
f-toetsen en
druk op OK.
d) Selecteer SNELHEID EINDE met de
f-toetsen om de keuzemogelijkheden op
het scherm te bekijken.
e) Druk op de OK-softkey om te bevestigen en het menu SNELHEID EINDE te verlaten.
Keep Vein Open (KVO)-snelheid
TIV
KVO
SNELHEID
TIV
VOLUME
VOLUME
5
.0
ml/h
0.0
ml
ml
2.0
0 u 00 m 00 s
Aan het einde van het TIV zal de pomp eerst TIV KLAAR/KVO INFUSIE weergeven. Druk op de
HEF OP-softkey om het scherm KVO weer te geven.
De pomp gaat verder met infunderen met een zeer lage (standaard)snelheid. KVO wordt gebruikt om de
ader van de patiënt open te houden, om bloedstolsels en verstoppingen in de katheter te voorkomen.
OPMERKING: Als de KVO-snelheid (standaard 5 ml/u) hoger is dan de ingestelde
infusieparameters, zal de pomp verder infunderen met die ingestelde
infusiesnelheid. De KVO-snelheid knippert op het scherm om aan te geven dat
het niet de normale infusiesnelheid is.
De pomp piept tijdens de KVO-modus om de 5 seconden.
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Basisfuncties
1000DF00553 Uitgave 5
18/50
Druk
DRUK
OK
L1
L5
AANPASSEN MET
POMP DRUK
ALARM LIMIET
Voor het controleren en aanpassen van het drukniveau drukt u op de e-toets. Het display
wordt gewijzigd en geeft het actuele pompdrukniveau en de drukalarmgrens weer. De
drukalarmgrens kan via de Alaris® Editor worden ingesteld.
1. Druk op de f-toetsen om de alarmgrens (L0, L8 of L8) te verhogen of te verlagen. De
nieuwe grens wordt aangegeven op het display.
2. Druk op de OK softkey om het scherm te verlaten.
A
Hogere snelheden genereren een hogere pompdruk. Om ongewenst alarm
te voorkomen, moeten de niveaus L0 en L1 niet worden gebruikt voor
snelheden boven 200 ml/u.
Afhankelijk van de specifieke toepassing is de arts verantwoordelijk voor de
interpretatie van drukwaarden en occlusiealarmen.
Occlusieniveaus voor de pomp worden geconfigureerd in de Alaris® Editor op
profiel en op medicijn.
De infuusset vullen
A
Controleer of de infusieset niet is aangesloten op een patiënt voordat u de set gaat vullen.
De vulsnelheid en het vulvolume worden via de Alaris® Editor geconfigureerd in de dataset.
De pomp vult niet als de optie Snelheid vast is geactiveerd. Tijdens het vullen wordt het druklimietalarm
tijdelijk verhoogd tot het maximale niveau (L8).
VUL
SNELHEID
VUL
STOP
ml/h
VOLUME
HOUD TOETS VAST
ml
25.0
1.8
Als u de i-toets indrukt, wordt een beperkte hoeveelheid vloeistof afgegeven om de infusieset
te vullen vóór aansluiting op de patiënt.
1. Druk op de a-toets om de pomp in te schakelen.
2. Plaats de infusieset. Raadpleeg de sectie 'Een infusieset plaatsen'.
3. Volg de sectie 'De infusie starten', maar sluit de infusieset NIET aan op de patiënt totdat de set
is gevuld.
4. Open de rolklem.
5. Druk op de
i-toets om het scherm VUL weer te geven.
6. Houd de VUL-softkey ingedrukt totdat de vloeistof stroomt en het vullen van de infusieset
is voltooid. Het volume dat tijdens het vullen wordt gebruikt, verschijnt wel op het scherm,
maar wordt niet toegevoegd aan het geïnfundeerde volume.
7. Als het vullen is voltooid, laat u de softkey VUL los.
Bolusinfusies
Bolus - het met een hogere snelheid toedienen van een vastgesteld volume vloeistof of geneesmiddel voor diagnostische of
therapeutische doeleinden. De pomp moet altijd infunderen en aangesloten zijn op de patiënt. (Het via een infusiebolus toedienen
van geneesmiddelen moet direct resulteren in hoge concentraties van dat bepaalde geneesmiddel.)
Bolus kan worden gebruikt aan het begin van een infusie of tijdens een infusie.
De bolusfunctie kan via de Alaris® Editor als volgt worden gecongureerd:
a) Bolus modus: uitgeschakeld
b) Bolus modus: ingeschakeld
i) Alleen MANUEEL
ii) MANUEEL en AUTOMATISCH
Bolus modus: uitgeschakeld
Als de functie is gecongureerd op Uitgeschakeld, heeft het geen zin de i-toets in te drukken en blijft de pomp infunderen met de
ingestelde snelheid.
A
Een bolus kan niet worden toegediend als de functie voor de geselecteerde dataset of het specifieke medicijn is
uitgeschakeld. Tijdens de BOLUS wordt het druklimietalarm tijdelijk verhoogd tot het maximale niveau (L8).
Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Basisfuncties
1000DF00553 Uitgave 5
19/50
Bolus modus ingeschakeld: MANUEEL en AUTOMATISCH
SNELHEID
STEL IN MET
BOLUS
STOP
VOLUME
HOUD TOETS VAST
0.0
ml
80
ml/h
BOLUS
BOLUS ingeschakeld: alleen MANUEEL
Druk in de bolus MANUEEL op de (knipperende) Bolus-softkey om de gewenste bolus toe te
dienen. De bolussnelheid kan worden aangepast. Het bolusvolume is in de conguratie via de
Alaris® Editor begrensd.
1. Druk tijdens het infunderen eenmaal op de itoets om het scherm BOLUS MODUS weer
tegeven.
2. Gebruik desgewenst de
f-toetsen om de bolussnelheid aan te passen.
3. Druk op de BOLUS-softkey en houd deze ingedrukt om de bolus toe te dienen. Tijdens het
toedienen van de bolus verschijnt het volume dat wordt geïnfundeerd op het scherm. Laat de
softkey los zodra het gewenste bolusvolume is toegediend of zodra de bolusvolumelimiet is
bereikt. Het bolusvolume wordt bij het totale weergegeven geïnfundeerde volume geteld.
A
Als het te infunderen volume (TIV) is bereikt tijdens een bolus, klinkt het signaal
'TIV voltooid'. Druk op c om het alarm te onderdrukken of op HEF OP om het
alarm te onderdrukken. Zie de sectie TIV voor meer details over de werking van TIV.
Als u infusieset 63280NY gebruikt, is de maximum infusiesnelheid 150 ml/u.
BOLUS ingeschakeld: MANUEEL en AUTOMATISCH
AUTOMATISCH?
JA
MANUEELSTOP
BOLUS MODUS
De bolus AUTOMATISCH wordt toegediend met één druk op de (knipperende) BOLUS-softkey.
Bolussnelheid en bolusvolume zijn standaardwaarden die u kunt wijzigen. De standaard
bolussnelheid is 0,1 ml.
1. Druk tijdens het infunderen eenmaal op de
itoets om het scherm BOLUS MODUS weer
tegeven.
2. Druk op de softkey JA om naar het bolusscherm AUTOMATISCH te gaan of op de softkey
MANUEEL om naar de bolus MANUEEL te gaan (zie bovenstaand gedeelte).
3. Gebruik desgewenst de
f-toetsen om de bolus DOSIS aan te passen. Druk indien
nodig op de SNELHEID-softkey om de toedieningssnelheid van de bolus bij te stellen.
4. Druk eenmaal op de knipperende BOLUS-softkey om de toediening van de vooraf ingestelde
bolus te starten. Het scherm toont de bolus die wordt toegediend; de bolus telt op het
scherm en keert terug naar het hoofdscherm wanneer de bolus is toegediend.
5. Om een bolus tijdens toediening te stoppen drukt u op de STOP-softkey. Hiermee wordt de
bolus stopgezet en wordt de infusie op de ingestelde snelheid hervat. Druk op de
h-toets
om de toediening van de bolus te stoppen en de pomp op pauze te zetten.
OPMERKING: Als het bolusvolume de ingestelde limiet bereikt, wordt de bolustoediening
gestopt en schakelt de pomp over naar infunderen op de ingestelde
infusiesnelheid.
OPMERKING: De snelheid wordt mogelijk beperkt door de MAX. BOLUSSNELHEID, die in
de Alaris® Editor is geconfigureerd.
OPMERKING: Als de BOLUS de zachte (alleen Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp) of
harde limieten overschrijdt, wordt een melding weergegeven.
OPMERKING: De bolussnelheid wordt automatisch ingesteld op de huidige infusiesnelheid
als de standaard bolussnelheid lager is dan de huidige infusiesnelheid.
De bolussnelheid mag niet lager worden geconfigureerd dan de huidige
infusiesnelheid.
OPMERKING: Als er meer dan één bolus is geprogrammeerd zonder dat de infusie-instelling
is gewist, wordt de bolussnelheid voor alle volgende bolusinfusies ingesteld
op de vorige bolussnelheid.
Snelheid titreer
TITREREN
SNELHEID
DRUK START TER BEVESTIG
TIV
VOLUME
STOP
25.0
ml/h
16.7
µg/kg/24h
45.0
ml
ml
50.0
1 u 48 m 00 s
Als titratie is ingeschakeld (via de Alaris® Editor) kan de infusie- of doseersnelheid (indien
beschikbaar) tijdens de infusie worden aangepast.
1. Kies de nieuwe snelheid met de f-toetsen. De mededeling <TITRATIE DRUK b
TER BEVESTIG > knippert op het scherm en de pomp blijft met de oorspronkelijke snelheid
infunderen.
2. Druk op de
b-toets om de nieuwe infusiesnelheid te bevestigen en de infusie met een
nieuwe snelheid te starten.
Als titratie is uitgeschakeld, kan de snelheid alleen worden aangepast OP PAUZE:
1. Druk op de
h-toets om de pomp OP PAUZE te zetten.
2. Kies de nieuwe snelheid met de
f-toetsen.
3. Druk op de
b-toets om de infusie te bevestigen en te starten op de nieuwe snelheid.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

BD Alaris™ GP volumetrische pomp en Alaris™ GP Guardrails™ volumetrische pomp (met Plus-software) Kasutusjuhend

Kategooria
Kohvi valmistamise tarvikud
Tüüp
Kasutusjuhend