Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
1000DF00553 Uitgave 5
9/50
Alarmcondities
Alaris®
GP
• Diverse alarmcondities die de pomp constateert, zullen het infuus stoppen en visuele en geluidsalarmen
activeren. De gebruikers moeten regelmatig controleren of de infusie correct verloopt en of er geen alarm
actief is.
Elektromagnetische compatibiliteit en interferentie
M
• Deze pomp is beschermd tegen de invloed van externe interferentie, inclusief hoogfrequente radio-
uitzendingen, magnetische velden en elektrostatische ontlading (bijvoorbeeld ten gevolge van
elektrochirurgische en cauterisatieapparatuur, grote motoren, draagbare radio’s, gsm’s enzovoort) en is
zodanig ontworpen dat deze veilig in gebruik blijft bij buitensporige interferentieniveaus.
• Therapeutische stralingsapparatuur: Gebruik de pomp niet in de buurt van therapeutische
stralingsapparatuur van welke aard dan ook. De straling die door apparatuur voor stralingstherapie
(bijvoorbeeld een lineaire versneller) wordt gegenereerd, kan de werking van de pomp ernstig
belemmeren. Raadpleeg de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot de veilige afstand
en andere voorzorgsmaatregelen. Neem voor meer informatie contact op met uw lokale CareFusion-
vertegenwoordiger.
• Magnetic Resonance Imaging (MRI): De pomp bevat ferromagnetische materialen die vatbaar zijn voor
de storingen van het magneetveld dat wordt gegenereerd door een MRI-apparaat. Daarom wordt de
pomp niet beschouwd als een MRI-compatibele pomp als zodanig. Als het gebruik van de pomp binnen
een MRI-omgeving onvermijdelijk is, adviseert CareFusion dringend de pomp te installeren op een
veilige afstand van het magneetveld buiten het geïdenticeerde ‘gebied voor gecontroleerde toegang’
teneinde magnetische interferentie bij de pomp of vervorming van het MRI-beeld te voorkomen. Deze
veilige afstand moet worden vastgesteld conform de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking
tot elektromagnetische interferentie (EMI). Raadpleeg de technische onderhoudshandleiding van het
product (TSM) voor meer informatie. U kunt ook contact opnemen met uw lokale vertegenwoordiger van
CareFusion voor verdere richtlijnen.
• Accessoires: gebruik geen niet-aanbevolen accessoires bij de pomp. De pomp is getest en uitsluitend
conform de relevante EMC-claims bevonden als de aanbevolen accessoires worden gebruikt. Het
gebruik van andere accessoires, omvormers of kabels dan gespeciceerd door CareFusion kan leiden tot
verhoogde emissies of verminderde immuniteit van de pomp.
• Onder bepaalde omstandigheden kan de pomp beïnvloed worden door een elektrostatische ontlading
via de lucht van circa 15 kV of meer; of door radiofrequente straling van circa 10 V/m of meer. Als de
pomp beïnvloed wordt door deze externe interferentie, blijft de pomp in een veilige modus; de pomp
stopt het infuus onmiddellijk en informeert de gebruiker door middel van een combinatie van visuele
en geluidsalarmen. In het geval een ontstane alarmconditie blijft bestaan, zelfs na interventie door de
gebruiker, wordt geadviseerd de betreende pomp te vervangen en de pomp apart te houden voor
controle door bevoegd technisch personeel.
Alaris®
GP
• Deze pomp is een CISPR 11, Groep 1, Klasse B-apparaat en maakt uitsluitend gebruik van RF-energie
voor het intern functioneren in de normale productomgeving. Derhalve zijn de radiofrequente emissies
zeer laag en is het onwaarschijnlijk dat deze interferentie veroorzaakt met de elektronische apparatuur
in de nabijheid. De pomp zendt echter een bepaald niveau elektromagnetische straling uit die binnen
de grenzen valt zoals gespeciceerd in IEC/EN60601-2-24 en IEC/EN60601-1-2. Als er interactie optreedt
tussen de pomp en andere apparatuur, moeten er maatregelen worden genomen om de eecten hiervan
tot een minimum te beperken, bijvoorbeeld door de positie van het apparaat te wijzigen of het te
verplaatsen.
Aardgeleider
d
• De pomp is een Klasse I-apparaat en moet daarom bij aansluiting op de netvoeding geaard zijn.
• Deze pomp beschikt ook over een interne stroombron.
• Wanneer het systeem op een externe stroombron wordt aangesloten, moet er een drie-aderige (stroom,
neutraal, aarde) voeding worden gebruikt. Als de externe beschermende geleider op het netsnoer is
beschadigd, moet de pomp worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet en met behulp van de interne
batterij worden bediend.