19
- Oksel: 34,7 - 37,3 °C / 94,5 - 99,1 °F
- Orale: 35,5 - 37,5 °C / 95,9 - 99,5 °F
- Rectale: 36,6 - 38,0 °C / 97,9 - 100,4 °F
- Microlife NC 120: 35,4 - 37,4 °C / 95,7 - 99,3 °F
7. Schakelbaar van Celsius naar Fahrenheit
Deze thermometer toont de temperatuurmeting in Fahren-
heit en Celsius. Om te switchen tussen °C en °F, zorg
ervoor dat de thermometer is uitgeschakeld, houd de
START knop 3 gedurende 5 seconden ingedrukt.
Wanneer u de START knop 3 niet meer ingedrukt houdt
zal na 5 seconden, de huidige meetschaal («°C» of «°F»
symbool) op het scherm gaan knipperen AO. U kunt van
meeteenheid veranderen door weer op de START knop 3
te drukken. Als u van meeteenheid bent veranderd, dient u
5 seconden te wachten waarna het toestel automatisch
naar de meetstand overschakelt.
8. Oproepen van 30 metingen in de
geheugenmodus
Deze thermometer kan de laatste 30 resultaten oproepen.
Oproepmodus AP: Druk op de START knop 3 om
naar de oproepmodus te gaan wanneer het apparaat uit
staat. Het geheugensymbool «M» knippert.
Resultaat 1 - het laatste resultaat AQ: Druk op de
START knop 3 en laat deze los om het laatste resultaat
te zien. Scherm 1 alleen met geheugensymbool.
Resultaat 30 - resultaat in volgorde: Druk op de
START knop 3 en laat deze weer los om opeenvol-
gende de laatste 30 resultaten op te roepen.
Door de START knop 3 in te drukken en los te laten nadat
de afgelopen 30 resultaten zijn opgeroepen zal de boven-
staande volgorde weer bij resultaat 1 verder gaan.
9. Foutmeldingen
Gemeten temperatuur te hoog AR: Het symbool «H»
zal verschijnen als de temperatuur hoger dan 42,2 °C /
108,0 °F in de lichaam modus of 100 °C / 212 °F in de
object modus.
Gemeten temperatuur te laag
AS
:
Het symbool «
L
» zal
verschijnen als de temperatuur lager dan 34,0 °C / 93,2 °F
in de lichaam modus of 0 °C / 32 °F in de object modus.
Omgevingstemperatuur te hoog BT: Er wordt een «H»
getoond samen met een wanneer de omgevings-
temperatuur hoger is dan 40,0 °C / 104,0 °F.
Omgevingstemperatuur te laag BK: Het symbool «L»
in combinatie met het symbool zal verschijnen
wanneer de omgevings temperatuur lager dan 16,0 °C /
60,8 °F in de lichaam modus of lager dan 5,0 °C /
41,0 °F in de object modus.
Fout in de werking BL: Het systeem werkt niet goed.
Leeg scherm BM: Gelieve na te gaan of de batterij
correct is geplaatst. Controleer ook de polariteit (<+> en
<->) van de batterij.
Lege batterijstand BN: Als voortdurend alleen het
symbool van de batterij wordt getoond, moet u de batterij
onmiddellijk vervangen.
10.Reinigen en desinfecteren
Gebruik een wattenstaafje of een watje dat in alcohol is
gedrenkt (70% isopropyl) om de thermometerbehuizing en
de probekop te reinigen. Let erop dat er geen vloeistof in
het binnenste van de thermometer binnendringt. Gebruik
nooit agressieve reinigingsmiddelen, verdunningspro-
ducten of benzeen bij het reinigen en dompel de thermo-
meter nooit onder in water of welke andere vloeistof dan
ook. Zorg ervoor dat er geen krassen op het oppervlak van
de sondelens en het scherm komen.
11.Batterijvervanging
Dit apparaat wordt geleverd met één lithium batterij, type
CR2032. Vervang deze door een nieuwe CR2032 batterij