HP Compaq 100-500 Desktop PC series Kasutusjuhend

Tüüp
Kasutusjuhend
Handleiding voor probleemoplossing en
onderhoud
Copyright en Licentie
© Copyright 2013 Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
De bijgevoegde informatie kan zonder
aankondiging worden verandert. De enige
garanties die gelden voor HP-producten en
-diensten zijn de garanties die worden
beschreven in de garantievoorwaarden
behorende bij deze producten en diensten.
Aan de informatie in deze publicatie kunnen
geen aanvullende rechten worden
ontleend. HP is niet aansprakelijk voor
technische fouten, drukfouten of
weglatingen in deze publicatie.
HP aanvaardt geen verantwoordelijkheid
voor het gebruik of de betrouwbaarheid van
de HP-software op apparatuur die niet door
HP is geleverd.
Dit document bevat informatie die
eigendom is van HP en die door de wetten
op het auteursrecht wordt beschermd.
Geen enkel deel van dit document mag
worden gekopieerd, vermenigvuldigd of in
een andere taal worden vertaald zonder de
vooraf verleende schriftelijke toestemming
van HP.
Hewlett-Packard Company
P.O. Box 4010
Cupertino, CA 95015-4010
USA
Dit product bevat copyright-
beschermingstechnologie die door
Amerikaanse patenten en andere rechten
van intellectuele eigendom wordt
beschermd. Gebruik van deze copyright-
beschermingstechnologie moet door
Macrovision goedgekeurd worden en is
bestemd voor gebruik in de huiselijke
omgeving en ander beperkt gebruik tenzij
anderzijds goedgekeurd door Macrovision.
Terugwerkend construeren en demonteren
zijn verboden.
Microsoft en Windows zijn handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en andere landen.
Niet alle functies zijn beschikbaar in alle
edities van Windows 8 . Het kan zijn dat
deze computer een hardware-upgrade en/
of apart aangeschafte hardware,
stuurprogramma's en/of software nodig
heeft om volledig te profiteren van Windows
8-functionaliteit. Zie
http://www.microsoft.com voor meer
informatie.
HP ondersteunt legaal gebruik van
technologie en verleent geen goedkeuring
of aanmoediging voor het gebruik van onze
producten voor andere doeleinden dan die
welke auteursrechtelijk zijn toegestaan.
De informatie in dit document kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Eerste editie: september 2013
Artikelnummer: 701334-332
Informatie over vaste schijfruimte
De vaste schijf in computers van Hewlett-
Packard en Compaq waarop het Microsoft®
Windows®-besturingssysteem is
voorgeïnstalleerd, kan kleiner lijken dan is
aangegeven in de productspecificaties, in
de documentatie of op de verpakking.
Vaste schijven worden door fabrikanten
beschreven en geadverteerd in termen van
decimale capaciteit (grondtal 10). Microsoft
Windows en andere programma’s, zoals
FDISK, gebruiken het binaire (grondtal 2)
talstelsel.
In decimale notatie, is een megabyte (MB)
gelijk aan 1.000.000 bytes, en een gigabyte
(GB) gelijk aan 1.000.000.000 bytes. In het
binaire systeem is een megabyte gelijk aan
1.048.576 bytes en een gigabyte gelijk aan
1.073.741.824 bytes. Omwille van de
verschillende meetsystemen, kunt u een
verschil zien tussen de grootte gemeld door
Microsoft Windows en de geadverteerde
grootte. De opslagcapaciteit van de vaste
schijf is zoals geadverteerd.
Microsoft Windows meldt een kleinere
capaciteit in de Windows Verkenner en in
het venster Computer, omdat hierin
informatie over één schijfpartitie tegelijk
wordt weergegeven. Een van de partities
bevat de informatie voor systeemherstel.
Opmerking over systemen geconfigureerd
met 4GB geheugen
Voor computers met een 32-bits
besturingssysteem is mogelijk niet al het
geheugen boven 3 GB beschikbaar
vanwege systeembronvereisten.
Deze beperking is niet beperkt tot systemen
van HP en Compaq. Het geheugen boven
3GB wordt gebruikt voor systeembronnen.
Bevestiging totaal geheugen
Het systeem-BIOS geeft de volledige 4GB
geïnstalleerd geheugen weer.
1. De pc inschakelen.
2. Druk op F10. Het BIOS-menu wordt
weergegeven. Controleer het totaal
geïnstalleerde geheugen.
Inhoudsopgave
1 De computer beveiligen .................................................................................................................................... 1
Opties voor de beveiliging van de computer ........................................................................................ 1
2 Probleemoplossing ........................................................................................................................................... 2
Computer start niet ............................................................................................................................... 2
Voeding ................................................................................................................................................ 3
Beeldscherm (monitor) ......................................................................................................................... 3
Toetsenbord en muis (met kabel) ......................................................................................................... 4
Toetsenbord en muis (draadloos) ........................................................................................................ 5
Luidsprekers en geluid ......................................................................................................................... 5
Internet-toegang ................................................................................................................................... 6
Softwareproblemen oplossen ............................................................................................................... 7
3 Systeemherstel ................................................................................................................................................. 9
Een methode voor systeemherstel kiezen ........................................................................................... 9
Opties voor systeemherstel .................................................................................................................. 9
Herstelmedia ...................................................................................................................................... 11
4 Onderhoud ...................................................................................................................................................... 13
Planningen en taken ........................................................................................................................... 13
De computer vrijhouden van stof, vuil en warmte .............................................................................. 13
De computer en monitor reinigen ....................................................................................................... 14
Ventilatie-openingen van de computer reinigen ................................................................................. 14
Toetsenbord en muis reinigen ............................................................................................................ 14
Het aanraakscherm schoonmaken (enkel op bepaalde modellen) .................................................... 15
iii
iv
1 De computer beveiligen
De computer bevat opties die de integriteit van het systeem en de gegevens tegen ongeautoriseerde
toegang helpen beschermen. Bekijk deze opties om voor een correct gebruik te zorgen.
Opties voor de beveiliging van de computer
Risico Computerfunctie
Onbevoegd gebruik van de
computer of een gebruikersaccount
Gebruikerswachtwoord
Een
wachtwoord
is een groep tekens die u kiest om de computergegevens te beveiligen.
Onbevoegde toegang tot het
configuratieprogramma, BIOS-
instellingen en andere informatie die
kan worden gebruikt om het systeem
te identificeren
Beheerderswachtwoord
Computervirussen Antivirussoftware
De gratische voorgeïnstalleerde antivirussoftware op uw computer kan de meeste virussen
detecteren, ze verwijderen, en in de meeste gevallen ook de door virussen veroorzaakte schade
herstellen. Om de computer na de proefperiode te beschermen tegen nieuwe virussen dient u een
verlenging van de updateservice te kopen.
Onbevoegde toegang tot gegevens
en doorlopende bedreigingen voor
de computer
Firewallsoftware
Windows biedt vooraf geïnstalleerde firewallsoftware op de computer.
De antivirussoftware die vooraf op de computer werd geïnstalleerd, bevat een
firewallsoftware.
Essentiële beveiligingsupdates voor Windows
Microsoft brengt voortdurend updates uit voor het Windows besturingssysteem.
Opties voor de beveiliging van de computer 1
2 Probleemoplossing
Raadpleeg de documentatie die door de fabrikant wordt bijgeleverd voor informatie over problemen
die specifiek zijn voor randapparatuur, zoals problemen met het beeldscherm of de printer. De
volgende tabellen tonen enkele problemen die u kunt tegenkomen tijdens het opstarten of tijdens het
gebruiken van uw computer.
Zie de met de computer meegeleverde Snelgids voor meer informatie of voor extra opties bij
probleemoplossing of bezoek
http://www.hp.com/go/contactHP en zoek naar uw computermodel.
Computer start niet
Symptoom Mogelijke oplossing
Foutbericht:
Foutbericht over de
vaste schijf.
Start de computer opnieuw op.
1. Druk op de Ctrl+Alt+Verwijderen knoppen op het toetsenbord.
2. Selecteer het Aan/uit-pictogram linksonder in het scherm en selecteer dan Opnieuw opstarten.
Of
houd de aan/uit-knop gedurende 5 seconden of langer ingedrukt om de computer uit te schakelen en druk
daarna op de aan/uit-knop om de computer opnieuw op te starten.
3. Als Windows wordt geopend, maakt u direct een back-up van alle belangrijke gegevens op een reserve vaste
schijf.
4. Neem contact op met de ondersteuningsservice, of u Windows nu wel of niet kon opstarten.
Mogelijk moet het vaste-schijfstation of de systeemkaart worden vervangen.
De computer wil niet
aan en start niet.
Controleer of de aansluitingen van de kabel tussen de computer en de voedingsbron goed vastzitten. Als de
kabels die de computer met de externe stroomtoevoer goed verbonden zijn en het stopcontact goed functioneert
zou het groene stroomtoevoer lampje op de achterkant moeten branden, als dat niet het geval is raadpleegt u de
Ondersteuningsdienst.
Als het beeldscherm (monitor) zwart blijft, is de monitor mogelijk niet goed aangesloten. Sluit de monitor aan op de
computer, steek de stekker in het stopcontact en zet de monitor aan. Zie
Beeldscherm (monitor) op pagina 3.
Test het stopcontact door er een ander elektrisch apparaat op aan te sluiten.
De computer lijkt
geblokkeerd en
reageert niet.
Gebruik Windows Taakbeheer om programma's die niet reageren, te sluiten of de computer opnieuw op te starten:
1. Druk gelijktijdig op de Ctrl+Alt+Verwijderen knoppen op het toetsenbord.
2. Selecteer Taakbeheer.
3. Klik op de toepassing die niet reageert en klik vervolgens op Taak beeïndigen.
Als het niet lukt om de programma's te sluiten, start u de computer opnieuw op.
1. Druk op de Ctrl+Alt+Verwijderen knoppen op het toetsenbord.
2. Selecteer het Aan/uit-pictogram linksonder in het scherm en selecteer dan Opnieuw opstarten.
Of
houd de aan/uit-knop gedurende 5 seconden of langer ingedrukt om de computer uit te schakelen en druk
daarna op de aan/uit-knop om de computer opnieuw op te starten.
Foutbericht:
Ongeldige
systeemschijf of
Wacht tot het station niet meer actief is, verwijder de schijf en druk vervolgens op de spatiebalk. De computer zou
nu op moeten starten.
2 Hoofdstuk 2 Probleemoplossing
Symptoom Mogelijke oplossing
Geen systeemschijf
of Schijffout.
Voeding
Symptoom Mogelijke oplossing
De computer wordt
niet uitgeschakeld
wanneer op de aan/
uit-knop wordt
gedrukt.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze ingedrukt totdat de computer wordt uitgeschakeld. Controleer de
voedingsinstellingen.
De computer gaat
automatisch uit.
De computer staat misschien in een extreem warme omgeving. Laat de computer afkoelen.
Zorg dat de ventilatie-openingen van de computer niet zijn geblokkeerd en dat de interne ventilator werkt —
zie
De computer vrijhouden van stof, vuil en warmte op pagina 13. (Het is mogelijk dat uw computer niet
uitgerust is met een interne ventilator.)
Beeldscherm (monitor)
Symptoom Mogelijke oplossing
Scherm is leeg, en
monitorlampje brandt
niet.
Sluit de voedingskabel opnieuw aan op de achterkant van de monitor en op het stopcontact.
Druk op de aan/uit-knop van de monitor.
Scherm is leeg. Druk op de spatiebalk op het toetsenbord of beweeg de muis om de inhoud van het scherm weer zichtbaar te
maken.
Druk op de knop Slaapstand (alleen op bepaalde modellen) of de toets Esc op het toetsenbord om het
systeem uit de slaapstand te halen.
Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen.
Controleer of de pinnen in de stekker van de monitorkabel verbogen zijn.
Als er pinnen verbogen zijn, vervangt u de monitorkabel.
Als er geen pinnen verbogen zijn, sluit u de monitorkabel opnieuw aan op de computer.
De beelden op het
scherm zijn te groot of te
klein of vaag.
Pas de instelling van de monitorresolutie aan in Windows:
1. Klik met de rechtermuisknop op een lege plaats op het bureaublad en klik daarna op Schermresolutie.
2. Selecteer de resolutie in de vervolgkeuzelijst.
3. Klik op Toepassen en daarna op Wijzigingen behouden.
OPMERKING: Naast de hier vermelde informatie kunt u ook de documentatie bij de monitor raadplegen.
Voeding 3
Toetsenbord en muis (met kabel)
Symptoom Mogelijke oplossing
Toetsenbord
commando's en typen
worden niet herkend door
de computer.
Schakel de computer uit met behulp van de muis, verwijder de stekker van het toetsenbord en sluit het
toetsenbord vervolgens opnieuw aan op de achterzijde van de computer en schakel de computer in.
Muis (met kabel) werkt
niet of wordt niet
herkend.
Koppel de muiskabel los van de computer en sluit deze opnieuw aan.
Als de muis nog steeds niet wordt herkend, schakelt u de computer uit, verwijdert u de stekker uit de muis en
sluit u de muiskabel opnieuw aan en start u de computer opnieuw op.
Cursor kan niet worden
verplaatst met de
pijltoetsen op het
numerieke toetsenbord.
Druk op de Num Lock toets op het toetsenbord om Num Lockuit te schakelen zodat u de pijltoetsen van het
numerieke toetsenbord kunt gebruiken.
Cursor reageert niet op
de muisbeweging.
Gebruik het toetsenbord om de wijzigingen in alle actieve programma's op te slaan en herstart dan de
computer:
1. Druk gelijktijdig op de Alt+Tab toetsenom naar een actief programma te navigeren.
2. Druk tegelijkertijd op de toetsen Ctrl+S op het toetsenbord om uw wijzigingen in het geselecteerde
programma op te slaan (Ctrl+S is de toetsenbordsneltoets voor Opslaan in de meeste -niet alle-
programma's).
3. Herhaal stap 1 en stap 2 om de wijzigingen op te slaan in alle geopende programma's.
4. Druk nadat wijzigingen in alle open programma's zijn opgeslagen op de aan/uitknop om de computer uit
te schakelen.
5. Nadat het systeem is uitgeschakeld, verwijdert u de muisconnector en sluit u deze opnieuw aan op de
achterkant van de computer en herstart de computer.
4 Hoofdstuk 2 Probleemoplossing
Toetsenbord en muis (draadloos)
Symptoom Mogelijke oplossing
Draadloos toetsenbord of
draadloze muis werkt niet
of wordt niet herkend.
Controleer of u het draadloze toetsenbord of de draadloze muis binnen het bereik van de ontvanger
gebruikt, ongeveer 10 meter (32 feet) voor normaal gebruik en binnen 30 cm (12 inch) tijdens de initiële
installatie of voor het hersynchroniseren.
Controleer of de muis niet in een Slaapstand staat. Die stand wordt geactiveerd als de muis 20 minuten
niet wordt gebruikt. Klik met de linkermuisknop om de muis te activeren.
Vervang de batterijen in het toetsenbord en de muis.
Synchroniseer het toetsenbord en de muis met de ontvanger door de volgende stappen te volgen:
De ontvanger, het draadloze toetsenbord en de draadloze muis die worden weergegeven in de onderstaande
illustraties zijn voorbeelden; uw apparatuur kan er anders uitzien. BELANGRIJK: Plaats tijdens het uitvoeren
van deze stappen het draadloze toetsenbord en de draadloze muis op hetzelfde niveau als de ontvanger,
minder dan 30 cm van de ontvanger en uit de buurt van storing door andere bronnen.
1. Haal de plug van de ontvanger van een USB connector van de computer los en plug het weer in. Uw
computermodel heeft mogelijk een speciale connector voor de ontvanger. Gebruik indien mogelijk een
USB-connector aan de voorzijde van de computer.
2. Controleer of de muis aanstaat (A) en houd de Connect-knop (B) op de onderkant van de muis 5 tot 10
seconden ingedrukt totdat het lampje op de ontvanger gaat branden of stopt met knipperen. Voor de
verbinding met de ontvanger treedt na 60 seconden een time-out op. Om er zeker van te zijn dat de
verbinding tot stand is gebracht en dat er geen time-out is opgetreden, beweegt u de muis en controleert
u of er een reactie is op het scherm.
3. Nadat de verbinding met de muis tot stand is gebracht, gaat u verder met de volgende stappen om de
procedure te herhalen voor het toetsenbord.
4. Houd de Connect-knop (C) onder op het toetsenbord 5 tot 10 seconden ingedrukt totdat het lampje op
de ontvanger gaat branden of stopt met knipperen.
Luidsprekers en geluid
Symptoom Mogelijke oplossing
Volume is erg laag of
geluid is slecht.
Zorg ervoor dat u de luidsprekers met de Audio Out (limoengroen) connector aan de achterkant van de
computer heeft verbonden. (Aanvullende audioconnectors worden gebruikt voor luidsprekers met meerdere
kanalen.) Losgekoppelde luidsprekers zonder eigen stroomvoorziening (luidsprekers zonder eigen
stroombron, zoals batterijen of een netsnoer) geven geen goed geluid. Vervang de luidsprekers door
luidsprekers die wel een eigen stroomvoorziening hebben.
Toetsenbord en muis (draadloos) 5
Symptoom Mogelijke oplossing
Er wordt geen geluid
geproduceerd.
1. Typ in het startscherm c, kies Configuratiescherm en selecteer Systeem en beveiliging.
2. Selecteer onder Onderhoudscentrum de optie Veelvoorkomende computerproblemen oplossen en
vervolgens Problemen met het afspelen van audio oplossen.
Als u een HDMI-connector (High-Definition Multimedia Interface) op de grafische kaart (alleen bepaalde
modellen) gebruikt voor het aansluiten van uw monitor op uw computer, moet u tevens analoge luidsprekers
aansluiten op de audio-lijnuitgang van de computer als u geluid wilt horen tijdens de initiële installatie van de
computer. Raadpleeg de snelstartgids voor het aansluiten van analoge luidsprekers.
Als u ingebouwde luidsprekers gebruikt, gebruikt u de volumetoets aan de voorkant van om het volume aan
te passen. Gebruik de knoppen op het voorpaneel om de scherminstellingen (OSD) te openen en controleer
of het geluid is ingeschakeld en het volume naar wens is ingesteld.
Zorg ervoor dat u (actieve) luidsprekers heeft verbonden en dat deze ingeschakeld zijn.
Schakel de computer uit, verwijder de stekker van de luidsprekers en sluit de luidsprekers opnieuw aan.
Controleer of de luidsprekers zijn aangesloten op een audioconnector en niet op een lijningang of een
hoofdtelefoonconnector.
Om het systeem uit de slaapstand te halen, drukt u op de knop Sleep (Slaapstand) (alleen op bepaalde
modellen) of op Esc.
Koppel de hoofdtelefoon los indien deze is aangesloten op de computer (of luidsprekersysteem).
Internet-toegang
Symptoom Mogelijke oplossing
Internetprogramma's
starten niet automatisch
op.
Meld u aan bij de ISP en start vervolgens het gewenste programma.
Ik kan geen verbinding
met internet tot stand
brengen.
1. Typ in het startscherm configuratiescherm en selecteer Configuratiescherm.
2. Tik onder Netwerk en internet op Verbinding met internet maken.
Controleer of u de juiste kabels gebruikt voor het type internetverbinding. Uw computer kan een inbelmodem
en een Ethernet netwerk adapter hebben (wordt ook netwerk interface kaart of NIX genoemd). Een modem
gebruikt een standaard telefoonkabel, terwijl de netwerk adapter een netwerkkabel gebruikt om met een
lokaal netwerk (LAN) te verbinden. Verbind geen telefoonkabel met de netwerk adapter en plug geen
netwerkkabel in een telefoon dienstlijn, als u dit toch doet kunt u de netwerk adapter beschadigen.
Voer de wizard voor het instellen van een draadloos netwerk uit:
1. Typ in het startscherm configuratiescherm, selecteer Configuratiescherm, selecteer Netwerk en
internet en vervolgens Netwerkcentrum.
2. Klik in het venster Netwerk en internet op Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen om de
wizard te openen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Als uw systeem een externe antenne heeft, probeer deze dan in een betere stand te zetten. Als de antenne
intern is, kunt u proberen de computer te verplaatsen.
Probeer op een later tijdstip opnieuw te verbinden of neem contact op met uw internetprovider (ISP) voor
hulp.
6 Hoofdstuk 2 Probleemoplossing
Softwareproblemen oplossen
Symptoom Mogelijke oplossing
Probeer de volgende
methodes om
softwareproblemen
op te lossen:
Schakel de computer volledig uit en vervolgens weer in. Dit is de gemakkelijkste (en soms de beste) manier.
Werk de stuurprogramma's bij (zie Stuurprogramma's bijwerken verderop).
Gebruik Microsoft Systeemherstel voor herinstallatie van het softwareprogramma en
hardwarestuurprogramma (zie Microsoft Systeemherstel verderop in deze tabel). — Zet uw computer terug
naar een configuratie die actief was voordat de software werd geïnstalleerd.
Installeer het softwareprogramma of hardwarestuurprogramma opnieuw (zie Herinstallatie
softwareprogramma en hardwarestuurprogramma verderop in deze tabel). — Zet het softwareprogramma
(als dit werd meegeleverd bij het product) of hardwarestuurprogramma terug op de fabrieksinstellingen.
Systeemherstel (zie
Systeemherstel op pagina 9) — Wis en herformatteer de harde schijf en installeer
dan opnieuw het besturingssysteem, de programma's en de stuurprogramma's. Hiermee wist u alle
bestanden die u aangemaakt hebt.
Apparaatstuurprogra
mma's bijwerken
Voer de volgende procedure uit om een stuurprogramma bij te werken of om terug te keren naar een vroegere
versie van het stuurprogramma als het probleem niet wordt opgelost met de nieuwe versie:
1. Typ in het startscherm herstelbeheer en selecteer Herstelbeheer.
2. Klik op de pijl om het apparaat uit te vouwen dat u wilt bijwerken of waarvoor u terug naar het vorige
stuurprogramma wilt gaan. (Bijvoorbeeld dvd/cd-ROM stations.)
3. Dubbelklik op het specifieke item (bijvoorbeeld HP DVD Writer 640b).
4. Klik op de tab Stuurprogramma.
5. Klik op Stuurprogramma bijwerken en volg de aanwijzingen op het scherm om het stuurprogramma bij te
werken.
Of
: als u een eerdere versie van een stuurprogramma wilt herstellen, klikt u op Stuurprogramma herstellen
en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
Systeemherstel van
Microsoft
Als u een probleem ondervindt waarvan u denkt dat het te wijten is aan software die op uw computer is
geïnstalleerd, gebruikt u Systeemherstel om de computer terug te zetten naar een vroeger herstelpunt. U kunt ook
handmatig herstelpunten instellen.
OPMERKING: Probeer altijd eerst deze herstelprocedure uit voordat u het gehele systeem probeert te
herstellen.
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij systemen die zonder Microsoft Windows werden verzonden.
Handmatig systeemherstel starten of herstelpunten toevoegen:
1. Sluit alle geopende programma's.
2. Typ in het startscherm configuratiescherm en selecteer Configuratiescherm.
3. Selecteer Systeem en beveiliging, selecteer Systeem en selecteer Systeembeveiliging.
4. Open het tabblad Systeembeveiliging in het venster Ssyteemeigenschappen.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Softwareproblemen oplossen 7
Symptoom Mogelijke oplossing
Software en
stuurprogramma's
voor hardware
opnieuw installeren
Als een in de fabriek geïnstalleerd programma of een stuurprogramma beschadigd is geraakt, kunt u dat
programma opnieuw installeren met het programma HP Recovery Manager (alleen bepaalde modellen).
OPMERKING: Gebruik HP Recovery Manager niet om programma's opnieuw te installeren die op de
meegeleverde cd's of dvd’s staan. Installeer deze programma’s rechtstreeks opnieuw van de CD’s of DVD’s.
Controleer of u een manier hebt om een programma opnieuw te installeren, voordat u een programma verwijdert.
Controleer of het programma nog beschikbaar is op de locatie vanwaar u het oorspronkelijk hebt geïnstalleerd
(bijvoorbeeld schijven of internet). Of controleer of het programma wordt vermeld in de lijst van programma's die u
opnieuw kunt installeren met HP Recovery Manager.
OPMERKING: Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij systemen die zonder Microsoft Windows
werden verzonden.
Voor de lijst met installeerbare programma's of het installeren van een programma in HP Recovery Manager:
1. Type herstel vanaf het Startscherm en kies dan HP Recovery Manager. Klik desgevraagd op Ja om het
programma voort te zetten.
2. Selecteer Stuurprogramma's en toepassingen opnieuw installeren. Er wordt een lijst van programma's
weergegeven. Controleer of uw programma in de lijst staat.
U verwijdert een programma als volgt:
1. Sluit alle programma's en mappen.
2. Typ in het startscherm configuratiescherm en selecteer Configuratiescherm.
3. Selecteer onder Programma's Een programma verwijderen.
4. Selecteer het programma dat u wilt verwijderen en klik op Verwijderen.
8 Hoofdstuk 2 Probleemoplossing
3 Systeemherstel
Systeemherstel wist de harde schijf volledig en formatteert deze opnieuw, waarbij alle
gegevensbestanden die u hebt gemaakt worden verwijderd, en installeert vervolgens het
besturingssysteem, de programma's en de stuurprogramma's opnieuw. Eventuele software die niet
van fabriekswege was geïnstalleerd, moet u echter zelf opnieuw installeren. Daaronder vallen de
software die op media in de doos met computeraccessoires is geleverd en de programma's die u na
de aankoop van de computer hebt geïnstalleerd.
OPMERKING: Probeer altijd eerst deze herstelprocedure uit voordat u Systeemherstel gebruikt —
zie
Microsoft Systeemherstel
onder Softwareproblemen oplossen op pagina 7.
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij systemen die zonder Microsoft Windows werden
verzonden.
Een methode voor systeemherstel kiezen
U moet een van de volgende methoden kiezen voor het uitvoeren van volledig systeemherstel:
Terugzetimage — Voer het systeemherstel uit met een terugzetimage die is opgeslagen op de
vaste schijf. De herstelkopie is een bestand dat een kopie van de originele software bevat zoals
die in de fabriek op de computer werd geïnstalleerd. Als u het systeemherstel wilt uitvoeren met
een terugzetimage, raadpleegt u
Systeemherstel via het startscherm van Windows
op pagina 9.
OPMERKING: De herstelkopie gebruikt een deel van de vaste schijf dat niet kan worden
gebruikt voor gegevensopslag.
Terugzetmedia – Voer het systeemherstel uit vanaf terugzetmedia die u hebt gemaakt van
bestanden die zijn opgeslagen op de vaste schijf of die u afzonderlijk hebt aangeschaft. Zie
Herstelmedia maken op pagina 12 voor het maken van herstelmedia.
Opties voor systeemherstel
U moet het systeemherstel in de onderstaande volgorde proberen:
1. Via de vaste schijf, vanuit het startscherm van Windows.
2. Via de vaste schijf, door tijdens het opstarten op F11 op het toetsenbord te drukken.
3. Via door u gemaakte herstelmedia.
4. Via herstelschijven die u hebt gekocht van HP Ondersteuning. Raadpleeg
http://www.hp.com/go/
contactHP om herstelschijven te kopen.
Systeemherstel via het startscherm van Windows
VOORZICHTIG: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die u
hebt gemaakt of geïnstalleerd. Maak een back-up op een verwijderbare schijf of USB-flashstation van
alle belangrijke gegevens.
Als de computer werkt en Windows reageert, gebruikt u deze stappen om een systeemherstel uit te
voeren.
Een methode voor systeemherstel kiezen 9
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel alle randapparaten los van de computer, behalve de monitor, het toetsenbord en de
muis.
3. Schakel de computer in.
4. Type herstel vanaf het Startscherm en kies dan HP Recovery Manager. Klik desgevraagd op
Ja om het programma voort te zetten.
5. Selecteer Windows herstelomgeving.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm.
OPMERKING: Als het systeem
geen
herstelpartitie detecteert, wordt u gevraagd een
herstelmedium te plaatsen. Plaats de schijf of het USB-flashstation, klik op Ja en klik op
Volgende om de computer te herstarten en HP Recovery Manager uit te voeren vanaf de
terugzetschijf of het USB-flashstation. Plaats als u schijven gebruikt de volgende herstelschijf als
daarom wordt gevraagd.
7. Wanneer het herstellen is voltooid, schakelt u de computer uit, sluit u alle randapparatuur
opnieuw aan en zet u de computer weer aan.
Systeemherstel bij opstarten van het systeem
VOORZICHTIG: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die u
hebt gemaakt of geïnstalleerd. Maak een back-up op een verwijderbare schijf of USB-flashstation van
alle belangrijke gegevens.
Als Windows niet reageert maar de computer wel werkt, volgt u deze stappen om een systeemherstel
uit te voeren.
1. Zet de computer uit. Houd zo nodig de aan/uit-knop ingedrukt totdat de computer wordt
uitgeschakeld.
2. Koppel alle randapparaten los van de computer, behalve de monitor, het toetsenbord en de
muis.
3. Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen.
4. Op het moment dat u het bedrijfslogo op het scherm ziet verschijnen, drukt u herhaaldelijk op
F11 op uw toetsenbord totdat het bericht Bestanden laden… op het scherm verschijnt.
5. Selecteer Windows herstelomgeving.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm.
7. Wanneer het herstellen is voltooid, schakelt u de computer uit, sluit u alle randapparatuur
opnieuw aan en zet u de computer weer aan.
Het systeem herstellen met terugzetmedia
VOORZICHTIG: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die u
hebt gemaakt of geïnstalleerd. Maak een back-up op een verwijderbare schijf of USB-flashstation van
alle belangrijke gegevens.
Zie Herstelmedia maken op pagina 12 voor het maken van herstelmedia.
U voert als volgt een systeemherstel uit met terugzetmedia:
10 Hoofdstuk 3 Systeemherstel
1. Als de computer werkt, maak dan een back-up op dvd of USB-flashstation van alle
gegevensbestanden die u wilt bewaren. Verwijder het back-upmedium vervolgens uit de
computer.
2. Als u herstel-dvd's gebruikt, plaatst u herstel-dvd 1 in het dvd-station en sluit u de lade. Als u
een USB-flashstation gebruikt, steekt u deze in een USB-poort.
3. Als de computer werkt gaat u in het startscherm met de aanwijzer naar de rechterbenedenhoek
van het scherm om de werkbalk met charms (functies) weer te geven; selecteer Instellingen, klik
op het pictogram aan/uit en selecteer Afsluiten. Of, als de computer niet reageert, houdt u de
aan/uit-knop ingedrukt gedurende ongeveer vijf seconden of totdat de computer is
uitgeschakeld.
4. Koppel alle randapparaten los van de computer, behalve de monitor, het toetsenbord en de
muis.
5. Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen. Als u een terugzet-dvd gebruikt, opent
de computer automatisch HP Recovery Manager vanaf de schijf. Ga naar stap 7.
6. Als u Systeemherstel vanaf een USB-flashstation uitvoert, drukt u op Esc tijdens het opstarten
van de computer om het opstartmenu weer te geven. Gebruik de pijltoetsen om het USB-
apparaat te selecteren en druk op Enter om vanaf dat apparaat te starten.
7. Als u gevraagd wordt of u Systeemherstel wilt opstarten via een extern medium of via de vaste
schijf, selecteert u het medium en klikt u op Volgende.
8. Selecteer Fabrieksinstellingen herstellen.
9. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Herstelmedia
U kunt een herstelmedium maken van een lege dvd of van een USB-flashstation (van één van beide,
niet van beide). Maak een herstelmedium op basis van de herstelkopie die op uw vaste schijf is
opgeslagen. Deze kopie bevat het besturingssysteem en de softwarebestanden die in de fabriek op
uw computer zijn geïnstalleerd. U kunt slechts één set herstelmedia voor uw computer maken en
deze media kunnen
uitsluitend
voor deze computer worden gebruikt. Bewaar de herstelmedia op een
veilige plaats.
OPMERKING: Bepaalde functies zijn mogelijk niet beschikbaar op computers die geleverd worden
zonder versie van Microsoft Windows.
Herstelmedia kiezen
On herstelschijven aan te maken moet uw computer een DVD-brander hebben en moet u enkel
lege DVD+R of DVD-R schijven van hoge kwaliteit gebruiken.
OPMERKING: U kunt
geen
CD's of DVD+RW, DVD-RW, DVD+RW DL, DVD-RW DL, DVD+R
DL, or DVD-R DL schijven gebruiken om herstelschrijven te creëren.
Gebruik schijven van goede kwaliteit als u herstelschijven maakt. Het is normaal dat schijven
worden verworpen als ze niet defectvrij zijn. U wordt dan gevraagd om een nieuwe lege schijf te
plaatsen en het opnieuw te proberen.
Herstelmedia 11
Het aantal schijven dat nodig is voor de herstelset, is afhankelijk van het computermodel
(gewoonlijk 1-3 dvd's). Het aantal benodigde lege schijven wordt automatisch aangegeven door
het programma voor het maken van herstelschijven.
U kunt kiezen voor het maken van een herstel-USB-flashstation, waarvoor u een leeg USB-
station van goede kwaliteit gebruikt. Als u een USB-flashstation gebruikt, geeft het programma
de minimum omvang aan die nodig is om alle gegevens op te slaan (minimaal 8 GB).
OPMERKING: Het maken van herstelmedia kan enige tijd duren omdat gecontroleerd wordt of de
informatie correct naar het medium is geschreven. U kunt de procedure echter op elk moment
onderbreken. De volgende keer dat u het programma start, wordt het proces hervat vanaf het punt
waarop u bent gestopt.
Herstelmedia maken
U maakt als volgt herstelschijven:
1. Sluit alle geopende programma's.
2. Type herstel vanaf het Startscherm en kies dan HP Recovery Manager. Klik desgevraagd op
Ja om het programma voort te zetten.
3. Selecteer Recovery Media Creation (Herstelmedia maken), selecteer Create recovery media
using blank DVD(s) (Herstelmedia maken met lege dvd's) en klik op Volgende.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm. Label elke schijf terwijl u deze aanmaakt (bijvoorbeeld,
Herstel 1, Herstel 2).
U maakt als volgt een herstel-USB-flashstation:
1. Sluit alle geopende programma's.
2. Sluit een USB-flashstation aan op een USB-poort op de computer.
3. Type herstel vanaf het Startscherm en kies dan HP Recovery Manager. Klik desgevraagd op
Ja om het programma voort te zetten.
4. Selecteer Recovery Media Creation (Herstelmedia maken), selecteer Create recovery media
with a USB flash drive (Herstelmedia maken met een USB-stick) en klik op Volgende.
5. Selecteer het gewenste USB-flashstation in de lijst. Het programma geeft aan hoeveel
opslagruimte nodig is voor het maken van het herstelstation. Als het USB-flashstation niet over
voldoende opslagcapaciteit beschikt (8 GB is het minimum), wordt het grijs weergegeven. Klik
op Volgende.
OPMERKING: Tijdens het maken van herstelmedia wordt het flashstation geformatteerd en
worden alle daarop aanwezige bestanden verwijderd.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm. Label het USB-flashstation en bewaar het op een veilige
plaats.
OPMERKING: Gebruik geen mediakaarten voor het maken van herstelmedia. Mogelijk kan het
systeem niet van een mediakaart opstarten zodat u systeemherstel niet kunt uitvoeren.
12 Hoofdstuk 3 Systeemherstel
4 Onderhoud
Het is belangrijk eenvoudig onderhoud aan uw computer te verrichten om een optimale werking van
het apparaat te garanderen.
Planningen en taken
Volg deze aanwijzingen op de aanbevolen intervallen voor een juist onderhoud.
Wekelijks Software-opruiming Met behulp van Windows Schijfopruiming of veilige opruimprogramma's van
derden verwijdert u ongewenste bestanden en tijdelijke bestanden die zich
ophopen en uw systeem vertragen. Controleer tevens of er programma's zijn die
u niet meer nodig hebt en verwijder deze.
Defragmenteren en
optimaliseren
Gebruik het hulpprogramma van Windows voor het defragmenteren en
optimaliseren van de schijf om de vaste schijf in goede staat te houden en de
systeemprestaties te verbeteren. Het regelmatig uitvoeren van deze taak brengt
geen schade toe aan uw systeem.
Virusscan Voer elke week een volledige virusscan uit om alles te signaleren dat ongemerkt
is binnengekomen. De meeste anti-virus producten hebben een planningsfunctie
om dit automatisch in de gaten te houden.
Maandelijks Hardware opruimen Reinig de binnen- en buitenkant van uw computer grondig.
Software updates Gebruik Windows Update om fouten in uw besturingssysteem te corrigeren en de
prestaties te verbeteren. Controleer tevens of er updates zijn voor het
hardwarestuurprogramma en nieuwe versies van uw favoriete programma's.
Windows Update Voer Windows Update maandelijks uit om updates te installeren.
Jaarlijks Systeemherstel Na verloop van tijd kan uw systeem trager worden, afhankelijk van het gebruik
van de computer. Gebruik Systeemherstel om de installatie van uw Windows-
besturingssysteem schoon te houden en de oorspronkelijke configuratie van na
de eerste installatie te herstellen. Maak een back-up van belangrijke bestanden
voordat u verdergaat met een Systeemherstel. Zie
Systeemherstel op pagina 9
voor meer informatie.
Indien nodig Een back-up maken van
uw gegevens
U kunt de op uw computer geïnstalleerde software voor het opnemen van cd's of
dvd's gebruiken om back-ups van belangrijke gegevens te maken (of te branden),
waaronder persoonlijke bestanden, e-mailberichten en bladwijzers voor websites.
U kunt ook gegevens verplaatsen naar een externe vaste schijf.
De computer vrijhouden van stof, vuil en warmte
Door uw computer vrij te houden van stof, vuiligheid en hitte kunt u de levensduur verlengen. Stof,
haar van huisdieren en andere stoffen kunnen accumuleren en een stofdeken vormen, waardoor
onderdelen oververhit kunnen raken of, in het geval van het toetsenbord en de muis, de werking en
effectiviteit aangetast worden. Controleer het systeem één keer per maand op zichtbare tekenen van
stof en vuil en maak het systeem ongeveer elke drie maanden goed schoon. Ga naar
http://www.hp.com/go/contactHP voor meer aanwijzingen voor het reinigen van uw systeem.
Planningen en taken 13
De computer en monitor reinigen
Volg deze stappen om de computer en de monitor te reinigen:
1. Haal de stekker van de computer en de monitor uit het stopcontact.
2. Gebruik een schone droge doek om de monitor schoon te maken. Gebruik geen water op het
scherm van de monitor. Voor een grondigere reiniging gebruikt u een schone doek een
antistatische schermreiniger.
3. Gebruik een schone, droge doek om de behuizing van de computer en de monitorbehuizing af te
stoffen.
OPMERKING: Om plaksel van een sticker of een vlek op de behuizing van de computer of
monitor te verwijderen, gebruikt u isopropyl- of wrijfalcohol en een pluisvrije doek om die te
verwijderen.
Ventilatie-openingen van de computer reinigen
De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat de computer koel blijft. Houd deze ventilatieopeningen
schoon met behulp van een kleine op een batterij werkende stofzuiger. (Een op een batterij werkende
stofzuiger vermindert het risico op elektrische schokken.)
1. Stofzuig de ventilatieopeningen van de computerbehuizing.
2. Verwijder vuil dat zich heeft verzameld in en rond de computerconnectors (zoals de Ethernet- en
USB-connectors).
Toetsenbord en muis reinigen
Gebruik voor het schoonmaken van de toetsen van het toetsenbord een lage instelling van een op
een batterij werkende stofzuiger. Op die manier voorkomt u dat de kapjes en veren van de toetsen
los raken.
1. Zuig tussen de toetsen van het toetsenbord en langs de randen.
2. Gebruik een schone, droge doek en isopropylalcohol om vuil op de toetsen en langs de randen
te verwijderen.
3. Maak de muis en de muiskabel schoon met behulp van schoonmaakdoekjes.
Als u een muis met een bal hebt, reinigt u als volgt de bal en de rollers in de muis:
1. Zet de muis ondersteboven en draai de ring rond de bal naar links om de ring te verwijderen en
de bal uit de muis te halen.
2. Spoel de bal schoon met zeep en warm water.
3. Maak de rollers in de muis schoon met een katoenen watje dat is bevochtigd met
isopropylalcohol.
4. Wanneer de bal en de rollers helemaal droog zijn, brengt u de bal en ring weer op hun plaats
aan.
14 Hoofdstuk 4 Onderhoud
Het aanraakscherm schoonmaken (enkel op bepaalde
modellen)
VOORZICHTIG: Spuit schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op het scherm, maar spuit het
reinigingsmiddel op de doek en veeg de zijkanten en het oppervlak van het touchscreen.
Gebruik geen schuurmiddel of schuursponsje om de zijkanten en het oppervlak van het scherm te
reinigen, omdat u het scherm daarmee kunt beschadigen.
Volg deze stappen om het touchscreen te reinigen:
1. Zet de computer uit. Ga in het startscherm met de aanwijzer naar de rechterbenedenhoek van
het scherm om de werkbalk met charms (Functies) te openen en selecteer Instellingen. Klik op
het pictogram Aan/uit en klik op Opnieuw opstarten.
2. Haal de voedingskabel uit het stopcontact.
3. Spuit een kleine hoeveelheid milde glasreiniger op een zachte doek om het touchscreen te
reinigen.
4. Veeg over het schermoppervlak en de zijkanten van het scherm en verwijder vuil,
vingerafdrukken of andere aanslag die de aanraakherkenning van het scherm kan verstoren.
Het aanraakscherm schoonmaken (enkel op bepaalde modellen) 15
16 Hoofdstuk 4 Onderhoud
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21

HP Compaq 100-500 Desktop PC series Kasutusjuhend

Tüüp
Kasutusjuhend