Roland UA-4FX2 Omaniku manuaal

Tüüp
Omaniku manuaal
1
Gebruikershandleiding
UA-4FX2
Lees voor u dit apparaat gebruikt zorgvuldig de hoofdstukken “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” (p. 13) en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 14).
Bewaar na het lezen het document (de documenten) op een direct toegankelijke plaats.
Copyright © 2017 ROLAND CORPORATION
Inhoud van het pakket
5 UA-4FX2
5 Gebruikershandleiding (dit document)
5 USB-kabel
Het stuurprogramma installeren
* Gebruik geen micro-USB-kabel die alleen ontworpen is om een apparaat op te laden. Kabels voor alleen opladen kunnen geen gegevens verzenden.
Windows 10-gebruikers
1. Gebruik de meegeleverde USB-kabel om de UA-4FX2 op uw computer aan te sluiten.
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd.
Windows 7- of Windows 8.1-gebruikers
OPMERKING
Sluit de UA-4FX2 niet aan op uw computer voordat u het stuurprogramma hebt geïnstalleerd.
Als u de UA-4FX2 al hebt aangesloten, koppelt u deze tijdelijk los.
Wanneer op het scherm het bericht “Klaar om het stuurprogramma te installeren. ---, wordt weergegeven, sluit u de UA-4FX2 aan.
1. Start Windows op terwijl alle andere USB-kabels behalve de kabels van uw toetsenbord en muis zijn losgekoppeld.
2. Download het stuurprogramma van de volgende URL.
&
http://roland.cm/ua4fx2
3. Voordat u met de installatie begint, sluit u alle toepassingen.
4. Pak het gedownloade ZIP-bestand uit en dubbelklik op “Instellen”.
5. Als een bevestigingsscherm voor gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op Ja”.
6. Klik in het dialoogvenster “Het UA-4FX2-stuurprogramma zal op uw computer worden geïnstalleerd. ---” op
[Volgende].
* Als er een ander bericht wordt weergegeven, gaat u verder volgens de instructies van dat bericht.
7. Om met de installatie te beginnen, klikt u op [Volgende].
8. Als een Windows-beveiligingsdialoogvenster verschijnt, klikt u op [Installeren].
9. Let op het dialoogvenster “Klaar om het stuurprogramma te installeren. ---”
* Als er een ander bericht wordt weergegeven, gaat u verder volgens de instructies van dat bericht.
10. Gebruik de meegeleverde USB-kabel om de UA-4FX2 op uw computer aan te sluiten.
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd.
11. Klik in het dialoogvenster “Installatie is voltooid” op [Sluiten].
12. Als het dialoogvenster Wijziging van de systeeminstellingen verschijnt, klikt u op [Ja] en start u Windows opnieuw op.
2
Mac-gebruikers
OPMERKING
Sluit de UA-4FX2 niet aan op uw computer voordat u het stuurprogramma hebt geïnstalleerd.
Als u de UA-4FX2 al hebt aangesloten, koppelt u deze tijdelijk los.
Sluit de UA-4FX2 aan nadat de installatie van het stuurprogramma is voltooid.
1. Start uw Mac op terwijl alle andere USB-kabels behalve de kabels van uw toetsenbord en muis zijn losgekoppeld.
2. Download het stuurprogramma van de volgende URL.
&
http://roland.cm/ua4fx2
3. Voordat u met de installatie begint, sluit u alle toepassingen.
4. Pak het gedownloade bestand uit en dubbelklik op “UA4FX2_USBDriver”.
5. Klik in het dialoogvenster “Dit pakket controleert of de software kan worden geïnstalleerd. ---” op [Doorgaan].
* Als er een ander bericht wordt weergegeven, gaat u verder volgens de instructies van dat bericht.
6. Klik in het dialoogvenster Welkom bij het installatieprogramma van het UA-4FX2-stuurprogramma” op [Doorgaan].
7. Om met de installatie te beginnen, klikt u op [Installeren].
* Als er een ander bericht wordt weergegeven, gaat u verder volgens de instructies van dat bericht.
8. Als de installatie is voltooid, klikt u op [Opnieuw opstarten] om uw computer opnieuw op te starten.
9. Gebruik de meegeleverde USB-kabel om de UA-4FX2 op uw Mac aan te sluiten.
Controleren of u geluid hoort
1. Sluit een hoofdtelefoon of versterkte luidsprekers aan.
Windows-gebruikers
2. Open het Conguratiescherm, klik op [Hardware en geluiden] en klik vervolgens op [Geluid].
Als de “Weergave” [Grote pictogrammen] of [Kleine pictogrammen] is, dubbelklikt u op [Geluid].
3. Klik op het tabblad [Afspelen], klik op de [OUT]-aansluiting van de UA-4FX2 en klik vervolgens op de knop [Als standaard
instellen].
4. Klik met de rechtermuisknop op de “OUT”-aansluiting van de UA-4FX2 en klik op [Testen] om te controleren of u geluid
hoort.
5. Klik op [OK].
Mac-gebruikers
2. Open “Systeemvoorkeuren en klik op het pictogram [Geluid].
3. Klik op het tabblad [Uitvoer] en klik op [UA-4FX2].
4. Klik op het tabblad [Geluidseecten] en klik op de schuifregelaar [Uitvoervolume] om het geluid te controleren.
5. Sluit “Systeemvoorkeuren”.
3
Beschrijving van de panelen
Linkerzijde
MIC/GUITAR-aansluiting
Sluit hier een microfoon of gitaar op aan. Gebruik de
[MIC/GUITAR]-regelaar om het volume te regelen.
Fantoomvoeding wordt niet meegeleverd.
MIC-aansluiting (XLR-type)
Dit is een analoge audio-ingang die een
microfoonvoorversterker biedt. Zowel gebalanceerde als
niet-gebalanceerde aansluitingen worden ondersteund.
Condensator-
microfoon
Zet de [PHANTOM]-schakelaar aan.
Ingangsvermogen: -50 – -18 dBu
Dynamische
microfoon
De [PHANTOM]-schakelaar moet
uitgeschakeld zijn.
Ingangsvermogen: -56 – -24 dBu
* Toewijzing van de pennen van de MIC-aansluiting
(XLR-type)
1: GND
2: HOT
3: COLD
※ 入力端子の場合
1: GND 2: HOT
3: COLD
※ 出力端子の場合
TIP: HOT
RING: COLD
SLEEVE: GND
PHONES/HEADSET-aansluiting
Sluit een hoofdtelefoon of oortelefoon (headset) aan die
compatibel is met een microfooningang met vier geleiders.
Gebruik de [MIC/GUITAR]-regelaar om het
microfoonvolume van de
headset te regelen.
LINE IN-aansluiting
Het audiosignaal van een audioapparaat of MIDI-
geluidsmodule kan hier worden ingevoerd. Gebruik een
stereo-minikabel om deze aansluiting te maken.
Gebruik de [LINE IN]-regelaar om het volume van het
audiosignaal te regelen.
Rechterzijde
[PHANTOM]-regelaar
Hiermee schakelt u de fantoomvoeding die wordt
meegeleverd met de MIC-aansluiting (XLR-type) in/uit.
U moet deze schakelaar uitgeschakeld laten tenzij u
een condensatormicrofoon die fantoomvoeding vereist,
aansluit. Het leveren van fantoomvoeding aan een
dynamische microfoon of een audioweergaveapparaat kan
storingen veroorzaken.
Als u meer informatie wilt over de specicaties van uw
microfoon, raadpleegt u de gebruikershandleiding van uw
microfoon.
(De fantoomvoeding van de UA-4FX2: DC48 V, 6 mA max.)
[MIC/GUITAR]-schakelaar
Stel dit in op “MIC” als u een microfoon gebruikt of op
“GUITAR” als u een gitaar gebruikt.
* Voordat u de instelling van deze schakelaar wijzigt, zet u
het volume van het aangesloten apparaat op nul.
USB-poort
Gebruik de meegeleverde USB-kabel om dit op uw
computer aan te sluiten zodat de audiosignalen kunnen
worden verzonden en ontvangen.
4
Bovenzijde
USB-indicator
Dit licht op als de UA-4FX2 wordt aangesloten op uw
computer via een USB-kabel.
[MIC/GUITAR]-regelaar
Hiermee regelt u het volume dat wordt ingevoerd naar
de MIC-aansluiting (XLR-type), de PHONES/HEADSET-
aansluiting of de MIC/GUITAR-aansluiting.
* Als u geen gitaar of microfoon gebruikt, stelt u deze
regelaar in op de minimumstand.
[LINE IN]-regelaar
Hiermee regelt u het volume dat wordt ingevoerd via de
LINE IN-aansluiting.
LEVEL-indicator
Deze ledlampjes lichten op volgens het niveau van het
signaal dat wordt ingevoerd via de ingangen of uitgestuurd
via de uitgangen. Als een signaal wordt ingevoerd,
functioneren deze als een ingangsindicator. Wanneer een
bepaalde tijd is verstreken nadat de invoer is beëindigd,
veranderen ze en functioneren ze als een uitgangsindicator.
Bij het functioneren als een ingangsindicator:
De ledlampjes lichten rood op onmiddellijk voordat (-2 dB)
het geluid wordt vervormd. Regel de [MIC/GUITAR]-regelaar
of de [LINE IN]-regelaar zodat de indicator niet rood oplicht.
Bij het functioneren als een uitgangsindicator:
De ledlampjes geven het volume weer dat wordt
uitgestuurd via de LINE OUT L- en R-aansluitingen.
[LOOP-BACK]-knop
Als u op deze knop drukt om deze te doen oplichten, wordt
de audio die wordt ingevoerd naar de UA-4FX2 vanaf uw
computer via USB teruggestuurd naar de computer.
[ON AIR]-knop
Druk op deze knop om deze te doen oplichten als u wilt
dat het signaal van de ingangen wordt uitgestuurd naar
de uitgangen en naar uw computer.
Druk op deze knop om deze te doven als u niet wilt dat
het audiosignaal wordt uitgestuurd, bijvoorbeeld wanneer
u een pauze neemt tijdens het uitzenden.
[OUTPUT]-regelaar
Hiermee regelt u het volume dat wordt uitgestuurd via
de PHONES/HEADSET-aansluiting en de LINE OUT L- en
R-aansluitingen.
* Wanneer u de USB-kabel aansluit, stelt u deze regelaar
in op de minimumstand.
[ADVANCED EFFECT]-knop
Als u een eect wilt toepassen, drukt u op deze knop om
deze te doen oplichten.
[SELECT]-knop
Met deze knop wisselt u het type eect.
Voor meer informatie raadpleegt u “Een eect toepassen”.
TUBE SIMULATOR-indicator
Dit lampje licht op als een eect dat een buizenversterker
simuleert, wordt toegepast.
Hiermee simuleert u een vet en warm geluid dat
kenmerkend is voor een elektronenbuis.
[EFFECT]-regelaars
Hiermee regelt u de diepte van het eect. De parameter
die kan worden bediend, verschilt volgens het eecttype.
Voor meer informatie raadpleegt u “Een eect toepassen”.
Achterzijde
LINE OUTPUT L, R-aansluitingen
Sluit deze aansluitingen aan op versterkte luidsprekers of
op een stereoset of een ander audioapparaat.
Gebruik de [OUTPUT]-regelaar om het volume te regelen
dat via deze aansluitingen
wordt uitgestuurd.
5
Het invoer-/uitvoerapparaat opgeven in uw computersoftware
Maak instellingen in uw computersoftware zodat u audio kunt afspelen en opnemen. Als u meer informatie wilt over hoe u deze instellingen kunt
maken, raadpleegt u de gebruikershandleiding van de software die u gebruikt.
Audio-invoerapparaat/audio-uitvoerapparaat
Windows
Mac
Audio-uitvoerapparaat OUT (UA-4FX2) UA-4FX2
Audio-invoerapparaat IN (UA-4FX2) UA-4FX2
Invoerapparaten aansluiten
Hier leggen we basismethoden uit voor het aansluiten van invoerapparaten op de UA-4FX2.
* Zet het volume altijd lager en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten en storingen van de apparatuur te voorkomen.
* Als u een microfoon gebruikt, kan akoestische feedback (een loeiend geluid) optreden afhankelijk van de positie van de microfoon en luidspreker.
Als dit gebeurt, probeert u de volgende handelingen.
1. De hoek van de microfoon wijzigen
2. De microfoon verder weg van de luidspreker plaatsen
3. Het volume zachter zetten
OPMERKING
5 Wanneer u de UA-4FX2 op uw computer aansluit, wordt er geen geluid meer uitgestuurd via de luidsprekers van uw computer. Sluit uw hoofdtelefoon
of audioweergavesysteem (externe monitors) aan op de UA-4FX2.
5 Als u geluid via de luidsprekers van de computer wilt weergeven, koppelt u de UA-4FX2 los van de computer.
5 Als u op de computer wilt opnemen, hebt u DAW-software nodig.
Een microfoon aansluiten
1 2
Als u een microfoon aansluit op de MIC-aansluiting (XLR-type),
stelt u de “PHANTOM”-schakelaar in volgens het type microfoon.
Condensatormicrofoon “ON”
Dynamische microfoon “OFF”
3
Sluit uw microfoon aan.
4
Regel het volume.
6
Een microfoon en een audioapparaat aansluiten
U kunt zang of gesproken tekst toevoegen, samen met muziek die wordt afgespeeld van een audioapparaat.
5
4
Sluit een audioapparaat aan.
Regel het volume.
3
Sluit een microfoon aan.
1 2
Als u een microfoon aansluit op de MIC-aansluiting (XLR-type), stelt
u de “PHANTOM”-schakelaar in volgens het
type microfoon.
Condensatormicrofoon “ON”
Dynamische microfoon “OFF”
Een oortelefoon die is uitgerust met een microfoon, aansluiten
1
2
Sluit een oortelefoon aan die is uitgerust met een microfoon.
* Verwijder de oortelefoon uit uw oren voordat u deze aansluit.
Zorg ervoor dat de connector volledig en correct in de
aansluiting steekt.
* De microfoon en de oortelefoon bevinden zich in elkaars
buurt, dus let erop dat u akoestische feedback voorkomt.
3
Regel het volume.
* Als u een oortelefoon aansluit die is uitgerust met een microfoon, wordt een limiter toegepast. Voor meer informatie raadpleegt u “Diagram van
signaalstroom. Het volume van het geluid kan zachter klinken, maar dit is geen defect.
* Verwijder de oortelefoon van uw oren voordat u de oortelefoon die is uitgerust met een microfoon, loskoppelt van de PHONES/HEADSET-aansluiting.
7
Een gitaar aansluiten
1
2
3
Sluit een gitaar aan.
Regel het volume.
Eecten toepassen
Door op de knop voor geavanceerde eecten (ADVANCED EFFECTS) van de UA-4FX2 te drukken, doet u deze oplichten en kunt u gemakkelijk het
karakter van het geluid wijzigen op manieren die handig zijn bij het bewerken van audio.
U kunt eecten toepassen op de audioweergave van uw computer of op de audio-invoer van de MIC-, MIC/GUITAR- en LINE IN-aansluitingen.
De UA-4FX2 biedt drie typen digitale eecten die nuttig zijn bij het afspelen van geluid of het opnemen van een microfoon of gitaar. U kunt de vier
eectregelaars gebruiken om het geluid van de digitale eecten gemakkelijk vorm te geven.
Een eect toepassen
1
Druk hierop om dit te doen
oplichten.
2
Selecteer het type.
3
Gebruik de eectregelaars om het eect te regelen.
8
Typen
Druk op de [SELECT]-knop om te wisselen tussen drie eecttypen.
MIC/GUITAR
Past eecten toe op een microfoon of gitaar.
U kunt dit ook gebruiken om eecten toe te passen op zang of gesproken tekst of om uw gitaargeluid krachtiger te maken.
MASTERING
Maakt het algemene volume en de algemene luidheid constanter.
Met de buizenversterkersimulator (TUBE SIMULATOR) krijgt u een vette, warme toon die kenmerkend is voor een elektronenbuis
en met het automatische niveau (AUTO-LEVEL) wordt het geluid geregeld als het volume plotseling te hoog of te laag is.
Hiermee kunt u ook de toonkwaliteit van oude analoge bronnen zoals cassettebanden of vinylplaten verbeteren.
TOTAL MIX Past eecten toe op een microfoon of gitaar terwijl een algemeen, goed gebalanceerd geluid wordt gevormd.
Wat u met de eectregelaars kunt doen
Typen
: MIC/GUITAR
FX VOICE/DRIVE
Als de [MIC/GUITAR]-
schakelaar is ingesteld
op “MIC”
Door de formanten en toonhoogte van de stem te wijzigen, geeft u het geluid een heel ander
karakter. Als u de eectregelaar op de middelste stand zet, krijgt u het natuurlijke geluid van de
stem. Als u de regelaars linksom draait, wordt een lagere, zwaardere stem geproduceerd en als
u de regelaar rechtsom draait, wordt een hogere, jnere stem geproduceerd.
Als de [MIC/GUITAR]-
schakelaar is ingesteld
op “GUITAR”
Regelt de hoeveelheid vervorming voor de versterkersimulator. Als u de regelaar rechtsom draait,
wordt een krachtiger eect geproduceerd. Voor meer informatie over de versterkersimulator
raadpleegt u “Het type gitaarversterker wijzigen”.
ENHANCER Verscherpt de denitie van het geluid en versterkt de hogere frequenties om de helderheid van het geluid te verbeteren.
CHORUS Voegt diepte en ruimtelijkheid aan het geluid toe, waardoor een rijk stereogeluid ontstaat.
REVERB Voegt galm toe, waardoor het geluid ruimtelijker en dynamischer wordt.
Typen: MASTERING
TUBE - FAT&WARM Simuleert het warme, vette geluid dat kenmerkend is voor elektronenbuizen.
AUTO-LEVEL
Houdt het volume constant en stabiel, zelfs wanneer het volume van het geluid dat wordt afgespeeld door de computer of
het signaal van de ingangen plotseling wordt verhoogd of verlaagd.
MASTER-Lo Onderdrukt de vervorming in de lage frequenties, waardoor het geluid vetter, stabieler en constanter wordt.
MASTER-Hi Onderdrukt de vervorming in de hoge frequenties, waardoor het geluid stabieler en constanter wordt.
Typen: TOTAL MIX
TUBE - FAT&WARM Simuleert het warme, vette geluid dat kenmerkend is voor elektronenbuizen.
AUTO-LEVEL
Houdt het volume constant en stabiel, zelfs wanneer het volume van het geluid dat wordt afgespeeld door de computer of
het signaal van de ingangen plotseling wordt verhoogd of verlaagd.
FX VOICE/DRIVE
Als de [MIC/GUITAR]-
schakelaar is ingesteld
op “MIC”
Door de formanten en toonhoogte van de stem te wijzigen, geeft u het geluid een heel ander
karakter. Als u de eectregelaar op de middelste stand zet, krijgt u het natuurlijke geluid van de
stem. Als u de regelaars linksom draait, wordt een lagere, zwaardere stem geproduceerd en als
u de regelaar rechtsom draait, wordt een hogere, jnere stem geproduceerd.
Als de [MIC/GUITAR]-
schakelaar is ingesteld
op “GUITAR”
Regelt de hoeveelheid vervorming voor de versterkersimulator. Als u de regelaar rechtsom draait,
wordt een krachtiger eect geproduceerd. Voor meer informatie over de versterkersimulator
raadpleegt u “Het type gitaarversterker wijzigen”.
REVERB Voegt galm toe, waardoor het geluid ruimtelijker en dynamischer wordt.
9
Handige functies
Het geluid van de microfoon, de gitaar of het audioapparaat niet uitzenden
Wanneer u een pauze neemt of het geluid niet wilt uitzenden, schakelt u de [ON AIR]-knop uit.
De weergave van de computer niet uitzenden
Als de [LOOP-BACK]-knop is uitgeschakeld, wordt de weergave van de computer niet uitgezonden.
De diepte van de ruisonderdrukker regelen
De UA-4FX2 biedt een “ruisonderdrukker waarmee u de ruis van het audiosignaal van de MIC-aansluiting (XLR-type), de PHONES/HEADSET-aansluiting
of de MIC/GUITAR-aansluiting onderdrukt.
Voor meer informatie over de signaalstroom raadpleegt u “Diagram van signaalstroom”.
Deze instelling wordt intern opgeslagen.
1
3
Houd de knop lang ingedrukt om deze
te doen knipperen.
Druk op de knop om deze te doven.
2
Stel bij.
Het type gitaarversterker wijzigen
De UA-4FX2 biedt een “versterkersimulator waarmee u een eect kunt toepassen op het audiosignaal van een gitaar die op de MIC/GUITAR-aansluiting
is aangesloten.
Voor meer informatie over de signaalstroom raadpleegt u “Diagram van signaalstroom”.
Deze instelling wordt intern opgeslagen.
1
Houd de knop lang ingedrukt om
deze te doen knipperen.
3
Druk op de knop om deze te doven.
2
Wijzig het type gitaarversterker.
Bluesy
crunch-geluid
(fabrieksinstelling)
JC
Extravagant metal-geluid
Amerikaanse rockgeluid
Britse rockgeluid
Regel de gain en
presence van de
gitaarversterker.
10
De microfooninvoer van een met een microfoon uitgeruste oortelefoon uitschakelen
Als u een oortelefoon die is uitgerust met een microfoon, alleen als oortelefoon gebruikt, kunt u microfooninvoer uitschakelen.
Deze instelling wordt intern opgeslagen.
1
3
Houd de knop lang ingedrukt om deze
te doen knipperen.
Druk op de knop om deze te doven.
2
Geeft op of het microfoonsignaal wordt ingevoerd via de
PHONES/HEADSET-aansluiting. Doof deze knop als u niet
wilt dat het microfoonsignaal wordt ingevoerd.
De directe monitor uitschakelen
Als u het signaal van de ingang naar de computer wilt invoeren zonder dat dit direct wordt uitgestuurd via de uitgangen, schakelt u de directe monitor uit.
Voor meer informatie raadpleegt u “Diagram van signaalstroom.
Houd de [ON AIR]-knop lang ingedrukt om deze te doen knipperen. Houd de [ON AIR]-knop nogmaals lang ingedrukt om terug te keren naar de vorige
instelling.
Deze instelling wordt niet intern opgeslagen.
De fabrieksinstellingen herstellen
1
Houd de [ADVANCED EFFECTS]-schakelaar en de [SELECT]-knop
ingedrukt.
2
Sluit de UA-4FX2 aan op uw computer.
Alle indicatoren knipperen gedurende één seconde en de
fabrieksinstellingen van de UA-4FX2 worden hersteld.
11
Diagram van signaalstroom
[LOOP-BACK] button
INPUT
[ON AIR] button
[MIC/GUITAR] volume
[MIC/GUITAR] switch
[LINE] volume
[OUTPUT] volume
USB
OUT
IN
LINE OUT (L)
LINE OUT (R)
PHONES/HEADSET
jack
LINE IN jack
MIC/GUITAR jack
ENHANCER CHORUS
TUBE
LIMITER
Wanneer een met een microfoon
uitgeruste oortelefoon is aangesloten
REVERB
Direct
Monitor
-2
-6
-12
-24
-42
-42dBFS
LEVEL indicator
VOICE
CHANGE
Howling
Canceler
Noise
Supp.
Mastering
Mastering
Over
Drive
AMP Sim
Noise
Supp.
Mastering
Plug-in Power
[PHANTOM] switch
+48 V
MIC jack
PHONES/HEADSET
jack
12
Voornaamste specicaties
Roland STREAM STATION (UA-4FX2): USB Audio-interface
Aantal audio opname/
afspeelkanalen
Samplefrequentie 44,1 kHz, 48 kHz, 96 kHz, 192 kHz
Opnemen 2 kanalen
Afspelen 2 kanalen
Signaalverwerking
Pc-interface 24 bits
AD/DA-conversie 24 bits
Intern 32 bits
Samplefrequentie AD/DA-conversie 48 kHz
Nominaal ingangsniveau
MIC-ingang (XLR-type) -56 – -18 dBu
PHONES/HEADSET-aansluiting (4-polige,
3,5 mm mini-jack)
-50 – -24 dBu
MIC/GUITAR-ingang (1/4”-jack) -56 – -24 dBu (MIC), -32 – -6 dBu (GUITAR)
LINE INPUT-aansluiting (3,5 mm stereo-jack) -4 dBu
Nominaal uitgangsniveau LINE OUTPUT L, R-aansluitingen -4 dBu
Headroom 12 dB
Uitgangsimpedantie
LINE OUTPUT L, R-aansluitingen 660 Ω
PHONES/HEADSET-aansluiting 20 Ω
Frequentierespons 48,0 kHz 20 Hz - 22 kHz (+0/-2 dB)
Resterend ruisniveau
LINE INPUT
0
LINE OUTPUT L, R
-95 dBu typ.
(invoer beëindigd met 600 Ω, IHF-A, typ.)
* Interne Direct Monitor Mixer-instelling
Ingangskanaalfader: 0 dB
Controllers
[EFFECT]-regelaar x 4, [ADVANCED EFFECT]-knop, [SELECT]-knop, [ON AIR]-knop,
[LOOP-BACK]-knop, [MIC/GUITAR]-regelaar, [LINE IN]-regelaar, [OUTPUT]-regelaar
Indicator LEVEL-indicator
Aansluitingen
MIC-aansluitingen
XLR-type
(gebalanceerd, fantoomvoeding: +48 V, 6 mA max.)
MIC/GUITAR-aansluiting 1/4”-jack (ondersteunt hoge impedantie)
LINE INPUT-aansluiting 3,5 mm stereo-jack
LINE OUTPUT L, R-aansluitingen RCA PIN-type
PHONES/HEADSET-aansluiting 4-polige, 3,5 mm mini-jack
USB COMPUTER-poort USB COMPUTER-poort B
Interface Hi-Speed USB
Stroomtoevoer Geleverd door de computer via USB
Stroomverbruik 400 mA
Afmetingen 146 (B) x 110 (D) x 42 (H) mm
Gewicht 240 g
Accessoires Gebruikershandleiding, USB-kabel
* 0 dBu = 0,775 Vrms
* In dit document worden de specicaties van het product uitgelegd op het moment dat het document werd vrijgegeven. Raadpleeg de
Roland-website voor de meest recente informatie.
13
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
Demonteer het apparaat niet zelf en
breng er geen wijzigingen in aan
Voer niets uit tenzij u dit
wordt opgedragen in de
gebruikershandleiding. Anders
riskeert u een defect te veroorzaken.
Repareer het apparaat niet zelf en
vervang er geen onderdelen van
Laat het onderhoud over aan uw
handelaar, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een
bevoegde Roland-verdeler, zoals
vermeld onder “Informatie”.
Gebruik of bewaar het apparaat niet op
plaatsen die:
aan extreme temperaturen
worden blootgesteld (bv.
direct zonlicht in een gesloten
voertuig, in de buurt van een
verwarmingsleiding, op materiaal
dat warmte produceert);
• nat zijn (bv. bad, wasruimte, op
natte vloeren);
• worden blootgesteld aan damp of rook;
• worden blootgesteld aan zout;
• worden blootgesteld aan regen;
• sto g of zanderig zijn;
• worden blootgesteld aan hoge
trillingsniveaus en schokken; of
• slecht geventileerd zijn.
Plaats het apparaat niet op een
instabiele ondergrond
Anders riskeert u gewond te raken
wanneer het apparaat omvalt
ofvalt.
Vermijd langdurig gebruik bij een hoog
volume
Langdurig gebruik van het
apparaat op een hoog volume kan
gehoorverlies veroorzaken. Als
u gehoorverlies of oorsuizingen
ervaart, moet u onmiddellijk stoppen
met het gebruik van het apparaat en een
gespecialiseerde arts raadplegen.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er geen vreemde
voorwerpen of vloeisto en in het
apparaat terechtkomen; plaats geen
voorwerpen met vloeisto en op het
apparaat
Plaats geen voorwerpen die
vloeisto en bevatten (bv. vazen)
op dit product. Zorg ervoor dat er
nooit vreemde voorwerpen (bv.
brandbaar materiaal, munten of
draden) of vloeisto en (bv. water
of vruchtensap) in dit product
terechtkomen. Dit kan kortsluiting, storingen
of andere defecten veroorzaken.
Schakel het apparaat uit als het
afwijkend reageert of er een defect
optreedt
Schakel het apparaat onmiddellijk
uit en vraag onderhoud aan bij
uw handelaar, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een
bevoegde Roland-verdeler, zoals vermeld
onder “Informatie”, als:
• rook of ongewone geuren ontstaan;
• objecten of vloeistof in of op het apparaat
zijn terechtgekomen;
• het apparaat aan regen is blootgesteld
(ofop een andere manier nat is geworden);
• het apparaat niet normaal lijkt te werken
of duidelijk anders functioneert.
Bescherm kinderen zodat ze niet
gewond kunnen raken
Zorg ervoor dat er altijd een
volwassene in de buurt is om
toezicht te houden en begeleiding
te bieden wanneer het apparaat
gebruikt wordt op plaatsen waar kinderen
aanwezig zijn of wanneer een kind het
apparaat gebruikt.
Laat het apparaat niet vallen en bescherm
het tegen zware schokken
Anders riskeert u schade of een
defect te veroorzaken.
OPGELET
Verleg alle netsnoeren en kabels zodanig
dat ze niet in de war raken
Personen zouden gewond kunnen
raken wanneer iemand over
een kabel zou struikelen en zo
het apparaat zou doen vallen of
omvallen.
Ga niet boven op het apparaat staan en
plaats er geen zware voorwerpen op
Anders riskeert u gewond te raken
wanneer het apparaat omvalt
ofvalt.
Koppel alle snoeren/kabels los voor u het
apparaat verplaatst
U moet alle kabels van het
apparaat loskoppelen voor u het
verplaatst, anders kan schade of
een defect ontstaan.
Voorzorgen betre ende de
fantoomvoeding
Schakel altijd de fantoomvoeding
uit wanneer u een ander apparaat
dat fantoomvoeding nodig heeft
dan de condensatormicrofoons
aansluit. U kunt schade veroorzaken
als u per ongeluk de fantoomvoeding
aansluit op de dynamische microfoons,
audioweergaveapparaten of andere
apparaten die geen dergelijke voeding nodig
hebben. Controleer de speci caties van
de microfoon die u wilt gebruiken door de
bijbehorende handleiding te lezen.
(De fantoomvoeding van dit instrument:
48 V DC, 6 mA Max)
14
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Plaatsing
• Als u het apparaat gebruikt in de buurt
van eindversterkers (of andere apparatuur
met grote transformatoren), kan dit
gezoem veroorzaken. Om dit probleem
te verhelpen kunt u de richting wijzigen
waarin het apparaat geplaatst is of het
apparaat verder van de storingsbron
plaatsen.
• Dit apparaat kan de radio- en
televisieontvangst verstoren. Gebruik dit
apparaat niet in de buurt van dergelijke
ontvangers.
• Er kan ruis ontstaan als draadloze
communicatieapparaten, zoals mobiele
telefoons, in de buurt van dit apparaat
worden gebruikt. Dergelijke ruis kan
ontstaan tijdens gesprekken of als een
oproep wordt ontvangen of gemaakt.
Verplaats dergelijke draadloze apparaten
zodat ze zich op een grotere afstand van
dit apparaat bevinden of schakel ze uit als
u dergelijke problemen ervaart.
• Wanneer het apparaat naar een andere
locatie wordt verplaatst waar de
temperatuur en/of vochtigheid sterk
verschilt, kunnen er waterdruppels
(condens) ontstaan in het apparaat. Als u
het apparaat in deze toestand probeert
te gebruiken, kan dit schade of defecten
veroorzaken. Voordat u het apparaat
gebruikt, moet u het daarom enkele uren
ongemoeid laten, tot de condens volledig
is verdampt.
• Afhankelijk van het materiaal en de
temperatuur van het oppervlak waarop u
het apparaat plaatst, kunnen de rubberen
voetstukken mogelijk het oppervlak
verkleuren of ontsieren.
• Plaats geen verpakkingen of andere zaken
die vloeistof bevatten op dit apparaat.
Veeg vloeistof bovendien vlug weg met
een zachte, droge doek wanneer deze
op het oppervlak van het apparaat wordt
gemorst.
Onderhoud
• Gebruik geen benzine,
verdunningsmiddelen, alcohol of
oplosmiddelen om verkleuring en
vervorming te voorkomen.
Extra voorzorgsmaatregelen
• Ga zorgvuldig te werk bij het gebruik van
de knoppen, schuifknoppen of andere
bedieningselementen van het apparaat
en bij het gebruik van ingangen en
aansluitingen. Als u ruw omgaat met de
apparatuur, kan dit defecten veroorzaken.
• Neem de stekker vast als u kabels
loskoppelt; trek nooit aan de kabel zelf.
Op die manier vermijdt u kortsluitingen of
schade aan de inwendige elementen van
de kabel.
• Om te vermijden dat andere apparaten
in de buurt verstoord raken, moet u het
apparaatvolume op redelijke niveaus
houden.
• Gebruik geen verbindingskabels met een
ingebouwde weerstand.
Intellectueel eigendomsrecht
• Het opnemen met audio- of
videoapparatuur, kopiëren, herwerken,
distribueren, verkopen, leasen,
uitvoeren of uitzenden van materiaal
(muziek, videomateriaal, uitzendingen,
liveoptredens enzovoort) onder
auteursrecht dat geheel of gedeeltelijk
eigendom is van een derde, is wettelijk
verboden zonder de toestemming van de
auteursrechteigenaar.
• Gebruik dit product niet voor doeleinden
die een inbreuk kunnen vormen op het
copyright van derden. Wij kunnen op geen
enkele manier verantwoordelijk worden
gesteld voor inbreuken op het copyright
van derden die het gevolg zijn van het
gebruik van dit product.
• ASIO is een gedeponeerd handelsmerk
en software van Steinberg Media
Technologies GmbH.
• Dit product bevat het met eParts
geïntegreerde softwareplatform van
eSOLCo.,Ltd.
• eParts is een handelsmerk van eSOL
Co.,Ltd. in Japan.
• Roland is een gedeponeerd handelsmerk
of handelsmerk van de Roland Corporation
in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• De bedrijfsnamen en productnamen
in dit document zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van hun
respectievelijke eigenaars.
MEMO
MEMO
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Roland UA-4FX2 Omaniku manuaal

Tüüp
Omaniku manuaal

teistes keeltes