Omgevingsspecificaties
Deze omgevingscondities moeten binnen het aangegeven bereik blijven om de juiste werking van de
printer te garanderen. Nalaten dit te doen, kan problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken of
gevoelige elektronische onderdelen beschadigen.
Relatieve vochtigheid voor optimale afdrukkwaliteit 20-80%, afhankelijk van substraattype
Temperatuurbereik voor optimale afdrukkwaliteit 18 tot 25°C (64 tot 77°F), afhankelijk van substraattype
Temperatuurbereik voor afdrukken 15 tot 30°C (59 tot 86°F)
Temperatuurbereik wanneer niet in gebruik -25 tot +55℃ (-13 tot +131℉)
Temperatuur verloop niet meer dan 10°C/u (18°F/u)
Maximumhoogte bij afdrukken 3000 m (10000 ft)
1
De bovengenoemde specificaties zijn omgevingsvoorwaarden voor het gebruik van de printer. De printer moet ten minste 1 uur
bij deze condities stabiliseren voordat u begint met afdrukken, of 2 uur als wordt begonnen vanaf een lagere temperatuur.
2
Voor sommige substraten is een langere stabilisatietijd nodig dan voor de printer.
Meer omgevingsvereisten
●
De printer moet binnen worden gehouden.
●
Installeer de printer niet waar deze bloot zal staan aan direct zonlicht of een sterke lichtbron.
● Installeer de printer niet in een stoffige omgeving. Verwijder opgehoopt stof voor u de printer in de
omgeving plaatst.
● Als de printer of de inktpatronen van een koude naar een warme en vochtige plaats worden
gebracht, kan het water uit de atmosfeer op de printeronderdelen en de patronen condenseren wat
kan resulteren in inktlekken en printerfouten. In dit geval raadt HP aan dat u minimaal 3 uur wacht
voordat u de printer aanzet of de inktpatronen installeert om het condensaat te laten verdampen.
Ventilatie en airconditioning
Zoals bij de installatie van alle apparatuur dient de airconditioning of ventilatie in het werkgebied
rekening te houden met de warmteontwikkeling van de printer om een comfortabel niveau van de
omgeving te behouden. Het maximale vermogensverlies is 8-10 kW (27,3-34,1 kBTU/u). Als de externe
temperatuur laag genoeg is, kunnen met behulp van de luchtverversing adequate condities worden
bereikt.
Airconditioning en ventilatie moeten overeenkomen met plaatselijke richtlijnen en regelgeving op het
gebied van milieu, gezondheid en veiligheid. Raadpleeg uw vaste airconditioning- of EHS-specialist voor
advies over de juiste maatregelen voor uw locatie.
Zie voor meer specifieke voorschriften voor adequate ventilatie het document Ventilation for Acceptable
Indoor Air Quality van de ANSI/ASHRAE (American Society of Heating, Refrigerating and Air-
Conditioning Engineers) 62.1-2007. Zo wordt bijvoorbeeld een minimaal uitlaattempo van 2,5 L/s.m²
(0,50 cfm/ft²) verse lucht aanbevolen voor ruimtes waar kopieermachines en printers staan.
OPMERKING: De ventilatie- en airconditioningeenheden mogen geen lucht direct op de printer blazer.
NLWW
Vereisten voor fysieke ruimte
3