Alpha innotec LW 90A Omaniku manuaal

Tüüp
Omaniku manuaal

See juhend sobib ka

NL
Installatie- en
gebruikershandleiding
LW... A/RX
Lucht/Water-warmtepompen
Buitenopstelling
83051400cNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding
2
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
A.u.b. eerst lezen
Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het
gebruik van het apparaat. Ze is onderdeel van het pro-
duct en dient in de directe omgeving van het apparaat
te worden bewaard. Ze moet beschikbaar blijven zolang
de warmtepomp wordt gebruikt. Geef de installatie- en
gebruikershandleiding aan eventuele volgende gebruikers
van het apparaat door.
Lees deze installatie- en gebruikershandleiding, alvorens
met de werkzaamheden aan en met het apparaat te be-
ginnen. Vooral het hoofdstuk ‘Veiligheid’. Volg alle aan-
wijzingen volledig en onverkort op.
Het kan gebeuren dat deze handleiding beschrijvingen
bevat die onduidelijk of onbegrijpelijk lijken. Bij vragen of
onduidelijkheden a.u.b. altijd de klantenservice of de ser-
vicepartner van de fabrikant raadplegen.
Omdat deze installatie- en gebruikershandleiding voor
meerdere modellen is geschreven, dient u erop te letten
dat u de parameters van het juiste model volgt.
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor perso-
nen die met of aan het apparaat werken. Ga er vertrou-
welijk mee om. De inhoud is door de auteurswet be-
schermd. Deze mag geheel noch gedeeltelijk en in geen
enkele vorm worden gereproduceerd, overgedragen, ge-
kopieerd, in elektronische systemen worden opgeslagen
of in een andere taal worden vertaald, zonder schriftelij-
ke toestemming van de fabrikant.
Pictogrammen
In de handleiding wordt gebruik gemaakt van pictogram-
men. De betekenis is als volgt:
Informatie voor gebruikers.
Informatie of aanwijzingen voor gekwaliceerd
vakpersoneel.
GEVAAR!
Dit duidt op acuut gevaar dat tot zwaar
letsel of zelfs de dood kan leiden.
WAARSCHUWING!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot zwaar
letsel of zelfs de dood kan leiden.
LET OP!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot mid-
delzwaar of lichter letsel kan leiden.
ATTENTIE
Dit duidt op mogelijk gevaar dat materiële
schade kan veroorzaken.
AANWIJZING
Gemarkeerde informatie.
ENERGIEBESPARINGSTIP
Dit zijn adviezen om u te helpen energie, grond-
stoffen en kosten te besparen.
Verwijzing naar andere passages van de installa-
tie- en gebruikershandleiding.
Verwijzing naar andere documentatie van de fa-
brikant.
3
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Inhoudsopgave
INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS EN
GEKWALIFICEERD VAKPERSONEEL
A.U.B. EERST LEZEN .................................................................2
PICTOGRAMMEN ......................................................................2
DOELMATIG GEBRUIK .............................................................4
UITSLUITING AANSPRAKELIJKHEID ...................................4
EG-CONFORMITEIT .................................................................4
VEILIGHEID .................................................................................4
KLANTENSERVICE ....................................................................5
GARANTIE/VRIJWARING
........................................................5
VERWIJDERING .......................................................................... 5
WERKWIJZE VAN WARMTEPOMPEN ....................................6
TOEPASSINGSGEBIED ..............................................................6
WARMTEHOEVEELHEIDSMETING ........................................6
BEDRIJF .........................................................................................6
SCHOONHOUDEN VAN DE WARMTEPOMP ....................7
ONDERHOUD VAN DE WARMTEPOMP .............................. 7
Reinigen en spoelen van componenten .............................7
STORING .....................................................................................7
AANWIJZINGEN VOOR GEKWALIFICEERD
VAKPERSONEEL
LEVERINGSOMVANG ...............................................................8
PLAATSEN EN INSTALLEREN ................................................. 9
Opstellingsplaats ...................................................................9
Transport naar opstellingsplaats ........................................9
Geluid....................................................................................10
Opstelling ............................................................................. 11
Luchtgeleidingskappen aanbrengen .................................. 13
Montage / aansluiting op het verwarmingscircuit .......... 15
Condensafvoer ....................................................................16
DRUKBEVEILIGING ................................................................. 17
SCHEIDINGSBUFFERVAT .......................................................17
CIRCULATIEPOMPEN .............................................................17
WARMTAPWATERBEREIDING .............................................17
WARMTAPWATERBUFFERVAT .............................................17
ELEKTRISCHE INSTALLATIE .................................................18
DOORSPOELEN, VULLEN EN
ONTLUCHTEN VAN DE INSTALLATIE ........................20
Waterkwaliteit van het vul- en aanvullende water
volgens VDI 2035 ..........................................................20
ISOLATIE VAN DE
HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN .............................21
INBEDRIJFSTELLING ...............................................................22
DEMONTAGE ............................................................................23
TECHNISCHE GEGEVENS / LEVERINGSOMVANG ...........24
VERMOGENSCURVES
Verwarmingsvermogen / COP/vermogensopname /
Drukverlies warmtepomp
Verwarmingsbedrijf LW 90A/RX .....................................26
Koelbedrijf LW 90A/RX ....................................................27
Verwarmingsbedrijf LW 140A/RX ...................................28
Koelbedrijf LW 140A/RX ..................................................29
MAATSCHETSEN EN OPSTELLINGSSCHEMA’S
Maatschetsen .......................................................................30
Opstellingsschema’s
LW 90A/RX… .....................................................................31
LW 140A /R X .......................................................................32
HYDRAULISCHE INTEGRATIE
Scheidingsbuffervaten ........................................................33
Legenda hydraulische integratie .......................................34
AANSLUITSCHEMA’S
LW 90A/RX – 140A/RX ....................................................35
Comfortprintplaat ..............................................................36
STROOMSCHEMA‘S .................................................................37
EG-CONFORMITEITSVERKLARING ....................................39
4
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Doelmatig gebruik
De warmtepomp mag uitsluitend voor het bestemde
doel worden gebruikt. D.w.z.:
als verwarming,
als koeling,
als warmtapwatervoorziening.
Het apparaat mag alleen in overeenstemming met de
technische parameters worden gebruikt.
Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsom-
vang’.
AANWIJZING
Meld de warmtepomp of het warmte-
pompsysteem aan bij het lokale energie-
bedrijf.
Uitsluiting aansprakelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door
incorrect gebruik wordt veroorzaakt.
Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant:
indien werkzaamheden aan de warmtepomp zijn
uitgevoerd die niet conform deze handleiding zijn;
indien werkzaamheden aan de warmtepomp on-
vakkundig zijn uitgevoerd;
indien er werkzaamheden aan de warmtepomp
zijn uitgevoerd die niet in deze handleiding be-
schreven zijn en waarvoor de fabrikant geen uit-
drukkelijke schriftelijke toestemming heeft gege-
ven;
indien de warmtepomp of componenten ervan
zonder uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming
van de fabrikant gewijzigd, om- of uitgebouwd
zijn.
EG-conformiteit
De warmtepomp is voorzien van een CE-markering.
EG-conformiteitsverklaring.
Veiligheid
De warmtepomp is gebruiksveilig, indien gebruikt voor
het bestemde doel. De warmtepomp is ontworpen en
gebouwd volgens de huidige stand van de techniek en
alle toepasselijke DIN/VDE-voorschriften en veiligheids-
voorschriften.
Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de installa-
tie- en gebruikershandleiding hebben gelezen en begre-
pen, alvorens met de werkzaamheden mag worden be-
gonnen. Dit geldt ook voor personen die al met een der-
gelijk apparaat hebben gewerkt of door de fabrikant zijn
opgeleid.
Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de lokaal gel-
dende ongevallenpreventie- en veiligheidsvoorschriften
hebben gelezen en begrepen. Dit geldt vooral met be-
trekking tot het dragen van beschermende kleding.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door
gekwaliceerde elektromonteurs worden
uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en be-
veilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Enkel gekwaliceerd vakpersoneel (ver-
warmings-, koel- en elektromonteurs) mag
aan dit apparaat en de componenten ervan
werken.
WAARSCHUWING!
Neem de veiligheidsstickers aan en in het
apparaat in acht.
WAARSCHUWING!
Het apparaat bevat koelmiddel!
Indien er koelmiddel door een lek ont-
snapt, kan dit persoonlijk letsel en mili-
euschade veroorzaken. Daarom:
Installatie uitschakelen.
De door de fabrikant aangewezen klan-
tenservice op de hoogte stellen.
ATTENTIE
Om veiligheidstechnische redenen geldt:
koppel dit apparaat nooit van het stroomnet los,
behalve als het moet worden geopend.
5
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
ATTENTIE
De warmtepomp uitsluitend buiten opstellen en
alleen met buitenlucht als warmtebron gebrui-
ken. De luchtgeleidende zijden mogen niet ver-
smald of geblokkeerd worden.
Maatschets en opstellingstekening van het be-
treffende type apparaat.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat nooit in, als de lucht-
geleidingskappen gedemonteerd zijn.
ATTENTIE
Het is niet toegestaan om de warmtepomp in
een ventilatie-installatie te integreren. Het is
niet toegestaan om de afgekoelde lucht te ge-
bruiken om te koelen.
ATTENTIE
De omgevingslucht op de plaats waar de warm-
tepomp is opgesteld en de lucht die als warm-
tebron wordt aangezogen, mogen absoluut geen
corrosieve bestanddelen bevatten!
Bestanddelen zoals ammoniak, zwavel, chloor,
zout, rioolgassen, rookgassen enz. kunnen
schade aan de warmtepomp veroorzaken, die
zelfs tot een complete uitval of total loss van de
warmtepomp kan leiden!
ATTENTIE
Door de koeling met lage aanvoertemperatu-
ren is condensvorming aan het warmteverdeel-
systeem door onderschrijding van het dauwpunt
te verwachten. Als het warmteverdeelsysteem
niet op dergelijke bedrijfsomstandigheden voor-
zien is, dient het met geschikte veiligheidsinrich-
tingen, bijv. dauwpuntbewakingen (als toebeho-
ren te koop), te worden beveiligd.
AANWIJZING
Indien de verwarmingsvlakken voor verwar-
men en koelen worden gebruikt, moeten de re-
gelkleppen voor verwarmen en koelen geschikt
zijn.
Aanvullend dient bij koeling een dauwpuntbewa-
king te worden ingezet.
ATTENTIE
In de luchtuitlaatzone is de luchttempera-
tuur ca. 5 K lager dan de omgevingstem-
peratuur. Onder bepaalde klimatologi-
sche omstandigheden kan daardoor in de
luchtuitlaatzone een ijslaag ontstaan. De
warmtepomp zo opstellen, dat de lucht
niet wordt uitgeblazen op een weg waar
gelopen wordt.
Klantenservice
Voor technische informatie kunt u terecht bij uw instal-
lateur of bij de lokale partner van de fabrikant.
Zie voor een actuele lijst en verdere partners van de fa-
brikant de website
DE: www.alpha-innotec.de
EU: www.alpha-innotec.de
Garantie/vrijwaring
De vrijwarings- en garantiebepalingen kunt u in de aan-
koopdocumenten terugvinden.
AANWIJZING
Spreek met uw leverancier voor alle vrijwarings-
en garantieaangelegenheden.
Verwijdering
Als de warmtepomp wordt afgedankt, dient u zich te
houden aan de lokaal geldende wetten, richtlijnen en
normen voor de terugwinning, recycling en verwijdering
van de grondstoffen en componenten van koelmachines.
‘Demontage’.
6
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Werkwijze van warmtepompen
Warmtepompen werken volgens het principe van een
koelkast: dezelfde techniek, alleen omgekeerde op-
brengst. De koelkast onttrekt warmte aan de levensmid-
delen. Deze geeft hij via lamellen aan de achterkant af
aan de ruimte.
De warmtepomp onttrekt warmte aan ons milieu uit de
lucht, de bodem of het water. Deze verkregen warm-
te wordt in het apparaat voor verder gebruik geschikt
gemaakt en aan het verwarmingswater doorgegeven. Al
vriest het dat het kraakt, de warmtepomp kan toch al-
tijd nog genoeg warmte winnen om een huis mee te ver-
warmen.
Voorbeeldschets van een brine-waterwarmtepomp met
vloerverwarming:
4
4 = nuttige energie
ca.
3
4 = milieu-energie
ca.
1
4 = toegevoerde
elektrische energie
Toepassingsgebied
Als er rekening wordt gehouden met de omgevingssitu-
atie, de toepassingsgrenzen en de geldige voorschriften,
kan elke warmtepomp in een nieuwe of bestaande ver-
warmingsinstallatie worden ingebouwd.
Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsom-
vang’.
Warmtehoeveelheidsmeting
Behalve de documentatie van de efciency van de instal-
latie, wordt door EEWärmeG (Duitse wet op het gebruik
van duurzame energie voor verwarming) ook een warm-
tehoeveelheidsmeting (hierna WHM) verplicht. De WHM
is bij lucht-waterwarmtepompen voorgeschreven. Bij
brine-water- en water-waterwarmtepompen moet een
WHM pas vanaf een aanvoertemperatuur ≥ 35 °C wor-
den geïnstalleerd. De WHM moet de complete warm-
te-energieafgifte (verwarming en warm tapwater) aan het
gebouw registreren. Bij warmtepompen met een warm-
tehoeveelheidsmeting gebeurt de analyse via de regelaar.
Deze geeft in kWh de thermische energie aan die in het
verwarmingssysteem werd afgegeven.
Bedrijf
Dankzij uw besluit om een warmtepomp of warmte-
pompsysteem te gaan gebruiken, zult u jarenlang gaan bij-
dragen aan de bescherming van het milieu vanwege de ge-
ringe emissies en het lage primaire energieverbruik van
het systeem.
Het warmtepompsysteem wordt bediend en gestuurd
met de warmtepomp- en verwarmingsregelaar.
AANWIJZING
Let op de juiste instelling van de regelaars.
Gebruiksaanwijzing van de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
Als u uw warmtepomp of warmtepompinstallatie op ef-
ciënte en milieuvriendelijke wijze als verwarming wilt ge-
bruiken, let dan op het volgende:
ENERGIEBESPARINGSTIP
Vermijd onnodig hoge aanvoertemperaturen.
Hoe lager de aanvoertemperatuur aan de cv-wa-
terzijde, des te efciënter werkt de installatie.
ENERGIEBESPARINGSTIP
Ventileer ruimtes liever kort en krachtig. Deze
manier van ventileren vermindert het energie-
verbruik in vergelijking met voortdurend open-
staande ramen en bespaart energie.
7
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Schoonhouden van de
warmtepomp
De warmtepomp kan met een vochtige doek en in de
handel verkrijgbare schoonmaakmiddelen van buiten
worden gereinigd.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die schuren of zuur
en/of chloor bevatten. Deze middelen beschadigen het
oppervlak en eventueel ook de warmtepomp zelf.
Onderhoud van de
warmtepomp
Het koudemiddelcircuit van de warmtepomp heeft geen
periodiek onderhoud nodig.
Volgens de EU-verordening (EG) 517/2014 zijn lekcon-
troles en het bijhouden van een logboek bij bepaalde
warmtepompen voorgeschreven!
Logboek voor warmtepompen, hoofdstuk ‘Inst-
ructies voor het gebruik van het logboek.
De componenten van het verwarmingscircuit en de
warmtebron (ventielen, expansievaten, circulatiepom-
pen, lters, vuilvangers) moeten indien nodig, maar ten-
minste jaarlijks, door gekwaliceerd vakpersoneel (ver-
warmings- of koelinginstallateurs) worden gecontroleerd
en eventueel gereinigd.
De aanzuig- en uitblaasopeningen moeten regelmatig (af-
hankelijk van de plaats van opstelling) op verontreiniging
onderzocht en indien nodig gereinigd worden.
ATTENTIE
Controleer regelmatig of het condensaat onge-
hinderd uit het apparaat kan weglopen. Hiervoor
dienen de condensaatbak in het apparaat en de
condenswaterafvoer regelmatig te worden ge-
controleerd op verontreiniging/verstopping en
indien nodig te worden gereinigd.
IJsafzetting op beschermrooster.
Als de temperatuur bij een zeer hoge luchtvochtigheid
tot onder het vriespunt daalt, kan aan het bescherm-
rooster van de luchtgeleidingskappen ijsvorming optre-
den. Om een storingsvrij bedrijf te garanderen, dient het
ijs regelmatig te worden verwijderd!
Wij raden u aan een onderhoudscontract met een ver-
warmingsinstallateur af te sluiten. Hij zal de benodigde
onderhoudswerkzaamheden regelmatig uitvoeren.
REINIGEN EN SPOELEN VAN COMPONENTEN
ATTENTIE
Componenten mogen alleen worden gereinigd
en doorgespoeld door onderhoudspersoneel dat
door de fabrikant daartoe is geautoriseerd. Er
mogen alleen vloeistoffen worden gebruikt die
de fabrikant heeft aanbevolen.
Als de condensor met chemisch schoonmaak-
middel gespoeld is, moet het systeem worden
geneutraliseerd en intensief met water doorge-
spoeld. Houd daarbij rekening met de technische
gegevens van de fabrikant van de warmtewisse-
laar.
Storing
Bij storingen kunt u de oorzaak met het diagnosepro-
gramma van de verwarmings- en warmtepompregelaar
uitlezen.
Installatie- en gebruikershandleiding van de ver-
warmings- en warmtepompregelaar.
WAARSCHUWING!
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
aan de componenten van het apparaat mo-
gen alleen worden uitgevoerd door onder-
houdspersoneel dat door de fabrikant daar-
toe is geautoriseerd.
8
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Leveringsomvang
(TWEE VERPAKKINGSEENHEDEN)
Verpakkingseenheid 1:
Luchtgeleidingskappen (2 stuks,
telkens één kap per doos)
Verpakkingseenheid 2:
Basisapparaat met een compleet
hermetisch gesloten compressor,
alle veiligheidsonderdelen voor de
bewaking van het koelmiddelcircuit
en een slang voor condensafvoer
(op de warmtepomp aangesloten).
Doe eerst dit:
Controleer de geleverde delen visueel op zichtbare
beschadiging.
Controleer of de levering volledig is.
Indien er iets niet in orde is, meteen reclameren.
AANWIJZING
Controleer het apparaattype.
Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’.
TOEBEHOREN DAT NOODZAKELIJK IS VOOR EEN
GOEDE WERKING
ATTENTIE
Gebruik uitsluitend origineel toebehoren van de
fabrikant van het apparaat.
Een verwarmings- en warmtepompregelaar, uitgevoerd
als wandregelaar, comfortprintplaat, stuur- en voelerlei-
dingen, zijn noodzakelijk voor een correcte functie. De-
ze toebehoren moeten apart worden bijbesteld.
De warmtepomp is pas een functionele eenheid in com-
binatie met de verwarmings- en warmtepompregelaar en
de stuur- en voelerleidingen.
Verwarmings- en warmtepompregelaar
(voor wandmontage)
Stuur- en voelerleidingen zijn verkrijgbaar in verschillen-
de lengten, afhankelijk van de behoefte.
ANDER TOEBEHOREN
Het installatietoebehoren (exibele koppelingen) voor
lucht-waterwarmtepompen voor buitenopstelling moet
u extra bestellen.
Dauwpuntbewaking moet u extra bestellen.
Bij de LW... A/RX dient u voor uw installatie geschikte
elektrische verwarmingselementen te kiezen en apart te
bestellen.
9
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Plaatsen en installeren
Bij alle werkzaamheden geldt:
AANWIJZING
Volg de lokaal geldende voorschriften ter
voorkoming van ongevallen, de wettelijke
voorschriften, verordeningen en richtlij-
nen op.
AANWIJZING
Let op de geluidswaarden van het betreffende
type.
Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsom-
vang’, hoofdstuk ‘Geluid’ en het overzicht ‘Ge-
luidsdrukniveau’.
OPSTELLINGSPLAATS
ATTENTIE
Het apparaat mag uitsluitend buiten ge-
bouwen worden opgesteld.
Maatschets en opstellingstekening van het be-
treffende type apparaat.
TRANSPORT NAAR OPSTELLINGSPLAATS
Om transportschade te vermijden, dient u het verpak-
te toestel met een hefwagen, vorkheftruck of een kraan
naar de denitieve plaats van opstelling transporteren.
WAARSCHUWING!
Werk met anderen samen voor het trans-
port. Houd rekening met het gewicht van
het toestel.
Overzicht „Technische gegevens/Leveringsom-
vang“, hoofdstuk „Algemene gegevens van het
toestel”.
WAARSCHUWING!
Het toestel is niet op een houten pallet be-
vestigd. Bij het transport bestaat gevaar
voor omvallen! Gevaar voor persoonlijk
letsel en materiële schade.
Tref maatregelen om kiepgevaar te
voorkomen.
ATTENTIE
Trek of til niet aan componenten of hydraulische
aansluitingen tijdens het transport.
ATTENTIE
Kiep het toestel niet meer dan 45° (in alle rich-
tingen).
10
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
GELUID
Bij de betreffende opstellingsschema’s voor lucht-wa-
terwarmtepompen moeten de geluidsemissies van de
warmtepompen in acht worden genomen. De desbetref-
fende regionale voorschriften moeten worden nageleefd.
AANWIJZING
De volgende geluidsdrukniveaus zijn rekenwaar-
den. Andere opstellingssituaties, aangrenzende
gebouwen of geluidweerkaatsende vlakken kun-
nen het niveau verhogen. Een nauwkeurige be-
paling van het betreffende geluidsdrukniveau
is alleen door een meting ter plaatse mogelijk,
wanneer de warmtepomp al is opgesteld
De volgende geluidsdrukniveaus ontstaan in afhankelijkheid van de afstand en de opstellingsvariant met richtfactor Q
(zie tekeningen pagina 11):
LW
90 A/RX
Afstand tot de warmtepomp in m
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Richt-
factor Geluidsdrukniveau bij max. verwarmingsvermogen in dB(A)
Q
2
58 52 48,5 46 44 42,4 41,1 39,9 38,9 38 37, 2 36,4 35,7 35,1 34,5 33,9 33,4 32,9 32,4 32
4
61 55 51,5 49 47 45,4 44,1 42,9 41,9 41 40,2 39,4 38,7 38,1 37,5 36,9 36,4 35,9 35,4 35
8
64 58 54,5 52 50 48,4 47,1 45,9 44,9 44 43,2 42,4 41,7 41,1 40,5 39,9 39,4 38,9 38,4 38
LW
140 A /RX
Afstand tot de warmtepomp in m
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Richt-
factor Geluidsdrukniveau bij max. verwarmingsvermogen in dB(A)
Q
2
59 53 49,5 47 45 43,4 42,1 40,9 39,9 39 38,2 37,4 36,7 36,1 35,5 34,9 34,4 33,9 33,4 33
4
62 56 52,5 50 48 46,4 45,1 43,9 42,9 42 41,2 40,4 39,7 39,1 38,5 37,9 37,4 36,9 36,4 36
8
65 59 55,5 53 51 49,4 48,1 46,9 45,9 45 44,2 43,4 42,7 42,1 41,5 40,9 40,4 39,9 39,4 39
11
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
De richtfactor Q voor de verschillende opstellingsvari-
anten:
Q = 2
Q = 4
Q = 8
Bij 2 of meerdere apparaten van hetzelfde type warmte-
pomp moet de betreffende niveaustijging worden op-
geteld bij het betreffende geluidsdrukniveau uit de vol-
gende tabel:
Aantal n even luide
geluidsbronnen
Niveaustijging
∆ L in dB
1 0,0
2 3,0
3 4,8
4 6,0
5 7,0
6 7,8
7 8,5
8 9,0
9 9,5
10 10,0
12 10,8
Bij verschillende, niet even luide apparaten kan de ni-
veaustijging uit het volgende diagram worden afgelezen:
Niveaustijging in dB
Niveauverschil in dB
Voorbeeld: Wanneer het niveauverschil tussen twee
niet-gelijke geluidsbronnen 5 dB bedraagt, dan resulteert
dit in een extra niveaustijging van 1,2 dB.
OPSTELLING
Plaats het apparaat op een stabiel en horizontaal funda-
ment met voldoende draagvermogen. Controleer of het
fundament geschikt is voor het gewicht van de warm-
tepomp. Als fundament kunnen materialen worden ge-
bruikt die aan deze eisen voldoen (beton, stoeptegels,
). Het oppervlak rondom het luchtuitlaatbereik van de
warmtepomp moet waterdoorlaatbaar zijn.
ATTENTIE
In de luchtuitlaatzone is de luchttemperatuur ca.
5 K lager dan de omgevingstemperatuur. Onder
bepaalde klimatologische omstandigheden kan
daardoor in de luchtuitlaatzone een ijslaag ont-
staan.
De warmtepomp zo opstellen, dat de lucht niet
wordt uitgeblazen op een weg waar gelopen
wordt.
WAARSCHUWING!
Werk met anderen samen bij het opstellen.
AANWIJZING
Neem absoluut het opstellingsschema in acht dat
bij het betreffende type apparaat hoort. Bouw-
grootte en minimale afstanden in acht nemen.
Opstellingsschema voor het betreffende appa-
raattype.
AANWIJZING
Stel het apparaat zo op, dat de kant van de scha-
kelkast (= bedieningszijde) te allen tijde toegan-
kelijk is.
12
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
VOORBEREIDING VAN DE OPSTELLING
De onderste afdekplaten aan de kant van de elektri-
sche schakelkast (= bedieningszijde) en aan de wa-
teraansluitingszijde van het apparaat verwijderen.
1 Snelsluitschroeven
2 Onderste afdekplaat
Snelsluitschroeven losdraaien. Draai deze 90° naar
links.
De onderste afdekplaat aan beide kanten schuin
naar voren trekken, naar boven toe verwijderen en
veilig neerzetten.
HET APPARAAT OPTILLEN MET BEHULP VAN BUIZEN
(UITSLUITEND LW 90A/RX…)
De apparaten kunnen worden opgetild met, voor het ge-
wicht van het apparaat geschikte ¾"-buizen (niet bijge-
leverd). Hiervoor zijn passende boorgaten in het frame
van het apparaat aangebracht.
De buizen aan de kant van de elektrische schakel-
kast (= bedieningszijde) door de boorgaten in het
frame steken…
De draadbomen en de componenten van het appa-
raat niet met de buizen beschadigen.
De buizen voorzichtig langs de draadbomen en de
componenten van het apparaat heen steken.
De buizen aan de kant van de wateraansluitingszijde
door de boorgaten naar buiten steken…
13
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Het apparaat met minstens vier personen m.b.v. de
buizen optillen en op de sokkel plaatsen. Verzeker u
ervan dat het basisframe van het apparaat plat op de
ondergrond ligt.
HET APPARAAT OPTILLEN MET EEN KRAAN
VERWIJZING.
De toestellen vanaf type LW 140A/RX moeten
met een kraan opgetild worden.
De planken aan de zijkant van de houten pallet ver-
wijderen.
Bevestigingsmiddelen onder het apparaat door steken.
Hierbij latten of kanthout tussen de bevestigingsmid-
delen en het apparaat aanbrengen, om drukschade aan
de kast te voorkomen, of de voorkant demonteren.
Demontage-instructies, zie ‘Aanbrengen van de
luchtgeleidingskappen’.
A Vooraanzicht (bedieningszijde)
B Zijaanzicht 1
GEVAAR!
De bevestigingsmiddelen niet te dicht bij
elkaar en niet te veel in het midden aan-
brengen, anders kan het apparaat omval-
len!
C Zijaanzicht 2
ATTENTIE
De bevestigingsmiddelen opzij van de ventila-
tor aanbrengen. De bevestigingsmiddelen mogen
niet op de ventilator drukken, als ze belast wor-
den.
Het apparaat met de kraan optillen en op de sokkel
plaatsen. Verzeker u ervan dat het basisframe van
het apparaat plat op de sokkel ligt.
LUCHTGELEIDINGSKAPPEN AANBRENGEN
WAARSCHUWING!
Roterende onderdelen aan het apparaat.
Om veiligheidsredenen dienen, alvorens
andere werkzaamheden te beginnen, de
beide luchtgeleidingskappen aan het appa-
raat te worden gemonteerd.
14
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Het deksel van het apparaat is door de bovenste af-
dekplaten bevestigd. Na de demontage van de bo-
venste afdekplaten ligt het deksel los. Het deksel
verwijderen en veilig neerzetten…
Luchtgeleidingskappen monteren…
De luchtgeleidingskappen elk aan de messing bussen
aan de bovenkant van het frame inhangen…
1 Oog aan de luchtgeleidingskap
2 Messing bus aan het apparaatframe
Indien dit nog niet gebeurd is, de onderste afdek-
platen aan de kant van de elektrische schakelkast en
aan wateraansluitingszijde verwijderen…
Hiervoor de twee snelsluitschroeven aan de onder-
ste afdekplaten losdraaien…
De afdekplaten elk aan de bovenkant naar voren
klappen, uit het frame halen en veilig neerzetten…
1 Onderste afdekplaten
De bovenste afdekplaten van het apparaat verwijde-
ren…
Hiervoor de twee schroeven aan de onderkant van
de bovenste afdekplaten losdraaien…
De afdekplaten elk aan de onderkant naar voren
klappen, uit het deksel heffen en veilig neerzetten…
1 Deksel van het apparaat
2 Bovenste afdekplaten
15
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
De luchtgeleidingskappen elk aan de kant van de
elektrische schakelkast (= bedieningszijde) en aan
de wateraansluitingszijde aan het apparaatframe
vastschroeven
Het deksel van het apparaat weer op het frame leg-
gen…
De bovenste afdekplaten elk in het deksel inhan-
gen. Onderaan aan het frame van het apparaat vast-
schroeven…
De luchtgeleidingskappen zijn nu gemonteerd. U kunt
de montage- en installatiewerkzaamheden aan het
apparaat uitvoeren en na de voltooiing van de werk-
zaamheden de onderste afdekplaten aanbrengen.
Zie ‘Elektrische aansluitingswerkzaamheden’,
Aansluiting van stuur- en voelerleidingen aan
warmtepompzijde’, .
MONTAGE / AANSLUITING OP HET VERWARMINGSCIRCUIT
ATTENTIE
Het apparaat in het verwarmingscircuit in over-
eenstemming met het hydraulische schema inte-
greren, afhankelijk van het apparaattype.
Documentatie ‘Hydraulische integratie’.
AANWIJZING
Controleer of de doorsnede en lengte van de
leidingen van het verwarmingscircuit (inclusief
aardleidingen tussen warmtepomp en gebouw)
voldoende gedimensioneerd zijn.
AANWIJZING
Circulatiepompen moeten trapsgewijs ontwor-
pen en geregeld zijn. Ze moeten minstens de
voor dit apparaattype benodigde minimale door-
voercapaciteit voor het verwarmingswater kun-
nen opbrengen.
Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsom-
vang’, hoofdstuk ‘Verwarmingscircuit’.
ATTENTIE
De hydraulische inrichting moet van een buffer-
vat voorzien worden, waarbij het vereiste vo-
lume afhankelijk is van het apparaattype.
Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsom-
vang’, hoofdstuk ‘Verwarmingscircuit, buffervat.
ATTENTIE
Beveilig bij de werkzaamheden de aansluitingen
aan het apparaat altijd tegen verwringen, om de
koperen leidingen binnen in het apparaat tegen
beschadiging te beschermen.
16
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Spoel het verwarmingscircuit goed door, alvorens
het apparaat erop aan te sluiten.
AANWIJZING
Vuildeeltjes en afzettingen in het verwarmings-
circuit kunnen storingen veroorzaken.
Monteer afsluiters aan de cv-wateruitlaat (aanvoer)
en cv-waterinlaat (retour).
AANWIJZING
Door de montage van de afsluiters kunnen de
verdamper en de condensor van de warmte-
pomp indien nodig worden doorgespoeld.
De aansluiting op de vaste leidingen van het verwar-
mingscircuit met behulp van exibele koppelingen
uitvoeren. Deze moeten worden geïnstalleerd om
overdracht van resonantie naar de leidingen tegen
te gaan.
AANWIJZING
Flexibele koppelingen zijn als toebehoren ver-
krijgbaar.
LW 90A/RX…:
1 Aansluiting inlaat verwarmingswater (retour)
2 Aansluiting uitlaat
verwarmingswater (aanvoer)
3 Condenswaterslang
LW 140A/RX:
1 Aansluiting inlaat verwarmingswater (retour)
2 Aansluiting uitlaat
verwarmingswater (aanvoer)
3 Condenswaterslang
De condenswaterslang zo in het toestel leggen, dat
deze niet in contact kan komen met koelmiddellei-
dingen.
Controleren of de vorstvrije afvoer van het con-
denswater gegarandeerd is.
Opstellingsschema voor het betreffende appa-
raattype.
Planningshandboek warmtepomp.
Loze leidingen aan apparaatzijde afdichten.
CONDENSAFVOER
Het uit de lucht ontstane condenswater moet via een
condensleiding met een doorsnede van minimaal 50mm
vorstvrij worden afgevoerd. Bij waterdoorlaatbare on-
dergronden is het voldoende om het condenswater ver-
ticaal tenminste 90 cm diep in de bodem te leiden. Als
het condenswater in een drainage of in de riolering afge-
voerd wordt, moet ervoor worden gezorgd dat de buis
vorstvrij en op afschot wordt gelegd.
Het condenswater mag uitsluitend via een trechtersifon
in de riolering worden afgevoerd. Deze sifon moet altijd
toegankelijk zijn.
17
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Warmtapwaterbereiding
Om het tapwater met de warmtepomp te verwarmen,
is naast het verwarmingscircuit een extra (parallel) ver-
warmingswatercircuit benodigd. Bij de integratie van dit
circuit moet erop worden gelet dat de warmtapwaterla-
ding niet door het buffervat van het verwarmingscircuit
wordt geleid.
Documentatie ‘Hydraulische integratie’.
Warmtapwaterbuffervat
Als de warmtepomp ook warm tapwater dient te produ-
ceren, moet u een speciaal buffervat voor warm tapwa-
ter in het warmtepompsysteem integreren. Het opslag-
volume moet zo worden gekozen, dat tijdens een sper-
tijd van het energiebedrijf toch de benodigde hoeveel-
heid warm tapwater ter beschikking staat.
AANWIJZING
Het warmtewisselende oppervlak van het buf-
fervat moet zodanige afmetingen hebben, dat het
verwarmingsvermogen van de warmtepomp met
een zo klein mogelijk verschil tussen aanvoer- en
retourtemperatuur wordt overgedragen.
Wij bieden u graag een buffervat uit ons assortiment
aan. Deze zijn optimaal afgestemd op uw warmtepomp.
AANWIJZING
Integreer het buffervat in de warmtepompinstal-
latie volgens het hydraulische schema dat bij uw
systeem behoort.
Drukbeveiliging
Het verwarmingscircuit in overeenstemming met de lo-
kaal geldende normen en richtlijnen voorzien van een
veiligheidsklep en expansievat.
In het verwarmingscircuit dienen tevens afsluiters, te-
rugslagkleppen en voorzieningen om het circuit te vullen
en leeg te maken, te worden geïnstalleerd.
Scheidingsbuffervat
De hydraulische integratie van de warmtepomp is uit-
sluitend met een scheidingsbuffervat toegestaan (isola-
tie dampdiffusiedicht).
Verder moet de stroomrichting van het verwarmingswa-
tersysteem bij koelbedrijf door middel van een omscha-
kelklep worden gedraaid.
Hydraulisch schema, zie pagina 33
V
scheidingsbuffervat
=
minimaal doorstroomvolume
verwarmingscircuit / uur
10
Voor het minimale doorstroomvolume in het
verwarmingscircuit, zie het overzicht ‘Tech-
nische gegevens / leveringsomvang, hoofdstuk
Verwarmingscircuit’.
Circulatiepompen
ATTENTIE
Controleer absoluut het apparaattype.
Zet geen geregelde circulatiepompen in.
De pompen voor het verwarmingscircuit en warm
tapwater moeten trapsgewijs ontworpen zijn.
18
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
LW 140A/RX:
1 Aansluitdoos compressor
Voedingskabel op de aansluitdozen aansluiten (aan-
wezig elektrisch verwarmingselement).
Aansluitdozen sluiten.
Voedingskabel in een beschermende buis tot aan
de doorvoer van het gebouw leggen en van daar uit
verder tot de groepenkast.
Voedingskabel op de stroomvoorziening aansluiten.
ATTENTIE
Controleer of de voeding van de compressor
goed is aangesloten, rechts draaiveld!
Als de compressor in de verkeerde richting
draait, kan er zware, onherstelbare schade
aan de compressor ontstaan.
ATTENTIE
De stroomvoorziening van de warmtepomp
moet uitgerust zijn met een vermogensschake-
laar volgens IEC 60947-2 die op alle polen is aan-
gesloten en een afstand van ten minste 3 mm
tussen de contacten heeft.
Op de waarde van de uitschakelstroom letten.
Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsom-
vang’, hoofdstuk ‘Elektriciteit.
Elektrische installatie
Bij alle werkzaamheden geldt:
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door
gekwaliceerde elektromonteurs worden
uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en be-
veilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Volg de geldige EN-, VDE- en/of lokale vei-
ligheidsvoorschriften op bij de installa-
tie en uitvoering van werkzaamheden aan
elektrische aansluitingen.
Houd rekening met de technische eisen
van de bevoegde energiebedrijven (indien
van toepassing)!
VOEDINGSAANSLUITING
Voor de voedingsaansluiting van de warmtepomp is het
niet noodzakelijk de elektrische schakelkast te openen.
De voedingsaansluiting gebeurt aan de aansluitdozen aan
wateraansluitingszijde.
Als het apparaat gesloten is, de afdekplaat openen.
‘Voorbereiding van de opstelling
Aansluitdozen openen.
LW 90A/RX…:
1 Aansluitdoos compressor
19
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
AANSLUITING VAN STUUR- EN VOELERLEIDINGEN AAN
WARMTEPOMPZIJDE
De verbinding tussen de warmtepomp en de verwar-
mings- en warmtepompregelaar wordt via de stuur- en
voelerleidingen tot stand gebracht. De aansluiting ge-
beurt in de elektrische schakelkast die zich aan de bedie-
ningszijde van de warmtepomp bevindt.
De stuur- en voelerleidingen op de beide aansluitin-
gen aan de elektrische schakelkast vastschroeven.
De stuur- en voelerleidingen binnen in het apparaat
door het hiervoor bedoelde kabelkanaal naar de
wateraansluitingszijde leiden.
1 Kabelkanaal voor stuur- en
voelerleidingen (uitsluitend
LW140A/RX)
De stuur- en voelerleidingen vanuit de binnenkant
van het apparaat naar buiten leiden.
AANWIJZING
Om de elektrische schakelkast voor een eventu-
ele inzet van de klantenservice weer uit te kun-
nen hangen, moeten de stuur- en voelerleidin-
gen in de warmtepomp een extra lengte van ca.
15cm hebben.
De stuur- en voelerleidingen in een beschermen-
de buis tot aan de doorvoer van het gebouw leggen
en van daar uit verder tot aan de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
De stuur- en voelerleidingen in overeenstemming
met het aansluitschema en de elektrische schema´s
van het betreffende apparaattype op de verwar-
mings- en warmtepompregelaar aansluiten.
Aansluitschema´s’ en ‘Elektrische schema´s’ van
het betreffende apparaattype.
Gebruiksaanwijzing van de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
Loze leidingen aan apparaatzijde afdichten.
Afdekplaten aan de warmtepomp vastschroeven.
De onderste afdekplaten elk schuin in het frame van
het apparaat zetten, bovenaan tegen het frame aan
klappen en de snelsluitschroeven vastdraaien.
Het apparaat is nu gesloten.
20
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Er dient een installatieboek met de relevante plannings-
gegevens te worden bijgehouden (VDI 2035).
MOGELIJKE SCHADE BIJ NIET-NALEVING
- Storingen en uitval van onderdelen en componenten
(bijv. pompen, kleppen)
- Interne en externe lekkage (bijv. van warmtewisselaars)
- Verkleining van doorsneden en verstopping van onder-
delen (bijv. warmtewisselaars, buisleidingen, pompen)
- Materiaalmoeheid
- Vorming van gasbellen en gaskussens (cavitatie)
- Vermindering van de warmteoverdracht (vorming van
aanslag, afzettingen) en daarmee samenhangende gelui-
den (bijv. kookgeluiden, stroomgeluiden)
KALK – DE ENERGIEKILLER
Het vullen met onbehandeld drinkwater leidt er onver-
mijdelijk toe dat alle calcium als ketelsteen neerslaat.
Het gevolg is dat aan de warmteoverdrachtsvlakken van
de verwarming kalkaanslag ontstaat. Hierdoor daalt het
rendement en stijgen de energiekosten. Volgens een
vuistregel betekent een kalkaanslag van 1 millimeter al
een rendementsverlies van 10%. In extreme gevallen kan
hierdoor zelfs schade aan de warmtewisselaars ontstaan.
ONTHARDING VOLGENS VDI 2035 – DEEL I
Als het drinkwater vóór het vullen van de verwarming
volgens de richtlijnen van VDI 2035 wordt onthard, kan
er zich geen ketelsteen vormen. Zo wordt kalkaanslag
en de negatieve invloed hiervan op de complete verwar-
mingsinstallatie doeltreffend en duurzaam voorkomen.
CORROSIE – EEN ONDERSCHAT PROBLEEM
VDI 2035 deel II gaat dieper op de corrosieproblematiek
in. De ontharding van het verwarmingswater kan onvol-
doende blijken. De pH-waarde kan de grenswaarde van
10 aanzienlijk overschrijden. Er kunnen pH-waarden van
meer dan 11 optreden, die zelfs rubberen afdichtingen
beschadigen. Zo is weliswaar aan de richtlijnen van VDI
2035, blad 1 voldaan, maar schrijft VDI 2035, blad 2 een
pH-waarde tussen 8,2 en maximaal 10 voor.
Wanneer aluminium materialen worden gebruikt, wat in
veel moderne verwarmingsinstallaties het geval is, dan
mag een pH-waarde van 8,5 niet worden overschreden,
omdat anders corrosie dreigt (aluminium wordt zonder
de aanwezigheid van zuurstof aangetast). Dus moet niet
Doorspoelen, vullen en
ontluchten van de
installatie
WATERKWALITEIT VAN HET VUL- EN AANVULLENDE
WATER VOLGENS VDI 2035
DEEL I EN II IN
WARMWATERVERWARMINGSINSTALLATIES
Moderne, energie-efciënte warmtepompinstallaties
worden steeds vaker ingezet. Met hun geavanceerde
techniek bereiken deze installaties een zeer goed ren-
dement. Het feit dat steeds minder ruimte voor warm-
teopwekkers beschikbaar is, heeft ertoe geleid dat com-
pacte apparaten met steeds kleinere doorsnedes en ho-
ge warmteoverdracht worden ontwikkeld. Hierbij neemt
ook de complexiteit van de installaties en het gebruik
van veelsoortige materialen toe, wat met name bij het
corrosiegedrag een belangrijke rol speelt. Het verwar-
mingswater beïnvloedt niet alleen het rendement van de
installatie, maar ook de levensduur van de warmteop-
wekker en de verwarmingscomponenten van een instal-
latie.
Als minimumeisen dienen daarom de richtwaarden van
VDI 2035 deel I en deel II te worden nageleefd voor een
correct bedrijf van de installaties. Uit onze praktijkerva-
ring is gebleken dat de veiligste en meest storingsvrije
werking wordt bereikt door de zogenoemde zoutarme
werkwijze.
VDI 2035 deel I geeft belangrijke instructies en aanbe-
velingen met betrekking tot steenvorming en het voor-
komen hiervan in verwarmings- en drinkwaterverwar-
mingsinstallaties.
VDI 2035 deel II gaat in de eerste plaats over de ei-
sen ter vermindering van corrosie aan cv-waterzijde in
warmwaterverwarmingsinstallaties.
GRONDBEGINSELEN VAN DEEL I EN DEEL II
Het optreden van steen- en corrosieschade in warmwa-
terverwarmingsinstallaties is gering, als
- een vakkundige planning en inbedrijfstelling plaatsvindt;
- de installatie corrosietechnisch gesloten is;
- een voldoende gedimensioneerde drukhouder geïnte-
greerd is;
- de richtwaarden voor het verwarmingswater in acht
worden genomen;
- de installatie regelmatig wordt gecontroleerd en on-
derhouden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Alpha innotec LW 90A Omaniku manuaal

Tüüp
Omaniku manuaal
See juhend sobib ka

teistes keeltes