Roland GO:PIANO88 Omaniku manuaal

Kategooria
Digiklaverid
Tüüp
Omaniku manuaal
02
Lees zorgvuldig “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (het infoblad “HET
APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”) voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar na het lezen het document
(de documenten) op een direct toegankelijke plaats.
Copyright © 2017 ROLAND CORPORATION
Intellectueel eigendomsrecht
l
Het opnemen met audio- of videoapparatuur, kopiëren, herwerken, distribueren, verkopen, leasen, uitvoeren of
uitzenden van materiaal (muziek, videomateriaal, uitzendingen, liveoptredens enzovoort) onder auteursrecht dat
geheel of gedeeltelijk eigendom is van een derde, is wettelijk verboden zonder de toestemming van de
auteursrechteigenaar.
l
Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden die de auteursrechten van een derde kunnen schenden. Wij kunnen niet
aansprakelijk worden gesteld voor schendingen van auteursrechten van derden door uw gebruik van dit apparaat.
l
De auteursrechten op de inhoud van dit product (golfvormgegevens van het geluid, stijlgegevens, begeleidende
patronen, frasegegevens, audioloops en beeldgegevens) zijn voorbehouden door Roland Corporation.
l
Kopers van dit product hebben de toestemming de betreffende inhoud (behalve songgegevens zoals demosongs) te
gebruiken voor het aanmaken, uitvoeren, opnemen en verdelen van originele muziekuitvoeringen.
l
Kopers van dit product hebben GEEN toestemming om de betreffende inhoud in de oorspronkelijke of een
gewijzigde vorm aan het apparaat te onttrekken met als doel het verspreiden van een opgenomen medium met de
betreffende inhoud of het ter beschikking stellen van deze inhoud via een computernetwerk.
l
Roland is een geregistreerd handelsmerk of handelsmerk van Roland Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
l
Bedrijfs- en productnamen die in dit document worden vermeld, zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectieve eigenaren.
03
Inhoud
Paneelbeschrijving
Voorpaneel.................................................................................................................................................................4
Achterpaneel..............................................................................................................................................................5
Opstelling
De voeding aansluiten................................................................................................................................................5
De partituursteun opstellen........................................................................................................................................5
Verbindingen
Een hoofdtelefoon aansluiten....................................................................................................................................6
Een audioapparaat aansluiten...................................................................................................................................6
Een pedaal aansluiten...............................................................................................................................................6
Een computer aansluiten...........................................................................................................................................6
Het instrument in- en uitschakelen........................................................................................................................7
Het mastervolume aanpassen................................................................................................................................7
Demosongs afspelen..............................................................................................................................................7
Klanken
Een klank selecteren.................................................................................................................................................8
Twee klanken in lagen samenvoegen.......................................................................................................................8
Key Touch..................................................................................................................................................................8
Reverb.......................................................................................................................................................................9
Metronoom...............................................................................................................................................................9
Tempo.....................................................................................................................................................................10
Transpose..............................................................................................................................................................10
Master Tuning........................................................................................................................................................10
Twin Piano..............................................................................................................................................................11
Bluetooth................................................................................................................................................................11
MIDI Out..................................................................................................................................................................11
Auto Power Off......................................................................................................................................................12
Problemen oplossen.............................................................................................................................................12
Specificaties...........................................................................................................................................................13
Bijlagen
Lijst met klanken.....................................................................................................................................................13
Lijst met demosongs...............................................................................................................................................13
Lijst met handelingen (knop + toets).......................................................................................................................14
MIDI Implementatiekaart.........................................................................................................................................15
Paneelbeschrijving
Voorpaneel
1. [POWER]-schakelaar
Schakelt het apparaat in en uit.
2. [VOLUME]-regelaar
Past het mastervolume aan.
3. [FUNCTION]-knop
Houd deze knop ingedrukt om toegang te krijgen tot
secundaire functies van andere toetsen.
4. [METRONOME]-knop
Druk op deze knop om de metronoom in en uit te
schakelen.
Druk tegelijk op [METRONOME] en [TWIN PIANO]
om naar de demomodus te gaan.
5. [TWIN PIANO]-knop
Druk op deze knop om de Twin Piano-functie in en uit
te schakelen.
Druk tegelijk op [METRONOME] en [TWIN PIANO]
om naar de demomodus te gaan.
6. [TONE]-knoppen
Druk op een van deze knoppen om een vooraf
ingestelde klank te selecteren.
7. [Bluetooth]-toetsen
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op
een van deze toetsen om de gerelateerde
Bluetooth-verbinding uit te schakelen.
8. [1~9~0]-toetsen
Houd [METRONOME] ingedrukt en druk vervolgens
op een van deze toetsen om een tempowaarde in te
voeren.
Houd [METRONOME] en [TWIN PIANO] tegelijk
ingedrukt en druk vervolgens op een van deze
toetsen om een demosong te selecteren.
9. [VOLUME]-toetsen
Houd [FUNCTION] of [METRONOME] ingedrukt en
druk vervolgens op een van deze toetsen om het
metronoomvolume te regelen.
10. [BEAT]-toetsen
Houd [FUNCTION] of [METRONOME] ingedrukt en
druk vervolgens op een van deze toetsen om de
maataanduiding van de metronoom in te stellen.
11. [TEMPO]-toetsen
Houd [FUNCTION] of [METRONOME] ingedrukt en
druk vervolgens op een van deze toetsen om de
tempowaarde te bewerken.
12. [Reverb]-toetsen
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op
een van deze toetsen om het reverbniveau aan te
passen.
13. [Key Touch]-toetsen
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op
een van deze toetsen om een geschikt aanslagniveau
te selecteren.
14. [Tuning]-toetsen
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op
een van deze toetsen om de huidige tuning aan te
passen.
15. [Transpose]-toetsen
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op
een van deze toetsen om de transpositiewaarde aan
te passen.
04
1
5
2 4
3
6
8
7
9
10
12 13
14
1511
Paneelbeschrijving
Opstelling
Achterpaneel
16. DC IN-aansluiting
Sluit de opgegeven voedingsadapter aan.
17. PHONES/OUTPUT-aansluiting
Sluit een stereohoofdtelefoon of externe
audioapparatuur aan.
18. SUSTAIN-aansluiting
Sluit het meegeleverde pedaal aan.
19. USB-aansluiting
Sluit een computer aan.
De voeding aansluiten
U kunt het instrument van stroom voorzien door de meegeleverde
voedingsadapter of batterijen te gebruiken.
De voedingsadapter gebruiken:
1. Kies de meegeleverde adapterstekker die aansluit op het type
stopcontact dat in uw regio wordt gebruikt. Volg de afbeeldingen en
schuif de adapterstekker in de groeven van de voedingsadapter.
2. Sluit het ene uiteinde van de voedingsadapter aan op de DC
IN-aansluiting op het achterpaneel van het instrument.
3. Steek de voedingsadapter in een geschikt stopcontact.
Opmerking:
1. De adapterstekkers voor de voedingsadapter zijn alleen bedoeld voor
gebruik met dit instrument. Gebruik deze niet met andere apparaten.
Bevestig geen andere stekkers op de voedingsadapter dan de
meegeleverde adapterstekkers.
2. Koppel voor uw veiligheid het instrument los wanneer u het niet gebruikt
of tijdens onweer.
Batterijen gebruiken:
Het instrument vereist zes alkalinebatterijen van het type D of een
soortgelijk type voor de stroomvoorziening.
1. Open het deksel van het batterijvak op de onderkant van het instrument.
2. Plaats de batterijen. Houd rekening met de markeringen voor de polen
op het vak.
3. Plaats het deksel terug. Zorg ervoor dat dit stevig vast zit.
Opmerkingen:
1. Meng geen nieuwe en gebruikte batterijen.
2. Meng geen verschillende typen van batterijen.
3. Verwijder de batterijen uit het instrument wanneer het instrument
gedurende een lange periode niet wordt gebruikt.
De partituursteun opstellen
Een partituursteun wordt meegeleverd met het klavier. U kunt deze
gemakkelijk op het instrument bevestigen door deze in de openingen aan
de achterkant van het paneel te plaatsen.
05
16 17 18 19
Stekker (de vorm van de
stekker kan verschillen
afhankelijk van uw regio)
Verbindingen
Een hoofdtelefoon aansluiten
Steek een standaard stereohoofdtelefoon in de
PHONES/OUTPUT-aansluiting.
Schakel Phones Sense in.
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op de [F7]-toets om
de Phone Sense-functie in te schakelen. Wanneer een hoofdtelefoon
is aangesloten, wordt het ingebouwde luidsprekersysteem gedempt.
U hoort alleen geluid via de hoofdtelefoon.
Schakel Phones Sense uit.
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op de [F#7]-toets om
de Phone Sense-functie uit te schakelen. Wanneer de hoofdtelefoon is
aangesloten, hoort u het geluid via de hoofdtelefoon en de
luidsprekers.
Opmerking:
Gebruik de hoofdtelefoon niet langdurig op een hoog volume om het
risico op gehoorverlies te vermijden.
Een audioapparaat aansluiten
De PHONES/OUTPUT-aansluiting stuurt de uitvoer van het instrument
naar externe audioapparatuur zoals een klavierversterker,
stereogeluidssysteem, mengtafel of opname-interface.
Gebruik een audiokabel om de PHONES/OUTPUT-aansluiting van het
instrument aan te sluiten op de INPUT-aansluiting van de externe
audioapparatuur.
Opmerkingen:
1. Schakel alle apparaten uit voordat u externe apparatuur aansluit of
loskoppelt.
2. Zet het mastervolume op nul voordat u het apparaat inschakelt om
schade aan de luidsprekers te voorkomen.
Een pedaal aansluiten
Sluit het meegeleverde pedaal aan op de SUSTAIN-aansluiting.
Wanneer u op het pedaal drukt, worden de noten die u op het klavier
speelt, langer aangehouden.
Een computer aansluiten
Gebruik een standaard USB-kabel om de USB-aansluiting van het
instrument aan te sluiten op de USB-poort van een computer.
Met behulp van de USB-aansluiting kunt u de MIDI-data die op het
klavier worden gespeeld, op de computer opslaan of het instrument
gebruiken om de MIDI-data af te spelen die op de computer worden
gespeeld.
Opmerking:
Stel het USB MIDI-apparaat niet tegelijk in als in- en uitgang wanneer
u de software op uw computer configureert. Anders wordt het geluid
overlapt wanneer u het klavier bespeelt.
06
Demosongs afspelen
Dit instrument bevat 10 demosongs. Raadpleeg de lijst met demosongs
voor meer informatie.
Speel de demosongs af.
Druk tegelijk op de knoppen [METRONOME] en [TWIN PIANO] om
naar de demomodus te gaan en de demosongs in een voortdurende
loop af te laten spelen.
Selecteer een demosong.
Houd de knoppen [METRONOME] en [TWIN PIANO] tegelijk ingedrukt
en druk vervolgens op een van de toetsen met [1~9~0] om een
gewenste demosong te selecteren.
Stop met het afspelen van de demosong.
Druk tegelijk op de knoppen [METRONOME] en [TWIN PIANO] om de
demosong te stoppen en de demomodus af te sluiten.
Draai de [VOLUME]-regelaar rechtsom om het mastervolume te
verhogen of linksom om het te verlagen. Stel het gewenste
volumeniveau in.
Opmerking:
Als de luidsprekers geen geluid produceren, controleer dan of het
mastervolume te laag is ingesteld. Controleer vervolgens of de
luidsprekers zijn gedempt omdat een hoofdtelefoon op de
PHONES-aansluiting is aangesloten en de Phones Sense-functie in
gebruik is.
1. Zorg ervoor dat het instrument correct is aangesloten op de voeding.
2. Draai de [VOLUME]-regelaar linksom om het mastervolume op nul te
zetten.
3. Druk op de [POWER]-schakelaar. Het ledlampje van de knop licht op
om aan te geven dat het instrument is ingeschakeld.
4. Wanneer u klaar bent om het instrument uit te schakelen, houdt u de
[POWER]-schakelaar gedurende een seconde ingedrukt. Het
ledlampje van de knop dooft.
Opmerking:
Om energie te besparen, wordt het instrument automatisch
uitgeschakeld nadat het gedurende 30 minuten niet meer is gebruikt.
(Zie Auto Power Off).
07
Het mastervolume aanpassen
Het instrument in- en uitschakelen
08
Klanken
Een klank selecteren
Het instrument bevat 4 klanken. Raadpleeg de lijst met klanken voor meer
informatie.
Druk op een van de [TONE]-knoppen om een gewenste klank te
selecteren. Het ledlampje van de knop van de geselecteerde klank licht op.
Twee klanken in lagen samenvoegen
Met de Dual-modus kunt u twee verschillende klanken in lagen
samenvoegen om een voller en rijker geluid te produceren.
Druk op twee [TONE]-knoppen om naar de Dual-modus te gaan. De eerste
[TONE]-knop die u indrukt, wordt ingesteld als de bovenste klank (klank 1)
en de tweede [TONE]-knop die u indrukt, wordt ingesteld als de Dual-klank
(klank 2).
Als u in de Dual-modus het klavier bespeelt, hoort u twee verschillende
klanken die samen worden afgespeeld, zoals wanneer twee verschillende
instrumenten tegelijk worden bespeeld.
Key Touch
Met de Key Touch-functie kunt u het zangniveau expressief regelen op
basis van uw speeldynamiek.
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op een van de [Key
Touch]-toetsen om een geschikt aanslagniveau te selecteren.
Er zijn 3 typen aanslaginstellingen (Fix, 1~3). De standaardinstelling is “2”.
Als u “Fix” selecteert, krijgt u een vast volumeniveau ongeacht hoe hard of
hoe zacht u de toetsen bespeelt.
Parameter
Fix
1
2
3
Beschrijving
Fixed
Light
Medium
Heavy
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op een van de
[Reverb]-toetsen om het bereik van het reverbniveau in te stellen van 0 tot
en met 10.
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op de zwarte toets in de
[Reverb]-toetsen om de standaardinstelling te herstellen. Wanneer het
reverbniveau is ingesteld op “0”, is er geen reverbeffect.
Reverb
09
Het gestage ritme van de metronoom zorgt ervoor dat u volgens een
vooraf ingesteld tempo kunt oefenen.
Schakel de metronoom in en uit.
Druk op de [METRONOOM]-knop om de functie in en uit te schakelen.
Wanneer de metronoom wordt gebruikt, knippert de indicator van de
knop synchroon met het huidige tempo.
Wijzig de maat van de metronoom.
Het instrument biedt 6 beattypen: 0, 2~6.
Houd [FUNCTION] of [METRONOME] ingedrukt en druk vervolgens op
een van de [BEAT]-toetsen om de maat van de metronoom in te stellen.
Houd [FUNCTION] of [METRONOME] ingedrukt en druk vervolgens op
de zwarte toets van de [BEAT]-toetsen om de standaardinstelling te
herstellen.
Houd [METRONOME] ingedrukt en druk vervolgens op een toets [A0] ~
[D1] om een beattype te selecteren. Raadpleeg de lijst met handelingen
(knop + toets) voor meer informatie.
Pas het volume van de metronoom aan.
Houd [FUNCTION] of [METRONOME] ingedrukt en druk vervolgens op
een van de [VOLUME]-toetsen om het bereik van het volume in te
stellen van 1 tot en met 10.
Houd [FUNCTION] of [METRONOME] ingedrukt en druk vervolgens op
de zwarte toets van de [VOLUME]-toetsen om de standaardinstelling te
herstellen.
Metronoom
of
of
U kunt het tempo op de volgende manieren instellen:
Houd [FUNCTION] of [METRONOME] ingedrukt en druk vervolgens op
een van de [TEMPO]-toetsen om het gewenste tempo in te stellen.
Houd [METRONOME] ingedrukt en druk vervolgens op de toetsen met
[1~9~0] om de tempowaarde in te stellen. Druk bijvoorbeeld in
volgorde op [0], [6] en [4] om een tempowaarde van 64 in te voeren.
Met deze functie regelt u de toonhoogte van het instrument in stappen
van 0,1 Hz in een bereik van 415,3 Hz ~ 466,2 Hz.
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op een van de
[Tuning]-toetsen om de toonhoogte van het klavier aan te passen.
Als u bijvoorbeeld [FUNCTION] ingedrukt houdt en vervolgens op de
toets met [440] drukt, wordt de tuning ingesteld op 440 Hz.
Master Tuning
Tempo
10
Met de Transpose-functie kunt u de algemene toonhoogte van het
instrument omhoog of omlaag transponeren in stappen van halve tonen
binnen een bereik van -6 ~ +5.
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op een van de
[Transpose]-toetsen om de transpositiewaarde in te stellen.
Als u bijvoorbeeld de transpositiewaarde instelt op -5, hoort u de
toonhoogte “G” terwijl u de “C”-toetsen bespeelt.
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk vervolgens op de zwarte toets in de
[Transpose]-toetsen om de standaardinstelling te herstellen.
Transpose
Parameter
+1
-1
Beschrijving
De algemene toonhoogte verhogen met een halve toon.
De algemene toonhoogte verlagen met een halve toon.
Parameter
+0,1 Hz
-0,1 Hz
Beschrijving
De toonhoogte verhogen met 0,1 Hz.
De toonhoogte verlagen met 0,1 Hz.
of
Bluetooth-koppeling
De Bluetooth-functie wordt standaard ingeschakeld. U kunt het
instrument koppelen met een extern Bluetooth-apparaat.
De Bluetooth Audio-naam van het instrument: GO:PIANO88 AUDIO.
De Bluetooth MIDI-naam van het instrument: GO:PIANO88.
De Bluetooth-verbinding uitschakelen
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk op de toets met [AUDIO] om
Bluetooth Audio los te koppelen.
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk op de toets met [MIDI] om
Bluetooth MIDI los te koppelen.
Wanneer de Bluetooth-verbinding is uitgeschakeld, kunt u de
Bluetooth-verbinding opnieuw inschakelen via koppeling of “pairing”.
Bluetooth
11
Met de Twin Piano-functie splitst u het klavier op in twee gebieden met
dezelfde toonhoogte en klank zodat u gemakkelijk kunt samenspelen
met een vriend of leraar.
1. Druk op de [TWIN PIANO]-knop om de functie in te schakelen. Het
ledlampje van de knop licht op. Het standaard splitspunt is C4.
2. De bovenste klank die u hebt geselecteerd voordat u Twin Piano
startte, wordt de standaard klank voor beide gebieden. U kunt op
een van de [TONE]-knoppen drukken om een gewenste klank te
selecteren.
3. Druk nogmaals op de [TWIN PIANO]-knop om de functie uit te
schakelen. Het ledlampje van de knop dooft.
Opmerkingen:
1. De Twin Piano-functie is niet beschikbaar in de demomodus.
2. De Dual-modus is niet beschikbaar wanneer Twin Piano wordt
gebruikt.
Twin Piano
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk op een toets [C2] ~ [D#3] om het
MIDI-uitgangskanaal toe te wijzen. Raadpleeg de lijst met handelingen
(knop + toets) voor meer informatie.
MIDI Out
Probleem
De luidsprekers produceren een ploffend
geluid wanneer u het apparaat in- of
uitschakelt.
De luidsprekers produceren geen geluid
wanneer het klavier wordt bespeeld.
Er treedt ruis op wanneer ik mijn mobiele
telefoon gebruik.
Wanneer u verbinding maakt met de
computer, wordt het instrument niet
herkend.
Het pedaal reageert niet.
Het instrument wordt na een bepaalde
tijd uitgeschakeld.
Mogelijke oorzaak en oplossing
Dit is normaal en geen reden tot bezorgdheid.
1. Controleer of het mastervolume te laag staat.
2. Controleer of de hoofdtelefoon op de PHONES-aansluiting is aangesloten.
Het gebruik van een mobiele telefoon in de buurt van het instrument kan
storing veroorzaken. Om dit te voorkomen, schakelt u de mobiele telefoon uit
of gebruikt u deze verder van het instrument.
Controleer of de USB-kabel stevig is aangesloten. Probeer verbinding te
maken via een andere USB-poort op de computer. Dit instrument is een
Plug & Play-instrument en werkt zonder dat u een stuurprogramma dient te
installeren.
Controleer of de pedaalkabel stevig is aangesloten.
Door de Auto Power Off-functie wordt het instrument uitgeschakeld na een
vooraf ingestelde tijd wanneer het instrument niet in gebruik is. U kunt de Auto
Power Off-functie configureren. Raadpleeg hiervoor Auto Power Off in deze
handleiding.
Problemen oplossen
12
Het instrument wordt automatisch uitgeschakeld na 30 minuten van
inactiviteit. U kunt deze functie uitschakelen of de tijdinstelling wijzigen.
1. Als u deze functie wilt uitschakelen, houdt u [FUNCTION] ingedrukt
en drukt u vervolgens op de toets [C8] (de eerste toets aan de
rechterkant van het klavier).
2. Als u de tijd wilt instellen op 240 minuten, houdt u [FUNCTION]
ingedrukt en drukt u vervolgens op de toets [B7].
3. Als u de tijd wilt instellen op 30 minuten, houdt u [FUNCTION]
ingedrukt en drukt u vervolgens op de toets [A#7].
4. Als u de tijd wilt instellen op 10 minuten, houdt u [FUNCTION]
ingedrukt en drukt u vervolgens op de toets [A7].
Auto Power Off
Bijlagen
13
Specificaties
Lijst met demosongs
Klavier
Klavier
Touch Response
Klanken
Polyfonie (max.)
Klanken
Laag
Twin Piano
Effecten
Reverb
Song
Demo
Toonhoogteaanpassing
Transpose
Tuning
Overige functies
Metronoom
Tempo
Overige
regelingen
Verbindingen
Interactie en uitbreiding
Phones
Pedaal
USB
Uitgang
Voeding
Voeding
Batterij
Beveiliging voor uitschakelen
Versterkers en luidsprekers
Versterkers
Luidsprekers
Afmetingen en gewicht
Afmetingen LBH (mm)
Gewicht (kg)
88 toetsen met aanslagrespons
3 typen, Off
128
4 panelen
Ja
Ja
1 type, 0 - 10 niveaus
10 voorinstellingen
-6 - +5
415.3Hz - 466.2Hz
Maat van de metronoom: 0, 2 - 6;
Metronoomvolume: 1 - 10
30 - 280
MIDI-uitgangskanaal,
Bluetooth Audio,
Bluetooth MIDI
USB MIDI, Bluetooth
Standaard stereo
Sustain
USB MIDI
Ja (Phones-aansluiting)
DC12V / 2A
Zes alkalinebatterijen
van het type D of een
soortgelijk type
Ja
10W x 2
[15cm x 6cm] x 2
1283 x 292 x 87
7.0
Nr.
1
2
3
4
Klanknaam
Acoustic Grand Piano
Electric Piano
Church Organ
String Ensembles
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Songnaam
Valse OP.34 NO.1
Sonate Nr.16 C Dur
Liebesträume Nr.3
Fantaisie-Impromptu
1ère Gymnopédie
Radetzky Marsch
Träumerei
Frühlingslied
Für Elise
Menuett G Dur BWV Anh.114
Lijst met klanken
* De specificaties en beschrijvingen in deze handleiding
dienen alleen ter informatie en zijn onderhevig aan
veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
1. [Audio Disconnect]-toets
Druk hierop om de Bluetooth
Audio-verbinding uit te schakelen.
[MIDI Disconnect]-toets
Druk hierop om de Bluetooth
MIDI-verbinding uit te schakelen.
2. [MIDI Channel 1 ~ 16]-toetsen
Druk hierop om het MIDI-uitgangskanaal te
selecteren.
3. [Metro. Volume]-toetsen
Druk hierop om het metronoomvolume te
regelen.
1. [Metro. Beat]-toetsen
Druk hierop om een beattype te selecteren.
2. [Tempo]-toetsen
Druk hierop om een tempowaarde in te
voeren.
1. [Song Number]-toetsen
Druk hierop om een demosong te selecteren.
3. [Metro. Volume]-toetsen
Druk hierop om het metronoomvolume
te regelen.
4. [Metro. Beat]-toetsen
Druk hierop om de maataanduiding
van de metronoom in te stellen.
4. [Metro. Beat]-toetsen
Druk hierop om de
maataanduiding van de
metronoom in te stellen.
5. [Tempo]-toetsen
Druk hierop om de
tempowaarde te bewerken.
6. [Reverb]-toetsen
Druk hierop om het
reverbniveau in te stellen.
7. [Key Touch]-toetsen
Druk hierop om een
aanslagniveau te selecteren.
8. [Tuning]-toetsen
Druk hierop om de huidige tuning aan
te passen.
9. [Transpose]-toetsen
Druk hierop om de transpositiewaarde
aan te passen.
10. [Phones Sense]-toetsen
Druk hierop om de Phones
Sense-functie in en uit te schakelen.
11. [Auto Power Off]-toetsen
Druk hierop om de Auto Power
Off-instelling te wijzigen.
Bijlagen
14
Lijst met handelingen (knop + toets)
[FUNCTION] + toets
[METRONOME] + toets
[METRONOME] + [TWIN PIANO] + toets
A0
1
3
5
6
12
13
15
-1
+1
-1
+1
OFF
Medium
-0,1 Hz
+0,1 Hz
-1
+1
On
10 min.
240 min.
OFF
-1
+1
-1
+1
8
10
2
4
7
9
11
14
16
(Standaard)
4/4 (Standaard)
(Standaard)
-10
Tempo = 106
+10
Light
Heavy
440,0Hz (Standaard)
442Hz
0 (Standaard)
Off
30 min. (Standaard)
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
B0 B1C1 D1 E1 F1 G1 C2 D2 E2 F2 G2A1 B2 C3 D3 E3A2 F3 G3 A3 B3 C4 D4 E4 F4 G4 A4 B4 C5 D5 E5 F5 G5 A5 B5 C6 D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7 D7 E7 F7 G7 A7 B7 C8
1
Bluetooth
2
MIDI Channel
3
Metro. Volume
4
Metro. Beat
5
Tempo
6
Reverb
7
Key Touch
8
Tuning
9
Transpose
10
Phones Sense
11
Auto Power Off
Audio Disconnect
MIDI Disconnect
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
A0
0
3
6
4 (Standaard)
1
3
5
6
-1
-1
+1
-1
+1
+1
8
0
2
2
5
4
7
9
(Standaard)
4/4 (Standaard)
-10
Tempo = 106
+10
B0 B1C1 D1 E1 F1 G1 C2 D2 E2 F2 G2A1 B2 C3 D3 E3A2 F3 G3 A3 B3 C4 D4 E4 F4 G4 A4 B4 C5 D5 E5 F5 G5 A5 B5 C6 D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7 D7 E7 F7 G7 A7 B7 C8
1
Metro. Beat
3
Metro. Volume
4
Metro. Beat
5
Tempo
2
Tempo
A0
1
3
5
6
8
10
2
4
7
9
B0 B1C1 D1 E1 F1 G1 C2 D2 E2 F2 G2A1 B2 C3 D3 E3A2 F3 G3 A3 B3 C4 D4 E4 F4 G4 A4 B4 C5 D5 E5 F5 G5 A5 B5 C6 D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7 D7 E7 F7 G7 A7 B7 C8
1
Songnummer
5. [Tempo]-toetsen
Druk hierop om de tempowaarde
te bewerken.
Bijlagen
15
MIDI Implementatiekaart
Basic Channel
Mode
Note Number
Velocity
After Touch
Pitch Bend
Control Change
Program Change
System Exclusive
System Common
System Real Time
Aux Messages
Notes:
Default
Changed
Default
Messages
Altered
Note
True Voice
Note on
Note off
key's
Ch's
0,32
1
5
6,38
7
10
11
64
65
66
67
80
81
91
93
120
121
123
126
127
True Number
Song Position
Song Select
Tune
Clock
Commands
Local On/Off
Active sense
System Reset
1
1-16
x
x
********
0-127
********
o 9nH,V=1-127
x 9nH,V=0;8nH,V=0
x
x
x
o
x
x
x
x
x
x
o
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
0,2,19,48
x
x
x
x
x
x
x
x
x
ALL
1-16
3
3
x
0-127
0-127
o 9nH,V=1-127
o 9nH,V=0;8nH,V=0-127
x
x
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
x
o
x
o
x
o
o
o
0,2,19,48
o
x
x
x
x
x
x
x
o
Bank Select 121(MSB), 100(LSB)
Modulation
Portamento Time
Data Entry
Volume
Pan
Expression
Sustain Pedal
Portamento On/Off
Sostenuto Pedal
Soft Pedal
Reverb Program
Chorus Program
Reverb Level
Chorus Level
All Sound Off
Reset All Controllers
All Notes Off
Mono On
Poly On
Bank 121(MSB), 100(LSB)
Program No. 1,3,20,49
● Mode 1: OMNI ON, POLY ● Mode 3: OMNI OFF, POLY ● o: YES
● Mode 2: OMNI ON, MONO ● Mode 4: OMNI OFF, MONO ● x: NO
GO PIANO88_nld07
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Roland GO:PIANO88 Omaniku manuaal

Kategooria
Digiklaverid
Tüüp
Omaniku manuaal

teistes keeltes