Garmin Forerunner® 210, Pacific, With Heart Rate Monitor and Foot Pod (Club Version) Kasutusjuhend

Tüüp
Kasutusjuhend

GPS-SPORTHORLOGE
© 2010-2013 Garmin Ltd. of haar 
dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Behoudens voor zover 
uitdrukkelijk hierin voorzien, mag geen enkel deel 
van deze handleiding worden vermenigvuldigd, 
gekopieerd, overgedragen, verspreid, gedownload 
of opgeslagen in enig opslagmedium voor enig 
doel zonder vooraf de uitdrukkelijke schriftelijke 
toestemming van Garmin te hebben verkregen. 
Garmin verleent hierbij toestemming voor het 
downloaden naar een harde schijf of ander 
elektronisch opslagmedium van één kopie van 
deze handleiding of van elke herziene versie van 
deze handleiding ten behoeve van het bekijken 
en afdrukken van één kopie van deze handleiding 
of van elke herziene versie van deze handleiding, 
mits deze elektronische of afgedrukte kopie van 
deze handleiding de volledige tekst van deze 
auteursrechtelijke kennisgeving bevat en onder 
het voorbehoud dat onrechtmatige commerciële 
verspreiding van deze handleiding of van elke 
herziene versie van deze handleiding uitdrukkelijk 
is verboden.
Informatie in dit document kan zonder kennisgeving 
worden gewijzigd. Garmin behoudt zich het recht 
voor om haar producten te wijzigen of verbeteren 
en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud 
zonder de verplichting personen of organisaties 
over dergelijke wijzigingen of verbeteringen 
te informeren. Bezoek de website van Garmin
(www.garmin.com) voor de nieuwste updates 
en aanvullende informatie over het gebruik en 
de werking van dit product en andere Garmin-
producten.
Garmin
®
, het Garmin-logo, Forerunner
®
 en Auto 
Lap
®
 zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of 
haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in 
de Verenigde Staten en andere landen. Garmin 
Connect
, ANT
 en ANT+
 zijn handelsmerken 
van Garmin Ltd. of haar dochterondernemingen. 
Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt 
zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Windows
®
 is een geregistreerd handelsmerk van 
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten 
en/of andere landen. Mac
®
 is een geregistreerd 
handelsmerk van Apple Computer, Inc. Firstbeat 
en Analyzed by Firstbeat zijn geregistreerde of 
ongeregistreerde handelsmerken van Firstbeat 
Technologies Ltd. Overige handelsmerken en 
merknamen zijn het eigendom van hun respectieve 
eigenaars.
Forerunner 210 gebruikershandleiding 1
Inleiding


Het toestel instellen ............................ 2
Het toestel registreren ........................ 2
Toetsen ............................................... 2
Pictogrammen .................................... 3

Hardlopen ........................................... 4
Uw hardloopsessie opslaan................ 4
Tempo of snelheid weergeven ............ 4
Auto Lap gebruiken ............................ 4
Intervalworkouts ................................. 5
Uw ANT+-sensor koppelen ................. 6
Hartslagmeter ..................................... 8
Voetsensor........................................ 10
De weegschaal gebruiken ................ 11
Fitnessapparatuur............................. 11

Een hardloopsessie weergeven ....... 12
Garmin Connect gebruiken............... 12
De geschiedenis overbrengen
naar uw computer ......................... 13
Gegevensbeheer .............................. 13

Het alarm instellen ............................ 14
Uw proel instellen ........................... 14
Systeeminstellingen aanpassen ....... 15

Specicaties ..................................... 16
De batterij ......................................... 18
Batterijen van hartslagmeter en
voetsensor ..................................... 19
Verzorging van het toestel ................ 21
Problemen oplossen ......................... 22

2 Forerunner 210 gebruikershandleiding
Inleiding


Raadpleeg altijd een arts voordat u een 
trainingsprogramma begint of wijzigt. 
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en
productinformatie in de verpakking 
voor productwaarschuwingen en andere 
belangrijke informatie.

Wanneer u de Forerunner
®
 voor 
het eerst gebruikt, dient u de 
instellingsinstructies te volgen in  
de Forerunner 210 snelstartgids.

Vul de onlineregistratie vandaag nog in 
zodat wij u beter kunnen helpen.
•  Ga naar http://my.garmin.com. 
•  Bewaar uw originele aankoopbewijs of 
een fotokopie op een veilige plek.

Iedere toets heeft meerdere functies. 
 Druk hierop om de
schermverlichting in te
schakelen.
Druk hierop om te zoeken naar
een compatibele weegschaal.
Houd ingedrukt om het toestel
aan of uit te zetten.
 Druk hierop om de timer te
starten of te stoppen.
*
Indrukken om door menu's en
instellingen te bladeren.
Forerunner 210 gebruikershandleiding 3
Inleiding


Druk hierop als u een nieuwe
ronde wilt markeren.
Houd ingedrukt om uw
hardloopsessie op te slaan en de
timer opnieuw in te stellen.


Houd ingedrukt als u wilt
schakelen tussen de tijd
van de dag, de timer en de
hartslagpagina's.
Houd ingedrukt om het menu te
openen.
 Druk hierop als u menuopties
wilt selecteren en berichten wilt
bevestigen.
*,   en   worden bij menu's en 
berichten weergegeven.

Energieniveau van de batterij.
Zie pagina 18 voor informatie
over de levensduur van de
batterij.
GPS is aan en ontvangt signalen.
Fitnessapparatuur is actief.
Hartslagmeter is actief.
Voetsensor is actief.
Alarm is aan.
4 Forerunner 210 gebruikershandleiding
Training


Voordat u de geschiedenis kunt opnemen, 
dient u satellietsignalen te zoeken of de 
Forerunner te koppelen aan een voetsensor.
1.  Druk op de timerpagina op  om 
de timer 
 te starten. 
De geschiedenis wordt alleen 
opgenomen als de timer loopt. Uw 
afstand 
en tempo of snelheid 
worden weergegeven op de 
timerpagina.
2.  Druk na aoop van het hardlopen op 
.

Houd  ingedrukt om uw 
hardloopsessie op te slaan en de  
timer opnieuw in te stellen. 


1.  Houd  ingedrukt.
2.  Selecteer  > .
3.  Selecteer  of .
4.  Selecteer , 
of  voor het type tempo- of 
snelheidsgegevens die u wilt weergeven 
op de timerpagina.

Met Auto Lap
®
 kunt u de ronde automatisch 
markeren na een bepaalde afstand.
1.  Houd  ingedrukt.
2.  Selecteer .
3.  Voer de afstand in en druk op .
Forerunner 210 gebruikershandleiding 5
Training

U kunt intervalworkouts maken op 
basis van afstand of tijd. Uw aangepaste 
intervalworkout blijft opgeslagen totdat u 
een nieuwe intervalworkout maakt.

1.  Houd  ingedrukt.
2.  Selecteer  > .
3.  Selecteer  of .
4.  Voer een afstand of tijdsintervalwaarde 
in en druk op .
: als u een interval met een open 
einde wilt maken, dient u de waarde in 
te stellen op 'Open'.
5.  Selecteer  of  voor het 
rustinterval.
6.  Voer een afstand of tijdswaarde in voor 
het rustinterval en druk op .
7.  Selecteer het aantal herhalingen.
8.  Selecteer indien nodig  om een 
warming-up met een open einde toe te 
voegen aan uw workout.
9.  Selecteer indien nodig  om een 
cooling-down met een open einde toe te 
voegen aan uw workout.
10. Selecteer  > .

1.  Druk op  om met de 
intervalworkout te beginnen.
Als de intervalworkout een warming-up 
heeft, dient u op  te drukken om te 
beginnen met het eerste interval.
2.  Volg de instructies op het scherm.
Wanneer u alle intervallen hebt voltooid, 
verschijnt er een bericht.

•  U kunt op elk gewenst moment op 
drukken om een interval voortijdig te 
beëindigen.
•  U kunt op elk gewenst moment op 
drukken om de timer te stoppen.
•  Als de intervalworkout een cooling-
down heeft, dient u op  te drukken 
om de intervalworkout te beëindigen.
6 Forerunner 210 gebruikershandleiding
Training

Als op de Forerunner geen hartslag- of 
voetsensorgegevens worden weergegeven, 
dient u het accessoire mogelijk aan de 
Forerunner te koppelen. Koppelen is 
het verbinden van draadloze ANT+
sensoren, bijvoorbeeld het verbinden van 
uw voetsensor met een Forerunner. Na de 
eerste keer koppelen zal uw Forerunner uw 
voetsensor automatisch herkennen, telkens 
wanneer deze wordt geactiveerd. 
Voordat u kunt koppelen, dient u de 
hartslagmeter om te doen of de voetsensor 
te plaatsen. Raadpleeg de instructies die 
zijn meegeleverd met het accessoire of 
raadpleeg de Forerunner 210 snelstartgids.
•  Plaats de Forerunner binnen het bereik 
(3 meter) van het accessoire. 
Zorg ervoor dat u minstens tien meter 
bij andere ANT+-sensors vandaan bent 
tijdens het koppelen.
•  Als 
 is uitgeschakeld, houd dan 
menu ingedrukt, selecteer  en 
selecteer vervolgens > .
•  Als 
 op de timerpagina knippert, 
druk dan op  om de hartslagpagina 
weer te geven. 
De Forerunner zoekt gedurende  
30 seconden naar uw hartslagsignaal. 
•  Als 
 is uitgeschakeld, houd dan 
menu ingedrukt, selecteer  en 
selecteer vervolgens > .
•  Als 
 knippert, dient u te controleren 
of de voetsensor juist is geplaatst 
en loopt u rond om de voetsensor te 
activeren.
•  Als het nog steeds niet lukt om het 
accessoire te koppelen, vervangt 
u de batterij van het accessoire 
pagina 19–20. 
Wanneer het accessoire is gekoppeld, 
verschijnt er een bericht en knippert  
 of   niet meer op het scherm. 
Forerunner 210 gebruikershandleiding 7
Training

 
Ik heb een ANT+-sensor
van een ander bedrijf.
Controleer of deze compatibel is met de Forerunner
(www.garmin.com/intosports).
Het lukt me niet om de
voetsensor te koppelen.
GPS dient te worden uitgeschakeld.
1. Ga naar binnen.
2. Druk op  terwijl de Forerunner satellieten probeert te vinden.
3. Selecteer .
De hartslaggegevens
zijn onnauwkeurig of
onregelmatig.
Controleer of de hartslagmeter dicht tegen uw lichaam is geplaatst.
Voer gedurende vijf tot tien minuten een warming-up uit.
Bevochtig de elektroden en het contactoppervlak. Gebruik water,
speeksel of een elektroden-gel.
Was de band na elke zeven keer gebruiken (pagina 21).
Plaats de elektroden op uw rug in plaats van op uw borst.
Draag een t-shirt van katoen of maak uw t-shirt nat als dat mogelijk
is. Synthetische materialen die langs de hartslagmeter wrijven of er
tegen aan slaan, kunnen statische elektriciteit veroorzaken die de
hartslagsignalen beïnvloedt.
Blijf uit de buurt van sterke elektromagnetische velden en bepaalde
draadloze sensors van 2,4 GHz, omdat deze interferentie met
uw hartslagmeter kunnen veroorzaken. Bronnen van interferentie
zijn bijvoorbeeld hoogspanningsleidingen, elektrische motoren,
magnetrons, draadloze telefoons van 2,4 GHz en draadloze
LAN-toegangspunten.
8 Forerunner 210 gebruikershandleiding
Training


Vele atleten gebruiken hartslagzones om 
hun cardiovasculaire kracht te meten en te 
verbeteren en om hun theid te verbeteren. 
Een hartslagzone is een bepaald bereik aan 
hartslagen per minuut.
De vijf algemeen geaccepteerde 
hartslagzones zijn genummerd van 1 tot 5 
op basis van oplopende intensiteit. Over het 
algemeen worden hartslagzones berekend 
op basis van de percentages van uw 
maximale hartslag. 

Als u uw hartslagzones kent, kunt u 
uw theid meten en verbeteren door de 
volgende principes te begrijpen en toe te 
passen: 
•  Uw hartslag is een goede maatstaf voor 
de intensiteit van uw training.
•  Training in bepaalde hartslagzones kan 
u helpen uw cardiovasculaire capaciteit 
en kracht te verbeteren.
•  Als u uw hartslagzones kent, kunt u 
het risico op blessures verlagen en 
voorkomen dat u te zwaar traint.
Als u uw maximale hartslag kent, kunt 
u de tabel (pagina 9) gebruiken om de 
beste hartslagzone te bepalen voor uw 
theidsdoeleinden.
Als u uw maximale hartslag niet kent, 
gebruikt u een van de rekenmachines die 
beschikbaar zijn op internet. Bij sommige 
sportscholen en gezondheidscentra kunt u 
een test doen om de maximale hartslag te 
meten.

1.  Houd  ingedrukt.
2.  Selecteer  > .
3.  Voer uw maximale hartslag in en druk 
op .
4.  Voer de minimale hartslag in voor elke 
hartslagzone en druk op .
Forerunner 210 gebruikershandleiding 9
Training

 


 
1 50–60% Ontspannen, comfortabele
snelheid, regelmatige ademhaling
Aerobische training voor
beginners, verlaagt stressniveau
2 60–70% Comfortabele snelheid, iets diepere
ademhaling, gesprek voeren is
mogelijk
Standaardcardiovasculaire
training; korte herstelperiode
3 70–80% Matige snelheid, gesprek voeren
iets lastiger
Verbeterde aerobische capaciteit,
optimale cardiovasculaire training
4 80–90% Hoog tempo en enigszins
ongemakkelijk; moeilijke
ademhaling
Verbeterde anaerobische
capaciteit en drempel, hogere
snelheid
5 90–100% Sprinttempo, kan niet lang worden
volgehouden; ademhaling zwaar
Anaerobisch en musculair
uithoudingsvermogen; meer kracht
10 Forerunner 210 gebruikershandleiding
Training

Voordat u een hartslagwaarschuwing instelt, 
wilt u de hartslagzones mogelijk aanpassen 
(pagina 8).
1.  Houd  ingedrukt.
2.  Selecteer .
3.  Voer de waarde in voor de maximale 
waarschuwing.
U kunt een zone selecteren of een 
aangepaste waarde invoeren.
4.  Druk op .
5.  Voer de waarde in voor de minimale 
waarschuwing.
U kunt een zone selecteren of een 
aangepaste waarde invoeren.
6.  Druk op .
Er wordt een waarschuwingssignaal 
gegeven als uw hartslag boven of onder het 
opgegeven bereik zit.

Uw Forerunner is compatibel met de 
voetsensor. Met behulp van de voetsensor 
kunt u gegevens naar de Forerunner 
verzenden bij indoortrainingen, als 
het GPS-signaal zwak is of als u geen 
satellietsignalen meer ontvangt. De 
voetsensor is stand-by en klaar om 
gegevens te verzenden (net als de 
hartslagmeter). U dient de voetsensor met 
de Forerunner te koppelen (pagina 6). 
Na 30 minuten zonder activiteit schakelt de 
trainingsassistent zichzelf uit om de batterij 
te sparen. Er verschijnt een bericht op uw 
Forerunner als de batterij bijna leeg is. Na 
ongeveer 5 uur is de batterij leeg.
Forerunner 210 gebruikershandleiding 11
Training

Als de afstand van de voetsensor steeds iets 
te lang of te kort lijkt wanneer u rent, kunt 
u de kalibratiefactor handmatig aanpassen. 
De kalibratieformule is werkelijke afstand 
(gebruik een atletiekbaan) / vastgelegde 
afstand × huidige kalibratiefactor =  
nieuwe kalibratiefactor. Voorbeeld:  
1600 m / 1580 m × 95 = 96,2.
1.  Houd  ingedrukt.
2.  Selecteer  > .
3.  Pas de kalibratiefactor aan en druk op 
.

Als u een ANT+-compatibele weegschaal 
hebt, kan de Forerunner de gegevens van de 
weegschaal aezen.
1.  Druk op . 
Wanneer de weegschaal is gevonden, 
verschijnt een bericht.
2.  Ga op de weegschaal staan.
: als u een 
lichaamsanalyseweegschaal gebruikt, 
dient u uw schoenen en sokken uit 
te trekken om te zorgen dat alle 
lichaamsparameters worden gelezen en 
geregistreerd.
3.  Stap van de weegschaal nadat uw 
gewicht wordt weergegeven.
: als zich een fout voordoet, stapt u 
van de weegschaal af en probeert u het 
opnieuw.

Met behulp van ANT+-technologie 
worden uw Forerunner en hartslagmeter 
automatisch aangesloten op 
tnessapparatuur, zodat uw gegevens 
op de console van de apparatuur kunnen 
worden weergegeven. Compatibele 
tnessapparatuur is voorzien van een 
"ANT+ Link Here"-logo. 
Ga naar www.garmin.com/antplus voor 
meer koppelingsinstructies.
12 Forerunner 210 gebruikershandleiding
Geschiedenis

De Forerunner kan bij normaal gebruik 
circa 180 uur aan hardloopgegevens 
opslaan. Als het geheugen van de 
Forerunner vol is, worden de oudste 
gegevens overschreven.


In de hardloopgeschiedenis wordt 
de datum, tijd, afstand, gelopen tijd, 
calorieën en het gemiddelde tempo of de 
gemiddelde snelheid weergegeven. In de 
hardloopgeschiedenis kunnen ook gegevens 
over de gemiddelde hartslag worden 
opgenomen als u de hartslagmeter gebruikt. 
1.  Houd  ingedrukt.
2.  Selecteer .
3.  Navigeer met 
 en   door de 
opgeslagen hardloopsessies.
4.  Druk op  om rondegegevens te 
bekijken.

1.  Houd  ingedrukt.
2.  Selecteer .
3.  Selecteer een hardloopsessie met 
 en 
.
4.  Houd 
 en   tegelijk ingedrukt.
5.  Druk op .
6.  Selecteer  als u alle hardloopsessies 
wilt verwijderen.
7.  Druk op .

Garmin Connect is websoftware voor het 
opslaan en analyseren van uw gegevens.
1.  Ga naar www.garminconnect.com/start.
2.  Volg de instructies op het scherm.
Forerunner 210 gebruikershandleiding 13
Geschiedenis



1.  Sluit de USB-kabel aan op een  
USB-poort op de computer. 
2.  Breng alle vier de contactpunten aan de 
achterzijde van de Forerunner op een 
lijn met de vier contactpunten op de 
laadclip (pagina 19).
3.  Ga naar www.garminconnect.com/start.
4.  Volg de met de software meegeleverde 
aanwijzingen.

De Forerunner is een USB-
massaopslagapparaat. Als u uw Forerunner-
bestanden niet op deze manier wilt beheren, 
kunt u deze paragraaf overslaan.
: de Forerunner is niet 
compatibel met Windows
®
 95, 98, Me en 
NT. Er is ook geen compatibiliteit met 
Mac
®
 OS 10.3 en ouder. 


OPMERKING
Het geheugen van de Forerunner bevat 
belangrijke systeembestanden en -mappen 
die niet mogen worden verwijderd. 
1.  Sluit de Forerunner met een USB-kabel 
op de computer aan (pagina 13).
14 Forerunner 210 gebruikershandleiding
Geschiedenis
De Forerunner wordt als verwisselbaar 
station weergegeven in Deze computer 
op Windows-computers en als 
een geïnstalleerd volume op Mac-
computers. 
2.  Open de Garmin-map of het Garmin-
volume.
3.  Open de map of het volume met 
activiteiten.
4.  Selecteer de bestanden.
5.  Druk op de toets  op het 
toetsenbord. 

1.  Voer een actie uit:
•  Windows-computers: klik op 
het uitwerppictogram   in de 
systeembalk.
•  Mac-computers: sleep het 
volumepictogram naar de 
Prullenmand 
. 
2.  Koppel de Forerunner los van uw 
computer. 


1.  Houd  ingedrukt.
2.  Selecteer  > .
3.  Voer de wektijd in.
4.  Selecteer  > .

De Forerunner gebruikt de informatie 
die u opgeeft over uzelf om nauwkeurige 
hardloopgegevens te berekenen. U 
kunt de volgende informatie van het 
gebruikersproel aanpassen: geslacht, 
leeftijd, en ervaren atleet. 
1.  Houd  ingedrukt. 
2.  Selecteer .
3.  Pas de instellingen aan. 
Forerunner 210 gebruikershandleiding 15
Instellingen van horloge

Een ervaren atleet is een persoon die een 
groot aantal jaren intensief heeft getraind 
(met uitzondering van lichte blessures) 
en die een hartslag in rust van 60 slagen 
per minuut of minder heeft. De instelling 
voor ervaren atleten heeft gevolgen voor 
berekeningen van de weegschaal.

Technologie voor analyse van 
calorieverbranding en hartslag wordt 
geleverd en ondersteund door Firstbeat 
Technologies Ltd. Ga voor meer informatie 
naar www.rstbeattechnologies.com.


U kunt de tijd van de dag, tijdnotatie, tonen, 
taal, eenheden en de notatie van het tempo 
of de snelheid aanpassen (pagina 4).
1.  Houd  ingedrukt. 
2.  Selecteer . 
3.  Pas de instellingen aan. 

Standaard wordt de tijd van de klok 
automatisch ingesteld wanneer de 
Forerunner satellieten heeft gevonden. 
1.  Houd  ingedrukt. 
2.  Selecteer  >  > . 
3.  Voer de tijd in en druk op .
16 Forerunner 210 gebruikershandleiding
Appendix


OPMERKING
De Forerunner is waterbestendig volgens 
IEC-standaard 60529 IPX7. Het toestel 
is bestendig tegen onderdompeling in 
1 meter water gedurende 30 minuten. 
Langer durende onderdompeling kan 
schade aan het toestel veroorzaken. 
Na onderdompeling moet u het toestel 
voorzichtig afdrogen en laten opdrogen 
voordat u deze gebruikt of oplaadt.
: gebruik de Forerunner 
niet tijdens het zwemmen.

Batterij 200 mAh oplaadbare,
lithium-ion, knoopcelbatterij
Batterijle-
vensduur
Zie pagina 18.
Bedrijfstem-
peratuur
Van -20 °C tot 60 °C
(van -4 °F tot 140 °F)
Temperatuur
bij opladen van
batterij
Van 5 °C tot 40 °C
(van 41 °F tot 104 °F)
Radiofrequentie/
-protocol
2,4 GHz ANT+-protocol
voor draadloze
communicatie
Compatibele
accessoires
De draadloze ANT+-
technologie op deze
Forerunner werkt alleen
met de hartslagmeter en de
voetsensor.
Forerunner 210 gebruikershandleiding 17
Appendix

Waterbestendig 30 m (98,4 ft)
Dit toestel verzendt geen
hartslaggegevens naar uw
GPS-toestel tijdens het
zwemmen.
Batterij Door gebruiker te
vervangen CR2032, 3 V,
(pagina 19).
Batterijle-
vensduur
Ongeveer 4,5 jaar
(1 uur per dag)
Bedrijfste-
mperatuur
Van -5 °C tot 50 °C
(van 23 °F tot 122 °F)
: draag
geschikte kleding in koude
weersomstandigheden,
zodat de hartslagmeter
niet te veel afwijkt van uw
lichaamstemperatuur.
Radiofrequentie/
-protocol
2,4 GHz ANT+-protocol
voor draadloze
communicatie

Waterbestendig 10 meter (32,9 ft.)
Batterij Door gebruiker te
vervangen CR2032, 3 V,
(pagina 19).
Batterijle-
vensduur
Ongeveer 400 uur looptijd
Bedrijfste-
mperatuur
Van -10 °C tot 60 °C
(van 14 °F tot 140 °F)
Radiofrequentie/
-protocol
2,4 GHz ANT+-protocol
voor draadloze
communicatie
18 Forerunner 210 gebruikershandleiding
Appendix


Dit product bevat een lithium-ionbatterij. 
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en
productinformatie in de verpakking 
voor productwaarschuwingen en andere 
belangrijke informatie.







1 week U traint gedurende
45 minuten per dag met
GPS. De Forerunner staat
gedurende de overige tijd in
de spaarmodus.
Tot 3 weken U gebruikt de Forerunner
gedurende de gehele tijd in
de spaarmodus.
Tot 8 uur U traint altijd met GPS.
*De werkelijke levensduur van een  
volledig opgeladen batterij hangt af van  
hoe lang u de GPS, achtergrondverlichting 
en spaarstand gebruikt. Ook blootstelling 
aan extreem lage temperaturen verkort de 
levensduur van de batterij.

Na een periode zonder activiteit wordt de 
spaarstand van de Forerunner geactiveerd. 
De Forerunner geeft daarna wel de datum 
en tijd weer, maar maakt geen verbinding 
met uw ANT+-accessoires en de GPS is 
niet in gebruik. U kunt op  drukken als 
u de spaarstand weer wilt verlaten.

OPMERKING
Om roestvorming te voorkomen, dient u 
alle contactpunten en de directe omgeving 
ervan droog te maken alvorens het toestel 
op te laden of op een computer aan te 
sluiten.
De Forerunner wordt niet opgeladen als 
de temperatuur van de batterij buiten het 
bereik valt van 5 °C–40 °C (41 °F–104 °F). 
1.  Steek het USB-uiteinde van de kabel in 
de netadapter.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Garmin Forerunner® 210, Pacific, With Heart Rate Monitor and Foot Pod (Club Version) Kasutusjuhend

Tüüp
Kasutusjuhend