Samlexpower PSI 2000-12 Omaniku manuaal

Tüüp
Omaniku manuaal
SINEWAVE INVERTER
Pure Sinusomvormer
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door voordat u uw omvormer gaat gebruiken.
Model Nr.
PSI 1000 - 12/24
PSI 1500 - 12/24
PSI 2000 - 12/24
PSI 3000 - 12/24
GEBRUIKSAANWIJZING | Index
SECTIE 1 Veiligheidsaanwijzingen .................................. 3
SECTIE 2 Algemene informatie ...................................... 6
SECTIE 3
Elektromagnetische interferentie (EMI) beperken .............. 14
SECTIE 4
Direct voeden / Geïntegreerde schakelvoeding
(SMPS (‘Switch Mode Power Supplies’)) ............................ 15
SECTIE 5 Werkprincipe ................................................17
SECTIE 6 Lay-out ......................................................... 18
SECTIE 7
Algemene informatie over loodzwavelzuuraccu’s ............. 19
SECTIE 8 Installatie....................................................... 31
SECTIE 9 Werking ........................................................43
SECTIE 10 Beveiliging .................................................. 45
SECTIE 11 Problemen oplossen ................................... 48
SECTIE 12 Specicaties................................................ 50
SECTIE 13 Garantie ..................................................... 53
SECTIE 14 Conformiteitsverklaring .............................. 54
2
SECTIE 1 | Veiligheidsaanwijzingen
3
1.1 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN EN SYMBOLEN
BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING. In deze gebruiksaanwijzing staan belangrijke
aanwijzingen voor de PSI modellen die tijdens het installeren, gebruiken en
onderhouden ervan in acht moeten worden genomen.
De volgende veiligheidssymbolen worden gebruikt in deze gebruiksaanwijzing om
veiligheid en informatie duidelijk aan te geven:
WAARSCHUWING!
Duidt op mogelijk fysiek gevaar voor de gebruiker in geval van negeren of
niet in acht nemen van de aanwijzingen.
OPGELET!
Duidt op mogelijke schade aan de apparatuur in geval van negeren of niet
! in acht nemen van de aanwijzingen.
INFO
Bevat nuttige aanvullende informatie.
i
Raadpleeg deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gaat installeren of
gebruiken om letsel bij uzelf of schade aan het apparaat te voorkomen.
1.2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN - ALGEMEEN
Vereisten installatie en bedrading
De installatie en bedrading moet voldoen aan de locale en landelijke
elektriciteitsnormen, en moet worden uitgevoerd door een bevoegd technicus.
Elektrische schokken voorkomen
Sluit de aardaansluiting op het apparaat altijd aan op het juiste aardingssysteem.
Het uit elkaar halen / repareren moeten altijd door bevoegd personeel worden
uitgevoerd.
Ontkoppel alle AC en DC-aansluitingen voordat er aan bekabeling verbonden
met het apparaat wordt gewerkt. Het in de OFF-stand zetten van de ON/OFF-
schakelaar haalt levensgevaarlijke spanningen niet volledig weg.
Wees voorzichtig als u de aansluitingen van de condensators aanraakt.
Condensators kunnen hoge dodelijke spanningen bevatten, zelfs als de voeding is
uitgeschakeld. Ontlaad de condensators voordat u gaat werken aan de circuits.
SECTIE 1 | Veiligheidsaanwijzingen
4
Installatie-omgeving
De omvormer mag alleen binnenshuis in een goed geventileerde, koele en droge
omgeving worden geïnstalleerd.
Stel het apparaat niet bloot aan vocht, regen, sneeuw of welke vloeistof dan ook.
Houd de aanzuig- en uitlaatopeningen van de koelventilator vrij zodat de kans op
oververhitting wordt gereduceerd.
Voor een goede ventilatie mag het apparaat niet in een kleine ruimte worden
geplaatst.
Brand en explosies voorkomen
Werken met het apparaat kan vlamboog of vonken veroorzaken. Het apparaat
mag dus niet worden gebruikt in ruimtes waarin brandbaar materiaal of gassen
worden opgeslagen waarvoor apparatuur beschermt tegen ontsteking is
vereist. Deze ruimtes kunnen bevatten met door gas aangedreven machinerie,
brandstoftanks en accu-compartimenten.
Voorzorgsmaatregelen als de accu’s worden gebruikt
De accu’s bevatten het hele zure verdunde zwavelzuur als elektrolyt. Er moeten
voorzorgsmaatregelen worden genomen om contact met de huid, ogen of
kleding te voorkomen.
Accu’s genereren waterstof en zuurstof tijdens het opladen en dat leidt tot een
explosief gasmengsel. De accuruimte moet goed worden geventileerd en tevens
moeten de aanbevelingen van de fabrikant in acht worden genomen.
Nooit roken of vonken veroorzaken vlakbij de accu’s.
Let erop dat u geen metalen gereedschap op de accu laat vallen. Het kan vonken
veroorzaken of de accu of andere elektrische onderdelen kortsluiten met als
gevolg een explosie.
Verwijder metalen voorwerpen zoals ringen, armbandjes en horloges als u met de
accu’s gaat werken. De accu’s kunnen een kortsluiting veroorzaken sterk genoeg
om een ring of soortgelijk voorwerpen vast te lassen, en kunnen dus ernstige
brandwonden veroorzaken.
Als u een accu moet verwijderen, moet u de terminals eerst loshalen.
Controleer of alle gebruikers zijn uitgeschakeld zodat u geen vonken veroorzaakt.
1.3 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN - GERELATEERD AAN DE
OMVORMER
Parallelschakelen van de AC-uitgang voorkomen
De AC-uitgang van het apparaat mag nooit direct worden aangesloten op een
elektrische aansluiting die ook vanuit het elektriciteitsnet / generator wordt gevoed.
Een dergelijke aansluiting kan tot een parallelle werking van de verschillende
voedingsbronnen leiden en de AC-voeding vanuit het elektriciteitsnet / generator
wordt teruggevoerd naar het apparaat met direct schade bij de uitgang van het
apparaat. Dit is ook gevaarlijk want het kan brand veroorzaken en tot andere
gevaarlijke situaties leiden. Als een elektrische aansluiting vanuit dit apparaat wordt
SECTIE 1 | Veiligheidsaanwijzingen
5
gevoed, en deze aansluiting moet tevens worden gevoed door andere AC-bronnen,
dan moet de AC-voeding vanuit alle AC-bronnen (zoals de installatie / generator /
deze omvormer) worden doorgestuurd naar een automatisch / handmatige
keuzeschakelaar en moet de uitvoer van de keuzeschakelaar worden aangesloten op
het contactpunt.
OPGELET!
Gebruik nooit een doorverbindingskabel met een mannelijk stekker
! aan beide uiteinden om de AC-uitvoer van het apparaat aan te sluiten
op een wandcontactdoos thuis of in de caravan, zodat parallelschakelen
ernstige schade aan het apparaat kan veroorzaken.
Overspanning bij de DC-invoer voorkomen
Er moet worden gegarandeerd dat de DC-invoer voor dit apparaat de 15,8 VDC bij
de 12V accusysteem, en de 31,2 VDC voor de 24V accusysteem niet overschrijdt, zodat
schade aan het apparaat wordt voorkomen. Neem de volgende procedures in acht:
Zorg ervoor dat het maximum oplaadspanning van de externe oplader /
wisselstroomdynamo / zonnecelregelaar de 15,8 VDC bij de 12V-accusysteem, en
de 31,2 VDC bij de 24V-accusysteem niet overschrijdt.
Gebruik geen direct aangesloten zonnepanelen om de op dit apparaat
aangesloten accu op te laden. Bij koude omgevingstemperaturen kan de uitvoer
van het zonnepaneel groter zijn dan 22 VDC bij het accusysteem van 12V, en
> 44 VDC voor het accusysteem van 24V. Plaats altijd een laadstroomregelaar
tussen het zonnepaneel en de accu.
Sluit dit apparaat nooit aan op een accusysteem met een voltage hoger dan
de nominale invoervoltage van de accu van het apparaat (sluit bijvoorbeeld de
12V-versie van het apparaat nooit aan op het 24V-accusysteem, of de 24V-versie
nooit aan op het 48V-accusysteem).
Een omgekeerde polariteit aan de ingang voorkomen
Tijdens het maken van accu-aansluitingen aan de ingang, moet u ervoor zorgen dat
de polariteit van de accu-aansluitingen correct is (sluit de positieve kant van de accu
aan op de positieve terminal van het apparaat, en de negatieve kant van de accu aan
op de negatieve terminal van het apparaat). Als de invoer een omgekeerde polariteit
heeft, zullen de DC-zekeringen in de omvormer doorbranden en kunnen ze
eventueel permanente schade veroorzaken bij de omvormer.
OPGELET!
Schade veroorzaakt door een omgekeerde polariteit wordt niet gedekt
! door de garantie.
Het gebruik van een externe zekering in het DC-ingangscircuit
Gebruik zekeringen uit klasse T of soortgelijke klassen met de juiste waarde
binnen 20 cm van de positieve terminal van de accu. Deze zekering is nodig om de
DC-bekabeling te beschermen. Raadpleeg de aanwijzingen in Sectie 7 - Installeren.
SECTIE 1 | Veiligheidsaanwijzingen
6
Vaste bedrading van de AC-uitgang naar AC-aansluitingen in caravans /
campers / trailer / busjes
WAARSCHUWING! ELEKTROCUTIEGEVAAR
Als dit apparaat wordt geïnstalleerd in caravans / campers / trailers / busjes
en er wordt gebruik gemaakt van vaste bedrading om de AC-uitgang van
de omvormer naar de AC-aansluiting in het voertuig te voeden, dan moet
ervoor worden gezorgd dat een aardlekschakelaar in het systeem wordt
opgenomen.
SECTIE 2 | Algemene informatie
2.1. DEFINITIES
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende denities gebruikt om verscheidene
elektrische concepten, specicaties en operaties uit te leggen:
Piekwaarde: De maximumwaarde van een elektrische parameter zoals voltage /
stroom.
Effectieve waarde (RMS - ‘Root Mean Square’): Wortel uit het gemiddelde van de
kwadraten. Een voorbeeld: een zuivere sinusgolf die wisselt tussen piekwaarden van
positief 325V en negatief 325V heeft een RMS-waarde van 230 VAC. Tevens heeft een
zuivere sinusgolf de RMS-waarde = Piekwaarde ÷ 1,414.
Voltage (V), Volt: Wordt aangegeven door “V” en de eenheid is “Volt”. De volt is
gedenieerd als het potentiaalverschil over een geleider als er stroom loopt.
Het kan DC (Direct Current - gelijkstroom, en stroomt slechts in één richting) of
AC (Alternating Current - wisselstroom, de richting verandert regelmatig) zijn.
De AC-waarde die in de specicaties wordt weergegeven is de RMS (Root Mean
Square) waarde.
Stroom (I), Amp, A: Wordt aangegeven door “I” en de eenheid is Ampère -
weergegeven als “A”. Het zijn de elektronen die door een geleider gaan als een
spanning (V) er op wordt aangesloten.
Frequentie (F), Hz: De hertz wordt gebruikt bij periodieke (zich herhalende)
verschijnselen. Een voorbeeld: cycli per seconden (of Hertz) in een sinusvormige
Spanning.
Efciency, (η): Dit is de ratio van vermogensopname ÷ vermogensinvoer.
SECTIE 2 | Algemene informatie
7
Fasehoek, (φ): Het wordt aangegeven met “φ” en geeft de hoek in graden
aan waarmee de stroomvector voor- of achterloopt op de voltagevector bij
wisselspanning. In een puur inductieve belasting, loopt de stroomvector achter
op de voltagevector met fasehoek (φ) = 90°. In een pure capacitieve belasting,
loopt de stroomvector voor op de voltagevector met fasehoek (φ) = 90°. In een
weerstandsbelasting, is de stroomvector in fase met de voltagevector en daarom is
de fasehoek (φ) = 0°. In een lading die bestaat uit een combinatie van weerstanden,
inductiviteiten en capacitanties, is de fasehoek (φ) van de netstroomvector >0° <90°,
en kan voor of achter lopen op de voltagevector.
Weerstand (R), ohm, Ω: Het is de eigenschap van een geleider die weerstand biedt
tegen de stroom als er een spanning overvalt. In een weerstand, is de stroom in
fase met het voltage. Het wordt aangegeven met “R” en de eenheid is “ohm” - ook
weergegevens als “Ω”.
inductieve reactantie (XL), capacitieve reactantie (XC) en reactantie (X): Reactantie
is de weerstand van een circuitelement tegen een verandering van de elektrische
spanning door de inductantie of capacitantie van dat element. De inductieve
reactantie (XL) is de eigenschap van een spoel in het weerstaan van elke verandering
van de elektrische stroom door de spoel Het is evenredig aan de frequentie en
inductantie, en zorgt ervoor dat de stroomvector achterloopt bij de voltagevector
bij fasehoek (φ) = 90°. Capacitieve reactantie (XC) is de eigenschap van capacitieve
elementen om weerstand te bieden tegen veranderingen in voltage. XC is omgekeerd
evenredig aan de frequentie en capacitantie en zorgt ervoor dat de stroomvector
voorloopt op de voltagevector bij fasehoek (φ) = 90°. De eenheid van zowel XL en
XC is “Ohm” - ook weergegeven als “Ω”. De effecten van inductieve reactantie XL
dat ervoor zorgt dat de stroom achterloopt op de spanning met 90° en dat van de
capacitieve reactantie XC dat ervoor zorgt dat de stroom voorloopt op de spanning
met 90° zijn exact tegengesteld aan elkaar en het netto effect is de neiging om
elkaar ongedaan te maken. Vandaar dat in een circuit met zowel inductanties en
capacitanties, de netto Reactantie (X) gelijk zal zijn aan het verschil tussen de waarde
van de inductieve en capacitieve reactanties. De netto Reactantie (X) zal inductief zijn
als XL > XC en capacitief als XC > XL.
Impedantie, Z: Het is de vector som van de weerstand en reactantievectors in een
circuit.
Actief vermogen (P), Watt: Wordt aangeven als “P” en de eenheid is “Watt”.
Het is het vermogen dat wordt verbruikt in de weerstandselementen van de lading.
Een lading heeft een aanvullend reactief vermogen nodig om de inductieve en
capacitieve elementen te voeden. Het effectieve vermogen dat nodig is, is het
schijnbare vermogen dat een vectorische som is van het actief en reactief vermogen.
Reactief vermogen (Q), VAR: Wordt aangegeven als “Q” en de eenheid is VAR.
Tijdens een cyclus wordt dit vermogen afwisselend opgeslagen en teruggestuurd
door de inductieve en capacitieve elementen van de lading. Het wordt niet verbruikt
SECTIE 2 | Algemene informatie
8
door de inductieve en capacitieve elementen in de lading maar een bepaalde waarde
reist van de AC-bron naar deze elementen in de (+) halve cyclus van de sinusvormige
spanning (positieve waarde) en dezelfde waarde wordt teruggestuurd naar de
AC-bron in de (-) halve cyclus van de sinusvormige spanning (negatieve waarde).
Vandaar dat als het gemiddelde van één hele cyclus wordt genomen, de nettowaarde
van dit vermogen 0 is. Op een directe wijze, echter, moet dit vermogen echter door
de AC-bron worden geleverd. Vandaar dat de omvormer, de AC-bedrading en de
beschermingsapparatuur tegen overstroom, qua grootte aangepast moeten worden
aan het gecombineerde effect van de actief en reactief vermogen dat het schijnbare
vermogen wordt genoemd.
Schijnbare (S) vermogen, VA: Dit vermogen, aangegeven door “S”, is de vectorische
som van het actief vermogen in Watt, en het reactief vermogen in “VAR”.
Qua omvang is het gelijk aan de RMS-waarde van voltage “V” x de RMS-waarde
van stroom “A”. De eenheid is VA. Merk op dat Schijnbaar vermogen VA meer is
dan het actief vermogen in Watt. Vandaar dat de omvormer, de AC-bedrading en de
beschermingsapparatuur tegen overstroom, qua grootte aangepast moeten worden
aan het schijnbare vermogen.
Nominaal maximum continu AC-vermogen: Deze specicatie kan zijn gespeciceerd
als “Actief vermogen” in Watt (W), of ‘Schijnbaar vermogen” in Volt. Amps
(VA). Normaal wordt het gespeciceerd in “Actief vermogen (P)” in Watt voor
weerstandsladingen die vermogensfactor = 1 hebben. Reactieve ladingen trekken
een hogere waarde aan “Schijnbaar vermogen” dat het totaal is van “Actief
en Reactief vermogen”. Dus moet de AC-voedingsbron een grootte hebben die
is gebaseerd op het hogere “Schijnbare vermogen” in (VA) voor alle Reactieve
AC-ladingen. Als de grootte van de AC-voedingsbron is gebaseerd op het lagere
“Actieve vermogen” (W) in Watt, dan kan de AC-voedingsbon misschien worden
blootgesteld aan overbelasting als Reactieve belastingen worden gevoed.
Nominaal piekvermogen: Tijdens het starten hebben bepaalde belastingen voor
een korte tijd aanzienlijk hoger piekvermogen nodig (die qua tijdsduur variëren van
tienden van milliseconden tot enkele seconden) in vergelijking met hun Nominaal
maximum continu vermogen. Onder staan enkele van dergelijk belastingen:
Elektrische motoren: Het moment dat een elektrische motor wordt ingeschakeld,
is de rotor stationair (gelijk aan “Aangelopen”), en er is geen “Tegen
elektromotorische kracht (TEMK)” en de spoelen trekken een zware piek aan
startstroom (Ampères) die “aanloopstroom voor de rotor (LRA) Locked Rotor
Amperes)“ wordt genoemd als gevolg van de lage DC-weerstand van de
spoelen. In door motoren aangedreven belastingen zoals een airconditioner
en koelcompressors en in dompelpomp (met behulp van een druktank), kan de
startpiekstroom / LRA 10 keer zo hoog zijn als de nominale vollast ampère (FLA -
Full Load Amps) / Nominaal maximum continu vermogen. De waarde en tijdsduur
van de startpiekstroom / LRA van de motor is afhankelijk van het spoelontwerp
van de motor en de inertie / weerstand tegen de beweging van door de motor
SECTIE 2 | Algemene informatie
9
aangedreven mechanische last. Als de snelheid van de motor stijgt tot de
nominale TPM, wordt in de spoelen “Tegen elektromotorische Kracht (TEMK)”
proportioneel aan de TPM gegenereerd, en reduceert de stroom proportioneel
totdat het de lopende nominale vollast ampère (FLA) / Nominaal maximum
continu vermogen trekt op de nominale TPM.
Transformatoren (bijvoorbeeld isolatietransformatoren, optrans- /
reductietransformator, krachttransformator in magnetron et cetera):
Op het moment dat een transformator een AC-voeding ontvangt, trekt de
transformator enkele milliseconden lang een zeer zware piek van ‘magnetisatie-
inschakelstroom” die 10 keer hoger kan zijn dan de Nominale maximum continu
vermogen van de transformator.
Apparaten zoals infrarode quartz halogeenverhitters (die ook in laserprinters
worden gebruikt) / quartz halogeenlampen / gloeilampen die gebruikmaken
van verhittingselementen gemaakt van wolfraam: Wolfraam heeft een zeer
hoge positieve temperatuurscoëfcient van weerstand, dat wil zeggen, het
heeft minder weerstand als het koud is, en meer weerstand als het heet is.
Verhittingselementen met wolfraam zullen koud bij het inschakelen, de
weerstand zal laag zijn en het apparaat zal dus een zeer zware piekstroom
trekken met als gevolg een zware piek in het vermogen met een waarde die
8 keer hoger kan zijn dan de Nominale maximum continu AC-vermogen.
AC naar DC Geïntegreerde schakelvoeding (Switched Mode Power Supplies
(SMPS)): Dit type voeding wordt gebruikt als stand-alone voeding of als voeding
in alle elektronische apparatuur gevoed vanuit het stroomnetwerk, bijvoorbeeld
in audio- / video-apparatuur / computers, en batterij-opladers (raadpleeg Sectie 4
voor meer informatie over SMPS). Als deze voeding wordt ingeschakeld, begint
de interne condensator met opladen met als gevolg enkelen milliseconden lang
een zeer hoge piek van inschakelstroom (raadpleeg Afb. 4.1). Deze piek van
inschakelstroom / voeding kan maximaal 15 keer hoger zijn dan de Nominale
maximum continu vermogen. De piek van inschakelstroom / voeding zal echter
worden beperkt door het nominale piekvermogen van de AC-bron.
Vermogensfactor (PF - ‘Power Factor’): Het wordt aangegeven door “PF”, en is
gelijk aan de verhouding van het actief vermogen (P) in Watt ten opzichte van het
schijnbaar vermogen (S) in VA. De maximum waarde is 1 voor weerstandsladingen
waar het actief vermogen (P) in Watt = het schijnbaar vermogen (S) in VA.
Het is 0 (nul) voor pure inductieve of pure capacitieve ladingen. Feitelijk zullen de
ladingen een combinatie van weerstands-, inductieve en capacitieve elementen
zijn, en daarom zal de waarde >0 <1 zijn. Normaal varieert het van 0,5 tot 0,8,
bijvoorbeeld in (i) AC-motoren (0,4 tot 0,8), (ii) transformatoren (0,8), (iii) AC naar
DC geïntegreerde schakelvoeding (SMPS) (0,5 tot 0,6) etcetera.
Belasting: Elektrisch apparaat dat door een elektrisch voltage wordt gevoed.
Lineaire belasting: Een lading die sinusvormige stroom trekt als het met een
sinusvormige spanning wordt gevoed. Voorbeelden zijn gloeilampen, kachels,
elektrische motoren etcetera.
SECTIE 2 | Algemene informatie
10
Niet-lineaire belasting: Een belasting die geen sinusvormige stroom trekt als
het met een sinusvormige spanning wordt gevoed. Bijvoorbeeld, geen met een
vermogensfactor gecorrigeerde geïntegreerde schakelvoeding (SMPS) die gebruikt
wordt in computers, audio- en video-apparatuur, batterijopladers etc.
Weerstandsbelasting: Een apparaat dat uit pure weerstand bestaat (zoals
gloeilampen, kookplaten, broodroosters, kofezetapparaten etc.), en dat alleen
actief vermogen (Watt) vanuit de omvormer trekt. De grootte van de omvormer
kan worden gebaseerd op de sterkte van het actief vermogen (Watt) van de
weerstandsladingen zonder dat er een overbelasting wordt gecreëerd
(met uitzondering van weerstandsladingen met een verhittingselement gebaseerd op
wolfraam zoals gebruikt in gloeilampen, quartz halogeenlampen en quartz halogeen
infraroodstralers. Deze apparaten hebben een hogere startpiekstroom nodig
vanwege de lagere weerstandswaarde als het verhittingselement koud is).
Reactieve belasting: Een apparaat dat bestaat uit een combinatie van
weerstandsinductieve en capacitieve elementen (zoals door een motor aangedreven
gereedschap, koelcompressors, magnetrons, computers en audio- en video-
apparatuur etc.). De vermogensfactor van dit type lading is <1, bijvoorbeeld
AC-motoren (PF=0,4 tot 0,8), Transformatoren (PF=0,8), AC naar DC geïntegreerde
schakelvoeding (PF=0,5 tot 0,6) et cetera. Deze apparaten hebben schijnbaar
vermogen (VA) vanuit de AC-voedingsbron nodig. Het schijnbaar vermogen is een
vectoriale som van actief vermogen (Watt) en reactief vermogen (VAR). Dus moet
de AC-voedingsbron een grootte hebben die is gebaseerd op het hogere schijnbare
vermogen (VA) en tevens zijn gebaseerd op het startende piekvermogen.
2.2 UITVOERVOLTAGE GOLFVORMEN
360
320
280
240
200
160
120
80
40
0
40
80
120
160
200
240
280
320
360
TIJD
Sinusgolf
De pure sinusgolf
gaat direct over de
nulspanning.
Een aangepaste
sinusgolf blijft enige
tijd op NUL staan,
en stijgt of daalt dan.
Aangepaste
Sinusgolf
Afb. 2.1: Pure en aangepaste sinusgolven voor 230, VAC, 50 Hz.
SECTIE 2 | Algemene informatie
11
De uitvoergolfvorm van de omvormers uit de PSI serie is een pure sinusgolf zoals de
golfvorm van het stroomnetwerk. Raadpleeg de sinusgolf geïllustreerd in Afb. 2.1
waarin ter vergelijking ook de Aangepaste sinusgolfvorm wordt afgebeeld.
In een sinusgolf stijgt en daalt het voltage moeiteloos met een moeiteloos
veranderen fasehoek, en verandert het ook zijn polariteit direct zodra het de
nulspanning passeert. In een aangepaste sinusgolf stijgt en daalt het voltage abrupt,
de fasehoek veranderd ook abrupt en blijft enige tijd hangen op nul V voordat het
de polariteit veranderd. Dus, elk apparaat dat een regelcircuit gebruikt dat de fase
(voor het voltage / snelheidsbeheer) of onmiddellijke nulspanningsovergang (voor
het regelen van de timing) detecteert, zal niet goed functioneren via een voltage
met een aangepaste sinusgolfvorm.
Bovendien is een aangepaste sinusgolf een vorm van vierkante golf; het bestaat
uit meerdere sinusgolven van oneven harmonie (meerdere) van de fundamentele
frequentie van de aangepaste sinusgolf. Een voorbeeld: een aangepaste sinusgolf
van 50 Hz bestaat uit sinusgolven met oneven harmonische frequenties bij de 3de
(150 Hz), 5de (250 Hz), 7de (350 Hz) enzovoorts. De harmonische inhoud met een
hoge frequentie in een aangepaste sinusgolf produceert geavanceerde radio-
interferentie, een hoger verhittingseffect in inductieve belastingen zoals magnetrons
en door motoren aangedreven handgereedschap, compressors in koelkasten en
airconditioners, pompen et cetera. De hogere frequentie harmonie produceert
tevens een overbelastingseffect in condensatoren met een lage frequentie
als gevolg van het verlagen van hun capacitieve reactantie door de hogere
harmonische frequenties. Deze condensatoren worden gebruikt in ballast voor
uorescente verlichting voor het verbeteren van de vermogensfactor en in eenfasige
inductiemotoren zoals start- en bedrijfscondensatoren. Dus aangepaste en vierkante
golfomvormers kunnen worden uitgeschakeld als gevolg van overbelasting als deze
apparaten worden ingeschakeld.
2.3 VOORDELEN VAN PURE SINUSGOLFOMVORMERS.
De golfvorm van de uitvoer is een sinusgolf met een zeer lage harmonische
vervorming en schoner vermogen zoals door het stroomnet geleverde elektriciteit.
Inductie ladingen zoals bij magnetrons, motoren, transformatoren et cetera, zijn
sneller, stiller en koeler.
Beter geschikt voor het voeden van uorescente verlichting uitgerust met
condensatoren voor het verbeteren van de vermogensfactor en eenfasige
motoren uitgerust met starten bedrijfscondensatoren.
Reduceert hoorbare en elektrische ruis in ventilatoren, audioversterkers,
TV-toestellen, FAX- en antwoordapparaten et cetera.
Draagt niet bij aan de mogelijkheid van crashes in computer, vreemde afdrukken
en ‘glitches’ in monitoren.
SECTIE 2 | Algemene informatie
12
2.4 ENKELE VOORBEELDEN VAN APPARATEN DIE MISSCHIEN
NIET GOED FUNCTIONEREN MET AANGEPASTE SINUSGOLVEN
EN TEVENS BESCHADIGD KUNNEN RAKEN WORDEN ONDER
WEERGEGEVEN:
Laserprinters, fotokopieermachines, en magneto-optische harde schijven.
Ingebouwde klokken in apparaten zoals klokradio’s, alarmwekkers,
kofezetapparaten, broodmachines, videorecorders, magnetrons etc. houden
de tijd misschien niet exact bij.
Regelapparatuur voor de uitvoer van voltage zoals dimmers, plafondventilator
/ snelheidsregelaar met motor werkt misschien niet goed (het dimmen / regelen
van de snelheid functioneert misschien niet).
Naaimachines met snelheidsregelaar / computergestuurde snelheid.
Apparaten met een capacitieve invoer zonder transformator zoals (i)
scheerapparaten, zaklantaarns, nachtlampjes, rookdetectors etc., en (ii) bepaalde
opladers voor batterijen die worden gebruikt in elektrisch handgereedschap
Deze kunnen beschadigd raken. Neem contact op met de fabrikant van dit type
apparatuur om erachter te komen of het geschikt is hiervoor.
Apparaten die gebruik maken van radiofrequentie signalen die door
AC-bedrading worden overgebracht.
Bepaalde nieuwe fornuizen met een computergestuurde bediening / primaire
bediening oliebrander.
‘High intensity discharge’ (HID) lampen zoals metaaldamphalogeenlampen.
Deze kunnen beschadigd raken. Neem contact op met de fabrikant van dit type
apparatuur om erachter te komen of het geschikt is hiervoor.
Bepaalde uorescente verlichting / ttingen die zijn uitgerust met
correctiecondensatoren voor de vermogensfactor. De omvormer kan uitvallen
door overbelasting.
Fornuizen geschikt voor inductiekoken.
2.5 NOMINAAL VERMOGEN VAN OMVORMERS
INFO
Raad pleeg de denities van Actieve / Reactieve / Schijnbare / Continu- /
i
Piekvermogen, Vermogensfactor, en Weerstands- / Reactieve belastingen in
Sectie 2.1 onder de titel “DEFINITIES”.
Het nominaal vermogen van omvormers wordt als volgt:
Vastgestelde maximumduurvermogen.
Nominaal piekvermogen voor hoge, kortdurende pieken in vermogen nodig voor
het opstarten van bepaalde AC-apparaten.
Raadpleeg in Sectie 2.1 in “DEFINITIES” de informatie over de twee typen nominaal
vermogen.
SECTIE 2 | Algemene informatie
13
INFO
De specicaties van de fabrikant voor het nominaal vermogen van
i
AC-apparaten geeft alleen de Nominale maximum continubedrijf aan.
Het nominaal piekvermogen voor hoog, kortdurend piekvermogen nodig
voor het starten van bepaalde apparaattypen moet worden achterhaald
door middel van testen of door navraag te doen bij de fabrikant.
Dit is misschien niet altijd mogelijk in alle gevallen en kan daarom slechts
worden geschat op basis van enkele algemene vuistregels.
In Tabel 2.1 staat een lijst met enkele veel voorkomende AC-apparaten die een hoge
kortdurend piekvermogen nodig hebben tijdens het opstarten. Bij elk van hen wordt
een advies gegeven over de “Meetfactor omvormer”, een vermenigvuldingsfactor
die moet worden toegepast op het Vastgestelde maximumduurvermogen (Actief
nominaal vermogen in Watt) van het AC-apparaat om tot de Vastgestelde
maximumduurvermogen van de omvormer te komen (vermenigvuldig het
Vastgestelde maximumduurvermogen (Actief nominaal vermogen in Watt) van
het apparaat met de aanbevolen Meetfactor om de Vastgestelde
maximumduurvermogen van de omvormer te weten te komen.
TABEL 2.1 MEETFACTOR OMVORMER
TYPE APPARAAT Meetfactor
omvormer
(lees noot 1)
Airconditioner / Koelkast / Vriezer (met compressors) 5
Luchtcompressor 4
Putpomp / Welpomp / dompelpomp 3
Vaatwasser / Wasmachine 3
Magnetron (waar het nominale uitvoervermogen het kookvermogen is) 2
Ovenventilator 3
Industriële motor 3
Draagbare kachel met kerosine / diesel 3
Cirkelzaag / Tafelslijpmachine 3
Gloei- / Halogeen- / Quartzlampen 3
Laserprinters / Andere apparaten die gebruik maken van infrarood
Quartz of halogeen verhitters.
4
Geïntegreerde schakelvoeding (SMPS): geen vermogensfactorcorrectie. 2
Fotograsche itser / Zaklantaarns 4 (Zie noot 2)
NOTEN BIJ TABEL 2.1
1. Vermenigvuldig de Vastgestelde maximumduurvermogen (Actief nominaal vermogen in Watt) van
het apparaat met de aanbevolen Meetfactor om tot de Vastgestelde maximumduurvermogen van de
omvormer te komen.
2. Bij de fotograsche itser / eenheid, is het nominaal piekvermogen van de omvormer > 4 keer het
Nominale Watt sec vermogen van de fotograsche strobe / eenheid.
SECTIE 3 | Elektromagnetische interferentie
(EMI) beperken
14
3.1 EMI-conformiteit
Deze omvormers bevatten interne schakelapparatuur die geleide en uitgestraalde
elektromagnetische interferentie (EMI) genereren. De EMI wordt niet expres
gegenereerd maar kan niet helemaal ongedaan worden gemaakt. De sterkte van de
EMI kan door het ontwerp van het circuit worden teruggebracht naar toelaatbare
niveaus. Deze beperkingen zijn ontworpen om een redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie als de apparatuur wordt gebruikt in een bedrijfs- /
commerciële / industriële omgeving. Deze omvormers zijn in staat om radiofrequente
energie te geleiden en uit te stralen, en indien niet geïnstalleerd en gebruikt
volgens de gebruiksaanwijzing, kunnen ze schadelijke interferentie veroorzaken bij
radiocommunicatie.
3.2 EMI REDUCEREN DOOR EEN GOEDE INSTALLATIE
De effecten van EMI zijn tevens afhankelijk van een aantal factoren die buiten de
macht van de omvormer liggen. Staat de omvormer vlakbij EMI-ontvangers, typen en
kwaliteit van de bedrading en kabels et cetera. EMI als gevolg van factoren buiten de
macht van de omvormer kan op de volgende manieren worden gereduceerd:
- Controleer of de of de omvormer goed is geaard naar het aardingssysteem van het
gebouw of voertuig.
- Plaats de omvormer zo ver mogelijk uit de buurt van de EMI-ontvangers zoals de
radio, audio- en videoapparatuur.
- Houd DC-kabels tussen de accu en de omvormer zo kort mogelijk.
- Houd de accubedrading niet ver van elkaar af. Tape ze aan elkaar vast om
hun inductantie en geïnduceerde spanningen te reduceren. Dit reduceert de
rimpelspanning in de accubedrading en verbeterd de prestaties en efciency.
- Bescherm de DC-bedrading met een metalen / koperen / beklede afdekking:
- Gebruik de coaxiaal beschermde kabel voor alle antenne-invoer (in plaats dubbele
bekabeling van 300 ohm).
- Gebruik kabels met een bescherming van een hoge kwaliteit om audio- en video-
apparatuur op elkaar aan te sluiten.
- Beperk het gebruik van andere apparatuur met een hoge belasting als u gebruik
maakt van audio- / video-apparatuur.
SECTIE 4 | Direct voeden / Geïntegreerde
schakelvoeding (SMPS (‘Switch Mode
Power Supplies’))
15
4.1 EIGENSCHAPPEN VAN DE GEÏNTEGREERDE SCHAKELVOEDING
(SMPS)
De geïntegreerde schakelvoeding (Switched Mode Power Supplies (SMPS)) wordt veel
gebruikt om de binnenkomende AC-voeding om te zetten in verschillende voltages
zoals 3,3V, 5V, 12V, 24V etc. die worden gebruikt om verschillende apparaten en
circuits te voeden die worden gebruikt in elektronische apparatuur zoals opladers,
computers, audio- en video-apparatuur, radio’s etc. Voor het lteren gebruikt SMPS
grote condensatoren in aan de ingang. Als de voeding wordt ingeschakeld, ontstaat
er een zeer grote inschakelstroom aangetrokken door de voeding doordat de
condensatoren voor de invoer worden geladen (de condensatoren fungeren bijna
als een kortsluiting op het moment dat de voeding wordt ingeschakeld).
De inschakelstroom bij het inschakelen is tientallen keren groter dan de nominale
RMS-invoer en duurt enkele milliseconden. Een vergelijkend voorbeeld van de
invoerspanning versus de golfvormen van de invoer is te zien in Afb. 4.1. Het is
duidelijk te zien dat de eerste invoerpuls net na het inschakelen >15 keer groter is
dan de stabiele RMS-stroom. De inschakelstroom verdwijnt na ongeveer 2 of 3 cycli,
dat wil zeggen na ongeveer 40 tot 60 milliseconden voor de 50 Hz sinusgolf.
Bovendien is de door een SMPS aangetrokken stroom (zonder een vermogens-
factorcorrectie), als gevolg van de aanwezigheid van condensatoren met een hoge
waarde, niet sinusvormig maar niet-lineair zoals weergegeven in Afb. 4.2.
De stabiele invoerstroom van SMPS is een trein van niet-lineaire pulsen in plaats van
een sinusvormige golf. Deze pulsen duren twee tot vier milliseconden, elk met een
zeer hoge piekfactor van ongeveer 3 (Piekfactor = Piekwaarde + RMS-waarde).
Veel SMPS-eenheden hebben een “inschakelstroomlimiet” ingesteld. De meest
gebruikte methode is de NTC-weerstand (Negative Temperature Coefcient).
De NTC-weerstand heeft een hoge weerstand als het koud is, en een lage weerstand
als het heet is. De NTC-weerstand is serieel aangesloten met de invoer op de voeding.
De koude weerstand beperkt de invoerstroom terwijl de condensatoren aan het
opladen zijn. De invoerstroom verhit de NTC en de weerstand wordt minder tijdens
normaal gebruik. Als de voeding daarentegen snel in en uit wordt geschakeld zal de
NTC-weerstand heet zijn zodat de lage weerstand ervan de inschakelstroom niet kan
tegenhouden.
De omvormer moet daarom het juiste vermogen hebben om de hoge
inschakelstroom en de hoge piekfactor van de door de SMPS te leveren stroom
te kunnen weerstaan. Normaal hebben omvormers een kortdurend nominaal
piekvermogen van 2 keer hun Vastgestelde continue vermogen.
Daarom wordt aanbevolen dat het vastgestelde continue vermogen van de
omvormer >2 keer het continue vermogen van de SMPS te laten zijn als de grootte
van de omvormer moet worden ingesteld op een piekfactor van 3. Voorbeeld: een
SMPS met een waarde van 100 Watt moet worden gevoed vanuit een omvormer met
een Vastgestelde continue vermogen van > 200 Watt.
SECTIE 4 | Direct voeden / Geïntegreerde
schakelvoeding (SMPS (‘Switch Mode
Power Supplies’))
16
Invoerspanning
Inschakelstroom
OPMERKING: De
schalen voor de spanning
en de stroom wijken af.
Peak inrush
current Nominale stabiele
invoer-RMS
Afb. 4.1: Inschakelstroom in een SMPS.
TIJD
Piekstroom
RMS-stroom
Spanninginvoer
sinusgolf
Piekfactor = Piekstroom = 3
RMS-stroom
Voltage (+)Voltage (-)
Stroom (+) Stroom (-)
OPMERKING: De
schalen voor de
spanning en de
stroom wijken af.
Niet-lineaire
invoerpuls
Afb. 4.2: Piekfactor van stroom aangetrokken door SMPS.
SECTIE 5 | Werkprincipe
17
5.1 ALGEMEEN:
Deze omvormers zetten DC-accuspanning om naar AC-spanning met een RMS-
waarde (Root Mean Square) van 230 VAC, 50 Hz RMS.
5.2 GOLFVORM UITVOER PURE SINUSGOLF
De golfvorm van de AC-spanning is een pure sinusgolfvorm gelijk aan de golfvorm
van het stroomnet. (Aanvullende informatie over de pure sinusgolfvorm en de
voordelen ervan worden besproken in de Secties 2.2 tot 2.4.)
In Afb.5.1 staan de eigenschappen van de sinusgolfvorm van 230 VAC 50 Hz.
De onmiddellijke waarde en polariteit van het voltage varieert cyclisch met
betrekking tot tijd. Een voorbeeld: in een cyclus in een 230 VAC 50 Hz systeem stijgt
het langzaam in de positieve richting vanaf 0V tot een piek positieve waarde
“Vpeak” = +325V en daalt langzaam naar 0V, verandert de polariteit in de negatieve
richting en stijgt langzaam in de negatieve richting tot een piek negatieve waarde
“Vpeak” = -325V, en daalt langzaam weer naar 0V. Er zijn 50 van dergelijke cycli
in 1 sec. De cycli per seconden worden de “frequentie” en ook wel “Hertz (Hz)”
genoemd. De tijdsperiode van 1 cyclus is 20 ms.
TIJD
0V
Piek negatief voltage
- VPEAK = - 325V
VRMS = 230 VAC
Piek positief voltage
+ VPEAK = + 325V
Voltage (+)Voltage (-)
20 ms
5.3 WERKPRINCIPE
Het omzetten van de spanning gebeurd in twee fasen. In de eerste fase wordt
de DC-spanning van de accu omgezet naar een DC met een hoog voltage met
behulp van hoogfrequent schakelen en pulsduurmodulatie (PWM - ‘Pulse Width
Modulation’). In de tweede fase wordt de DC met het hoge voltage omgezet naar
een AC-sinusgolf van 230 VAC 50 met behulp van de pulsduurmodulatie.(PWM).
Dit wordt gedaan met behulp van een speciale techniek die golven vorm geeft waar
de DC met det hoge spanning wordt omgeschakeld op een hoge frequentie en de
pulsbreedte van dit omschakelen wordt gemoduleerd op basis van een sinusgolf die
ter referentie dient.
Afb. 5.1: 230 VAC 50 Hz Pure
sinusgolfvorm.
SECTIE 6 | Lay-out
18
PSI 1000-12
PSI 1000-24
PSI 1500-12
PSI 1500-24
PSI 2000-12
PSI 2000-24
PSI 3000-12
PSI 3000-12
1 2 3
1 2 3 4
4 5
1. lucht inlaat gleuven
2. Dubbele AC uitgang
3. Schakelaar AAN/UIT
1. DC ingang “-”
2. Aardingsterminal
3. Ventilator
4. DC ingang “+”
4. LED indicator
5. Aansluiting afstandsbediening
SECTIE 7 | Algemene informatie over
loodzwavelzuuraccu’s
19
7.1 ALGEMEEN
Loodzwavelzuuraccu’s kunnen worden onderverdeeld naar type gebruik:
1. Auto accu - starten/verlichten/ontsteken (SLI, ook wel bekend als startaccu), en
2. Diepontladingen (deep cycle).
Voor het voeden van omvormers wordt aangeraden loodzwavelzuuraccu’s voor
diepontladingen te gebruiken.
7.2 LOODZWAVELZUURACCU’S VOOR DIEPONTLADINGEN
Accu’s voor diepontladingen zijn uitgerust met dikke platen zodat ze als primaire
voedingsbronnen kunnen worden gebruikt, een constante ontladingssnelheid
hebben, in staat zijn om diep te worden ontladen tot 80% van de capaciteit, en
om herhaaldelijk te kunnen worden opgeladen. Ze worden op de markt gebracht
voor gebruik in caravans, boten, en elektrische golfkarretjes - ze worden ook wel
caravanaccu’s of bootaccu’s genoemd. Gebruik diepontladingsaccu’s voor het voeden
van deze omvormers.
7.3 NOMINALE CAPACITEIT AANGEGEVEN IN AMPERE-UUR (AH)
De accucapaciteit “C” wordt aangegeven in Ampère-uren (Ah - ‘Ampere-hours’)
Een Ampère is de meeteenheid voor elektrische stroom en wordt gedenieerd
als een Coulomb van lading die in één seconde door een elektrische geleider
stroomt. De capaciteit “C” in Ah heeft te maken met het in staat zijn van de accu
om een constant opgegeven waarde aan ontladingsstroom te geven (ook wel
de “C-snelheid” genoemd: Raadpleeg Sectie 7.6 hierover), in een opgegeven
tijd in uren voordat de accu een opgegeven ontladen klemspanning (ook wel de
“Eindspanning” genoemd). Als maatstaf gebruikt de automobielsector accu’s bij
een ontladingsstroom of C-snelheid van C/20 Ampère dat overeenkomt met een
ontladingsperiode van 20 uren. De nominale capaciteit “C” in Ah in dit geval is het
aantal Ampères van de stroom die de accu 20 uren lang kan leveren bij 26,7°C (80°F)
totdat het voltage daalt naar 1,75V / Cel, dat wil zeggen 10.7V voor een 12V-Accu,
21.4V voor een 24V-accu en 42V voor een 48V-accu. Een 100 Ah-accu zal 20 uren lang
5A leveren.
7.4 NOMINALE CAPACITEIT AANGEGEVEN IN RESERVECAPACITEIT
(RC)
De accucapaciteit kan ook worden uitgedrukt in Reservecapaciteit (RC) in minuten
typisch voor automobiel SLI-accu’s (Starting, Lighting and Ignition). Het is de tijd in
minuten dat een voertuig kan rijden nadat het oplaadsysteem is uitgevallen. Dit is
SECTIE 7 | Algemene informatie over
loodzwavelzuuraccu’s
20
ongeveer gelijk aan de voorwaarden nadat de dynamo uitvalt terwijl het voertuig
‘s nachts wordt gereden met de koplampen ingeschakeld. De accu alleen moet de
koplampen en de computer/ontstekingsysteeem van stroom voorzien.
De aangenomen acculading is een constante ontladingsstroom van 25A.
De reservecapaciteit is de tijd in minuten waarin de accu 25 Ampère kan leveren bij
26,7°C (80°F) totdat het voltage daalt naar 1,75V / Cel, dat wil zeggen 10,7V voor een
12V-Accu, 21.4V voor een 24V-accu en 42V voor een 48V-accu.
De geschatte relatie tussen de twee eenheden is:
Capaciteit “C” in Ah = Reservecapaciteit in RC minuten x 0,6.
7.5 ACCUMATEN DIE VEEL VOORKOMEN
In Tabel 7.1 staat informatie over enkele populaire accumaten:
TABEL 7.1 POPULAIRE ACCUMATEN
BCI* Group Accuvoltage, V Accucapaciteit, Ah
27 / 31 12 105
4D 12 160
8D 12 225
GC2** 6220
* Battery Council International; ** Golfkarretje
7.6 LAAD-/ONTLAADSTROMEN SPECIFICEREN: C-SNELHEID
De elektrische energie wordt in de vorm van DC-voeding opgeslagen in een cel
/ accu. De waarde van de opgeslagen energie is gerelateerd aan de hoeveelheid
actief materiaal dat op de accuplaten en de oppervlakte van de platen zit, en de
hoeveelheid elektrolyt dat de platen bedekt. Zoals uitgelegd in het bovenstaande,
wordt de hoeveelheid aan opgeslagen elektrische energie ook wel de capaciteit van
de accu genoemd en wordt het aangeduid met het symbool “C”.
De tijd in uren waarin de accu wordt ontladen tot de “Eindspanning” met als doel
het aangeven van de Ah-capaciteit is afhankelijk van het type gebruik. Laten we deze
ontladingstijd in uren uitdrukken in “T”. Laten we de ontlaadstroom van de accu de
“C-snelheid” noemen. Als de accu een zeer hoge ontladingsstroom levert, dan wordt
de accu in een kortere tijdsperiode ontladen tot de “Eindspanning”. Aan de andere
kant geld dat als de accu een lagere ontladingsstroom levert, de accu in een langere
tijdsperiode zal worden ontladen tot de “Eindspanning’.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Samlexpower PSI 2000-12 Omaniku manuaal

Tüüp
Omaniku manuaal

teistes keeltes