THEBEN DU 1 DALI KNX Kasutusjuhend

Tüüp
Kasutusjuhend

See käsiraamat sobib ka

2022-10-20
KNX-handboek
Inbouw DALI Broadcast Controller
DU 1 DALI KNX, DU 1 DALI RF KNX
4942580
4941681
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
Inhoudsopgave
1 BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN DU 1 DALI S RF KNX! 3
2 Functionele eigenschappen 4
3 Technische gegevens 5
3.1 Belangrijke aanwijzingen 6
4 Algemene informatie over KNX-Secure 7
4.1 Inbedrijfstelling met ‘KNX Data-Secure’ 8
4.2 Inbedrijfstelling zonder "KNX-Data-Secure" 8
5 Algemene informatie over DALI 9
5.1 DALI systeembeschrijving 9
5.2 Schema van het schakelprincipe 10
5.3 Reactie van DALI-deelnemers bij uitval van de EVA-bedrijfsspanning 10
5.4 Reactie van DALI-deelnemers bij terugkeer van de EVA-bedrijfsspanning 10
6 Het applicatieprogramma DU 1 DALI KNX 11
6.1 Keuze in de productdatabase 11
6.2 Communicatieobjecten overzicht 12
6.3 Communicatieobjecten beschrijving 16
6.4 Parameterpagina’s overzicht 27
6.5 Algemene parameters 28
6.6 Parameters voor de DALI-actor 29
6.7 Parameters voor de externe ingangen I1, I2 als pure binaire KNX-ingangen 45
6.8 Parameters voor de directe aansturing van de dimactor 62
7 Toepassingsvoorbeelden 67
7.1 Directe aansturing: basisconfiguratie 67
7.2 Dimkanaal via de bus besturen 69
8 Bijlage 72
8.1 Prioriteitsvolgorde 72
8.2 Toepassing van de functie Soft-schakelen 73
8.3 Toepassing voorrangsfunctie 79
8.4 DALI EVA 80
8.5 4-bit-telegrammen (lichter/donkerder) 80
8.6 De scènes 82
8.7 Omrekening procenten in hexadecimale en decimale waarden 86
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
1 BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN
DU 1 DALI S RF KNX!
Gevaar door elektrische schokken!
Het apparaat is bij de klemmen en stekkers niet geïsoleerd!
Op de ingangen staat netspanning!
Bij aansluiting van de ingangen of voor elke ingreep in een van de ingangen de
230 V-voeding van het apparaat onderbreken.
Installeer het apparaat aanraakveilig.
Zorg voor een minimale afstand van 3 mm tot stroomgeleidende delen of voor extra
isolatie met bijv. verdelers.
De isolatie van de niet-gebruikte ingangen niet verwijderen.
De aders van de niet-gebruikte ingangen niet afknippen.
Geen netspanning (230 V) of andere externe spanningen op de ingangen aansluiten!
Bij de installatie op voldoende isolatie tussen netspanning (230 V) en bus resp.
ingangen letten (min. 5,5 mm).
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
2 Functionele eigenschappen
DALI-actor 1 DALI-uitgang
Parallelle aansluiting van de DALI-bedrijfsapparaten op de uitgang
Kanaalafhankelijke communicatie via Broadcast-opdrachten.
Geen afzonderlijke of groepsbesturing van de DALI-bedrijfsapparaten
Stel DALI-spanning voor uitgang beschikbaar
Schakelen
Soft-schakelen
Dimmen (relatief, absoluut, dimcurve, dimtijd, …)
Kleurregeling (RGB, RGBW, kleurtemperatuur)
Deelname aan centrale objecten
Scènes (8 scènegeheugens)
Blokkeringsfunctie
Voorrangsfunctie
Bedrijfsurenteller en service
Diagnosemeldingen
Parameterinstelling en ingebruikname met ETS
Ondersteuning van KNX Data Secure
Voedingsspanning via netaansluiting
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
3 Technische gegevens
Bedrijfsspanning
230 V AC, +10% / 15%
Frequentie
50 60 Hz
Eigen verbruik stand-by
DU 1 DALI KNX: 0,35 W
DU 1 DALI S RF KNX: 0,7 W
Eigen verbruik KNX
1
5 mA
Bedrijfsspanning KNX 2
21 32 V
Afmetingen B x H x D
DU 1 DALI KNX: 44,4 x 48,6 x 32,3 mm
DU 1 DALI S RF KNX: 44,4 x 48,6 x 24,9 mm
Toegestane
omgevingstemperatuur
-5 °C … +45 °C
Beschermingsgraad
IP20
Beschermingsklasse
II bij voorgeschreven montage
Soort montage
Inbouw
Aansluittype
Schroefklemmen | busaansluiting: KNX-busklem
3
Max. diameter klemmen
Massief: 0,5 mm² (Ø 0,8 mm) tot 4 mm²
Draad met adereindhuls: 0,5 mm² tot 2,5 mm²
Aantal kanalen
1
Max. stroomsterkte
60 mA
Statusweergave
Nee
DU 1 DALI S RF KNX
Radiografische standaard
4
RF1.R
Zendfrequentie
868,3 MHz
Signaalvermogen
< 10 mW
Codering
FSK (Frequency Shift Keying)
Transceivertype
bidirectioneel
1 DU 1 DALI KNX
2 DU 1 DALI KNX
3 DU 1 DALI KNX
4 Radiografische eigenschappen: DU 1 DALI S RF KNX
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
3.1 Belangrijke aanwijzingen
De DALI-actor stuurt bedrijfsapparaten met DALI-interface (bijv. EVA's, LED-converters,
transformatoren etc.) aan.
Het apparaat is een Single Master Application Controller (volgens EN 62386-103), d.w.z.
dat het apparaat alleen mag worden gebruikt in DALI-segmenten met aangesloten EVA's
en niet met aanvullende DALI-stuurapparaten binnen het segment (geen Multi-Master-
gebruik).
Op een DALI-uitgang kunnen max. 30 DALI-deelnemers worden aangesloten. De DALI-
deelnemers worden via Broadcast-opdrachten aangestuurd. Een adressering of
groepering van de DALI-apparaten is niet noodzakelijk.
De DALI-actor dient als interface tussen het DALI-systeem en de KNX-bus. Voor het
schakelen en dimmen van de aangesloten DALI-apparaten.
Voor de totale DALI-installatie van een segment mag de max. kabellengte van 300 m niet
worden overschreden (ø 1,5 mm²).
De netspanning wordt aangesloten overeenkomstig het opschrift op de behuizing (L en
N). Voor de aansluiting op de KNX-bus wordt de KNX-stekkerklem gebruikt.
De kabels van de DALI-segmenten worden op de klemmen DA+, DA- aangesloten.
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
4 Algemene informatie over KNX-Secure
Vanaf ETS5 versie 5.5 wordt veilige communicatie in KNX-systemen ondersteund. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen veilige communicatie via het medium IP met behulp van KNX IP-
Secure en veilige communicatie via de media TP en RF met behulp van KNX Data-Secure. De
onderstaande informatie heeft betrekking op KNX-Data-Secure.
In de catalogus van ETS worden KNX-producten met ondersteuning van 'KNX-Secure' eenduidig
gekenmerkt.
Zodra een 'KNX-Secure'-apparaat in het project wordt ingevoegd, vraagt de ETS om een
projectwachtwoord. Als geen wachtwoord wordt ingevoerd, wordt het apparaat met
gedeactiveerde Secure-modus ingevoegd. Het wachtwoord kan achteraf in het projectoverzicht
worden ingevoerd of veranderd.
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
4.1 Inbedrijfstelling met ‘KNX Data-Secure’
Voor de veilige communicatie is de FDSK (Factory Device Setup Key) nodig. Als een KNX-product
met ondersteuning van ‘KNX Data-Secure’ in een regel wordt ingevoegd, vraagt de ETS om
invoer van de FDSK. Deze apparaatspecifieke sleutel is afgedrukt op het etiket van het apparaat
en kan ofwel via het toetsenbord worden ingevoerd, ofwel met behulp van de codescanner of de
camera van de notebook worden ingelezen.
Voorbeeld FDSK op apparaatetiket:
De ETS genereert na invoer van de FDSK een apparaatspecifieke toolsleutel. Via de bus stuurt de
ETS de toolsleutel naar het apparaat dat moet worden geconfigureerd. De overdracht wordt met
de oorspronkelijke en voorheen ingevoerde FDSK-sleutel versleuteld en geverifieerd. De
toolsleutel noch de FDSK-sleutel wordt niet-gecodeerd via de bus verstuurd.
Het apparaat accepteert na de vorige actie alleen nog de toolsleutel voor verdere communicatie
met de ETS.
De FDSK-sleutel wordt niet meer gebruikt voor de verdere communicatie, tenzij het apparaat
wordt gereset naar de fabrieksinstelling. Daarbij worden alle ingestelde, veiligheidsrelevante
gegevens gewist.
De ETS genereert zo veel tijdelijke sleutels als nodig zijn voor de groepscommunicatie die men
wil beschermen. Via de bus stuurt de ETS de tijdelijke sleutel naar het apparaat dat moet
worden geconfigureerd. De overdracht vindt plaats wanneer het apparaat via de toolsleutel
wordt versleuteld en geverifieerd. De tijdelijke sleutels worden nooit niet-gecodeerd via de bus
verstuurd.
De FDSK wordt in het project opgeslagen en is in het projectoverzicht te zien.
Bovendien kunnen alle sleutels door dit project worden geëxporteerd (back-up).
Bij de projectplanning kan vervolgens worden gedefinieerd welke functies/objecten beveiligd
moeten communiceren. Alle objecten met versleutelde communicatie zijn in de ETS te
herkennen aan het pictogram "Secure".
4.2 Inbedrijfstelling zonder "KNX-Data-Secure"
Als alternatief kan het apparaat ook zonder KNX Data-Secure in gebruik worden genomen. In dit
geval is het apparaat niet beveiligd en gedraagt het zich als andere KNX-apparaten zonder de
functie KNX Data-Secure.
Voor de ingebruikname van het apparaat zonder KNX Data-Secure markeert u het apparaat in
de paragraaf 'Topologie' of 'Apparaat' en zet u in het gedeelte 'Eigenschappen' op het tabblad
'Instellingen' de optie 'Veilige inbedrijfstelling' op 'Gedeactiveerd'.
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
5 Algemene informatie over DALI
Aan de moderne verlichtingstechniek worden vele verschillende eisen gesteld. Ging het vroeger
alleen om verlichting om te kunnen zien, tegenwoordig staan eigenschappen zoals comfort,
sfeer, functionaliteit en energiebesparing voorop. Bovendien wordt een moderne
verlichtingsinstallatie steeds vaker in het Facility Management van de
gebouwinstallatie geïntegreerd, om de toestand van de totale verlichting te bewaken. Vaak is
een complex lichtmanagement vereist dat optimaal is afgestemd op het gebruik van de
betreffende ruimtes. Aan al deze eisen kan met de traditionele 1-10-V-techniek onvoldoende of
alleen met hoge kosten worden voldaan. Om die redenen werd de DALI-standaard (DIN EN
62386, daarvoor DIN EN 60929) samen met de toonaangevende fabrikanten van EVA's
ontwikkeld. Deze beschrijft en bepaalt de digitale interface DALI (Digital Addressable Lighting
Interface) voor bedrijfsapparaten voor de verlichtingstechniek.
DALI heeft zich bewezen als de fabrikantneutrale standaard in de verlichtingstechniek. De
moderne verlichtingstechniek wordt gekenmerkt door een breed scala aan
voorschakelapparaten, transformatoren, dimmers en relais met DALI-interface.
5.1 DALI systeembeschrijving
In de DALI-actor is de DALI-voeding geïntegreerd zodat geen aanvullende voeding, bv. DALI-PS
op de gateway moet worden aangesloten.
De DALI-actor verzendt als DALI-Master Broadcast-telegrammen.
Broadcast-telegrammen zijn telegrammen waarnaar alle DALI-deelnemers samen luisteren,
waardoor de deelnemers allemaal tegelijkertijd worden aangestuurd.
In tegenstelling tot de 1-10-V-techniek heeft een DALI-voorschakelapparaat (EVA) een
elektronisch schakelelement. Daarom is geen apart relais voor het schakelen van de EVA meer
noodzakelijk en dus ook geen berekening van het schakelvermogen. Dankzij het elektronisch
schakelelement is een geruisloos schakelen mogelijk.
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
5.2 Schema van het schakelprincipe
5.3 Reactie van DALI-deelnemers bij uitval van de EVA-
bedrijfsspanning
Bij uitval van de EVA-bedrijfsspanning, meestal 230 V, van het DALI-bedrijfsmiddel, bijv. EVA,
gaat het licht uit en het voorschakeapparaat werkt niet meer.
Deze toestand wordt door de DU 1 DALI KNX als netfout herkend.
5.4 Reactie van DALI-deelnemers bij terugkeer van de EVA-
bedrijfsspanning
Bij levering reageren de bedrijfsapparaten met DALI-interface meestal zodanig dat de
verlichting - wanneer de EVA-bedrijfsspanning voor de eerste keer wordt aangesloten of bij
terugkeer van de EVA-bedrijfsspanning - naar de maximale helderheid schakelt. Deze
lichtsterkte (Power-On Level) is vooraf door de EVA-fabrikant ingesteld en dient als een soort
veiligheidsfunctie. De elektrotechnische installateur heeft dus de mogelijkheid om tijdens de
inbedrijfstelling, ook zonder geprogrammeerde DALI Master, alleen met een normale
installatieautomaat door in- en uitschakelen van de 230 V-bedrijfsspanning de DALI-verlichting
uit te schakelen.
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
6 Het applicatieprogramma DU 1 DALI KNX
6.1 Keuze in de productdatabase
Fabrikant
Productfamilie
Producttype
Programmanaam
De ETS-database vindt u in onze online ETS-catalogus en op onze website:
www.theben.de/downloads
Aantal communicatieobjecten
45
Aantal groepsadressen
255
Aantal toewijzingen
255
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
6.2 Communicatieobjecten overzicht
6.2.1 Dimmer, kanaal C1
Nr.
Objectnaam
Functie
Lengte
R
W
C
T
DPT
1
Kanaal C1
Schakelen AAN/UIT
1 bit
-
W
C
-
1.001
2
Kanaal C1
Lichter/donkerder
4 bit
-
W
C
-
3.007
3
Kanaal C1
Dimwaarde
1 byte
-
W
C
-
5.001
4
Kanaal C1
Soft-schakelen
1 bit
-
W
C
-
1.001
5
Kanaal C1
Blokkeren
1 bit
-
W
C
-
1.001
6
Kanaal C1
Scènes oproepen/opslaan
1 byte
-
W
C
-
18.001
7 Kanaal C1
Scènes vrijgeven = 1
1 bit
-
W
C
-
1.001
Scènes blokkeren = 1
1 bit
-
W
C
-
1.001
8 Kanaal C1
Voorrang
2 bit
-
W
C
-
2.001
Dimwaarde bij voorrang
1 byte
-
W
C
-
5.001
Voorrang = 1
1 bit
-
W
C
-
1.001
Voorrang = 0
1 bit
-
W
C
-
1.001
9
Kanaal C1
Dimwaardebegrenzing
1 byte
-
W
C
-
5.001
10
Kanaal C1
Retourmelding Aan/Uit
1 bit
R
-
C
T
1.001
11
Kanaal C1
Retourmelding in %
1 byte
R
-
C
T
5.001
12 Kanaal C1
Retourmelding bedrijfsuren
4 bytes
R
-
C
T
13.100
Tijd tot de volgende service
4 bytes
R
-
C
T
13.100
13
Kanaal C1
Service noodzakelijk
1 bit
R
-
C
T
1.001
14 Kanaal C1
Reset service
1 bit
-
W
C
-
1.001
Reset bedrijfsuren
1 bit
-
W
C
-
1.001
15
Kanaal C1
Algemene foutmelding
1 bit
R
-
C
T
1.001
16
Kanaal C1
Storing DALI/net
1 bit
R
-
C
T
1.001
17
Kanaal C1
Lampstoring
1 bit
R
-
C
T
1.001
19 Kanaal C1
Kleurregeling RGB
3 bytes
-
W
C
232.600
Kleurtemperatuur
2 bytes
-
W
C
7.600
Kleurregeling RGBW
6 bytes
-
W
C
251.600
20 Kanaal C1
Kleurregeling (RGB rood)
1 byte
-
W
C
5.001
Kleurregeling (kleurtoon)
1 byte
-
W
C
5.003
Relatieve kleurtemperatuur
1 byte
-
W
C
5.001
21 Kanaal C1
Kleurregeling (RGB groen)
1 byte
-
W
C
5.001
Kleurregeling (verzadiging)
1 byte
-
W
C
5.001
22
Kanaal C1
Kleurregeling (RGB blauw)
1 byte
-
W
C
5.001
23
Kanaal C1
Kleurregeling wit
1 byte
-
W
C
5.001
24 Kanaal C1
Kleurwissel (RGB rood)
4 bit
-
W
C
3.007
Kleurwissel (kleurtoon)
4 bit
-
W
C
3.007
Kleurtemperatuurwissel
4 bit
-
W
C
3.007
25 Kanaal C1
Kleurwissel (RGB groen)
4 bit
-
W
C
3.007
Kleurwissel (verzadiging)
4 bit
-
W
C
3.007
26
Kanaal C1
Kleurwissel (RGB blauw)
4 bit
-
W
C
3.007
27
Kanaal C1
Kleurwissel wit
4 bit
-
W
C
3.007
28 Kanaal C1
Kleurstatus RGB
3 bytes
R
-
C
T
232.600
Kleurstatus RGBW
6 bytes
R
-
C
T
251.600
Kleurtemperatuur status
2 bytes
R
-
C
T
7.600
29 Kanaal C1
Kleurstatus (RGB rood)
1 byte
R
-
C
T
5.001
Kleurstatus (kleurtoon)
1 byte
R
-
C
T
5.003
30
Kanaal C1
Kleurstatus (RGB groen)
1 byte
R
-
C
T
5.001
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
Nr.
Objectnaam
Functie
Lengte
R
W
C
T
DPT
Kleurstatus (verzadiging)
1 byte
R
-
C
T
5.001
31
Kanaal C1
Kleurstatus (RGB blauw)
1 byte
R
-
C
T
5.001
32
Kanaal C1
Kleurstatus wit
1 byte
R
-
C
T
5.001
33
Kanaal C1
Schakelen AAN/UIT (RGB rood)
1 bit
-
W
C
-
1.001
34
Kanaal C1
Schakelen AAN/UIT (RGB groen)
1 bit
-
W
C
-
1.001
35
Kanaal C1
Schakelen AAN/UIT (RGB blauw)
1 bit
-
W
C
-
1.001
36
Kanaal C1
Schakelen AAN/UIT wit
1 bit
-
W
C
-
1.001
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
6.2.2 Externe ingangen: functie schakelaar resp. toets
Nr. Objectnaam Functie Lengte R W C T DPT
41 Kanaal I1.1
Schakelen 1 bit R W C T 1.001
Prioriteit 2 bit R - C T 2.001
Percentage zenden 1 byte R - C T 5.001
Waarde zenden 1 byte R - C T 5.010
42 Kanaal I1.2
Schakelen 1 bit R W C T 1.001
Prioriteit 2 bit R - C T 2.001
Percentage zenden 1 byte R - C T 5.001
Waarde zenden 1 byte R - C T 5.010
45 Kanaal I1 Blokkeren = 1 1 bit - W C - 1.001
Blokkeren = 0 1 bit - W C - 1.003
51-55 Kanaal I2 (details: zie Kanaal I1)
6.2.3 Externe ingangen: functie dimmen
Nr. Objectnaam Functie Lengte R W C T DPT
41 Kanaal I1 Schakelen 1 bit R W C T 1.001
42 Kanaal I1
Lichter/donkerder 4 bit R - C T 3.007
Lichter 4 bit R - C T 3.007
Donkerder 4 bit R - C T 3.007
43 Kanaal I1.1
Schakelen 1 bit R W C T 1.001
Prioriteit 2 bit R - C T 2.001
Percentage zenden 1 byte R - C T 5.001
Waarde zenden 1 byte R - C T 5.010
45 Kanaal I1 Blokkeren = 1 1 bit - W C - 1.001
Blokkeren = 0 1 bit - W C - 1.003
51-55 Kanaal I2 (details: zie Kanaal I1)
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
6.2.4 Externe ingangen: functie jaloezie
Nr. Objectnaam Functie Lengte R W C T DPT
41 Kanaal I1 Step / Stop 1 bit R - C T 1.010
42 Kanaal I1
OMHOOG/OMLAAG 1 bit R W C T 1.008
OMHOOG 1 bit R - C T 1.008
OMLAAG 1 bit R - C T 1.008
43 Kanaal I1.1
Schakelen 1 bit R W C T 1.001
Prioriteit 2 bit R - C T 2.001
Percentage zenden 1 byte R - C T 5.001
Hoogte % 5 1 byte R - C T 5.001
Waarde zenden 1 byte R - C T 5.010
2 byte 9.x 2 bytes R - C T 9.xxx
4 byte 14.x 4 bytes R - C T 14.xxx
44 Kanaal I1.2 Lamel % 6 1 byte R - C T 5.001
45 Kanaal I1 Blokkeren = 1 1 bit - W C - 1.001
Blokkeren = 0 1 bit - W C - 1.003
51-55 Kanaal I2 (details: zie Kanaal I1)
6.2.5 Externe ingangen: functie Temperatuuringang (alleen I2)
Nr. Objectnaam Functie Lengte R W C T DPT
51 Kanaal I2 Werkelijke temperatuur 2 byte R - C T 9.001
6.2.6 Gemeenschappelijke objecten
Nr. Objectnaam Functie Lengte R
W
C T DPT
71 Centraal Centraal continu AAN 1 bit - W
C - 1.001
72 Centraal Centraal continu UIT 1 bit - W
C - 1.001
73 Centraal Centraal Schakelen AAN/UIT 1 bit - W
C - 1.001
74 Centraal Centraal scènes oproepen/opslaan 1 byte - W
C - 18.001
5 Bij dubbel klikken met objecttype = hoogte % + lamel %
6 Bij dubbel klikken met objecttype = hoogte % + lamel %
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
6.3 Communicatieobjecten beschrijving
6.3.1 Objecten voor de DALI-actor
Object 1: Schakelen AAN/UIT
1 = Last inschakelen.
0 = Last uitschakelen.
Zie ook: parameter Inschakelwaarde.
Object 2: lichter/donkerder
Dit object wordt met 4-bit-telegrammen aangestuurd (DPT 3.007 Control_Dimming).
Met deze functie kan het licht stapsgewijs omhoog of omlaag worden gedimd.
Standaard worden telegrammen met 64 stappen gezonden.
BELANGRIJK: de reactie op 4-bit-telegrammen hangt af van de parameter In- en uitschakelen
met 4-bit-telegram.
Zie bijlage: 4-bit-telegrammen (lichter/donkerder)
Object 3: dimwaarde
Met dit object kan de gewenste dimwaarde direct worden gekozen.
Formaat: 1 byte percentage.
0 = 0%
255 = 100%
Object 4: Soft-schakelen
Een 1 naar dit object start een Soft-schakelcyclus: de lichtsterkte wordt, uitgaande van de
minimale lichtsterkte, geleidelijk verhoogd.
De dimwaarde blijft daarna binnen de ingestelde tijd constant. Na afloop van deze tijd wordt
weer geleidelijk naar de ingestelde waarde na Soft-UIT gedimd.
Daarbij wordt rekening gehouden met de ingestelde minimale en maximale dimwaarde.
De cyclus kan door telegrammen worden verlengd of voortijdig worden beëindigd.
Dit verloop kan ook met een schakelklok worden aangestuurd, wanneer de parameter Tijd
tussen Soft-Aan en Soft-Uit op tot telegram Soft Uit staat.
De dimcyclus wordt dan met een 1 gestart en met een 0 beëindigd.
Zie bijlage: Toepassing van de functie Soft-schakelen
Object 5: Blokkeren
Reactie bij het activeren en deactiveren van de blokkering kan met parameters worden ingesteld
als de blokkeringsfunctie werd geactiveerd (parameterpagina Functiekeuze).
De blokkering wordt pas actief na ontvangst van het Object Aan, d.w.z. dat het kanaal bij
Blokkeren met 0 na terugkeer van de busspanning niet geblokkeerd is.
Is de parameter Reactie bij instellen van de blokkering = geen reactie, dan wordt een lopend
proces voor Soft-schakelen niet onderbroken.
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
Object 6: Scènes oproepen/opslaan
Alleen beschikbaar als de scènefunctie werd geactiveerd (parameterpagina Functiekeuze).
Met dit object kunnen scènes worden opgeslagen en later weer worden opgevraagd.
Bij het opslaan wordt de dimwaarde en indien geselecteerd ook de kleurwaarde van het kanaal
opgeslagen.
Daarbij maakt het niet uit hoe deze dimwaarde is ontstaan (via schakelopdrachten of centrale
objecten).
Bij het oproepen wordt de opgeslagen dim- en kleurwaarde gereset.
De scènenummers van 1 t/m 63 worden ondersteund.
Het kanaal kan aan max. 8 scènes deelnemen.
Zie bijlage: De scènes
Object 7: Scènes blokkeren = 1, Scènes vrijgeven = 1
Blokkeert de scènefunctie, met een 1 of met een 0, afhankelijk van de ingestelde parameters.
Gedurende de blokkering kunnen geen scènes meer worden opgeslagen en opgeroepen.
Object 8: Voorrang, dimwaarde bij voorrang, voorrang = 1, Voorrang = 0
De functie van het voorrangsobject kan met parameters worden ingesteld als 1- of 2-bit- of als
1-byte-object.
Formaat van
het
voorrangsobjec
t
Voorrang
Reactie bij voorrang
activeren met
beëindigen met
Begin
Einde
1 bit
1 of 0
(parametreerbaar
)
0 of 1
(parametreerbaar
)
kan via parameters worden ingesteld in
het applicatieprogramma
2 bit
Voorrang
ingeschakeld = 3
Voorrang
uitgeschakeld = 2
Voorrang
deactiveren = 0
of 1
kan met parameters
worden ingesteld in
het
applicatieprogramma
.
Parametreerbaa
r
1 byte
1-100%
0
Het
activeringstelegram
geldt gelijktijdig als
voorrangsdimwaarde
Parametreerbaa
r
Een kleurwaarde wordt ook gezonden, zie parameter Kleurwaarde BZW: kleurtemperatuur bij
continu RGB op de parameterpagina Kleurwaarde.
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
Object 9: Dimwaardebegrenzing
Via het object Dimwaardebegrenzing kan de dimwaarde tijdelijk worden begrensd. Dit zorgt
ervoor dat bijv. 's nachts een basisverlichting niet wordt overschreden, terwijl 's avonds het
volledige verlichtingsbereik kan worden benut.
Bij objectwaarde = 0, is de dimwaarde niet begrensd.
Als de objectwaarde groter is dan 0, geeft deze waarde de grenswaarde voor de dimwaarde
aan.
Is de objectwaarde kleiner dan de ingestelde minimale dimwaarde, dan wordt de lichtsterkte tot
deze minimale dimwaarde begrensd.
Als de begrenzing wordt opgeheven, blijft de dimwaarde net zolang begrensd totdat een nieuwe
dimopdracht wordt ontvangen.
De Soft-Aan- en Soft-Uit-tijden worden tijdens de begrenzing zo aangepast dat de snelheid van
de lichtsterkteverandering gelijk blijft als zonder begrenzing.
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
Object 10: Retourmelding Aan/Uit
Zendt de huidige dimstatus:
1 = huidige dimwaarde ligt tussen 1% en 100%
0 = huidige dimwaarde is = 0%
Object 11: Retourmelding in %
Zendt de nieuwe dimwaarde na wijziging zodra het dimmen is afgesloten, d.w.z. zodra de
nieuwe gewenste waarde werd bereikt.
Formaat: 1 byte, 0 ... 255, d.w.z. 0 ... 100%
Object 12: Retourmelding bedrijfsuren, Tijd tot de volgende service
Alleen beschikbaar als de bedrijfsurentellerfunctie werd geactiveerd (parameterpagina
Functiekeuze).
Meldt, afhankelijk van het gekozen type bedrijfsurenteller (parameterpagina Bedrijfsurenteller
en Service), de resterende tijd tot aan het verstrijken van het ingestelde service-interval of de
huidige stand van de bedrijfsurenteller.
Object 13: Service noodzakelijk
Alleen beschikbaar als de bedrijfsurentellerfunctie werd geactiveerd (parameterpagina
Functiekeuze) en Type bedrijfsurenteller = teller voor tijd tot de volgende service.
Meldt of het ingestelde service-interval is verstreken.
0 = niet verstreken
1 = service-interval is verstreken
Object 14: Resetten service, resetten bedrijfsuren“
Alleen beschikbaar als de bedrijfsurentellerfunctie werd geactiveerd.
(Parameterpagina Functiekeuze).
Object 15: Algemene foutmelding
Dient als signaal voor storing:
0 = Geen fout
1 = er werd een fout vastgesteld
Een algemene fout ontstaat wanneer een van de overige fouten werd herkend.
Deze melding kan bijv. op een display worden weergegeven.
Object 16: Storing DALI/net
Storing DALI-bus werd herkend.
(overbelasting of kortsluiting)
Bij overbelasting is de gemeten stroom op de DALI-bus te hoog.
Bij kortsluiting is de gemeten spanning op de DALI-bus te laag.
Object 17: Lampstoring
Meldt een storing van de lamp.
KNX-Producthandboek DU 1 DALI KNX, DU 1 S RF DALI KNX
Functie kleurtemperatuur
Object 19: Absolute kleurtemperatuur (2 bytes)
DPT 7.600. Zendt kleurtemperatuurtelegrammen van 1000 tot 10000 K.
Object 20: Relatieve kleurtemperatuur (1 byte)
DPT 5.001. Via dit object kan de kleurtemperatuur worden ingesteld. Het object is een %-
waarde en stelt de kleurtemperatuur in procent in tussen de minimale en maximale
kleurtemperatuur.
Object 24: Kleurwissel
DPT 3.007. Via dit object kan de kleurtemperatuur worden gewisseld. Onafhankelijk van de bits
0..2 in het 4-bit-dimtelegram wordt altijd het gehele bereik van 0..100% doorlopen.
Object 28: Kleurtemperatuur status
DPT 7.600. Via dit object wordt de kleurtemperatuur gemeld.
Functie RGB / RGBW
Bij deze kleurwaarden kunnen de kleurcomponenten samen in een object of gescheiden
naar meerdere objecten worden gezonden.
In het HSV- resp. HSVW-formaat vindt de uitvoer uitsluitend via gescheiden objecten
plaats.
Objecten 19-36: Kleurregeling
Functie
Type
Nr.
Object functie
RGB-kleurregeling
(benaderen van een vaste
waarde)
RGB 3 bytes
19
Kleurregeling RGB
RGB gescheiden objecten
20
RGB rood
21
RGB groen
22
RGB blauw
HSV gescheiden objecten
20
HSV-kleurtoon
21
HSV-verzadiging
RGB kleurwissel
(met een bepaalde waarde
verschoven)
RGB gescheiden objecten
24
RGB rood
25
RGB groen
26
RGB blauw
HSV gescheiden objecten
24
HSV-kleurtoon
25
HSV-verzadiging
RGB-kleurstatus
(waarde naar bus zenden)
RGB 3 bytes
28
Kleurstatus RGB
RGB gescheiden objecten
29
RGB rood
30
RGB groen
31
RGB blauw
HSV gescheiden objecten
29
HSV-kleurtoon
30
HSV-verzadiging
RGB Schakelen AAN/UIT
(Kleur schakelen)
RGB gescheiden objecten
33
RGB rood
34
RGB groen
35
RGB blauw
RGBW-kleurregeling
(benaderen van een vaste
RGBW 6 bytes
19
Kleurregeling RGBW
RGBW gescheiden objecten
20
RGB(W) rood
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86

THEBEN DU 1 DALI KNX Kasutusjuhend

Tüüp
Kasutusjuhend
See käsiraamat sobib ka

teistes keeltes