NEC MultiSync EA271U Omaniku manuaal

Kategooria
Telerid
Tüüp
Omaniku manuaal
Zoek de modelnaam op het label aan de achterkant van de monitor.
MODEL: EA271U, EA271U-BK
De voorschriften voor deze monitor zijn van toepassing op een van de bovenstaande modelnamen.
Desktopmonitor
MultiSync EA271U
Gebruikershandleiding
Index
WAARSCHUWING .......................................................................................................................Nederlands-1
LET OP! ........................................................................................................................................Nederlands-1
Registratiegegevens .....................................................................................................................Nederlands-2
Aanbevolen gebruik ......................................................................................................................Nederlands-3
Veiligheidsmaatregelen en onderhoud .................................................................................Nederlands-3
Ergonomie ............................................................................................................................Nederlands-4
Het lcd-scherm schoonmaken ..............................................................................................Nederlands-4
De behuizing schoonmaken .................................................................................................Nederlands-4
Namen en functies van onderdelen ..............................................................................................Nederlands-5
Snel aan de slag ...........................................................................................................................Nederlands-6
ControlSync ..................................................................................................................................Nederlands-11
Bedieningselementen ...................................................................................................................Nederlands-13
De functie Picture Mode (Beeldmodus) gebruiken .......................................................................Nederlands-22
Specificaties .................................................................................................................................Nederlands-23
Kenmerken ...................................................................................................................................Nederlands-25
Problemen oplossen .....................................................................................................................Nederlands-27
De persoonsdetectiefunctie ..........................................................................................................Nederlands-30
De functie Auto Brightness (Automatische helderheid) gebruiken ...............................................Nederlands-31
De functie MULTI PICTURE (Multibeeld) gebruiken ....................................................................Nederlands-32
De zoomfunctie gebruiken ............................................................................................................Nederlands-33
DisplayPort, USB Type-C-compatibiliteit voor resolutie van 3840 x 2160 ....................................Nederlands-35
Recycle- en energie-informatie van de fabrikant ..........................................................................Nederlands-36
Nederlands-1
Nederlands
WAARSCHUWING
STEL DEZE EENHEID NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT, OM ZO DE KANS OP BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE
VERMIJDEN. GEBRUIK DE GEPOLARISEERDE STEKKER VAN DEZE EENHEID NIET MET EEN VERLENGSNOER OF CONTACTDOOS
OF ANDERE STOPCONTACTEN TENZIJ U DE POLEN VOLLEDIG IN HET CONTACTPUNT KUNT PLAATSEN.
OPEN DE BEHUIZING NIET. DEZE BEVAT ONDERDELEN DIE ONDER HOGE SPANNING STAAN. HET ONDERHOUD MAG ALLEEN
WORDEN UITGEVOERD DOOR BEVOEGDE EN HIERVOOR OPGELEIDE ONDERHOUDSTECHNICI.
LET OP!
CONTROLEER OF HET UITEINDE VAN DE VOEDINGSKABEL WEL DEGELIJK UIT HET STOPCONTACT IS GEHAALD, OM DE
KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN. HAAL HET UITEINDE VAN DE VOEDINGSKABEL UIT HET STOPCONTACT
VAN DE WISSELSTROOMBRON OM DE STROOMVOORZIENING VOLLEDIG TE ONDERBREKEN. VERWIJDER DE KLEP NIET
(NOCH DE ACHTERZIJDE). BEVAT GEEN INTERNE ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN WORDEN VERVANGEN
OF ONDERHOUDEN. HET ONDERHOUD MAG ALLEEN WORDEN UITGEVOERD DOOR BEVOEGDE EN HIERVOOR OPGELEIDE
ONDERHOUDSTECHNICI.
Dit symbool waarschuwt de gebruiker dat de eenheid een niet-geïsoleerde voltagebron bevat die sterk genoeg is om
elektrische schokken te veroorzaken. Het is bijgevolg gevaarlijk de onderdelen in deze eenheid aan te raken.
Dit symbool wijst de gebruiker op belangrijke informatie over de werking en het onderhoud van deze eenheid. Lees deze
informatie altijd zorgvuldig om eventuele problemen te vermijden.
LET OP: Gebruik de voedingskabel die bij de display is meegeleverd op basis van de specificaties in de onderstaande tabel.
Als geen voedingskabel is meegeleverd, neemt u contact op met NEC. Gebruik voor alle andere gevallen de voedingskabel met de
stekkeruitvoering die overeenkomt met het stopcontact waarop de monitor wordt aangesloten. De compatibele voedingskabel komt
overeen met de spanning van de wisselstroombron. Deze voedingskabel is goedgekeurd en voldoet aan de veiligheidsnormen in uw
land van aanschaf.
Dit product is ontworpen om te worden gebruikt met een geaarde voedingskabel. Als de voedingskabel niet geaard is, kan een
elektrische schok veroorzaakt worden. Zorg ervoor dat de voedingskabel correct geaard is.
Type connector Noord-Amerika Europees continent V.K. China Japans
Vorm van
stekker
Regio
V.S./Canada Europese Unie V.K. China Japan
Voltage
120* 230 230 220 100
* Wanneer u de monitor gebruikt met de wisselstroomvoeding van 125-240 V, moet u een voedingskabel gebruiken die geschikt is voor
het voltage van het stopcontact waarop u de monitor aansluit.
OPMERKING: Het onderhoud van dit product kan alleen worden uitgevoerd in het land waar het is gekocht.
Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation. NEC is een geregistreerd handelsmerk van NEC Corporation.
ErgoDesign is een geregistreerd handelsmerk van NEC Display Solutions in de Benelux, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië,
Noorwegen, Oostenrijk, Spanje, Verenigd Koninkrijk en Zweden.
EnErgy Star is een in de Verenigde Staten geregistreerd handelsmerk.
Alle overige merk- en productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaren.
Als EnErgy Star
®
-partner heeft NEC Display Solutions of America, Inc. bepaald dat dit product beantwoordt
aan de EnErgy Star-richtlijnen voor een efficiënt energiegebruik. Het EnErgy Star-logo geeft niet noodzakelijk
EPA-goedkeuring voor een product of service aan.
DisplayPort en DisplayPort Compliance Logo zijn handelsmerken van de Video Electronics Standards Association
in de Verenigde Staten en andere landen.
MultiSync is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van NEC Display Solutions, Ltd. in Japan en
andere landen.
HDCP (High-bandwith Digital Content Protection): HDCP is een systeem ter voorkoming van het illegaal kopiëren van videogegevens
die zijn verzonden via een digitaal signaal. Als u geen materiaal kunt bekijken via het digitale signaal, betekent dit niet per se dat het
scherm niet goed functioneert. Bij het implementeren van HDCP kan het voorkomen dan bepaalde inhoud wordt beschermd met HDCP
en deze wordt daardoor mogelijk niet weergegeven vanwege de beslissing/bedoeling van de HDCP-gemeenschap (Digital Content
Protection, LLC).
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het HDMI-logo zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing Administrator, Inc
in de Verenigde Staten en andere landen.
• DitproductisvoornamelijkbedoeldvoorgebruikalsIT-apparatuurineenbedrijfs-ofhuishoudelijkeomgeving.
• Hetproductmoetwordenaangeslotenaaneencomputerenisnietbedoeldvoorhetweergevenvantv-ofradiosignalen.
Nederlands-2
Registratiegegevens
Kabelinformatie
LET OP: Gebruik de meegeleverde, aangeduide kabels voor deze monitor om geen storing te veroorzaken in de radio- en
televisieontvangst.
Gebruikt voor HDMI, DisplayPort, USB en AUDIO een afgeschermde signaalkabel. Het gebruik van andere kabels
en adapters kan radio- en tv-storing veroorzaken.
FCC-informatie
WAARSCHUWING: De Amerikaanse Federal Communications Commission staat geen aanpassingen of wijzigingen aan het
apparaat toe MET UITZONDERING VAN wijzigingen die door NEC Display Solutions of America, Inc.
in deze handleiding worden gespecificeerd. Het niet naleven van deze overheidsvoorschriften kan uw
recht op het gebruik van dit apparaat ongeldig maken.
1. De voedingskabel die u gebruikt, moet zijn goedgekeurd en moet voldoen aan de veiligheidsnormen die in de VS van
toepassing zijn en aan de volgende voorwaarden voldoen.
Voedingskabel
Vorm van de stekker
Niet-afgeschermd, 3 draden
VS
2. Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een digitaal apparaat van
klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke storing bij installatie in een huiselijke omgeving. Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie
voortgebracht, gebruikt en uitgestraald. Als de apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan
deze schadelijke radiostoring veroorzaken. Er is echter geen garantie dat de storing niet zal optreden in een specifieke
configuratie. Als deze apparatuur schadelijke radio- of tv-storing veroorzaakt (u kunt dit controleren door de apparatuur
uit te schakelen en opnieuw in te schakelen), kunt u proberen het probleem te verhelpen door een of meer van de
volgende maatregelen uit te voeren:
• Verplaatsdeontvangstantenneofwijzigderichtingervan.
• Vergrootdeafstandtussenhetapparaatendeontvanger.
• Sluithetapparaataanopeenstopcontactdatzichopeenandercircuitdandeontvangerbevindt.
• Neemcontactopmetdeleverancierofeenervarenradio-/tv-technicusvoorassistentie.
Indien noodzakelijk moet de gebruiker contact opnemen met de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur voor extra
advies. Raadpleeg ook het volgende Engelstalige boekje van de Federal Communications Commission (FCC): “How to
Identify and Resolve Radio-TV Interference Problems” (“Storingsproblemen bij radio en tv vaststellen en oplossen”). U
kunt dit boekje bestellen bij U.S. Government Printing Office, Washington, D.C., 20402, artikelnummer 004-000-00345-4.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
(1) het apparaat mag geen schadelijke radiostoring veroorzaken en (2) het apparaat moet alle ontvangen radiostoringen
accepteren, inclusief radiostoring die de werking kan verstoren.
Verantwoordelijke in de Verenigde Staten: NEC Display Solutions of America, Inc.
Adres: 3250 Lacey Rd, Ste 500
Downers Grove, IL 60515
Tel.nr.: 630-467-3000
Type product: Beeldschermmonitor
Apparaatklasse: Klasse B, randapparatuur
Model: MultiSync EA271U (EA271U, EA271U-BK)
Hierbij verklaren wij dat de hierboven vermelde apparatuur voldoet
aan de technische normen die zijn bepaald in de FCC-voorschriften.
Voor een lijst met onze TCO Certified-monitoren en hun TCO-certificering (alleen in het Engels) verwijzen wij u naar
onze website op
https://www.nec-display.com/global/about/legal_regulation/TCO_mn/index.html
LET OP: Bevestig dat het distributiesysteem in de installatie de stroomonderbreker van 120/240V, 20A (maximum) inzet.
Nederlands-3
Nederlands
Aanbevolen gebruik
Veiligheidsmaatregelen en onderhoud
VOOR EEN OPTIMAAL RESULTAAT BIJ DE INSTALLATIE EN HET
GEBRUIK VAN DE LCD-KLEURENMONITOR IS HET BELANGRIJK
DAT U DE ONDERSTAANDE INSTRUCTIES VOLGT:
• OPENNOOITDEMONITOR.De monitor bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden vervangen of
onderhouden. Bovendien loopt u het risico op elektrische schokken of andere gevaren wanneer u de monitor opent of de behuizing
verwijdert. Het onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door bevoegde en hiervoor opgeleide onderhoudstechnici.
• Morsgeenvloeistoffenophetrastervandemonitorengebruikdemonitornietindebuurtvanwater.
• Steekgeenvoorwerpenindeventilatiegleuven.Dezekunneninaanrakingkomenmetonderdelendieonderhoogspanningstaan,
wat kan leiden tot elektrische schokken, brand, een defect van het apparaat of ernstige verwondingen en zelfs de dood.
• Plaatsgeenzwarevoorwerpenopdevoedingskabel.Eenbeschadigdevoedingskabelkanelektrischeschokkenofbrandtotgevolg
hebben.
• Plaatsdittoestelnietopeenhellendeofonstabieleondergrond,houderoftafel.Demonitorzoudankunnenvallenenzoernstig
beschadigd raken.
• Devoedingskabeldieugebruikt,moetzijngoedgekeurdenmoetvoldoenaandeveiligheidsnormendieinuwlandvantoepassing
zijn. (In Europa moet bijvoorbeeld type H05VV-F 3G 0,75 mm
2
worden gebruikt).
• GebruikersinGroot-BrittanniëdieneneendoorhetBSgoedgekeurdevoedingskabelmetgietstekkereningebouwdezwarte
zekering (5A) voor de monitor te gebruiken.
• Monteerdemonitornietbuiten.
• Devoedingskabelmagnietgebogen,gekniktofopeenanderemanierbeschadigdzijn.
• Gebruikdemonitornietbijhogetemperaturenofinvochtige,stofgeofvettigeomgevingen.
• Dekdeventilatieopeningenvandemonitornietaf.
• Trillingenkunnendeachtergrondverlichtingbeschadigen.Installeerdemonitornietopplekkenwaarconstantetrillingenvoorkomen.
• Raakdevloeibarekristallennietaaningevaldemonitorofhetglasbreektengavoorzichtigtewerk.
• OmschadeaandeLCD-monitortevermijden,dieveroorzaaktwordtdooromvallenvanwegeaardbevingenofandereschokken,
moet u de monitor in een stabiele omgeving plaatsen en maatregelen nemen om omvallen te voorkomen.
• Schakelonmiddellijkdestroomuitenhaaldestekkervanuwmonitoruithetstopcontactenganaareenveiligelocatie.Neem
vervolgens contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Als de monitor in deze staat wordt gebruikt, kan de monitor vallen,
vlam vatten of een elektrische schok afgeven:
• Alshetvoetstukvandemonitorgebarstenisoflosschilfert.
• Indienbeschadigingenzoalsbarstenoptredenofhetapparaatongewoonwankelt.
• Alsdemonitoreenongebruikelijkegeurafgeeft.
Als de voedingskabel of stekker beschadigd is.
• Alsvloeistofopdemonitorisgemorstofvoorwerpenindemonitorzijngevallen.
• Alsdemonitorisblootgesteldaanregenofinsijpelendwater.
• Alsdemonitorisgevallenofdebehuizingbeschadigdis.
• Alsdemonitornietcorrectfunctioneerthoeweludenormalegebruiksinstructiesinachthebtgenomen.
• Zorg voor een goede ventilatie rond de monitor, zodat de warmte goed kan worden afgevoerd. Controleer altijd of de
ventilatieopeningen vrij zijn en plaats de monitor niet in de buurt van een radiator of andere warmtebronnen.
Plaats nooit voorwerpen op de monitor.
• Ukunthetbestehetschermvandestroombronloskoppelendoordestekkervandevoedingskabeluithetstopcontacttenemen.
Plaats de monitor dicht bij een stopcontact dat makkelijk bereikbaar is.
• Gavoorzichtigtewerkalsuhetschermmoetverplaatsenofvervoeren.Bewaardeverpakkingvooreeneventueel transport.
• Gavoorzichtigtewerktijdensinstallatieenbijstellingompersoonlijkletselenbeschadigingvandemonitortevoorkomen.
• Sluiteenhoofdtelefoonnietopdemonitoraanterwijludezeophebt.Afhankelijkvanhetvolumeniveaukanditgehoorschadeen
gehoorverlies veroorzaken.
• Draaialleschroevengoedvast.Dooreenlosseschroefzoudemonitorvandezwenkarmofvoetkunnenvallen.
•
Raak het lcd-scherm niet aan tijdens het vervoeren, installeren en instellen. Druk op het lcd-scherm kan ernstige schade veroorzaken.
Ingebrand beeld: Van inbranding of ingebrand beeld is sprake wanneer een 'schaduw' van een vorig beeld op het scherm zichtbaar
blijft. In tegenstelling tot CRT-monitoren is een inbranding op een LCD-monitor niet van blijvende aard, maar de weergave van een
stilstaand beeld gedurende langere tijd moet worden vermeden.
U maakt de inbranding ongedaan door de monitor net zo lang uitgeschakeld te laten als het vorige beeld op het scherm is
weergegeven. Als een beeld bijvoorbeeld gedurende 1 uur is weergegeven en de “geest” van dat beeld blijft achter, schakelt u de
monitor 1 uur uit om het ingebrande beeld ongedaan te maken.
OPMERKING: Zoals bij alle andere persoonlijke weergaveapparaten raadt NEC DISPLAY SOLUTIONS u aan regelmatig gebruik te
maken van een bewegende schermbeveiliging wanneer het scherm inactief is of de monitor uit te schakelen wanneer u deze niet gebruikt.
LET OP!
WAARSCHUWING
Nederlands-4
U KUNT VERMOEIDHEID VAN UW OGEN, SCHOUDERS EN NEK TOT EEN MINIMUM
BEPERKEN DOOR DE MONITOR CORRECT TE PLAATSEN EN GOED AF TE STELLEN.
CONTROLEER DE VOLGENDE PUNTEN WANNEER U DE MONITOR INSTALLEERT:
Ergonomie
De volgende aanbevelingen bieden maximale ergonomische resultaten:
• Vooreenoptimaalresultaatlaatudemonitoreerst20minutenopwarmen.Geefnooit
lange tijd vaste patronen op de monitor weer. Zo vermijdt u dat het beeld inbrandt.
• Steldehoogtevandemonitorzodanigindatdebovenzijdevanhetschermzichopof
net onder ooghoogte bevindt. Uw ogen zouden licht omlaag moeten zijn gericht wanneer
u naar het midden van het scherm kijkt.
• Plaatsdemonitornietdichterdan40cmennietverderdan70cmvanuwogen
verwijderd. De optimale afstand voor de monitor is 50 cm.
• Ontspanuwogenafentoedoorelkuurgedurende5tot10minutennaareenvoorwerp
te kijken dat minstens 6 meter van u is verwijderd.
• Plaatsdemonitorineenhoekvan90gradentenopzichtevanramenenandere
lichtbronnen, om eventuele reflecties op het scherm te voorkomen. Stel de hellingshoek van de monitor zodanig in, dat de
plafondverlichting niet op het scherm wordt gereflecteerd.
• Alsudoorhetgereecteerdelichtdegegevensophetschermmoeilijkkuntlezen,brengdaneenantireectielterophet
scherm aan.
• Gebruikdeinstellingenvoorhelderheidencontrastomdeleesbaarheidtevergroten.
• Gebruikeendocumenthouderenplaatsdezedichtbijdemonitor.
• Plaatshetvoorwerpwaaruhetmeestenaarkijkt(hetschermofhetreferentiemateriaal)directvooru,zodatuuwhoofdzo
weinig mogelijk hoeft te draaien.
• Knippervaakmetdeogen.Oefeningendoenmetdeogenkanvermoeidheidvandeogenverminderen.Neemcontactop
met uw oogarts. Laat uw ogen regelmatig door een arts onderzoeken.
• Wijzigdehelderheidineengemiddeldeinstellingomtevoorkomendatuwogenvermoeidraken.Plaatseenwitvelpapier
naast het LCD-scherm ter referentie.
• Stelhetcontrastnietopdemaximalewaardein.
• Gebruikdefabrieksinstellingenvoordegrootteenpositievanhetbeeld,enstandaardsignalen.
• Gebruikdevoorafingesteldewaardenvoordekleureninstellingen.
• Gebruiknon-interlacedsignalen.
• Kiesbijeendonkereachtergrondnietdeprimairekleurblauwomtevermijdendatumoeilijkleestenuwogensneller
vermoeid raken.
• Geschiktvoorentertainmentdoeleindenbijgecontroleerdomgevingslichtomstorendereectiesophetschermte
voorkomen.
Het lcd-scherm schoonmaken
• Wanneerhetschermstofgis,wistudezevoorzichtigmeteenzachtedoekschoon.
• MaakhetoppervlakvandeLCD-monitorschoonmeteenpluisvrije,niet-schurendedoek.Vermijdhetgebruikvan
reinigingsvloeistoffen of glasreinigers.
• Gebruiknooithardeofruwevoorwerpenomhetlcd-schermschoontevegen.
• Drukniettehardophetoppervlakvanhetlcd-scherm.
• Gebruikgeenreinigingsmiddelenmetorganischezuren,wanthierdoorkanhetoppervlakvanhetLCD-schermworden
aangetast of verkleuren.
De behuizing schoonmaken
• Schakeldestroomuitenmaakdevoedingskabellos
• Veegdebehuizingvoorzichtigschoonmeteenzachtedoek
• Omdebehuizingtereinigen,maaktueendoekmeteenneutraalreinigingsmiddelenwatwatereenbeetjevochtig,veegtu
de behuizing schoon en veegt u met een droge doek alles vervolgens droog.
OPMERKING: Maak de behuizing daarom NIET schoon met een product dat benzeen, verdunningsmiddel, alkalisch
reinigingsmiddel, een reinigingsproduct op basis van alcohol, glasreinigingsmiddel, boenmiddel, glansmiddel,
zeeppoeder of insecticide bevat. Zorg ervoor dat de behuizing niet gedurende lange tijd in contact komt met
rubber of vinyl. Deze vloeistoffen en stoffen kunnen ertoe leiden dat de verflaag wordt aangetast, gaat barsten
of afschilfert.
Voor meer informatie over het inrichten van een gezonde werkomgeving, schrijft u naar American National Standard for Human
FactorsEngineeringofComputerWorkstations-ANSI/HFES100-2007-TheHumanFactorsSociety,Inc.P.O.Box1369,Santa
Monica,California90406,VS.
Nederlands-5
Nederlands
Namen en functies van onderdelen
Bedieningspaneel
LED
Aan/uit-knop
Bedieningsknoppen
Zie het gedeelte Bedieningselementen. Zie pagina 13.
A AC IN-connector
Deze connector zorgt voor de verbinding met de
meegeleverde voedingskabel.
B HDMI 2 IN
HDMI-ingangssignaal.
Ondersteunt 4K bij 30 Hz in HDMI 2.
C HDMI 1 IN
HDMI-ingangssignaal.
Ondersteunt 4K bij 60 Hz in HDMI 1.
D DisplayPort IN
DisplayPort-ingangssignaal.
E ControlSync IN/OUT
Aansluiting met de meegeleverde ControlSync-kabel.
Zie pagina 11.
F USB-C-poort
Maakt verbinding met USB type-C-compatibele externe
apparatuur, zoals een computer.
Geschikt voor het opladen van een aangesloten USB-
apparaat (USB Power Delivery) Zie de pagina Specificaties.
OPMERKING: • OndersteuntDisplayPort-signalendieworden
ingevoerd wanneer een aangesloten USB-C-
apparaat voldoet aan USB Power Delivery.
• WerktalseenUSB-hub.
• Levertstroomtoevoernaareenaangesloten
apparaat wanneer de functie is ingeschakeld in
de OSD (USB-functionaliteit moet zijn ingesteld
op AUTO (Automatisch) of ON (Aan).
OPMERKING: • Standaardmaximale
gegevensoverdrachtsnelheid komt overeen
met USB 2.0. De overdrachtsnelheid kan
worden gewijzigd in het OSD-menu
“USB SETTING” (USB-Instelling).
G USB-upstreampoort (type B)
Aansluiting voor externe apparatuur, zoals een computer.
Gebruik deze poort voor het bedienen van de monitor vanaf
aangesloten externe apparatuur.
H USB-downstreampoort (type A)
Aansluiting voor USB-apparaten.
Aansluiting voor externe apparatuur, zoals een computer
met USB.
I Hoofdtelefoonaansluiting
Maakt verbinding met een hoofdtelefoon.
LET OP: Sluit geen hoofdtelefoon aan op de monitor
terwijl u deze op uw hoofd hebt.
Afhankelijk van het volumeniveau kan dit
uw oren beschadigen en gehoorverlies
veroorzaken.
J Classificatielabel
K Beveiligingsaansluiting
Sleuf voor veiligheids- en diefstalbeveiligingsslot dat
compatibel is met Kensington beveiligingskabels/-apparatuur.
Ga voor producten naar de website van Kensington.
Terminalpaneel
Nederlands-6
Snel aan de slag
Voor de inhoud van de doos raadpleegt u het afgedrukte inhoudsblad dat in de doos wordt geleverd.
De LCD-beeldschermvoet aan het voetstuk bevestigen:
1. Plaats de monitor met de voorzijde omlaag op een niet-schurend
oppervlak (zie illustratie 1).
2. Draaidevoet90graden,zoalswordtweergegevenin
illustratie 1.
LET OP: Wees voorzichtig wanneer u aan de voet trekt.
Uw vingers kunnen beklemd raken.
3. Bevestig het voetstuk aan de voet en draai de schroef aan de
onderkant van het voetstuk vast (zie illustratie 2).
OPMERKING: Voer deze procedure in omgekeerde volgorde uit als u de monitor opnieuw wilt
inpakken.
Volg de onderstaande instructies om de lcd-monitor op uw computersysteem aan te sluiten:
OPMERKING: Lees het gedeelte “Aanbevolen gebruik” (pagina 3) voordat u installeert.
LET OP: Draai alle schroeven goed vast.
OPMERKING: Welke accessoires worden meegeleverd is afhankelijk van de locatie waar de LCD-monitor wordt geleverd.
1. Zet de computer uit.
2. Voor een pc met een DisplayPort-uitgang: Sluit de DisplayPort-kabel aan op de connector van de videokaart in uw
systeem (Illustratie A.1).
Voor pc's met HDMI-uitgang: Sluit de HDMI-kabel aan op de connector van de videokaart in uw systeem (Illustratie A.2).
Voor een Mac of pc met Thunderbolt- of Mini DisplayPort-uitgang: Sluit een Mini DisplayPort-naar-DisplayPort-kabel
aan op een videoaansluitpunt op uw systeem (Illustratie A.3).
Illustratie A.1 Illustratie A.2
DisplayPort-kabel HDMI-kabel
Illustratie A.3
Mini-DisplayPort-naar-DisplayPort-kabel
OPMERKING: •
Als u de DisplayPort-kabel verwijdert, houdt u de bovenste knop ingedrukt zodat het slot wordt ontgrendeld.
•
Gebruik een High Speed HDMI-kabel met het HDMI-logo.
• GebruikeengecerticeerdeDisplayPort-kabel.
LET OP: Gebruik de meegeleverde, aangeduide kabels voor deze monitor om geen storing te veroorzaken in de radio-
en televisieontvangst.
Gebruikt voor HDMI, DisplayPort, USB en AUDIO een afgeschermde signaalkabel. Het gebruik van andere
kabels en adapters kan radio- en tv-storing veroorzaken.
Illustratie 1
Illustratie 2
Schroef
Nederlands-7
Nederlands
3. Plaats uw handen aan beide zijden van het beeldscherm om het LCD-scherm op de maximale kantelhoek te zetten en naar
de hoogste stand te lichten.
4. Sluit alle kabels aan op de corresponderende connectoren (Illustratie C.1). Bij gebruik van de USB-kabel sluit u de
connector van het type B aan op de USB-poort (upstream) aan de achterzijde van de monitor en sluit u de connector van
het type A aan op de poort (downstream) van de computer (Illustratie C.1a). Als u de kabel van een USB-apparaat gebruikt,
sluit u deze aan op de downstreampoort van de monitor.
OPMERKING: Onjuist aangesloten kabels kunnen leiden tot een onbetrouwbare werking, schade veroorzaken aan de
beeldkwaliteit/onderdelen van de LCD-module en/of de levensduur van de module verkorten.
OPMERKING: Als u het volumeniveau en de equalizer instelt op een andere positie dan het midden, kan dat het
uitgangsvoltage van de koptelefoon vergroten, waardoor de geluidsdruk toeneemt.
LET OP: Bind de USB-kabel niet samen. Hierdoor kan de warmte niet weg en kan brand ontstaan.
Type A
Type B
Type A
Type B
Illustratie C.1a
Illustratie C.2Illustratie C.1
Voedingskabel
Maximale kanteling
DisplayPort IN
Hoogste
stand
ControlSync IN/OUT*
1
USB downstream (USB type A)
Hoofdtelefoon
USB downstream (USB type A)
USB upstream (USB type B)
USB-C
HDMI 2 HDMI 1
*
1
: Zie pagina 11.
LET OP: Sluit een hoofdtelefoon niet op de monitor aan terwijl u deze op hebt.
Afhankelijk van het volumeniveau kan dit gehoorschade en gehoorverlies veroorzaken.
5. Plaats de kabelbehuizing over de voet (Illustratie C.2).
Duw de kabels stevig en gelijkmatig in de kabelbehuizing (Illustratie C.3 en Illustratie C.4).
6. Controleer of het monitorscherm nog goed hoger en lager kan worden gezet nadat u de kabels hebt aangesloten.
Illustratie C.3 Illustratie C.4
Voedingskabel USB-kabel
DisplayPort-kabel
USB-kabel Voedingskabel
DisplayPort-kabel
Nederlands-8
7. Steek de stekker van de voedingskabel in het stopcontact.
OPMERKING: Zie LET OP! in deze handleiding voor de juiste voedingskabel.
8. Schakel het beeldscherm in door de aan-uittoets op het voorpaneel aan te raken en schakel vervolgens de computer in
(Illustratie E.1).
OPMERKING: In geval van problemen raadpleegt u de sectie Problemen oplossen in deze gebruikershandleiding.
Illustratie E.1
Aan/uit-knop
Instelbaar en draaibaar voetstuk
Hoger en lager: Houd de monitor aan beide zijden vast en verstel deze naar de gewenste hoogte.
Kijkhoek instellen: Houd de boven- en onderkant van de monitor vast en stel de gewenste kijkhoek in.
Beeldrotatie: Houd de monitor aan zijde zijden vast en draai deze van liggend naar staande beeldoriëntatie.
U kunt de menurotatie van het OSD (On-Screen Display) aanpassen aan de schermrotatie. Raadpleeg de instructies voor
OSD ROTATION (OSD-rotatie) (zie pagina19).
Kijkhoek instellenRotatie, hoger en lager
LET OP: Ga voorzichtig te werk tijdens het bijstellen van het monitorscherm. Oefen tijdens het bijstellen van de hoogte en
het roteren van het monitorscherm geen druk uit op het LCD-paneel.
Voordat u gaat roteren, koppelt u het netsnoer en alle kabels los van het scherm. Stel het scherm in op de hoogste
stand in om te voorkomen dat het scherm het bureau raakt of uw vingers bekneld raken.
Nederlands-9
Nederlands
Zwenkarm monteren
Deze LCD-monitor is ontworpen voor gebruik met een zwenkarm. Neem contact op met NEC voor meer informatie.
Ga als volgt te werk om de monitor voor te bereiden voor andere montagedoeleinden:
• Volgdeinstructiesvandefabrikantvanhetmonitormontagesysteem.
LET OP: De monitor moet op een arm worden bevestigd die het gewicht van de monitor ondersteunt om aan de
veiligheidsvoorschriften te voldoen. Zie de pagina Specificaties voor details. Verwijder de monitorvoet voordat
u de montage uitvoert.
Monitorvoet verwijderen voor permanente montage
Ga als volgt te werk om de monitor voor te bereiden voor andere montagedoeleinden:
1. Koppel alle kabels los.
2. Plaats uw handen aan beide zijden van de monitor en schuif deze naar de hoogste stand.
3. Plaats de monitor met de voorzijde omlaag op een niet-schurend oppervlak (Illustratie S.1).
4. Plaats één hand rond het voetstuk en de andere hand op de ontsluitingshendel.
Duw de ontgrendelingshendel in de richting van de pijl en houd deze vast (Illustratie S.1).
5. Til het voetstuk op om deze van de monitor te verwijderen (Illustratie S.1).
De monitor kan nu worden gemonteerd volgens een alternatieve methode.
Als u de voet opnieuw wilt bevestigen, voert u deze procedure in omgekeerde richting uit.
OPMERKING: Ga voorzichtig te werk als u de monitorvoet verwijdert.
Illustratie S.1
Nederlands-10
Zwenkarm monteren
Deze LCD-monitor is ontworpen voor gebruik met een zwenkarm.
1. Volg de instructies voor Monitorvoet verwijderen voor permanente montage.
2. Bevestig de monitor op de zwenkarm met 4 schroeven die voldoen aan de onderstaande specificatie (Illustratie F.1).
Illustratie F.1
100 mm
100 mm
Dikte van beugel (arm)
2,0 - 3,2 mm
12 mm
Veerring
Sluitring
LET OP:• Gebruikuitsluitend4schroevenvanmaatM4voorhetbevestigenombeschadigingvandemonitoren
de voet te vermijden.
• Omaandeveiligheidsvoorschriftentevoldoen,moetudemonitormonterenopeenarmdiedenodige
stabiliteit garandeert in overeenstemming met het gewicht van de monitor. Gebruik de LCD-monitor alleen
in combinatie met een goedgekeurde zwenkarm (bijvoorbeeld met het TÜV GS-keurmerk).
• Draaialleschroevenvast(aanbevolenaanhaalmoment:98-137N•cm).
Door een losse schroef zou de monitor van de zwenkarm kunnen vallen.
• Hetbevestigenvandeexibelearmmoetdoortweeofmeermensenwordengedaanalsdemonitornietmet
de voorkant naar beneden op een vlak oppervlak kan worden geplaatst voor installatie.
Nederlands-11
Nederlands
ControlSync
ControlSync bestuurt tegelijkertijd alle submonitoren die zijn aangesloten op een hoofdmonitor. Deze kan ook afzonderlijk één
submonitor besturen met de functie INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing) (zie pagina 21).
Alle aangesloten submonitoren bedienen (gesynchroniseerde bediening):
• SluiteenControlSync-kabel(ø2,5)aanopdeControlSyncOUT-poortvandehoofdmonitorenopdeControlSyncIN-
poort van een submonitor. Er kunnen maximaal 8 monitoren in serie worden geschakeld door de monitoren met elkaar te
verbinden via de ControlSync OUT- naar IN-poorten op de monitoren.
• VolgdestappenvoorDATACOPY(Gegevenskopie)(ziepagina 20). Wanneer een instelling op de hoofdmonitor is aangepast,
wordt deze automatisch gekopieerd en naar de aangesloten submonitor(en) gestuurd.
OPMERKING: Het ControlSync-pictogram verschijnt in de linkerbovenhoek van het OSD-menu van de
submonitoren.
Sluit de ControlSync-poorten niet aan als IN-naar-IN of OUT-naar-OUT.
De ControlSync-poorten van de monitors moeten OUT-naar-IN zijn aangesloten.
Maak geen “lus”-verbinding door de laatste monitor in de serie weer op de hoofdmonitor
aan te sluiten.
Schakel de stroom uit en koppel de voedingskabels los voor alle monitoren. Sluit de
ControlSync-kabels aan, sluit vervolgens de voedingskabels aan en schakel daarna de stroom voor elke
monitor in.
Ingang (grijs)
Volgende monitor
Uitgang (zwart)
IN (Ingang) OUT (Uitgang)
ControlSync-kabel ControlSync-kabel
Maximaal
5 submonitoren
(grijs)(zwart) (grijs)(zwart)
Submonitor 1 Submonitor 2
Hoofdmonitor
IN (Ingang) OUT (Uitgang)
Een doelmonitor bedienen (Individuele aanpassing)
1. Raak de MENU/EXIT-toets aan om het OSD-menu op de hoofdmonitor te openen.
2. Raak de toets DOWN/UP (Omlaag/Omhoog) aan om TARGET MONITOR NO. (Nummer van doelmonitor) te selecteren.
Wanneer de cursor op “TARGET MONITOR NO.” (Nummer van doelmonitor) staat, wordt een menu voor het
submonitornummer geopend. Gebruik de toetsen LEFT/RIGHT (Links/Rechts) om het submonitornummer te selecteren.
Als u de toets INPUT/SELECT (Invoer/Selecteren) aanraakt, toont elke submonitor het monitornummer.
3. Raak de toets DOWN/UP (Omlaag/Omhoog) aan om INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing) te selecteren en zet
deze vervolgens op ON (Aan).
U bedient het OSD-menu van de submonitor met de besturingstoetsen van de hoofdmonitor.
OPMERKING: U kunt INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing) uitschakelen door de toetsen SELECT (Selecteren) en
EXIT (Afsluiten) tegelijk aan te raken.
ControlSync-
pictogram
Nederlands-12
De volgende instellingen kunnen via ControlSync worden bestuurd:
Gesynchroniseerde
bediening
Individuele
aanpassing
ECO TOOLS
(HULPMIDDELEN
VOOR ENERGI-
EBESPARING)
BRIGHTNESS* (Helderheid) Ja Ja
CONTRAST Nee Ja
ECO MODE (Energiebesparingsmodus) Ja Ja
AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) Ja Ja
BLACK LEVEL (Zwartniveau) Nee Ja
OFF MODE SETTING (Instelling modus uit) Ja Ja
OFF MODE SENSOR SETTING (Sensorinstelling modus uit) Ja Ja
OFF MODE START TIME (Starttijd modus uit) Ja Ja
HUMAN SENSING (Persoonsdetectie) Ja Ja
HUMAN SENSOR SETTING (Instelling persoonsensor) Ja Ja
HUMAN SENSOR START TIME (Starttijd persoonsensor) Ja Ja
DV MODE (DV-modus) Ja Ja
SCREEN (SCHERM) LEFT/RIGHT (Links/Rechts) Nee Ja
DOWN/UP (Omhoog/omlaag) Nee Ja
H.RESOLUTION (Horizontale resolutie) Nee Ja
V.RESOLUTION (Verticale resolutie) Nee Ja
VIDEO LEVEL (Videoniveau) Nee Ja
OVER SCAN (Overscannen) Nee Ja
EXPANSION (Uitbreiding) Ja Ja
RESPONSE IMPROVE (Responsverbetering) Nee Ja
UNIFORMITY (Uniformiteit) Nee Ja
SHARPNESS (Scherpte) Nee Ja
UHD UPSCALING (UHD-Opschalen) Nee Ja
COLOR (KLEUR) Picture Mode (Beeldmodus) Nee Ja
WHITE (Wit) Nee Ja
ADJUST (Aanpassen) Nee Ja
TOOLS
(HULPMIDDELEN)
VOLUME Ja Ja
SOUND INPUT (Geluidsinvoer) Nee Ja
VIDEO DETECT (Signaaldetectie) Nee Ja
MULTI PICTURE (Multibeeld) Nee Ja
PICTURE PATTERN (Beeldpatroon) Nee Ja
PICTURE SIZE (Beeldformaat) Nee Ja
PICTURE POSITION (Beeldrichting) Nee Ja
OFF TIMER (Uitschakeltimer) Ja Ja
POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer) Nee Ja
LED BRIGHTNESS (Helderheid LED) Ja Ja
DDC/CI Ja Ja
USB SETTING (USB-Instelling) Nee Ja
USB FUNCTIONALITY (USB-functionaliteit) Nee Ja
USB SELECTION (USB-selectie) Nee Ja
FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) Nee Ja
MENU TOOLS
(MENUHULPMIDDELEN)
LANGUAGE (Taal) Ja Ja
OSD TURN OFF (OSD uitschakelen) Ja Ja
OSD LOCK OUT (OSD vergrendelen) Ja Ja
OSD ROTATION (OSD-rotatie) Nee Ja
HOT KEY (Sneltoets) Ja Ja
SIGNAL INFORMATION (Signaalinformatie) Ja Ja
SENSOR INFORMATION (Sensorinformatie) Ja Ja
KEY GUIDE (Bedieningsaanwijzing) Ja Ja
DATA COPY (Gegevenskopie) Nee Nee
CUSTOMIZE SETTING (Instelling aanpassen)
Nee Ja
MULTI DISPLAY
(MEERDERE
BEELDSCHERMEN)
MONITOR NO. (Monitornummer) Nee Nee
180° ROTATE (Draaien) Nee Ja
TARGET MONITOR NO. (Nummer van doelmonitor) Nee Nee
INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing) Nee Nee
ECO INFORMATION
(INFORMATIE VOOR
ENERGIE-BESPARING)
CARBON SAVINGS (Koolstofbesparing) Nee Nee
CARBON USAGE (Koolstofgebruik) Nee Nee
COST SAVINGS (Kostenbesparing) Nee Nee
CARBON CONVERT SETTING (Instelling voor koolstofomzetting) Ja Ja
CURRENCY SETTING (Valuta-instelling) Ja Ja
CURRENCY CONVERT SETTING (Instelling voor valutaomzetting) Ja Ja
Overige instellingen:
Voedingsregeling (gelijkstroomschakelaar)
Ambient Light Sensor (Omgevingslichtsensor)
Human Sensor Result (Resultaat persoonsensor)
Audiodemping
OPMERKING: Alleen de persoonssensor en de omgevingssensor van de hoofdmonitor zijn actief. Dek deze sensoren niet af
(zie pagina 13).
Nadat u alle voedingskabels en ControlSync-kabels hebt aangesloten, controleert u of ControlSync correct
werkt door de hoofdmonitor uit te schakelen en weer in te schakelen.
Gebruik de ControlSync-connectoren alleen voor het opgegeven doel.
* Deze waarde wordt niet direct aangepast als uitvoerwaarde. Deze waarde wordt relatief aangepast.
Nederlands-13
Nederlands
Bedieningselementen
De besturingsknoppen van het OSD (On-Screen Display) aan de voorzijde
van de monitor hebben de volgende functies:
1 Omgevingslichtsensor
Persoonsensor
Detecteert het niveau van de kamerverlichting en de aanwezigheid van een gebruiker, zodat
de monitor diverse instellingen kan aanpassen ten behoeve van het kijkcomfort. Dek deze
sensor niet af.
2 INPUT/SELECT
(Invoer/Selecteren)
Wijzigt de invoerbron wanneer het OSD-menu is gesloten. Opent een submenu wanneer
het OSD-menu open is. U kunt direct de modus L/B (LOW BLUE LIGHT; Weinig blauw licht)
instellen door de toets ‘INPUT’ drie seconden lang aangeraakt te houden.
3 MENU/EXIT
(Menu/Sluiten)
Het OSD-menu openen. Sluit de OSD-submenu’s en het hoofdmenu.
4 LEFT/RIGHT/UP/DOWN
(Links/Rechts/
Omhoog/Omlaag)*
2
Navigeren in het OSD-menu.
Wanneer het OSD-menu is gesloten, raakt u een van de volgende toetsen aan om het menu
voor de aangegeven functie te openen:*
1
Toets UP (Omhoog): BRIGHTNESS (Helderheid)
Toets DOWN (Omlaag): VOLUME
Toets RIGHT (Rechts): USB SELECTION (USB-selectie)
5 /RESET Wanneer het OSD-menu open is, werkt deze knop als een resetopdracht voor de OSD-
instellingen.
Wanneer het OSD-menu is gesloten, werkt deze knop als een selectiefunctie voor de MULTI
PICTURE (Multibeeld)-instellingen.*
3
U kunt foto's schakelen tussen een hoofdscherm en een subscherm door de /RESET-
toets 3 seconden of langer aan te raken terwijl Main of Sub is ingesteld in MULTI PICTURE
(Multibeeld).*
1,
*
4
6 Voeding Schakelt de monitor in of uit.
7 Aan/uit-lampje Geeft aan dat de voeding is in- of uitgeschakeld.
*
1
Wanneer de HOT KEY (Sneltoets) functie is OFF (Uit), kan deze functie niet worden geselecteerd.
*
2
Afhankelijk van de instelling OSD ROTATION (OSD-rotatie), worden de toetsaanwijzingen LEFT (Links), RIGHT (Rechts),
UP (Omhoog) en DOWN (Omlaag) anders weergegeven op de toetsen , , , (zie pagina19).
*
3
Menu MULTI PICTURE (Multibeeld).
Met LEFT (Links)/RIGHT (Rechts) kunt u een (instelbaar) prioriteitsscherm selecteren. Als MULTI PICTURE (Multibeeld) uit
staat, wordt een enkel scherm weergegeven.
*
4
Het omwisselen van Picture-by-Picture wordt niet ondersteund. Het geluid behoudt de waarde van de instelling SOUND
INPUT (Geluidsinvoer).
De uitbreiding behoudt de waarden van de instelling EXPANSION (Uitbreiding) van elke ingang.
Nederlands-14
HULPMIDDELEN VOOR ENERGIEBESPARING
BRIGHTNESS (Helderheid)
Hiermee past u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrond op het scherm aan.
Als ECO MODE (Energiebesparingsmodus) is ingesteld op 1 of 2, wordt een balk voor CARBON FOOTPRINT
(Koolstofvoetafdruk) weergegeven.
CONTRAST
Hiermee stelt u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrond op het scherm in voor het niveau van het
ingangssignaal.
OPMERKING: CONTRAST en DV MODE (DV-modus) kunnen worden aangepast voor alle COLOR CONTROLS
(Kleurbesturingen) behalve L/B.
ECO MODE (Energiebesparingsmodus)
Hiermee vermindert u het energieverbruik door het helderheidsniveau te verlagen.
OFF (Uit): Werkt niet.
1: Hiermee kunt u het helderheidsbereik instellen van 0% tot 70%.
Met deze instelling wordt het helderheidsbereik aangepast zodat het energieverbruik wordt beperkt tot
10
% van de
maximale helderheidsinstelling
.
2: Hiermee stelt u het helderheidsbereik in tussen 0% en
30
%.
Met deze instelling wordt het helderheidsbereik aangepast zodat het energieverbruik wordt beperkt tot
30
% van de
maximale helderheidsinstelling.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt een balk voor CARBON FOOTPRINT (Koolstofvoetafdruk) weergegeven
naast de balk voor de helderheidsinstelling.
OPMERKING: Deze functie is uitgeschakeld wanneer DV MODE (DV-modus) is ingesteld op DYNAMIC (Dynamisch).
Deze functie is uitgeschakeld wanneer PRESET (Voorinstelling) in Picture Mode (Beeldmodus) is
ingesteld op DICOM SIM.
Deze functie werkt alleen als MULTI PICTURE (Multibeeld) uit staat.
AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid)
OFF (Uit): Werkt niet.
ON (Aan): Hiermee wordt de helderheid automatisch aangepast naar de optimale instelling door het helderheidsniveau
van de omgeving te registreren*
1
.
*1: Raadpleeg pagina 31 voor volledige informatie over “Automatische helderheid”.
OPMERKING: Deze functie is uitgeschakeld wanneer DV MODE (DV-modus) is ingesteld op DYNAMIC (Dynamisch).
Deze functie is uitgeschakeld wanneer PRESET (Voorinstelling) in Picture Mode (Beeldmodus) is
ingesteld op DICOM SIM.
Deze functie werkt alleen als MULTI PICTURE (Multibeeld) uit staat.
BLACK LEVEL (Zwartniveau)
Past het helderheidsniveau van zwart aan wanneer het op het scherm wordt weergegeven.
OFF MODE SETTING (Instelling modus uit)
Met Intelligent Power Manager (Intelligent stroombeheer) wordt de monitor op de energiebesparingsmodus ingesteld
als er een tijd geen activiteit heeft plaatsgevonden.
De OFF MODE (Modus uit) heeft twee instellingen:
OFF (Uit): De monitor wordt automatisch op de energiebesparingsmodus ingesteld wanneer het ingangssignaal
wegvalt.
ON (Aan): De monitor schakelt automatisch over naar de energiespaarstand wanneer het omgevingslicht onder het
niveau komt dat door u is ingesteld. Het niveau kan worden gewijzigd in de sensorinstelling OFF MODE (Modus uit).
In de energiespaarstand brandt het lampje aan de voorkant van de monitor donkerblauw. Wanneer de monitor in de
energiebesparingsmodus staat, kunt u terugkeren naar de normale stand door een van de toetsen aan de voorzijde
aan te raken, uitgezonderd POWER (Aan/uit) en INPUT/SELECT (Invoer/Selecteren).
Wanneer het licht in de omgeving naar een normaal niveau terugkeert, schakelt de monitor weer over naar de normale
modus.
SENSOR SETTING (OFF MODE SETTING) (Sensorinstelling (Instelling modus uit))
De gevoeligheid instellen van de omgevingslichtsensor voor het detecteren van omstandigheden met weinig licht.
Daarnaast wordt de huidige sensormeting weergegeven.
START TIME (OFF MODE SETTING) (Starttijd (Instelling modus uit))
De wachttijd voor het overschakelen naar een lager energieverbruik instellen wanneer de omgevingssensor
omstandigheden met weinig licht detecteert.
Nederlands-15
Nederlands
HUMAN SENSING (Persoonsdetectie)
De sensor detecteert de bewegingen van een persoon met behulp van de functie HUMAN SENSING
(Persoonsdetectie). De functie HUMAN SENSING (Persoonsdetectie) heeft drie instellingen:
OFF (Uit): Werkt niet.
1 (LIGHT (licht)): Wanneer na enige tijd wordt vastgesteld dat geen persoon aanwezig is, schakelt de monitor
automatisch over naar een lagere helderheid om energie te sparen. Wanneer er weer een persoon in de buurt van de
monitor verschijnt, keert de monitor terug naar de normale stand. START TIME (Starttijd) past de wachttijd aan voordat
de modus voor lage helderheid wordt geactiveerd.
2 (DEEP (diep)): Wanneer wordt vastgesteld dat er niemand aanwezig is, schakelt de monitor automatisch over naar
de energiespaarstand om energie te sparen. Wanneer een persoon in de buurt van de monitor komt, keert deze terug
uit de energiebesparingsmodus.
OPMERKING: Detecteert een persoon tot op 1,5 meter van de monitor.
SENSOR SETTING (HUMAN SENSING) (Sensorinstelling (Persoonsdetectie))
Hiermee past u het drempelniveau van persoonsdetectie aan. Wanneer het persoonspictogram wordt weergegeven
aan de rechterkant van de witte balk of de rode golf, is er geen persoon gedetecteerd.
OPMERKING: De persoonsdetectiefunctie start nadat het OSD-menu is gesloten.
START TIME (HUMAN SENSING) (Starttijd (Persoonsdetectie))
Hiermee kunt u de wachttijd instellen voordat wordt overgeschakeld naar een lage helderheidsmodus of de
energiebesparingsmodus wanneer de persoonssensor geen personen detecteert.
DV MODE (DV-modus)
Met Dynamic Visual Mode (Dynamische visuele modus) kunt u een van de volgende instellingen selecteren:
STANDARD (Standaard): De standaardinstelling.
TEXT (Tekst): De instelling die letters en lijnen scherper maakt. Deze instelling is het meest geschikt voor algemene
tekstverwerking en spreadsheets.
MOVIE (Film): De instelling die donkere tinten versterkt. Deze instelling is het meest geschikt voor films.
GAMING (Games): De instelling die hele tinten versterkt. Deze instelling is het meest geschikt voor games met
levendige, kleurrijke beelden.
PHOTO (Foto): De instelling die het contrast optimaliseert. Deze instelling is het meest geschikt voor stilstaande
beelden.
DYNAMIC (Dynamisch): De instelling die de helderheid aanpast door de zwarte gebieden van het scherm te
detecteren en te optimaliseren.
OPMERKING: Deze functie is uitgeschakeld wanneer PRESET (Voorinstelling) in Picture Mode (Beeldmodus) is
ingesteld L/B (Gedempr blauw licht), PROGRAMMABLE (Programmeerbaar) of DICOM SIM.
STANDARD (Standaard) wordt gebruikt voor naleving van TCO-certificering.
DYNAMIC (Dynamisch) werkt alleen als MULTI PICTURE (Multibeeld) uit staat.
SCHERM
LEFT/RIGHT (Links/Rechts)
Hiermee stelt u de horizontale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het LCD in.
OPMERKING: Wanneer deze functie niet correct werkt, verlaagt u de waarde voor H. RESOLUTION (Horizontale
resolutie).
DOWN/UP (Omhoog/omlaag)
Hiermee stelt u de verticale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het LCD in.
OPMERKING: Wanneer deze functie niet correct werkt, verlaagt u de waarde voor V. RESOLUTION (Verticale
resolutie).
H.RESOLUTION (Horizontale resolutie)
Hiermee past u het horizontale formaat aan door de resolutie te verhogen of te verlagen.
Raak de knop “RIGHT” (Rechts) aan om het beeld op het scherm smaller te maken.
Raak de knop “LEFT” (Links) aan om het beeld op het scherm breder te maken.
V.RESOLUTION (Verticale resolutie)
Hiermee past u het verticale formaat aan door de resolutie te verhogen of te verlagen.
Raak de knop “RIGHT” (Rechts) aan om het beeld op het scherm minder hoog te maken.
Raak de knop “LEFT” (Links) aan om het beeld op het scherm hoger te maken.
VIDEO LEVEL (Videoniveau) (alleen HDMI-ingang)
NORMAL (Normaal): Instelling voor gebruik met een computer. Geeft alle ingangssignalen weer in stappen van 0-255.
EXPAND (Uitgebreid):
Instelling voor gebruik met audiovisuele apparatuur. Breidt ingangssignalen uit van stappen van
16-235 naar stappen van 0-255.
Nederlands-16
OVER SCAN (Overscannen) (alleen HDMI-ingang)
Voor sommige videoformaten is een scanconversie nodig om het beeld zo goed mogelijk weer te geven.
ON (Aan): Het beeldformaat is groter dan kan worden weergegeven. Het lijkt alsof de beeldrand is bijgesneden.
Ongeveer95%vanhetbeeldwordtweergegevenophetscherm.
OFF (Uit): Het beeldformaat blijft binnen de grenzen van het weergavegebied. Het volledige beeld wordt weergegeven
op het scherm.
EXPANSION (Uitbreiding)
De zoommodus instellen.
FULL (Volledig): Het beeld wordt uitgebreid naar volledig scherm, ongeacht de resolutie.
ASPECT (Beeldverhouding): Het beeld wordt uitgebreid zonder dat de verhouding wordt gewijzigd.
OFF (Uit): Het beeld wordt niet uitgebreid.
OPMERKING: FULL (Volledig) werkt niet als MULTI PICTURE (Multibeeld) is ingesteld op OFF (Uit).
RESPONSE IMPROVE (Responsverbetering)
Hiermee wordt de functie RESPONSE IMPROVE (Responsverbetering) in- of uitgeschakeld. Responsverbetering kan
het wazig worden van bepaalde bewegende beelden verminderen.
UNIFORMITY (Uniformiteit)
Deze functie compenseert elektronisch voor de geringe variaties in het uniformiteitsniveau van het wit, zowel als voor
kleurdifferentiaties die kunnen voorkomen in het weergavegebied van het scherm. Deze variaties zijn karakteristiek
voor LCD-schermtechnologie. Deze functie verbetert de kleuren en egaliseert de uniformiteit van de luminantie van de
monitor.
OPMERKING: Met de functie UNIFORMITY (Uniformiteit) reduceert u de algehele piekluminantie van het scherm.
Als u liever meer luminantie ziet in plaats van uniforme prestaties van de monitor, dient u
UNIFORMITY (Uniformiteit) uit te schakelen. “ON” (Aan) levert een beter effect op maar gaat ten koste
van CONTRAST RATIO (Contrastverhouding).
SHARPNESS (Scherpte)
Hiermee stelt u de scherpte van het beeld in.
UHD UPSCALING (UHD-Opschalen)
Als “ON” (Aan) is geselecteerd, kan een beeld met lage resolutie worden verbeterd door toevoeging van de
ontbrekende pixels.
Kleur
Picture Mode (Beeldmodus) (1, 2, 3, 4, 5)
Selecteer de beeldmodus die het meest geschikt is voor het type inhoud dat wordt weergegeven. U kunt 5
verschillende typen instellen. Zie “De functie Picture Mode (Beeldmodus) gebruiken” (pagina 22) voor meer informatie.
WHITE (Wit (Kleurtemperatuur))
U past de kleurtemperatuur aan door NATIVE (Systeemeigen) te verhogen of te verlagen. Een lagere
kleurentemperatuur maakt het scherm enigszins rood en een hogere kleurentemperatuur maakt het scherm enigszins
blauw. NATIVE (Systeemeigen) is de standaard kleurentemperatuur van het LCD-scherm. 6500K wordt aanbevolen
voor algemeen grafisch ontwerp en 5000K wordt aanbevolen voor afdrukovereenstemming.
OPMERKING: Wordt automatisch ingesteld op NATIVE (Systeemeigen) wanneer het WHITE-niveau (Wit) tot
onder 3000K wordt verlaagd.
ADJUST (Aanpassen)
WHITE (Wit (Witbalans)): Als WHITE (Wit) verdere aanpassing vereist, kunnen de individuele R/G/B-niveaus van
het witpunt worden aangepast. De optie CUSTOM (Aangepast) moet worden weergegeven als de selectie voor de
kleurtemperatuur om de R/G/B-niveaus te kunnen aanpassen.
HUE (Tint): Hiermee past u de tint van elke kleur*
1
aan. De verandering in kleur wordt weergeven op het scherm en de
kleurbalken in het menu geven de hoeveelheid van de aanpassing weer.
OFFSET: Hiermee past u de helderheid van elke kleur*
1
aan. Raak de toets “RIGHT” (Rechts) aan om de helderheid
van de kleur te verhogen.
SATURATION (Verzadiging): Hiermee past u de kleurdiepte van elke kleur*
1
aan. Raak de toets “RIGHT” (Rechts)
aan om de levendigheid van de kleuren te vergroten.
*1: RED (Rood), YELLOW (Geel), GREEN (Groen), CYAN (Cyaan), BLUE (Blauw) en MAGENTA.
Nederlands-17
Nederlands
Hulpmiddelen
VOLUME
hiermee wordt het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon bepaald.
Om het geluid van de luidspreker te dempen, drukt u op de knop “ /RESET” (Opnieuw instellen).
SOUND INPUT (Geluidsinvoer)
Hiermee selecteert u de audiobron.
Als MULTI PICTURE (Multibeeld) is ingesteld op OFF (Uit):
Hiermee wordt het geluidssignaal van het huidige beeld afgespeeld.
Als MULTI PICTURE (Multibeeld) is ingesteld op LEFT (Links) of RIGHT (Rechts):
LEFT (Links): Het geluidssignaal dat is geassocieerd met het linkervideosignaal wordt weergegeven.
RIGHT (Rechts): Het geluidssignaal dat is geassocieerd met het rechtervideosignaal wordt weergegeven.
Als MULTI PICTURE (Multibeeld) is ingesteld op MAIN (Hoofd) of SUB:
MAIN (Hoofd): Het geluidssignaal dat is geassocieerd met het hoofdvideosignaal wordt weergegeven.
SUB: Het geluidssignaal dat is geassocieerd met het subvideosignaal wordt weergegeven.
OPMERKING: Tijdens de weergave van een gesplitst scherm kunt u met de instelling SOUND INPUT
(Geluidsinvoer) instellen welk geluidssignaal wordt weergegeven via de ingebouwde luidsprekers.
VIDEO DETECT (Signaaldetectie)
Hiermee selecteert u de videodetectiemethode die wordt gebruikt wanneer meer dan één video-ingang op de monitor
is aangesloten.
FIRST (Eerste): Wanneer het huidige video-ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal
op de andere ingangspoorten. Als het videosignaal zich op een andere poort bevindt, schakelt de monitor de
videobroningang automatisch naar de gedetecteerde videobron. De monitor zoekt geen andere videosignalen wanneer
de huidige videobron aanwezig is.
LAST (Laatste): Wanneer de monitor een signaal weergeeft dat afkomstig is van de huidige bron en er wordt een
signaal geleverd door een nieuwe, secundaire bron, schakelt de monitor automatisch over op de nieuwe videobron.
Wanneer het huidige video-ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op de andere video-
ingangspoort(en). Als het videosignaal zich op een andere poort bevindt, schakelt de monitor de ingangspoort van de
videobron automatisch naar de gedetecteerde videobron.
NONE (Geen): Detectie video-ingangssignaal is niet ingeschakeld.
OPMERKING: Wanneer HDMI1 wordt weergegeven en de instelling LAST (Laatste) is, kan het signaal niet
automatisch worden gewijzigd in USB-C.
Wanneer USB-C wordt weergegeven en de instelling LAST (Laatste) is, kan het signaal niet
automatisch naar HDMI1 worden gewijzigd.
MULTI PICTURE (Multibeeld)
De functie MULTI PICTURE (Multibeeld) inschakelen en het (instelbare) prioriteitsscherm selecteren.
Pictogram Naam
Off (Uit) Multibeeld uit.
Left (Links) In tweeën gesplitst scherm (beelden naast elkaar) Linkerscherm geselecteerd.
Right (Rechts) In tweeën gesplitst scherm (beelden naast elkaar) Rechterscherm geselecteerd.
Main (Hoofdscherm) Picture-In-Picture (beeld in beeld). Hoofdscherm is geselecteerd.
Sub (Subscherm) Picture-In-Picture (beeld in beeld). Subscherm is geselecteerd.
OPMERKING: Wanneer “Left” (Links), “Right” (Rechts), “Main” (Hoofdscherm) of “Sub” (Subscherm) is geselecteerd,
kan alleen het betreffende scherm worden ingesteld.
In MULTI PICTURE (Multibeeld) zijn de volgende combinaties van beschikbare signalen mogelijk.
Rechterbeeld of hoofdbeeld
DP HDMI1 HDMI2 USB-C
Linkerbeeld
of
subbeeld
DP Ja Ja Ja Ja
HDMI1 Ja Ja Ja Nee
HDMI2 Ja Ja Ja Ja
USB-C Ja Nee Ja Ja
Nederlands-18
PICTURE PATTERN (Beeldpatroon)
Wanneer “Left” (Links) of “Right” (Rechts) is geselecteerd in MULTI PICTURE (Multibeeld), wordt hiermee de grootte
van het beeld geselecteerd.
AUTO (Automatisch): Twee schermen weergeven op basis van de instellingen INPUT RESOLUTION
(Ingangsresolutie) en EXPANSION (Uitbreiding) van het (instelbare) prioriteitsscherm dat is geselecteerd in de modus
MULTI PICTURE (Multibeeld).
CENTER (Midden): De twee schermen worden evenredig verdeeld vanuit het midden.
Wanneer “Main” (Hoofdscherm) of “Sub” (Subscherm) is geselecteerd in MULTI PICTURE (Multibeeld), selecteert u
hiermee de positie van het subscherm.
LEFT (Links): De startpositie van het subscherm bevindt zich links onder in het scherm.
RIGHT (Rechts): De startpositie van het subscherm bevindt zich rechts onder in het scherm.
PICTURE SIZE (Beeldformaat)
Hiermee selecteert u SMALL (Klein), MIDDLE (Gemiddeld) of LARGE (Groot) voor het formaat van het beeld dat in de
modus “Picture-in-Picture” (Beeld in beeld) wordt ingevoegd.
PICTURE POSITION (Beeldrichting)
Hiermee bepaalt u waar het secundaire scherm op het scherm wordt weergegeven.
Raak de toets SELECT (Selecteren) aan om de modus PICTURE POSITION (Beeldrichting) te openen (Illustratie 1).
Met de toetsen LEFT (Links), RIGHT (Rechts), UP (Omhoog) en DOWN (Omlaag) regelt u de horizontale en verticale
positie van het subscherm binnen de grenzen van de zijde waar het subscherm zich bevindt (Illustratie 2).
Illustratie 1 Illustratie 2
OFF TIMER (Uitschakeltimer)
De monitor schakelt automatisch uit nadat een bepaalde, instelbare tijd is verstreken.
Voordat de monitor wordt uitgeschakeld, wordt er een bericht op het scherm weergegeven waarin u wordt gevraagd of
u de uitschakeltijd met 60 minuten wilt uitstellen. Druk op een willekeurige OSD-knop om de uitschakeltijd uit te stellen.
POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer)
Met POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer) wordt de monitor automatisch uitgeschakeld nadat deze 2 uur in
de energiespaarstand heeft gestaan.
LED BRIGHTNESS (Helderheid LED)
Hiermee kunt u de helderheid van de blauwe led aanpassen.
DDC/CI
Met deze functie kunt u DDC/CI in- of uitschakelen.
USB SETTING (USB-Instelling)
Hiermee selecteert u een overdrachtssnelheid voor USB-C.
USB2.0: De maximale ondersteunde resolutie is 3840 x 2160 (60 Hz). De maximale overdrachtssnelheid is gelijk aan
USB 2.0.
USB3.1: De maximale ondersteunde resolutie is 3840 x 2160 (30 Hz). De maximale overdrachtssnelheid is gelijk aan
USB 3.1.
OPMERKING: Controleer voordat u de instelling wijzigt, of er geen USB-opslagapparaten door het
besturingssysteem worden gebruikt om gegevensverlies te voorkomen.
USB FUNCTIONALITY (USB-functionaliteit)
Selecteert hoe stroom via de USB Type-A-poort en USB Type-C-poort, het invoersignaal van USB-C en externe
communicatie van USB zijn ingeschakeld in verhouding tot de stroomstatus van de Monitor.
AUTO (Automatisch): Afhankelijk van het energieverbruik van de monitor.
ON (Aan): Altijd actief, zelfs wanneer de monitor zich in de modus voor energiebesparing bevindt of is uitgeschakeld.
OFF (Uit): Alle USB-functies (inclusief USB Type-C videosignaal) zijn uitgeschakeld.
OPMERKING: Het werkelijke energieverbruik is afhankelijk van het aangesloten USB-apparaat, zelfs als de monitor
is uitgeschakeld. Controleer voordat u de instelling wijzigt, of er geen USB-opslagapparaten door het
besturingssysteem worden gebruikt om gegevensverlies te voorkomen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38

NEC MultiSync EA271U Omaniku manuaal

Kategooria
Telerid
Tüüp
Omaniku manuaal

teistes keeltes