6
1. Beoogd gebruik
Het Ambu® SPUR® II beademingsapparaat is een beademingsapparaat voor gebruik
bij één patiënt dat bedoeld is voor longbeademing.
Het toepassingsbereik voor elk type is als volgt:
- Adult: volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht hoger dan 30 kg (66 lbs).
- Paediatric: zuigelingen en kinderen met een lichaamsgewicht van maximaal 30 kg
(66 lbs).
- Infant: pasgeborenen en zuigelingen met een lichaamsgewicht van maximaal 10 kg
(22 lbs).
2. Waarschuwingen en aandachtspunten
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan leiden tot inefficiënte
beademing van de patiënt of beschadiging van de apparatuur.
WAARSCHUWING
Geen olie of smeer gebruiken in de directe nabijheid van zuurstofapparatuur. Ter
voorkoming van brand niet roken en geen open vuur gebruiken tijdens het toedie-
nen van zuurstof.
De drukbegrenzingsklep (indien aanwezig) nooit uitschakelen, tenzij de noodzaak
hiervan tijdens een professionele medische beoordeling is vastgesteld. Hoge
beademingsdrukniveaus kunnen bij bepaalde patiënten een longruptuur veroorza-
ken. Indien de drukbegrenzingsklep wordt uitgeschakeld bij patiënten met een
lichaamsgewicht lager dan 10 kg (22 lbs), moet de beademingsdruk met een druk-
meter worden bewaakt om het risico van een longruptuur te voorkomen.
Het gebruik van accessoires kan de inspiratoire en/of expiratoire weerstand verho-
gen. Bevestig geen accessoires als een verhoogde ademweerstand nadelig kan zijn
voor de patiënt.
LET OP
Volgens de federale wetgeving van de Verenigde Staten (VS) mag dit hulpmiddel uitsluitend
door, of op voorschrift van, een arts worden verkocht (alleen VS en Canada).
Uitsluitend bedoeld voor gebruik door gekwalificeerd personeel. Er is met name instructie
nodig m.b.t. het correct aanbrengen van het gezichtsmasker zodat een goede aansluiting
wordt verkregen. Zorg ervoor dat het personeel vertrouwd wordt gemaakt met de inhoud
van deze handleiding.
Inspecteer altijd het beademingsapparaat en voer altijd een werkingstest uit na het uitpak-
ken, reinigen, monteren en vóór het gebruik ervan.
Observeer altijd de beweging van de borstkas en luister of u de expiratoire stroom uit de
klep hoort om de efficiëntie van de beademing te controleren. Schakel onmiddellijk over op
mond-op-mondbeademing als er geen efficiënte beademing tot stand kan worden
gebracht.
Een onvoldoende, verminderde of ontbrekende luchtstroom kan tot hersenschade leiden bij
de patiënt die wordt beademd.
Gebruik het beademingsapparaat niet in toxische of gevaarlijke omgevingen.
Uitsluitend voor gebruik bij één patiënt. Gebruik bij andere patiënten kan tot kruisbesmet-
ting leiden. U mag dit hulpmiddel niet weken, spoelen of steriliseren; dergelijke procedures
kunnen schadelijke resten achterlaten of ondeugdelijk functioneren van het hulpmiddel
teweegbrengen. Het ontwerp en het gebruikte materiaal zijn niet compatibel met conventi-
onele reinigings- en sterilisatieprocedures.
Het beademingsapparaat bij opslaan altijd op dezelfde wijze opvouwen zoals deze door de
fabrikant is geleverd. Door het niet opvolgen van deze aanwijzing kan de ballon permanent
vervormen, wat de beademingsefficiëntie kan verminderen. De vouwzone is duidelijk zicht-
baar op de ballon (alleen de typen Adult en Paediatric mogen worden gevouwen).
3. Specificaties
Het Ambu SPUR II beademingsapparaat is in overeenstemming met de productspe-
cifieke norm EN ISO 10651-4. Het Ambu SPUR II beademingsapparaat voldoet aan
Richtlijn 93/42/EEG van de Raad betreffende medische hulpmiddelen.