123
16. Stroomsnoeren: Plaats het stroomsnoer zo dat er niet over gelopen
of op gestaan kan worden, het niet bekneld raakt en er geen
voorwerpen op geplaatst zijn. Let vooral op het snoer bij de stekker,
bij de ‘convenience receptacles’, en daar waar snoeren uit het
apparaat komen. Koppel het apparaat altijd los door de stekker vast
te pakken en niet het snoer. Gebruik voor het in gebruik nemen van
de radio alleen de het type stroombron zoals aangegeven. Als u niet
zeker weet welk type stroom u thuis heeft, raadpleeg dan uw
verkoper of het lokale stroombedrijf.
17. Probeer niet de veiligheidspinnen van de gepolariseerde of geaarde
stekker kapot te maken. Een gepolariseerde stekker heeft twee
bladen, waarvan de één wijder is dan de ander. Een geaarde stekker
heeft ook twee bladen en een derde geaarde tand. Het wijdere blad
en de geaarde tand zijn er voor uw veiligheid. Als de geleverde
stekker niet in uw stopcontact past, vraag dan een elektricien voor
vervanging van het verouderde stopcontact.
18. Overbelast stopcontacten en verlengsnoeren niet. Dit kan leiden tot
een vergroot risico op brand of elektrische schok. Stop nooit
voorwerpen van welke soort dan ook in de openingen van de radio.
19. Het stopcontact dient zich dicht bij de radio te bevinden, en moet
gemakkelijk toegankelijk zijn om in een noodgeval de stroom los te
kunnen koppelen, koppel dan de stekker los van het stopcontact.
20. Voorwerpen en vloeistof: Duw nooit voorwerpen van welke soort dan
ook in de gaten van deze radio, omdat die gevaarlijke stroompunten
kunnen raken of kortsluiting onderdelen, wat kan resulteren in brand
of elektrische schokken. Mors nooit vloeistof op het product.
21. Koppel het product los van de wandcontactdoos en raadpleeg
gekwalificeerd personeel in de volgende gevallen:
22. Als het LCD scherm gebarsten of beschadigd is, raak de vloeistof
die vrijkomt dan niet aan.
23. Veranderingen of aanpassingen die niet nadrukkelijk door de voor de
inachtneming verantwoordelijke partij zijn goedgekeurd, kunnen de
bevoegdheid om het apparaat te gebruiken ongeldig maken.
24. Het doen van veranderingen aan de antenne of het apparaat zijn
niet toegestaan. Elke verandering aan de antenne of het apparaat
kan ervoor zorgen dat het apparaat de RF blootstellingseisen
overschrijdt en de autoriteit van de gebruiker om het apparaat te
gebruiken ongeldig maken.
Als het stroomsnoer of de stekker beschadigd zijn.
Als er vloeistof gemorst is of voorwerpen in het apparaat
zijn gevallen.
Als het product blootgesteld is aan water of regen.
Als het apparaat niet normaal reageert bij het volgens van
de bedieningsinstructies.
Als het product gevallen of beschadigd is.
Als het product een grote verandering in prestatie vertoond.
a.
b.
c.
d.
e.
f.