Redexim Verti-Core III 2100 Omaniku manuaal

Tüüp
Omaniku manuaal

See juhend sobib ka

Gebruikershandleiding
VERTI-CORE III 1600-2100
Oorspronkelijke gebruikershandleiding
2302 Dutch 912.120.300 NL
Kwekerijweg 8 | 3709JA | Zeist | The Netherlands |
T: +31 (0)306 933 227
E: redexim@redexim.com
W: www.redexim.com
2
EU - VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij,
Redexim Handel- en Exploitatie Maatschappij B.V.
Kwekerijweg 8
3709 JA Zeist, The Netherlands
verklaren dat deze EU - VERKLARING VAN CONFORMITEIT” is uitgegeven onder onze volledige
verantwoordelijkheid en behoort tot het volgende product:
VERTI-CORE MET MACHINE NUMMER ALS AANGEGEVEN OP DE MACHINE EN IN DEZE
HANDLEIDING,
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepaling van:
2006/42/EC Machinery Directive
en met de normen:
ISO 12100-1:2010 Safety of machinery - General principles for design - Risk assessment and risk
reduction
ISO 13857:2019 Safety of machinery - Safety distances to prevent hazard zones being reached by
upper and lower limbs
ISO 4254-1:2015 Agricultural machinery - Safety - Part 1: General requirements
ISO 4254-5:2018 Agricultural machinery - Safety - Part 5: Power-driven soil-working machines
Zeist, 03-01-2022
C.H.G. de Bree
Redexim Handel- en Exploitatie Maatschappij B.V.
3
UK - VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij,
Redexim Handel- en Exploitatie Maatschappij B.V.
Kwekerijweg 8
3709 JA Zeist, The Netherlands
verklaren dat deze UK - VERKLARING VAN CONFORMITEIT” is uitgegeven onder onze volledige
verantwoordelijkheid en behoort tot het volgende product:
VERTI-CORE MET MACHINE NUMMER ALS AANGEGEVEN OP DE MACHINE EN IN DEZE
HANDLEIDING,
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepaling van:
S.I. 2008 No. 1597 HEALTH AND SAFETY The Supply of Machinery (Safety) Regulations 2008
en met de normen:
ISO 12100-1:2010 Safety of machinery - General principles for design - Risk assessment and risk
reduction
ISO 13857:2019 Safety of machinery - Safety distances to prevent hazard zones being reached by
upper and lower limbs
ISO 4254-1:2015 Agricultural machinery - Safety - Part 1: General requirements
ISO 4254-5:2018 Agricultural machinery - Safety - Part 5: Power-driven soil-working machines
Zeist, 03-01-2022
C.H.G. de Bree
Redexim Handel- en Exploitatie Maatschappij B.V.
4
VOORWOORD
Gefeliciteerd met uw Verti-Core III aankoop. Voor een veilige en langdurige werking met deze
Verti-Core III is het noodzakelijk deze gebruikershandleiding te (laten) lezen en begrijpen.
Zonder volledige kennis van de inhoud kan men niet veilig met deze machine werken.
De Verti-Core III is geen zelfstandig werkende machine. Het is de verantwoordelijkheid van de
gebruiker de juiste tractor te gebruiken. Ook zal de gebruiker de combinatie tractor/ Verti-Core III
moeten controleren op veiligheidsaspecten als geluidsniveau, gebruikersinstructies en risico
analyse.
Op de volgende pagina komen eerst de algemene veiligheidsinstructies ter sprake. Iedere
gebruiker dient deze te kennen en toe te passen. Hierna is een registratie kaart opgenomen, die
retour gestuurd dient te worden om latere claims te kunnen afhandelen.
In deze gebruikershandleiding worden vele instructies gegeven, die in volgorde genummerd zijn.
Men dient overeenkomstig deze volgorde te handelen. Indien een vermeld wordt duidt dit op
veiligheidsinstructies. Indien een wordt gebruikt, betekent dit een tip en/of notitie.
Alle informatie en technische specificaties zijn de meest recente op het moment dat dit document
wordt gepubliceerd. Ontwerp specificaties kunnen zonder aankondiging worden gewijzigd.
Dit document is een vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing.
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing (Nederlandse taal) is op aanvraag te verkrijgen
GARANTIE BEPALINGEN
DEZE VERTI-CORE III WORDT GELEVERD MET GARANTIE TEGEN DEFECTEN IN MATERIALEN.
DEZE GARANTIE GELDT VOOR EEN PERIODE VAN 12 MAANDEN VANAF DE AANKOOPDATUM.
VERTI-CORE III GARANTIES ZIJN ONDERWORPEN AAN DE “GENERAL CONDITIONS FOR SUPPLY
OF PLANT AND MACHINERY FOR EXPORT, NUMBER 188”, DIE GEPUBLICEERD ZIJN ONDER
AUSPICIEN OF DE UNITED NATIONS ECONOMIC COMMISSION FOR EUROPE.
REGISTRATIE KAART
Voor uw eigen informatie, vul onderstaande tabel in:
Serienummer machine
Dealer naam
Datum van aankoop
Opmerkingen
5
! VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN !
Fig. 1
De Verti-Core III is ontworpen voor een veilig
gebruik. Dit kan alleen als de in deze handleiding
beschreven veiligheidsinstructies volledig worden
opgevolgd.
Lees en begrijp (Fig. 1) de handleiding voordat u
begint met het gebruiken van de Verti-Core III.
Als de machine niet wordt gebruikt zoals in de
handleiding beschreven kan er letselgevaar
ontstaan en/of schade aan de Verti-Core III.
(1) De Verti-Core III is uitsluitend bedoeld voor het bewerken van grasvelden of gebieden waar
gras zou moeten groeien.
Voor ondeskundig gebruik en hieruit voortvloeiende schade aanvaardt de fabrikant geen
enkele verantwoordelijkheid; alle daarbij optredende risico’s zijn volkomen voor rekening van
de gebruiker.
Tot deskundig gebruik wordt ook gerekend het op tijd en juist uitvoeren van de door de
fabrikant voorgeschreven gebruiks-, onderhouds- en reparatieaanwijzigen.
Inspecteer alvorens de Verti-Core III te gebruiken het te behandelen gebied. Verwijder losse
obstakels en vermijdt onregelmatigheden.
(2) De Verti-Core III is vervaardigd volgens de laatste technische inzichten en veilig
te gebruiken.
Wanneer de machine door onoordeelkundige personen wordt gebruikt, onderhouden of
gerepareerd kan letselgevaar ontstaan voor zowel de gebruiker als voor derden. Dit moet
worden vermeden!
Gebruik de Verti-Core III altijd in combinatie met de juiste tractor als omschreven in de
technische gegevens.
(3) Alle personen die door de eigenaar met de bediening, het onderhoud of de reparatie van de
Verti-Core III zijn aangewezen moeten de bedieningshandleiding en met name het hoofdstuk
Veiligheidsvoorschriften gelezen en volledig begrepen hebben.
De gebruiker is verantwoordelijk voor een veilige Tractor/Verti-Core III combinatie. Dit
geheel moet getest worden op geluid, veiligheid, risico en gebruiksgemak. Ook dienen
gebruikersinstructies opgemaakt te worden.
(4) De gebruiker is verplicht om, voordat hij/zij de Verti-Core III in gebruik neemt,
deze op zichtbare schades en defecten te controleren.
Veranderingen aan de Verti-Core III (inclusief de werking) die de veiligheid nadelig
beïnvloeden, moeten onmiddellijk worden verholpen.
Het aanbrengen van wijzigingen of aanvullingen op de Verti-Core III
(met uitzondering van de door de fabrikant goedgekeurde) zijn uit veiligheidsoverwegingen in
principe niet toegestaan.
Indien er modificaties aan de Verti-Core III zijn aangebracht dan vervalt de huidige CE-
markering en dient degene die deze modificaties aangebracht heeft zelf te zorgen voor een
nieuwe CE-markering.
6
Controleer voor elke ingebruikname de Verti-Core III op loszittende
bouten/moeren/onderdelen.
Indien aanwezig controleer de hydraulische slangen regelmatig en vervang deze wanneer
deze beschadigd zijn of verouderingsverschijnselen vertonen. De vervangende slangen
moeten voldoen aan de technische eisen van de fabrikant.
Indien aanwezig moet de hydraulische installatie, voordat daaraan werkzaamheden worden
verricht, altijd drukloos worden gemaakt.
Bij afwezigheid van beschermkappen en veiligheidsstickers mag de Verti-Core III NOOIT
gebruikt worden.
Kruip NOOIT onder de Verti-Core III.
Indien noodzakelijk kantel de Verti-Core III.
Stap NOOIT van de tractor als de motor nog draait.
Bij onderhoud, afstellen en reparaties is het noodzakelijk de Verti-Core III te blokkeren tegen
zakken/wegrijden/wegschuiven.
Bij onderhoud, afstellen en reparaties altijd de tractormotor uitschakelen en de tractorsleutel uit
het contact halen en PTO ontkoppelen.(Fig. 2)
Fig. 2
Gebruik voor onderhoud of reparaties uitsluitend originele Verti-Core III onderdelen in
verband met de veiligheid van de machine en gebruiker.
Reparatiewerkzaamheden aan de Verti-Core III mogen uitsluitend door geautoriseerd
technisch personeel worden uitgevoerd.
Houdt een overzicht van reparaties bij.
(5) Naast de aanwijzingen in deze gebruikshandleiding moeten ook de algemeen
geldende veiligheids- en ARBO-voorschriften worden opgevolgd.
Bij gebruik op de openbare weg zijn ook de betreffende voorschriften van het
verkeersreglement van toepassing.
Het vervoer van personen is niet toegestaan!
Gebruik de Verti-Core III niet in de duisternis, bij hevige regen/ storm of hellingen met een hoek
groter dan 20 graden.
(6) Voor het begin van de werkzaamheden moeten alle personen die de
Verti-Core III gaan bedienen bekend zijn met alle functies en bedieningselementen ervan.
7
Koppel de Verti-Core III volgens de voorschriften aan het trekkende voertuig (Gevaar voor
letsel!)
Controleer voordat u vertrekt of u zowel dichtbij als veraf goed zicht heeft.
Aan weerszijden van de Verti-Core III zijn op het zijbord veiligheidsstickers (Fig. 3,4,5) en bij de
achterkap (Fig. 6) met een gelijkluidende betekenis aanwezig. Deze veiligheidsstickers moeten
altijd goed zichtbaar en leesbaar zijn en moeten, wanneer deze beschadigd zijn, worden
vervangen.
Tijdens bedrijf mogen er GEEN personen in het gevarengebied van de Verti-Core III
aanwezig zijn, omdat daar gevaar bestaat voor lichamelijk letsel door bewegende delen. (Fig.
3)
Fig. 3
Houdt minimaal 4 meter afstand! (Fig. 4)
De achterkap dient altijd gesloten en zonder beschadigingen te zijn tijdens het in bedrijf zijn
van de machine! (Fig. 5)
Pas op voor beklemming van lichaamsdelen bij opening achterkap! (Fig. 5a)
Fig. 5
Fig. 5a
Let op het toegestane hefvermogen van het trekkende voertuig.
Wees doelmatig gekleed. Draag stevige schoenen met stalen neus, een lange broek,
lang haar opgebonden en geen losse kledingsstukken.
8
(7) Plaatsing veiligheidsstickers. (Fig. 6)
Fig. 6
Alle veiligheidsstickers dienen zich te allen tijde op de machine te bevinden
en begrepen te worden.
Afgewerkte olie/vet is schadelijk voor het milieu; voer deze af volgens de ter plaatse geldende
voorschriften.
9
INHOUDSOPGAVE
EU - VERKLARING VAN CONFORMITEIT ................................................................................... 2
UK - VERKLARING VAN CONFORMITEIT ................................................................................... 3
VOORWOORD .............................................................................................................................. 4
GARANTIE BEPALINGEN ............................................................................................................. 4
REGISTRATIE KAART .................................................................................................................. 4
! VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ! .................................................................................... 5
1.0 TECHNISCHE GEGEVENS .............................................................................................. 10
2.0 DE MACHINE VAN DE PALLET HALEN........................................................................... 11
3.0 DE PTO............................................................................................................................. 12
3.1 LENGTE VAN DE PTO ..................................................................................................... 12
3.2 GEBRUIK VAN DE PTO ................................................................................................... 13
4.0 AANKOPPELEN AAN DE TRACTOR ............................................................................... 14
5.0 WERKDIEPTE VERSTELLING ......................................................................................... 15
6.0 DE RIJSNELHEID ............................................................................................................. 16
7.0 DE START PROCEDURE ................................................................................................. 16
8.0 HET GEBRUIK VAN DE VERTI-CORE III ......................................................................... 17
9.0 TRANSPORT VAN DE VERTI-CORE III ........................................................................... 18
10.0 HET AFKOPPELEN VAN DE VERTI-CORE III ................................................................. 19
11.0 PROBLEEM ANALYSE ..................................................................................................... 20
12.0 ONDERHOUD................................................................................................................... 21
13.0 SMEERPUNTEN ............................................................................................................... 22
14.0 V-SNAARSPANNING AANPASSEN ................................................................................. 23
15.0 TECHNISCHE INFORMATIE ............................................................................................ 24
15.1 VERVANGEN VAN EEN KRUK/KRUKLAGER.................................................................. 24
15.2 KRUKAS SPANNINGEN OPHEFFEN ............................................................................... 25
15.3 TIMING EN AANHAALMOMENTEN ................................................................................. 25
16.0 OPTIES ............................................................................................................................. 27
16.1 HOLLE PENNEN .............................................................................................................. 27
16.2 TURF HOLD DOWN FINGERS ......................................................................................... 28
16.3 WINDROW KIT ................................................................................................................. 28
10
1.0 TECHNISCHE GEGEVENS
Model
1600
2100
Werkbreedte
1,6 mtr (63”)
2.1mtr (83”)
Werkdiepte
0mm - 100mm (0-4”)
Tractor snelheid gemeten bij
540 Rpm op aftakas:
Gatafstand 55 mm (2,2”)
Gatafstand 110 mm (4,3”)
Tot 1,8 km/uur (1,2 mph)
Tot 3,6 km/uur (2,4 mph)
Gewicht
846 Kg (1865 lbs)
1022 Kg (2253 lbs)
Aanbevolen tractor
45 HP met minimale
hefcapaciteit van 1000 Kg
(2205lbs)
55 HP met minimale
hefcapaciteit van 1250 Kg
(2755lbs)
Gatafstand tussen de pennen
55 mm (2.2”) @ 19mm (0.75”) holes
68,75 mm (2.7”) @ 22mm (0.87”) holes
Gatafstand in rijrichting
25 110 mm ( 1- 4,3”)
Maximale capaciteit
Gatafstand 55 mm (2.2”)
Gatafstand 110mm (4,3“)
Tot 2880 m²/uur (31000 ft²/uur)
Tot 5760 m²/uur (62000 ft²/uur)
Tot 3780 m²/uur (40688 ft²/uur)
Tot 7560 m²/uur (81375 ft²/uur)
Verschepingsafmetingen
L x W x H
2031 x 1100 x 1080 mm
80” x 43.3x 42.5
L x W x H
2581 x 1100 x 1080 mm
102” x 43.3” x 42.5
Driepuntsaansluiting
CAT. 1
Olie tandwielkast
80W-90 GL5 1.2L (0.32 Gallon)
Smeervet
EP 2
Standaard onderdelen
-Set holle pennen 13/16” met
19 mm opname
-Voorrol.
-Gereedschapskoker met
gereedschap en
gebruikershandleiding.
-PTO-as.
-Turf hold down fingers
-Set holle pennen 13/16” met
19 mm opname
-Voorrol.
-Gereedschapskoker met
gereedschap en
gebruikershandleiding.
-PTO-as.
-Turf hold down fingers
Opties
-7/8” Tineholders met 4 tines
-7/8” Tineholders met 4 tines
11
2.0 DE MACHINE VAN DE PALLET HALEN
Fig. 7
De machine staat verticaal op de pallet. Om de pallet te verwijderen en de machine horizontaal op
de grond te krijgen, handel als volgt (zie Fig.7):
!! KRUIP NOOIT ONDER DE MACHINE !!
1. Bevestig een kabel aan de hefpunten (1) aan beide zijden van de machine, en aan de bovenste 3-
punt (2) aan de voorzijde.
Verti-Core III 1600 Verzeker u ervan dat de kabel/kraan/lift minimaal 1700 kg (3750 lbs)
kan heffen.
Verti-Core III 2100 Verzeker u ervan dat de kabel/kraan/lift minimaal 2100 kg (4630 lbs)
kan heffen.
2. Til de machine met de pallet ongeveer 50 mm (2”) van de grond (A).
3. Verwijder de pallet door de onderste 3-puntspennen (3) te verwijderen.
4. Trek de pallet onder de machine vandaan.
5. Draai de vergrendel pennen (4) van de poten een halve slag en trek deze naar buiten. Trek de
poten (5) geheel naar buiten en plaats de vergrendelpennen (4) weer.
6. Draai nu de machine gecontroleerde in horizontale positie.
7. Laat de machine gecontroleerd en rustig zakken tot deze volledig op de ondergrond staat.
!! PAS OP HOUDT AFSTAND DE MACHINE KAN GAAN SCHUIVEN !!
12
3.0 DE PTO
De PTO is een zeer belangrijk onderdeel. Het zorgt voor de aandrijving vanaf de tractor en zorgt, indien
op de juiste wijze onderhouden en geïnstalleerd, voor een veilig gebruik van de machine. De PTO heeft
een eigen CE-certificering. Lees de PTO handleiding; deze bevindt zich op de PTO zelf.
Voor specifieke afstellingen zie de details gegeven op de PTO pagina in het onderdeelboek.
Overschrijdt de gegeven waardes niet. Dit kan leiden tot een onveilige situatie en de machine
overbelasten met schade tot gevolg.
Fig. 8
3.1 LENGTE VAN DE PTO
De lengte van de PTO is zeer belangrijk. Wanneer deze te lang is kan de aandrijving van de tractor en/of
Verti-Core III beschadigd raken. (fig 8)
De minimale overlap lengte van de buizen is bij voorkeur 250mm (9.8") maar kan worden verlaagd tot een
minimum van 150mm (6").
Een overlap lager dan deze waarde is niet gewenst met een mogelijke beschadiging van de PTO tot
gevolg.
!! De lengte verandert wanneer de machine opgetild wordt of wanneer een andere
tractor wordt gebruikt !!
Om de PTO op de juiste lengte te brengen, wanneer nieuw aangeschaft of bij gebruik van een andere
tractor, ga als volgt te werk:
1. Koppel de Verti-Core III aan de tractor zoals beschreven in hoofdstuk 4.0.
2. !! Schakel de tractor uit en wees er zeker van dat de tractor goed geblokkeerd staat en zich
niet uit eigen beweging kan verplaatsen !!
3. Laat de Verti-Core III op de ondergrond zakken tot deze met op de voor- en achterrol staat.
4. Meet de afstand A tussen de PTO aansluiting van de tractor en die van de Verti-Core III, van groef tot
groef.
5. Meet de afstand B van de PTO in zijn kortste stand van vergendelingspen tot vergrendelingsbout.
6. Splits de PTO in twee delen en verwijder de beschermingskap van beide uiteinden.
7. Zowel de uiteinden van de kokers als van de veiligheidskappen moeten korter gemaakt worden:
(B-A) + 125 mm (4,9”) gewenst.
(B-A) + 75 mm (3”) minimaal.
8. Braam alle onderdelen af, gebruik wat vet en zet alle onderdelen in elkaar.
9. Monteer de PTO aan de Verti-Core III zijde.
10. Bevestig het andere uiteinde van de PTO aan de tractor.
11. Controleer de overlap van de kokers.
!! Gebruik de machine nooit met een beschadigde PTO beschermkap;
Vervang deze eerst. !!
13
3.2 GEBRUIK VAN DE PTO
Voor een juist gebruik van de PTO moeten de volgende items worden gecontroleerd:
1. Tijdens het in werking zijn van de Verti-Core III mag de hoek van de draaipunten nooit
groter zijn dan 30 graden.
2. De draaipunten moeten altijd in lijn zijn.
3. De overlap van de kokers moet altijd minimaal 250 mm (9,8”) zijn.
4. Gebruik de machine nooit met een beschadigde PTO beschermkap.
14
4.0 AANKOPPELEN AAN DE TRACTOR
Controleprocedure alvorens te beginnen met het aankoppelen van de Verti-Core III.
Controleer de Verti-Core III op visueel waarneembare beschadigingen en repareer
deze indien een veilige werking van de machine niet meer gewaarborgd is.
Controleer of alle moeren en bouten vastzitten.
Controleer of alle beschermkappen en alle veiligheidsstickers aanwezig zijn op de
machine en onbeschadigd zijn.
Zonder mag de machine NOOIT gebruikt worden.
Fig. 9
De Verti-Core III kan aan de tractor gekoppeld worden door middel van de 3-punts bevestiging.
De methode is als volgt: (Fig. 9)
1. Verwijder de 3-punts pennen (1 en 2).
2. Monteer de PTO aan de PTO-as van de Verti-Core III.
3. Rijdt de tractor voorzichtig achteruit, zodat de hefarmen aan het frame te verbinden
zijn.
!! Verzeker u ervan dat de tractor goed geblokkeerd staat en zich niet uit eigen
beweging kan verplaatsen !!
!! Schakel de tractor uit alvorens ervan af te stappen !!
4. Verbindt de hefarmen met de onderste 3-punts pennen (2) en borg deze met de
bijgeleverde zekeringspennen.
5. Stel de stabilisator van de tractor in op 100 mm zijdelingse slag
6. Monteer de topstang van uw tractor en draai deze uit totdat deze op dezelfde
hoogte is als de bovenste 3-punts verbinding (1) van de Verti-Core III.
7. Verbindt de topstang (3) met bovenste pen (1) aan het frame en borg deze met de
bijgeleverde zekeringspen.
8. Draai de topstang net zo lang in of uit totdat de machine een hoek van 90° maakt
met de ondergrond.
9. Monteer de PTO (4) aan de PTO-as van de tractor.
!! Verzeker u ervan dat alle bevestigingspennen geborgd zijn!!
10. Start de tractor en hef de Verti-Core III van de ondergrond.
11. Plaats de steunpoten (5) in werk positie.
15
5.0 WERKDIEPTE VERSTELLING
Fig. 10
De werkdiepte kan worden versteld als de machine is geheven. (zie fig.10)
De procedure is als volgt:
!! Verzeker u ervan dat de tractor/Verti-Core III goed geblokkeerd staat en zich niet uit
eigen beweging kan verplaatsen !!
!! Schakel de tractor uit alvorens ervan af te stappen !!
1. Draai de moeren (1) aan beide kanten van de machine een paar slagen los.
Er is een set sleutels meegeleverd; deze bevinden zich in de
gereedschapskoker (4).
2. Verstel met behulp van de bijgeleverde sleutels de spindels (2) en hierdoor de
werkdiepte. De stickers (3) aan de zijkant van de machine geven de diepte
instelling aan beide zijden van de machine weer.
3. Als de juiste werkdiepte is bereikt, draai dan de moeren (1) aan beide zijden weer
vast.
4. Controleer of de instelling aan beide zijden gelijk is.
Verstel één zijde nooit meer dan 4 slagen. Compenseer eerst de andere zijde, voordat verder
wordt gegaan.
! BELANGRIJK!
Controleer eerst statisch op de te bewerken ondergrond de werkdiepte alvorens de
machine te gebruiken!
16
6.0 DE RIJSNELHEID
De rijsnelheid is gelimiteerd tot 12 km/h (7.5mph).
Sneller is niet aanbevolen i.v.m. overmatige slijtage en beschadigingen die kunnen ontstaan aan
de machine en de te bewerken ondergrond.
De gatafstand in rijrichting wordt bepaald door de rijsnelheid.
De ingaande snelheid van de aftakas mag maximaal 540 omw/min bedragen. Als harde objecten
te verwachten zijn, moet deze snelheid verlaagd worden naar 200-300 omw/min.
Zie de technische specificaties voor een overzicht van de relatie tussen snelheid
van de trekker en afstand tussen de gaten.
Als de Verti-Core III niet correct is gemonteerd achter de tractor, hoofdstuk 4, fig.10,
kunnen verschillende aftakas hoeken trillingen veroorzaken in de aandrijflijn van de
machine. Deze trillingen kunnen de machine beschadigen en het gatenpatroon in de grond
negatief beïnvloeden.
Als de lengte van de aftakas incorrect is afgesteld (te kort of te lang), kan de
tandwielkast en of tractor aftakas extra belast worden. Beschadiging kan ontstaan.
7.0 DE START PROCEDURE
De start procedure is ZEER belangrijk. Als deze procedure niet wordt uitgevoerd als hieronder is
beschreven, kunnen er serieuze beschadigingen aan de machine ontstaan. De start procedure is
als volgt, zie fig. 11.
1. Rij naar de plaats waar men wil beginnen.
2. Laat de machine zakken, totdat de laagste pennen bijna de grond raken.
3. Zet de tractor motor op ca. 1000 omw/min.
4. Schakel de tractor in de juiste versnelling en rij voorwaarts (A).
5. Zet de aftakas van de trekker aan (B).
6. Laat de machine TIJDENS het voorwaarts rijden, DRAAIEND VOORZICHTIG in de grond
zakken (C).
7. Verhoog het aftakas toerental tot de maximaal toelaatbare waarde.
Fig. 11
17
Stoppen geschiedt als volgt:
1. Verlaag het motor toerental tot ca. 1000 omw/min.
2. Hef de machine uit de grond.
3. Ontkoppel de aftakas, zodra de pennen uit de grond zijn.
4. Hef de machine verder, totdat de pennen minimaal 120 mm boven de grond zijn.
5. Ga naar de volgende plaats en begin opnieuw als beschreven.
Het is absoluut noodzakelijk volgens bovenstaande procedures te werken. Als de
machine eerst in de grond wordt geplaatst, zonder een draaiende aftakas, kan serieuze
schade aan de machine ontstaan.
Men moet de machine VOORZICHTIG laten zakken.
Wees voorzichtig met achteruit rijden.
Tijdens het werk moet de voorrol stabiel op de grond afsteunen. Als de machine instabiel
is, moeten andere pennen worden gemonteerd, of de werkdiepte worden aangepast.
De machine zal beschadigen als de instabiliteit niet wordt weggenomen. De
machine is NIET beschermd tegen deze langdurige overbelasting.
Rij NOOIT achteruit met de pennen in of dicht bij de grond.
Rij NOOIT achteruit als de pennen niet minimaal 120 mm boven de grond zijn. Als
de pennen de grond raken zal schade aan de machine en/of grasmat optreden.
Gebruik geen hydraulische topstang.
8.0 HET GEBRUIK VAN DE VERTI-CORE III
Voordat de Verti-Core III op een plaats gebruikt kan gaan worden, dient met het volgende na te
gaan:
1. Zijn er losse objecten aanwezig op het veld? Verwijder deze eerst.
2. Zijn er hellingen? De maximale helling waarop gewerkt mag worden met deze machine
is 20 graden.
Werk altijd van boven naar beneden.
3. Is er gevaar voor rondvliegende objecten als bijvoorbeeld ballen, die de aandacht van
de bestuurder afleiden? Zo ja, de Verti-Core III kan NIET gebruikt worden.
4. Is er gevaar voor wegzakken, wegglijden? Zo ja, stel de bewerking uit totdat de
omstandigheden beter zijn.
5. Wanneer de bodem bevroren of zeer nat is, stel de werkzaamheden uit totdat de
omstandigheden beter zijn.
6. Zitten er kabels/pijpen in de grond? Zo ja, bepaal de diepte hiervan en stel de
werkdiepte van de machine op 60% hiervan in.
7. Zitten er harde objecten in de grond? Zo ja, gebruik de Verti-Core III op een lage
aftakas snelheid en pas de werkdiepte aan.
8. Wanneer de grond zeer verdicht is, gebruik dan kortere pennen of pas de werkdiepte
aan.
18
9.0 TRANSPORT VAN DE VERTI-CORE III
De gebruiker is verantwoordelijk voor het transport van de Verti-Core III achter de tractor over de
openbare wegen. Ga de nationale wetgeving na betreffende de regelgeving.
Over open velden, mag maximaal met een snelheid van 12 km/uur (8 mph) worden gereden,
vanwege het gewicht van de Verti-Core III. Een hogere snelheid kan gevaarlijk zijn voor de
bestuurder/omstanders en kan zelfs de machine beschadigen.
Zorg ervoor dat de bovenste topstang (3), zie Fig. 10, aangekoppeld en op
spanning gezet is in de transportstand.
Indien niet kan er serieuze schade ontstaan aan de machine.
Wanneer de machine van de grond geheven is moet minimaal 20% van het
gewicht van de trekker op de vooras steunen.
19
10.0 HET AFKOPPELEN VAN DE VERTI-CORE III
Fig. 12
De machine kan van de tractor losgekoppeld worden op de volgende manier (Zie Fig 12):
1. Rij de Verti-Core III naar een stalplek met een stabiele/vlakke ondergrond.
!! Verzeker u ervan dat de tractor goed geblokkeerd staat en zich niet uit eigen
beweging kan verplaatsen !!
!! Schakel de tractor uit alvorens ervan af te stappen !!
!! Wees er zeker van dat de Verti-Core stabiel op de ondergrond staat en
geblokkeerd is tegen wegglijden alvorens van de tractor af te stappen !!
2. Draai de zekeringspennen (2) een halve slag en trek deze naar buiten.
3. Laat de afzetpoten (1) zakken
4. Borg de afzetpoten (1) door de zekeringspennen terug te plaatsen (2).
5. Laat de Verti-Core III voorzichtig op de ondergrond zakken.
6. Ontspan de topstang (3).
7. Haal de zekeringspen (4) uit de pen (5) en trek deze uit de topstangverbinding.
8. Trek de zekeringspennen (6) uit de pennen (7) en trek deze uit het frame van de Verti-Core III,
zodat de onderste hefarmen van de tractor vrij komen.
9. Ontkoppel de PTO (8) aan de traktorzijde.
!! Wees ervan verzekerd dat de Verti-Core III stabiel staat en niet kan
wegrollen/glijden!!
10. Start de tractor en rij deze weg.
20
11.0 PROBLEEM ANALYSE
Machine vibreert
Krukas draait onregelmatig
Zware omstandigheden
- Machine niet op 90 graden
- Hoeken draaipunten PTO
verschillend
- Draaipunten PTO niet in lijn
- Pas werkdiepte aan
- Gebruik dunnere/kortere pennen
in geval van droogte, beregen
eerst
Holle pennen
verbuigen/breken
Verkeerde pen
Zware omstandigheden
- Wijzig de pen, gebruik kortere.
- Breek de grond eerst open met
andere machine.
- Pas werkdiepte aan
- Gebruik dunnere/kortere pennen
In geval van droogte, beregen
eerst
Voorrol is niet stabiel op de
grond
Verkeerde pennen, te veel
weerstand
Zware omstandigheden
- Verander de pennengrootte
- Pas de werkdiepte aan
- Gebruik andere pennengrootte.
- Pas werkdiepte aan
- Beregen eerst
PTO breekt
Kokers scheuren
- PTO hoeken zijn te groot
- PTO hoeken zijn niet hetzelfde
Beschadiging van de grasmat
Ovale gaten
Beschadiging van de grasmat
- Grond te nat
- Verminder voorwaartse snelheid
- Verminder werkdiepte
- Gebruik Turf Hold Down Fingers
Onregelmatig gatenpatroon
(Eén) slippende V-snaar
Rubberen buffers versleten
- V-Snaarspanning controleren
- Voorspanning controleren en
vervangen
- Toerental PTO wijzigen
Vervang buffers
V-snaar/snaren slippen
V-snaren / poelies versleten
Onvoldoende voorspanning
Zware werkomstandigheden
- Controleren en vervangen
- Controleren en aanpassen
- Werkdiepte aanpassen
- Voorwaartse snelheid verlagen
- Gebruik dunnere pennen
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Redexim Verti-Core III 2100 Omaniku manuaal

Tüüp
Omaniku manuaal
See juhend sobib ka