Proline PLT 1150 WA Program Chart

Tüüp
Program Chart
5019 612 10086/A
NL PLT 1150 WA PROGRAMMATABEL
N.B. Deze wasmachine wordt bestuurd door sensoren. Gelieve niet te grote hoeveelheden wasmiddel in de machine te doen.
Programma
Onder-
houds
labels
Wassoort / Opmerkingen
Max.
belading
kg
Wasmiddel en
nabehandelingsproducten
Extra functies
Tempera-
tuur
°C
Max.
Centrifu-
geer-
snelheid
tpm
Voor-
was
Hoofd-
was
Was-
verzachter
Bleek Halve
belading
Spoel
stop
Katoen met voorwas
Beddengoed, tafellakens, ondergoed, handdoeken, overhemden etc. van katoen en linnen,
sterk bevuild.
5,0
Ja
1)
Ja
❉❉
Max. 95 1000
Synthetisch met voorwas
Blouses, overhemden, overalls etc. van polyester (Diolen, Trevira), polyamide (perlon, nylon)
of gemengde weefsels met katoen, sterk bevuild.
2,0
Ja
1)
Ja
❉❉
Max. 60
800
2)
Fijne was met voorwas
Gordijnen, jurken, rokken, overhemden en blouses van fijne weefsels, sterk bevuild.
1,5
Ja
1)
Ja
——
Max. 40
800
2)
Kookwas
Beddengoed, tafellakens, ondergoed, handdoeken, overhemden etc. van katoen of linnen,
sterk bevuild.
5,0
Ja
❉❉
Max. 95 1000
Kookwas kort
Beddengoed, tafellakens, ondergoed, handdoeken, overhemden etc. van katoen en linnen,
normaal bevuild.
3,0
Ja
❉❉
Max. 60
800
2)
Gemengde Katoen/
Synthetisch
Beddengoed, tafellakens, ondergoed, handdoeken, overhemden etc. van katoen en linnen,
normaal bevuild.
3,0
Ja
❉❉
Max. 60 1000
Synthetisch
Blouses, overhemden, overalls etc. van polyester (Diolen, Trevira), polyamide (perlon, nylon)
of gemengde weefsels met katoen, normaal tot sterk bevuild.
2,0
Ja
❉❉
Max. 60
800
2)
Fijne was
Gordijnen, jurken, rokken, overhemden en blouses van fijne weefsels.
1,5
Ja
——
Max. 40
800
2)
Wol
Alleen niet-viltende wollen artikelen met een wolmerk, die in de machine gewassen kunnen
worden.
Als u de functie "Spoelstop" kiest, laat het wasgoed dan niet te lang in het spoelwater staan.
1,0
Ja
——
Max. 40
800
2)
Zijde
Artikelen van zijde, linnen, wol en viscose die met de hand gewassen kunnen worden.
Als u de functie "Spoelstop" kiest, laat het wasgoed dan niet te lang in het spoelwater staan. Niet
centrifugeren.
1,0
Ja
——
Max. 30
3)
Spoelen + kort centrifugeren
Met dit programma is het mogelijk om fijn wasgoed met wasverzachter of stijfsel te behandelen.
2,0
——
——
800
2)
Spoelen + centrifugeren
Met dit programma is het mogelijk om katoenen of linnen wasgoed met wasverzachter of stijfsel te
behandelen.
5,0
——
——
1000
Centrifugeren
Met dit programma is het mogelijk om katoenen of linnen wasgoed op de maximale
centrifugeersnelheid te centrifugeren.
5,0
——
1000
Kort centrifugeren
Met dit programma is het mogelijk om fijn wasgoed met een lagere centrifugeersnelheid te
centrifugeren.
2,0
——
800
2)
Afpompen
Alleen afpompen - niet centrifugeren. Alternatieve manier om programma's te beëindigen na
"Spoelstop".
—— ————
A. Programmaknop
B. Temperatuurknop
C. Knop “Centrifugeersnelheid”
D. “Aan/Uit”-knop
: optie / Ja: dosering vereist
1)
Gebruik geen vloeibare wasmiddelen.
2)
Voor een betere verzorging van de stukken wordt de
centrifugeersnelheid van dit programma beperkt tot
800 toeren/min.
3)
Voor een betere verzorging van de stukken wordt de
centrifugeersnelheid van dit programma beperkt tot 0.
BADC
5019 612 10086/A
Programma's met voorwas duren ongeveer 15 min. langer. De verbruiksgegevens zijn vastgesteld in genormaliseerde
omstandigheden in overeenstemming met de norm IEC/EN 60 456. Bij huishoudelijk gebruik kan het verbruik afwijken van
de in de tabel vermelde waarden, afhankelijk van de druk en de temperatuur van het toegevoerde water, de belading en
het type wasgoed.
De gegevens op het “Energielabel” verwijzen naar het programma “Katoen 60°C”.
* Om de watertemperatuur te verlagen wordt er wat koud water toegevoegd aan het einde van het hoofdwasprogramma,
voordat het water wordt afgepompt.
1. Doe het wasgoed in de machine, sluit de
trommelkleppen en controleer of ze goed
vergrendeld zijn.
2. Doe wasmiddel en nabehandelingsproducten in
het bakje, tot maximaal het volgende
aangegeven niveau
“MAX”
, als volgt:
Programma met voor- en hoofdwas
Hoofdwasprogramma zonder voorwas
Wasverzachters en conditioners
Chloorbleekmiddel
Vlekkenmiddelen
Anti-kalkmiddelen (indien nodig)
3. Draai de
programmaknop
op het gewenste
programma.
4. Draai de
temperatuurknop
op de gewenste
temperatuur.
5. Draai de knop voor de
centrifugeersnelheid
op de gewenste snelheid. Als de
centrifugeersnelheid “ ” wordt ingesteld,
wordt het wasgoed op het eind niet
gecentrifugeerd, maar wordt er wel tussentijds
gecentrifugeerd. Het programma eindigt dan
met een pompcyclus.
U kunt op ieder gewenst moment tijdens het
programma een functie in- of uitschakelen. De
functie wordt uitgevoerd als de
corresponderende programmafase nog niet
uitgevoerd is.
Knop “Halve belading”
Kan gebruikt worden voor kleine wasjes en licht
vervuilde was.
Verlaagt het waterverbruik vooral tijdens het
spoelen.
Knop “Spoelstop”
Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen zonder gecentrifugeerd te worden om
kreukvorming en verkleuring te voorkomen.
Deze functie is met name geschikt voor de
programma's “Synthetisch” en “Fijne was”.
Deze functie is met name nuttig als u het
centrifugeren wilt uitstellen tot een later tijdstip
of als u alleen wilt pompen.
VERBRUIKSGEGEVENS
Programma
Temperatuurknop
(°C)
Belading
(kg)
Water
(l)
Energie
(kWh)
Ca. Programma
duur
(uren : minuten)
Kookwas 95 5,0 63* 1,80 2:05
Kookwas 60 5,0 55 0,95 2:05
Kookwas 40 5,0 55 0,55 2:05
Gemengde Katoen/Synthetisch 60 2,0 56 0,80 1:30
Synthetisch 40 2,0 56 0,40 1:30
Fijne was 40 1,5 60 0,55 0:45
Wol 40 1,0 60 0,50 0:40
Zijde 30 1,0 60 0,30 0:50
VOORBEREIDING VAN HET
WASPROGRAMMA
DE GEWENSTE FUNCTIE KIEZEN
“Spoelstop” weer uitschakelen:
Druk nogmaals op de knop “Spoelstop”: het
programma wordt automatisch beëindigd met
de gekozen centrifugeercyclus.
Als u het wasgoed niet wilt centrifugeren, druk
dan op de
“A a n/ U it ”
-knop, draai de
programmaknop op het programma
Afpompen” en druk nogmaals op de
“A a n/ U it ”
-knop.
Draai de kraan open en druk op de
“A a n / U i t ”
-
knop. Het indicatorlampje van de
“A a n / U i t ”
-
knop gaat branden.
Opmerking
: als er een onderbreking van de
stroomtoevoer optreedt of als het apparaat wordt
uitgezet tijdens een wasprogramma, dan zal het
programma verdergaan vanaf het punt waarop het
werd onderbroken.
De programmaknop staat op stand “Stop”.
1. Druk op de
“A a n / U i t ”
-knop om de
wasmachine uit te zetten.
2. Schakel de extra functies uit.
3. Draai de kraan dicht.
4. Wacht tot de deur wordt ontgrendeld
(ongeveer 1 minuut).
5. Open de deur en de kleppen van de trommel
en haal het wasgoed uit de machine. Laat het
deksel een tijdje open zodat het apparaat aan
de binnenkant kan drogen.
1. Zet de wasmachine uit door op de
“A a n/ U it ”
-knop te drukken.
2. Stel het nieuwe programma in.
3. Start het programma door nogmaals op de
“A a n/ U it ”
-knop te drukken.
Als u het programma om wat voor reden dan ook
voor een bepaalde periode wilt onderbreken en
het later wilt afmaken:
1. Druk op de
“A a n / U i t ”
-knop.
2. Druk na de gewenste onderbreking opnieuw
op de
“Aan/Uit”
-knop.
1. Zet de wasmachine uit door op de
“A a n/ U it ”
-knop te drukken.
2. Zet de programmaknop op "Afpompen".
3. Druk nogmaals op de
“A a n/ U it ”
-knop om
het programma “Afpompen” te starten.
EEN PROGRAMMA STARTEN
EINDE VAN HET WASPROGRAMMA
EEN ANDER PROGRAMMA SELECTEREN
TIJDENS EEN WASCYCLUS
EEN PROGRAMMA STOPZETTEN/
ONDERBREKEN
HET PROGRAMMA AFBREKEN
  • Page 1 1
  • Page 2 2

Proline PLT 1150 WA Program Chart

Tüüp
Program Chart

teistes keeltes