AEG A221GT5 Kasutusjuhend

Kategooria
Sügavkülmikud
Tüüp
Kasutusjuhend

See käsiraamat sobib ka

Gefriertruhen
Chest freezers
Congélateurs-horizontaux
Congélatori orizzontali
Diepvrieskisten
Säiliöpakastimet
Gebrauchsanweisung
Operating Instructions
Mode d’emploi
Istruzioni per l’uso
Gebrauiksaanwijzing
Käyttöohje
3
I SF
Indice pagina
Pagina illustrate (vi preghiamo di aprire) 4/5
Indicazioni generali 27
Uso industriale, Luogo di installazione, 27
Prima della messa in funzione 28
Montaggio delle maniglie dei cestelli di
conservazione, Avviamento in funzione,
Regolazione della temperatura 29
Risparmio di energia con mezzacarica o
carica parziale, Congelazione
Conservazione in stato congelato e ma- 30
neggio del freddo, Decongelazione e puliza
Difetti e servizio tecnico assistenza clienti 31
Disinserzione dell’apparecchio, Consigli per 32
economizzare energia,
Accessori speciali
La funzione della valvola
equillibratrice di pressione 32
Inhoud Pagina
Afbeeldingen (uitklapbare pagina’s) 4/5
Algemene aanwijzingen 34
Industrieel gebruik, Opstelling, Vóór het in 34
gebruik nemen, Aanbrengen van de korf-
grepen
In gebruik nemen, Temperatuurregeling, 35
Energie besparen als de kast half of
gedeeltelijk vol is
Invriezen, Opsiaan en met koude orngaan 36
Ontdooien en reinigenm Storingen en 37
klantenservice
Uitschakelen van het toestel, Tips voor het 38
besparen van energie, Extra leverbare
accessoires
Rol van de
drukvereffeningsklep
Sisällys sivu
Kuvasivut (avvaa) 4/5
Yleisiä neuvoja 40
Sijoitus
Ennen käyttöönottoa, korien kahvojen
asennus
Käyttöönotto ja lämpötilansäätö 41
Sähkönsäästö vajaatäytöllä
Pakastaminen ja sälytys
Sulatus ja puhdistus 42
Häiriöt ja huoito 42
Virran katkaisu, energiansäästöneuvoja 43
Paineentasainventtiilin rolli
NL
4
5
2
5
7 10
7
ATTENTlE!
Als uw nieuwe toestel een ouder model vervangt, maakt u
het oude toestel dan direkt onbruikbaar: steker uit de
kontaktdoos trekken, aansluitsnoer alsnijden en de steker
en de rest van het snoer apart weggooien. Een eventueel
snap- ol grendelslot van het oude toestel Dok on- bruikbaar
maken, voordatu het toestel wegdoet ol voor milieuvrien-
delijke verwerking zorgt.
U verhindert daardoor, dat spelende kinderen elkaar of
zichzell erin opsluiten en daardoor in levensgevaar komen.
Let u ercp dat de koelleidingen van uw oude koeltoestel
tijdens het transport niet beschadigen Alleen dan is mi-
lieuvriendelijke verwerking (evt. recycling) mogelijk.
Infonnatle over de toestelverpakking
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-
onvriendelijk. le kunnen zonder gevaren bij het afval worden
gezet en in een vulverbrandingsinstallatie worden verbrand!
Over de materialen: de kunststoffen kunnen hergebrulkt
worden en hebben de volgende aanduidingen:
> PE < voor polyethyleen, bijv. de doorzichtige foliever-
pakking en de plastic zakjes
>EPS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbescher-
mers, volkomen clk-vrij
Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u
dit ook weer in een container voor oud papier weg te
gooien.
VAROITUS!
Mikäli nyt hankkimasi laite korvaa vanhan, tee laite tolml-
mattomaksi: veda liitosjohto esiin, katkaise se ja hiivltl
asianmukaisesti, Mikali laitteessa on jousilukko, muista
tehda jukka toimimattomaksi ennen vanhan laitteen hö-
vittamista. Talla tavalla leikkivat Iapset eivatjoudu vaara-
tilanteisiin, mikali menevat laitteen sisaan.
Mikäli mahdollista vie kylmäkalusteesi jätelaitokselle, joka
käsittelee ongelmajätteitä. Alä riko putkistoa.
Pidä huolta siitä, että laite havitetaan ympäristöä säästä-
vällä tavalla.
Tietoa pakkauksesta
Kaikki käytetyt raaka-aineet avat ympäristöa säästavlä. Ne
voit turvallisesti säästää fai ne voidaan polttaa jät-
teenpolttolaitoksessa, Raaka-aineista: muovit sopivat
uusiokayttöön ja ne on merkitty seuraavasti:
> PE < polyetyleeni, esim. päällyskalvo ja sisällä oleva
pussi.
>EPS< polystyroli esim.kaikki tuet, pääsaantöisesti Ireo-
nittomia.
Pahvit on valmistettu keräyspaperista ja ne tu Ii si jälleen
toimittaa paperinkeräykseen.
NL
SF
34
NL
Algemene aanwijzingen
U bent in het bezit gekomen ván een
huishouddlepvriestoestel dat is gefabriceerd
volgens de voor deze toestellen geldende
normen.
Bij de fabrikage zijn in het bijzonder die maatre-
gelen getroffen dié worden vereist volgens de
Duitse wét op de veiligheid van toestellen (GSG),
volgens de Duitse voorschriften ter voorkoming
v.an ongevallen bij icoude-installaties (VBG 20)
en volgéns de bepalingen van de vereniging van
Duitse elektrotechnici (VDE).
De koudekringloop is op dichtheid beproefd.
Dit apparáat voldoet aan de eisen voor radio- en
TV-ontstoring in de EG-richtlijn 821499 EG als-
mede aan de norm voor netvervuiling EN 60 555,
deel 1-3/DIN VDE 0838, deel 1-3, juni 1987.
Wij ráden u aan vóór het in gebruik nemen deze
gebruiksaanwijzing te lezen; alleen dan kunt u
alle voordelen van het toestel benutten.
Deze gebruiksaanwijzing is bedoéld voor
verachillende modellen die technisch
vergelijkbaar, maar verschillend uitgerust zijn.
Let u dus op dé aanwijzingen die ván toepassing
zijn op uw toestel.
Industrieel gebruik
Indien u deze huishoud-diepvriezer voor
industriële doeléinden wilt gebruiken, dient u de
daarvoor geldende wettelijke bepalingen in acht
te nemen.
Opstelling
Uw diepvrieskist moet in een zo goed mogelijk
gevéntileerde, droge ruimte staan. Let u erop,
dat de vrieskist rasp. de elektrische onderdélen
niet in aanraking kunnen komen mét spotwater.
Om zonder storingen te kunnen werken heeft het
koelaggregaat een goede ventilatie nodig. Let
erop, dat de buitenwand van het toestel niet
afgedekt of afgesÍóten wordt.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
stróomverbruik van het koelaggregaat. Daarom
moet hét toestel
liever niét direkt in de zon, naast een
verwárming of naast een fornuis staan en
op een plaats staan wáarvan de
omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse waarvoor het toestel uitgevoerd
is.
Aanwijzingen vindt u op het typeplaatje dat zich
in de binnenruimte vàn het toestel bevindt. De
volgende aan wijtingen zijn mogelijk:
Klimaat- Omgevingstemperatuur
klasse van ... tot
SN + 10 tot + 32 °C
N + 16 tot + 32 °C
ST + 18 tot + 38 °C
T + 18 tot + 43 °C.
Het toestel moet stevig en waterpas staan.
Oneffenheden in de vloer dienen door het
onderleggen van geschikte middelen te worden
opgeheven.
Als u de buitenkcant van de ingeschakelde
diepvrieskist aanraakt, zult u vaststellen, dat deze
warm is. Dat is een gevolg van het speciale
koelsysteem, de géintegreerde koudekringloop
(warmewandkondensor), die door z’n warmte
voorkomt dat zich op dë buitenwanden
kondensaanslag en daardoor roest kan vormen.
Let u erop, dat alle vlakken (zijkanten) van uw
diepvrieskist voldoende lucht krijgen, opdat de
warmte afgevoerd kan wórden.
Thermometer
Bij sommige modellen bevindt zach op de
scheidingswand tussen grote en kleine
diepvriesruimte een thermometer.
Deze géeft de temperatuur aan van de
levensmiddelen die ter hoogte van de stapelgrens
liggén. Als de diepvrieskist niet geheel gevuld is,
neemt u de thermometér uit de houder en legt
hem op de diepvriesprodukten.
U kunt de thermometer losriemen door hem uit
de houder naar opzij te trekken (afb. 1 ).
Als het deksel langere tijd openstaat, wordt de
temperatuur die de thermometer aangeeft door
de binrienstromende lucht béinvloed. Let u erop,
dat de bewaartemperatuur minstens -18 °C
bedraagt.
Vóór het in gebruik nemen
Uw diepvrieskist heeft zoals alle nieuwe
toestellen een bepaald “luchtje”. Daarom dient u
35
NL
vóór het in gebruik nemen de binnenzijde en alle
accessoires tereinigen (zie ook “Ontdooien en
reinigen”). U steekt de steker van het toe
Aanbrengen van de kortgrepen
Om de bewaarkorven in het kunststof afdekraam
aan de bovenrand van de diepvrieskist te
hangen,worden de grepen aangebracht volgens
afb. 3.
Moeten de bewaarkorvew in de diepvrieskist op
elkaar gestapeld worden, dan moeten de gre-
pen volgens afb. 4 naar binnen gedraaid wor-
den.
De korven worden dan steeds geplaatst op de
grepen van de korf daaronder.
Spanning en stroomsoort
Kontroleert u of de aansluitspanning en de
stroomsoort van het toestel (gegevens zie
typeplaatje) overeenkomen met spanning en
stroomsoort van uw stroomnet.
2201240 V ~ wil zeggen 2201240 Volt
wisselspanning.
Het typeplaatje bevindt zich aan de binnenzijde
van het kistdeksel.
Kontaktdoos met randaarde
De voor de aansluiting van het toestel
noodzakelijke kontaktdoos met randaarde dient
zodanig géinstalleerd te zijn, dat altijd de
mogelijkheid bestaat de steker uit te trekken.
Bedienings- en kontrole
armatuur
Afb. 2
u temperatuurregeláar
v symbolen voor de energiebespaarzone als
de kist half of gedeeltelijk vol is (niet bij alle
modellen)
w groen bedrijfskontrolelampje
x rood temperatuurkontrolelampje
(waarschuwing)
y gele lampje
z “super” knop
In gebruik nemen
Afb. 2
Het groene controlelampje geeft aan dat de
vriezer is aangesloten. Het gele lampje licht op
wanneer de “SUPER” knop is ingeschakeld. Zie
“Invriezen”.
Het rode lampje licht op wanneer de temperatuur
in de vriezer hoger is dan ingesteld op de
thermostaat (Alarm). Dit paneel is voorzien van
een acoustisch alarm dat in werking treedt
wanneer de rode lamp gaat branden. Het geluid
kan worden stopgezet door op de “SUPER” knop
te drukken (gele lamp gaat branden).
De rode lamp blijft branden zo lang de
temperatuur in de vriezer hoger is dan de
ingestelde thermostaattemperatuur. Wanneer de
vriezer weer op normale temperatuur is en het
rode lampje is uit, de “Super” knop opnieuw
indrukken (gele lamp gaat uit).
De oorzaak hiervan kan zijn:
Het inladen van grote hoeveelheden in te
vriezen produkten.
Het te lang openstaan van het deksel.
De alarm zal in beide gevallen na verloop van
tijd stoppen.
Een defect in het koelsysteem. Zie
“Storingen”.
Temperatuurregeling
Afb. 7
De temperatuur in de vriezer wordt geregeld en
konstant gehouden door middel van de
thermostaat. De temperatuur instellen door de
thermostaatknop met behulp van een muntstuk
te draaien. Door de thermostaatknop naar ,,7”
te draaien, wordt de temperatuur in de vriezer
kouder, door de knop naar ,,1” te draaien wordt
de temperatuur warmer.
De korrekte instelling kunt u vinden door de
temperatuur van de bovenste verpakking in het
midden van de vriezer te meten. Deze moet
normaal gesproken kouder zijn dan -18°C.
Energie besparen als de kist
slechts gedeeltelijk vol is
(niet bij alle modellen)
Als de diepvrieskist slechts voor de helft of nog
minder gevuld is, kunt u energie besparen door
de diepvriesprodukten onderin (niét hoger dan
36
NL
de groene markering in de scheidingswand) te
leggen (afb. 6).
U draait dë temperatuurregelaar op de zuinige
groene zone (afb. 5) en kontroleert de
bewaartemperatuur m.b.v. een thermometer die
u op de diepvriesprodukten ,legt. De temperatuur
moet minstens -1 8 °C zijn.
Als u de kist verder vult (tot boven de groene
markering), moet u niet vergeten de
temperatuurregelaar weer kouder in te stellen;
stand 3 tot 7.
Maximale – beladingl/
stapelgrens
Denkt u erom, dat u de kist slechts tot de onder-
kant van het kunststof afdekraam met diepvries-
produkten mag vullen (afb. 8/pijl).
Invriezen
In de diepvrieskist kunt u deipvriesprodukten
bewaren en verse levensmiddelen zelf invriezen.
Voordat u het toestel voor de eerste keer met
reeds bevroren levensmiddelen (diepvries-
podukten) gaat vullen, moet de optimale bewaar-
temperatuur van –18°C ter hoogte van de stapel-
grens bereikt zijn.
Als u zelf levensmiddelen wilt invriezen, schakelt
u 4 tot 24 uur van tevoren (alnaargelang de
hoeveelheid) de snelvriesschakelaar in.
Alleen verse levensmiddelen van de beste
kwaliteit invriezen.
Let u erop dat de levensmiddelen, die luchtdicht
verpakt moeten zijn, bij het invriezen goed kontakt
hebben met de koudevoerende zijwanden. Daar-
door bevriezen de levensmiddelen sneller tot in
de kern.
Na ongeveer 24 uur (bij kleine hoeveelheden
éerder) kunt u de snelvriesschakelaar weer
uitschakelen. Als er nog meer levensmiddelen
ingevroren moeten worden, moet de
snelvriesschakelaar ingeschakeld blijven.
Verplaats’t u de levensmiddelen pas na het
invriezen! Let u er vooral op; dat nog in te
vriezen en reeds ingevróren levensmiddelen
van elkaar gescheiden blijven.
Wij raden u daarom aan, voor het invriezen de
kleine vriesruimte rechts in de binnenruimte te
gebruikën. Alleen bij het invriezen van grotere
hoeveelheden (bijv. een hoeveelheid die gelijk is
aan de maximale invrieskapaciteit per 24 uur)
moet u een deel van de levensmiddelen in de
.grote vriesruimte invriezenïwaarbij goed kontakt
tussen levensmiddelen en zijwanden moet be-
staan.
De irivrieskapaciteit per 24 uurvan uw
diepvrieskist vindt u op het typeplaatje. De
aangegeven hoeveelheid mag niet overschreden
worden. Als u verschillende dagen achter elkaar
invriést, is het raadzaam, iets onder deze
maxímale kapaciteit te blijven, om een betere
kwaliteit van het diepvriesprodukt te verkrijgen.
Dat wil zeggen; als u verschillende dagen achter
elkaar wilt invriezen, neemt u slechts 2/3 tot 3/4
van de hoeveelheid.
Aanwíjzing voord onderzoeksinstanties
Stapelschema’s voor het vaststellen van de
invrieskapaciteit resp. opwarmtijd kunnen direkt
bij de fabrikant worden aangevráagd.
Opslaan en met koude omgaan
Na het invriezen moeten de levensmiddelen
worden bewaard bij een temperatuur van -18 °C
of kouder en bij normaal bedrijf van het
koelaggregaat (snélvriestoets uitgeschakeld).
Bij het bewaren van diepvriesprodukten dient u
zich beslist aan de door de fabrikant aangegeven
bewaartijd te houden.
Lèt erop, dát u alleen verpakte levensmiddelen
in de . diepvriezer bewaart, anders léidt de koude
tot uitdroging.
Niet in de diepvrieskist horen koolzuurhoudende
limonade, vruchtensop, bier, wijn, ent. - want als
de inhoud bevriest, kan de glazen fles knappen
of zelfs uit elkaar springen. Gedistilleerd en
dranken met een hoog alkoholpercentage kunt
u daarentegen wel in de diepvrieskist leggen.
Konsumptie-ijs en vethoudende levensmiddelen
moeten onderin de diepvrieskist (in de buurt van
de bodem) worden bewaard.
Diepvriesprodukten niet met natte handen
aanraken, de handen kunnen er dan aan
vastvriezen. U mag geen warme levènsmiddelen
in de diepvrieskist zetten om af te koelen, dat
leidt tot sterke rijpvorming in de binnenruimte en
kost stroom.
Als u de nuttigevinhoud van het toestel optimaal
wilt benutten en bijzonder veel diepvries-
37
NL
produkten moet onderbrengen, kunt u alle korven
eruit nemen. Ook bij deze wijze van beladen is
een juist funktioneren van uw toéstel
gewaarborgd.
Ontdooien en reinigen
Tijdens het gebruik en bij het openen van het
deksel slaat de vochtige lucht als rijp op de
binnenruimte neer.
Deze rijp kunt u van tijd tot tijd met een kunststof
schraper, bijv. deegkrabber (niet met een mes of
iets dergelijks) verwijderen. Het toestel hoeft
hiervoor niet te worden uitgeschakeld.
Sterke rijpvorming kunt u voorkomen door de
diepvrieskist niet onnodig lang open te laten
staan. U bespaart daardoor ook stroom, want een
te dikke rijplaag beirivloedt de werking van het
aggregaat. Het verdient aanbeveling uw
diepvrieskist minstens één maal per jaar rasp.
indien zich een te dikke rijplaag gevormd heeft,
te ontdooien, bij voorkeur op een tijdstip waarop
de kist leeg of slechts ten dele beladen is. Elke
temperatuurstijging vermindert de houdbaarheid
van de diepvriesprodukten. Schakelt u daarom
vóór het ontdooien ca. 12 uur de
snelvriesschakelaar in, zodat in de diepvries-
produkten een koudereserve ontstaat.
De diepvriesproduktén die zich nog in de kist
bevinden, worden dan goed verpakt, in enkele
lagen krantenpapier gewikkeld en op een koele
plaats gelegd (bijv. in de koelkast).
Voor het ontdooien schakelt u de diepvrieskist
uit (steker uit de kontaktdoos trekken of zekering
losdraaien), het groene bedrijfskontrolelampje
gaat uit.
U kunt het ontdooiproces bespoedigen door een
schaal of pan met beef water in de kist te zetten
en loskomende stukken ijs reeds te verwijdéren,
voordat ze geheel zijn ontdooid.
Nooit proberen, met behulp van elek’trische
verwarmingstoesteÏlen het ontdooiproces te
bespoedigen!
Daardoor zou voor u een akute kans op
ongevallen en voor de vrieskist kans op
beschadiging ontstaan. Let u er bij het réinigen
op, dat er geen vloeistoffen (bijv. water of sop)
op het bedienings- en kontrolearmatuur en op
de elektrische onderdelen terechtkomen.
Dooiwateruitloop in uitneembare scheiding-
swand (niet bij alle modellen):
Voor het opvangen van het dooiwater vervvijdert
u de afsluitstop in dé bódem van de vrieskist. U
moet echter niet vergetèn, óm eerst de
uitgenomen scheidingswand of een platte schaal
of bak onder de uitloop te zetten (afb. 9).
Na beëindiging van het ontdooiproces moet de
afsluitstop weer op zijn plaats gezet worden.
Binnen- en buitenkant en de accessoires van de
diepvrieskist reinigt u met lauw water met wat
afwasmiddel. Daarna met schoon water afnemen
en goed afdrogen.
De diepvrieskist weer in gébruik nemen. De
diepvriesprodukten kunnen na ca. 10 minuten
weer in de kist gelegd worden (zie ook “In gebruik
nemen”).
Storingen en klantenservice
Uit het oogpunt van veiligheid raden wij u aan
réparaties, vooral aán elektrische onderdelen,
door een elektro-installateur te laten uitvoeren.
In geval van storing dient u zich daarom tót uw
vakhandelaar of direkt tot de klantenservice te
wenden.
Voordat u kontakt opneemt met de
klantenservice, dient u te kontroleren of de
kontrolelampjes branden, het koelaggregaat
werkt en of de binnentemperatuur nog laag
genoeg is:
Gaat bij voorbeeld het groerïe lampje uit, terwijl
de diepvrieskast wel ingeschakeld is, dan
schakelt u de snelvriesschakelaar in.
Gaat nu het gele lampje br.anden, dan is het
groene defekt.
Als bij inschakelen van de snelvriesschakelaar
het gele lampje niet brandt, maar het
koelaggregaat wel funktioneert, is het gele lampje
defekt. Als er helemaal geen lampjes branden,
kontroleert u eerst of de stroomtoevoer
ónderbroken is (steker, zékerin in de
zekeringkást; algehele stroomuitval in het
verzorgingsgebied e.d.). Eventueel direkt kontakt
opnemen met uw elektro-installateur.
Gaat het rode lampje branden en klinkt het
akoestische temperatuursignaal, rasp. is dé
temperatuur binnenin de diepvrieskist sterk
gestegen, zonder dat u verse levensmiddelen in
de kist hebt gelegd of het deksel lange tijd open
heeft .gestaan, dan is er spráke vén een storing.
U schakeÍt de snelvriesschakelaat in, houdt dé
diepvrieskist gesloten en neemt onmiddellijk
38
NL
kontakt op met de klantenservice. Voert u in dat
geval zelf geen verdere werkzaamheden uit,
vooral niet aan de eléktrisché ondérdelen van
het toestel.
Geeft u de klantenservice
modelaanduiding,
E-nummer en
F-nummer van het toestel op.
Deze gegevens vindt u op het typeplaatje aan
de binnénzijde van het deksel. Houdt u de
diepvrieskist gesloten en meldt u de klanten-
service of het toestel nog koelt. Indien het
koelaggregaat niét trieer werkt, kan de koude-
reserve in de diepvriesprodukten een bepaalde
periode overbruggen. Deze periode (bij volle
belading) is aangegeven op de produktinformatie
die bij het toestel gevoegd is rasp. in de folder.
Attentie! Wij wijzen u erop, dat monteursbezoek
als gevolg van bedieningsfouten of onjuist gebruik
ook tijdens de garantietermijn niet kosteloos kan
geschieden.
Tip: kontroleert u regelmatig aan de hand van
het rode temperatuurkontrólelampje én op een
ingelegde thermometer of de bewaartemperatuur
nog laag genoeg is.
Uitschakelen van het toestel
Als uw toestel voor langere tijd uitgeschakeld
moet worden, moet u het spanningvrij maken
(steker uit de kontaktd.oos trekken), ontdooáen,
zorgvuldig reinigen en het deksel open laten om
reukvorming te voorkomen.
Tips voor het besparen van
energie
Wij geven u nog enkele tips voor het besparen
van energie:
- Zet uw diépvrieskist niet naast een
vérwarming of fornuis of direkt in de zon.
- Zet geén warme levensmiddelen in de
diepvrieskist.
- Open het kistdeksel niet onnodig en sluit het
weer zo snel mogelijk.
- Kontroléer de bewaartémperàtuur van de
vriesruimte met een thermometer.
- Stel de bewaartemperatuur voor de
diepvriesprodukten niet lager dan -18 °C in.
- Zorg voor goéde ventilatie van alle vlakken
(zijkanten) van uw diepvrieskist.
Als u gaat verhuizen
Als uw diepvrieskist niet volledïg beladen is,
verplaatst u alle diepvriesprodukten kompakt
naar één plaats i’n de diepvrieskist.
24 uur voordat de verhuiswagen vertrekt,
schakelt u de snelvriesschakelaar in, zodat een
koudereserve in de diepvriesprodukten ontstaat.
Zorg ervoor dat het deksel van de diepvrieskist
tijdens het vervoer niet open kan gaan.
Zét de diepvrieskist als laatste in de
verhuiswagen, zodat hij als eérste weer
uitgeladen en aard het stroomnet aangesloten
kan worden.
Inbouwslot
Als uw diepvrieskist van een slot is voorzien,
bewaar dan de sleutel niet binnen het bereik van
kinderen en niet in de buurt van het toestel.
Kinderen kunnen dan niet in het toestel ingesloten
worden.
Rol van de
drukvereffeningsklep
Abb. 10.
De in uw toestel ingebouwde druk-
vereffeningsklep verricht automatisch het
opheffen van het drukverschil dat het openen van
het deksel bemoeilijkt onderscheidenlijk
onmogelijk maakt.
De werking is c. q. hoorbaar ingevolge van de
door de ventilatieopening (aan de achterwand
van de diepvrieskist) instromende lucht.
Wegens de zekere werking beide openingen van
de klep open houden en niet toedekken!
LOW FROST SYSTEEM
Het LOW FROST systeem vermindert de
rijpvorming met zo’n 80% in de vriezer, hetgeen
resulteert in een ca. 5 maal langere periode
tussen twee ontdooiingen. Om het systeem goed
te benutten, moet u op de volgende punten letten:
De hoeveelheid rijp in elke vriezer is afhanke I ij
39
NL
k van de luchtvochtigheid in de omgeving. De
rijplaag zaj sneller groeien in een vochtig klimaat
dan in een droog klimaat. Daarom adviseren wij
dat de vriezer niet in een vochtige ruimte wordt
ged’n stalleerd.
Het LOW FROST systeem vermindert de
rijpvorming die veroorzaakt wordt door het
natuurtijke temperatuurvertoop gedurende elke
aan/uit cyclus van de vriezer. De rijpvorming die
door andere invloeden veroorzaakt wordt, wordt
erechter niet door vermindert. Andere belangrijke
oorzaken zijn slecht ve rpakte levensmiddelen
en wa rme lucht die binnenkomt bij het openen
van de vriezer. Daarom is het van belang dat de
deksel zo weinjg en kort mogelijk wordt geopend
en de deksel niet wordt belemmerd door de
levensmiddelen bij het sluiten.
Als de levensmiddelen in de vriezer niet goed zij
n verpakt zaj het verdampende vocht bevriezen
op de binnenwanden van de vriezer. De kwaliteit
van Ievensmiddelen zaj hierdoor ook afnemen.
Overtuig u ervan dat de levensmiddelen goed zijn
verpakt.
Service en onderhoud
Het LOW FROT systeem behoeft geen
onderhoud. Ve rder moet de vriezer van tijd tot
tijd worden schoongemaakt Indien nodig kan het
pijpje worden gereinigd met een zachte doek.
Gebruik geen scherp gereedschap, aangezien
dit het systeem kan beschadigen.
820 417 320
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

AEG A221GT5 Kasutusjuhend

Kategooria
Sügavkülmikud
Tüüp
Kasutusjuhend
See käsiraamat sobib ka

teistes keeltes