5019 400 00435
Laad het wasgoed, sluit de deur en draai de programmakeuzeknop naar het
gewenste programma; het controlelampje
“Start/Pauze”
klnippert. De
op het display aangegeven
temperatuur
en
centrifugeersnelheid
kunnen
worden gewijzigd door op de toets “Temperatuur” of de toets
“Centrifugeren” te drukken. Indien u niet gebruik maakt van de
“Doseeradvies” , dient u nu wasmiddel toe te voegen.
Als de combinatie van programma/optie of optie/optie niet mogelijk is,
gaat het indicatielampje automatisch uit. Voor bepaalde programma's
kan een functie reeds ingesteld zijn. Als u wenst, kunt u de selectie van
deze functie ongedaan maken.
Toets “15° Green & Clean”
• Voor ecologisch wassen door energie te besparen die wordt
gebruikt voor verwarmen van water terwijl een goed wasresultaat
blijft gewaarborgd.
• Met deze optie blijven heldere kleuren langer goed; dit werd getest
en goedgekeurd door het Duitse wasonderzoeksinstituut “wfk”.
• Aanbevolen voor licht vervuild wasgoed zonder vlekken.
• Controleer of uw wasmiddel geschikt is voor koude
wastemperaturen (15 of 20 °C).
• Niet te kiezen voor Katoen 70-95 °C.
Toets “S ne l”
• Hiermee kunt u sneller wassen doordat de programmaduur korter is.
• Aanbevolen voor slechts licht vervuild wasgoed.
• Niet te kiezen voor Katoen 70-95 °C.
Toets “Voorwas”
• Voegt een voorwascyclus toe aan het geselecteerde wasprogramma.
Verlengt de duur van het programma met ongeveer een kwartier.
• Aanbevolen voor sterk vervuild wasgoed (bijv. met zand of korrelig vuil).
• Gebruik geen vloeibaar wasmiddel voor de hoofdwas wanneer u de
functie “Voorwas” heeft geactiveerd.
Toets “Intensief spoelen”
• Er wordt meer water toegevoegd en er wordt langer gespoeld.
• Met name geschikt voor gebieden met zeer zacht water, voor
wasgoed van baby's en van personen die last hebben van
allergische reacties.
Toets “Vuilheidsgraad”
• Past de programmaduur aan de vuilheidsgraad van uw wasgoed
aan. Heeft ook een invloed op de aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel wanneer u de knop “Doseeradvies” gebruikt.
= licht vervuild - = normaal vervuild - = zwaar vervuild
Niet alle vuilheidsniveaus kunnen worden gekozen bij elk programma.
Toets “Centrifugeren” (incl. “Spoelstop” )
• Druk op de toest om de vooraf ingestelde centrifugeersnelheid te
wijzigen.
• Als u centrifugeersnelheid “0” kiest, wordt de laatste
centrifugeercyclus geannuleerd en wordt alleen het water afgepompt.
Er wordt echter wel tussentijds gecentrifugeerd tijdens het spoelen.
• Als u “Spoelstop” selecteert, blijft het wasgoed in het laatste
spoelwater liggen zonder verder te gaan naar de laatste
centrifugecyclus om kreukvorming en verkleuring te voorkomen.
Om “Spoelstop” in te schakelen drukt u meerdere malen op de
knop “Variabel centrifugeren” tot het symbool “Spoelstop” op
het display gaat branden.
- Het wasprogramma stopt bij “Spoelstop” wanneer het
“Spoelstop” symbool
op het display knippert; het
“Start/
Pauze”
controlelampje knippert eveneens.
- Om de “Spoelstop” te beëindigen, drukt u op
“Start/Pauze”
-
het wasgoed wordt dan met de standaard centrifugeersnelheid
gecentrifugeerd. U kunt ook met de toets “Centrifugeren” een
andere centrifugeersnelheid kiezen voordat u de
centrifugeercyclus met
“Start/Pauze”
start.
VERBRUIKSGEGEVENS
Programma
Temp erat uur
(°C)
Belading
(kg)
Water
(l)
Energie
(kWh)
Geschatte programmaduur
(uren : minuten)
zonder “Snel” met “Snel”
Gemengde was 40 4,0 60 0,64 1:00 —
Katoen 95 8,0 80
**
2,60 2:40 —
Katoen 60 8,0 62 1,58 2:20 1:45
Katoen 40 8,0 55 0,78 2:05 1:15
Synthetisch 60 3,0 50
**
0,93 1:37 1:12
Synthetisch 40 3,0 45 0,50 1:20 0:55
Fijne was 40 1,5 65 0,60 0:50 —
Wol/Handwas 40 1,0 49 0,55 0:40 —
Wit 40 8,0 53 0,59 2:20 —
Lichte kleuren 40 4,0 49 0,39 1:20 —
Donkere kleuren 40 4,0 39 0,48 1:40 1:15
Eco Katoen
*
60 8,0 54 0,82 4:00 —
Eco Katoen
*
60 4,0 36 0,64 3:30
***
—
Eco Katoen
*
40 4,0 36 0,58 3:30
***
—
AquaEco 40 3,0 19 0,38 1:00 —
Kort 15' 30 3,0 18 0,08 0:15 —
Jeans 40 4,0 53 0,42 1:30 1:10
Extra large XXL 40 3,0 53 0,61 1:30 —
De verbruikswaarden zijn gemeten onder standaardcondities, in overeenstemming met IEC/EN 60456. Bij normaal gebruik in een huishouden kunnen deze waarden
verschillen ten gevolge van de waterdruk- en temperatuur ter plekke, de belading van de trommel en het type was. De vermelde verbruikswaarden zijn gebaseerd op een
inlaattemperatuur van ca. 15 °C aan zowel de koudwater-inlaatklep als de warmwater-inlaatklep (indien aanwezig). Indien uw wasmachine is uitgerust met een warmwater-
inlaatklep, zal het energieverbruik afnemen als de machine via de klep op de warmwatervoorziening wordt aangesloten; de opwarmtijden worden dan korten, afhankelijk
van de watertemperatuur in het warmwatersysteem.
Water- en energieverbruik verwijzen naar de standaardinstelling van de programma's, aan de temperaturen en lading aangeduid in de tabel. Als u de instellingen van de
functies of wijzigingen aanpast, verandert ook de centrifugeersnelheid en de verbruiksgegevens.
De programmaduur kan afwijken van bovengenoemde waarden, omdat deze afhankelijk is van de werkingscondities op dat tijdstip (zie ook “Problemen oplossen” in de
gebruiksaanwijzing).
**
Om de watertemperatuur te verlagen, wordt koud water toegevoegd aan het einde van de hoofdwascyclus voordat het water wordt afgepompt.
***
Automatische aanpassing van de programmaduur na detectie van de hoeveelheid wasgoed.
*
Referentieprogramma's voor het energielabel.
WASGOED LADEN, DEUR SLUITEN EN PROGRAMMA
SELECTEREN
GEWENSTE EXTRA FUNCTIES SELECTEREN
- Om de “Spoelstop” te beëindigen door het water af te pompen
zonder centrifugeren, drukt u op de “Centrifugeren” toets totdat
snelheid “0” op de display verschijnt; vervolgens drukt u op
“Start/Pauze”
om met afpompen te beginnen.
- Laat het wasgoed (met name zijde!) in de functie “Spoelstop”
niet te lang in het spoelwater staan.
Met deze functie kunt u de voltooiing van uw programma tot een later
tijdstip uitstellen: druk op de toets om te kiezen na hoeveel uur u het
programma wilt beëindigen. Op deze manier kunt u ervoor kiezen uw
wasgoed op een specifiek tijdstip gereed te hebben en daarmee
bijvoorbeeld van gunstiger energietarieven gedurende de nacht profiteren.
• Gebruik geen vloeibaar wasmiddel wanneer deze functie wordt
geactiveerd.
• De tijd tot het einde van de cyclus kan worden gekozen in volle uren
(van 1 tot 24 uur). Wanneer u op de toets drukt, wordt de kortst
mogelijke tijd weergegeven; houd de toets ingedrukt om alle
beschikbare tijden te doorlopen. De keuze kan worden verwijderd
door de toets ingedrukt te houden totdat de waarde “0:00” verschijnt.
• Wanneer u de gewenste tijd tot het einde van de cyclus hebt
gekozen, drukt u op
“Start/Pauze”
- het aftellen begint dan.
• Tijdens het aftellen kunt u de programma-instelling wijzigen
(opties kiezen of deselecteren, centrifugeersnelheden wijzigen,
enz.). Indien de wijzigingen de programmaduur verlengen zodat
deze de oorspronkelijk ingestelde tijd tot het einde van de cyclus
overschrijdt, start het programma onmiddellijk.
• Soms kan het programma vóór de gekozen tijd tot het einde van de
cyclus voltooid zijn (bijv. voor kleine ladingen). In dit geval draait de
trommel het wasgoed regelmatig rond om het fris te houden totdat
de gekozen tijd tot de eindtijd is verstreken. Tijdens het
ronddraaien toont de display een animatie. De ronddraaifase kan
op elk gewenst moment worden gestopt, door op een toets te
drukken dan wel door de programmakeuzeknop rond te draaien;
de animatie wordt gestopt en de deur wordt na ongeveer 1 minuut
ontgrendeld zoals aangegeven op de display.
Met de toets “Doseeradvies” kunt u uw wasmachine de aanbevolen
hoeveelheid wasmiddel voor uw belading was laten aanduiden, afhankelijk
van de geselecteerde vuilheidsgraad en de grootte van de lading.
• Zo vermijdt u overdosering, wat u helpt om wasmiddel te besparen
en het milieu en de gevoelige huid te beschermen.
• Voor u deze functie gebruikt, moet u de wasmachine aanpassen
aan de doseerhoeveelheden aanbevolen voor de wasmiddelen die
u gebruikt. Controleer ook dat de hardheid van het water in uw
regio overeenstemt met de waterhardheid “zacht” van uw
wasmachine. Pas dit aan als de waterhardheid niet overeenstemt.
• Selecteer het programma, de functies en de cyclus VOOR u de toets
“Doseeradvies” gebruikt.
Voor meer details kunt u de aparte gebruiksaanwijzing voor
“Doseeradvies” raadplegen.
Voor de start en na het einde van een programma brandt het symbool
om aan te geven dat de deur kan worden geopend. Zolang er een
wasprogramma wordt uitgevoerd, blijft de deur vergrendeld en mag
deze in geen geval met kracht worden geopend. Als u een dringende
reden heeft om de deur te openen terwijl er een programma loopt,
raadpleeg dan “Reset een lopend programma voordat het afgelopen is”.
De “Eco monitor” geeft u een ruwe feedback over het stroomverbruik
van de programma-instelling die u hebt gekozen.
Zodra u de programmakeuzeknop naar een programma draait, is de
“Eco monitor” ingeschakeld.
Het controlelampje aan linkerzijde geeft aan dat de “Eco monitor” actief is.
De vier controlelampjes ernaast geven de hoogte van het verbruik aan:
naarmate het voorspelde stroomverbruik van uw programma-instelling
geringer is, gaan er minder controlelampjes branden. Dit is afhankelijk van
het programma, de temperatuur, de gekozen functies en de omvang van de
waslading. Om die reden kan de voorspelde hoogte van het stroomverbruik
aangepast worden zodra de wasmachine de waslading detecteert.
Draai de kraan open en druk op de toets
“Start/Pauze”
. Het
“Start
(Pauze)”
controlelampje gaat branden. Als de wasgoedlading is
gedetecteerd of de programmaduur is aangepast, wordt een animatie
op het display weergegeven.
Voorkomt dat kinderen een wascyclus starten of de instellingen van een
lopend programma veranderen. Kan niet in- of uitgeschakeld worden
als de programmaknop op de “Uit/O”-stand staat. Om het kinderslot in
te schakelen:
• Draai de programmaknop op een programmastand, of laat een
programma zoals gebruikelijk lopen.
• Druk tegelijkertijd minstens 3 seconden op de 2 toetsen gemarkeerd met
het sleutelsymbool . Op het display wordt kort een sleutelsymbool
weergegeven om aan te geven dat het kinderslot is ingeschakeld.
Elke keer als u probeert een programma-instelling te veranderen terwijl
het kinderslot is ingeschakeld, zal het sleutelsymbool even op het
display verschijnen. De programma-instelling kan niet meer veranderd
worden. het enige wat u kunt doen is de wasmachine uitschakelen door
de programmaknop op de stand “Uit/O” te zetten. Om het kinderslot uit
te schakelen gaat u op dezelfde manier te werk als bij het inschakelen.
Als een van de storingslampjes gaat branden of er een storing optreedt,
raadpleeg dan het hoofdstuk “Het opsporen van storingen” in uw
Instructies voor gebruik.
Centrifugeertoerental op het display knippert:
Onbalans tijdens
centrifugeren.
• Het controlelampje “Deur open” gaat branden. Op het display
wordt “End” (einde) weergegeven.
1. Draai de programmakeuzeknop op “Uit/O”.
2. Draai de kraan dicht.
3. Open de deur en haal het wasgoed uit de machine.
4. Laat de deur op een kier staan, zodat de trommel kan drogen.
Dit symbool gaat op het eind van het programma branden als u te veel
wasmiddel heeft gebruikt. Gebruik de volgende keer minder wasmiddel.
1. Druk op de toets
“Start/Pauze”
om het programma te
onderbreken. Het lampje knippert.
2. Selecteer het nieuwe programma, temperatuur, extra functies en
eventueel een andere centrifugeersnelheid.
3. Druk nogmaals op de toets
“Start/Pauze”
. Het nieuwe programma
wordt hervat vanaf het punt waarop het vorige programma is
afgebroken. Voeg geen wasmiddel toe voor dit programma.
Met de toets
“Reset/Afpompen”
wordt een programma voor
het einde afgebroken.
•Druk op de toets
“Reset/Afpompen”
en houd deze een
paar seconden ingedrukt tot er een animatie op het display
verschijnt. Het water wordt afgepompt. Het kan een tijdje duren
voordat de deur geopend kan worden.
EINDE CYCLUS INSTELLEN (“EINDTIJDSELECTIE”)
AANBEVELING DOSERING WASMIDDEL
CONTROLELAMPJE “DEUR OPEN”
ECO MONITOR
EEN PROGRAMMA STARTEN
KINDERSLOT
STORINGSLAMPJES
EINDE PROGRAMMA
CONTROLELAMPJE OVERDOSERING WASMIDDEL
EEN PROGRAMMA EN/OF EXTRA FUNCTIES
WIJZIGEN NADAT EEN PROGRAMMA IS GESTART
EEN LOPEND PROGRAMMA VOOR HET EINDE
RESETTEN
- de sensortechnologie past water, energie en programmaduur aan de omvang van de waslading aan.