5019 401 05311
Voeg wasmiddel toe zoals beschreven in het hoofdstuk
“Wasmiddel en nabehandelingsproducten” in de
gebruiksaanwijzing.
1. Draai de
programmaknop
naar het gewenste
programma en de gewenste temperatuur.
2. Het
resttijddisplay
geeft de duur van het
gekozen programma aan (in uren en minuten) en
het lampje boven de
“Start”
-toets knippert.
De indicator programmaverloop en de
ingestelde centrifugeersnelheid van het
geselecteerde programma lichten op.
•Was uw wasgoed met het gewenste programma
(Bonte was, Synthetisch) en voeg de juiste
hoeveelheid chloorbleekmiddel toe in het vakje
voor WASVERZACHTER (sluit de
wasmiddellade voorzichtig).
• Direct na beëindiging van het programma dient u
het programma “Spoelen en centrifugeren” te
starten, om te voorkomen dat er een geur van
bleekmiddel achter blijft; indien gewenst kunt u
wasverzachter toevoegen.
Knop “Eco +”
• Met een aangepaste temperatuur en iets langere
programmaduur kan de optimale combinatie
worden bereikt van een uitstekend wasresultaat
en een nog lager energieverbruik.
Knop “Voorwas”
• Alleen voor sterk vervuild wasgoed
(bijvoorbeeld bij zand of korrelig vuil).
Programma duurt ongeveer 15 minuten langer.
Knop “Intensief spoelen”
• Er wordt een extra spoelcyclus uitgevoerd.
• Deze functie is met name geschikt in gebieden met
zeer zacht water, voor wasgoed van baby’s en van
personen die last hebben van allergische reacties.
Knop “Spoelstop”
• Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen zonder gecentrifugeerd te worden: om
verkleuring en het verder kreuken van het
wasgoed te voorkomen.
• Deze functie is met name geschikt voor het
programma “Synthetisch” of “Fijne was”.
• Deze functie is met name nuttig als u het
centrifugeren wilt uitstellen tot een later tijdstip.
Opmerking:
het programma heeft de “Spoelstop”
bereikt wanneer het indicatielampje “Spoelstop” knippert.
De extra functie “Spoelstop” beëindigen:
• Druk nogmaals op de knop “Spoelstop”; het
programma wordt automatisch beëindigd met de
centrifugeercyclus van het ingestelde programma.
• Als u het wasgoed niet wilt centrifugeren, draai de
programmaknop dan op het programma
“Afpompen” en druk nogmaals op de knop
“Start”
.
Knop “Verlaging centrifugeersnelheid”
• Aan ieder programma wordt een maximale
centrifugeersnelheid toegekend.
• Druk op de knop om voor de centrifugeercyclus
een andere snelheid in te stellen.
ENERGIE- EN WATERVERBRUIK
*
Programma Temperatuur
(°C)
Was
(kg)
Water
(l)
Energie
(kWh)
Programmaduur
ong.**
(uren : minuten)
Bonte was
95 6.0 49
***
1,90 2:00
Bonte was
60 6.0 44 1.14 2:20
Bonte was met “Eco +” ****
60 6.0 44 1.02 2:30
Bonte was
40 5,0 42 0.70 2:05
Synthetisch
60 2,5 60
***
0.90 1:45
Synthetisch
40 2,5 55 0,60 1:35
Gemengde was
40 3,0 48 0,55 1:00
Expres
30 3,0 37 0,30 0:30
Fijne was
30 1,5 60 0,50 0:45
Wol
40 1,0 60 0,50 0:40
Handwas / Lingerie
30 1,0 45 0,40 0:35
Gemakkelijk strijken
40 3,0 60 0,60 1:30
*
De
gegevens met betrekking tot het verbruik
zijn vastgesteld in genormaliseerde omstandigheden in
overeenstemming met de norm IEC/EN 60456.
**
De
duur van het programma
kan afwijken van de waarden die in de tabel worden aangegeven. De wasmachine is in staat
rekening te houden met speciale gebruiksomstandigheden en kan de duur van het programma overeenkomstig aanpassen.
***
Om de
watertemperatuur
te verlagen, wordt koud water toegevoegd aan het einde van de hoofdwascyclus, voordat
het water wordt afgepompt.
****
Referentieprogramma voor energielabel.
VOEG WASMIDDEL TOE, SLUIT DE DEUR
EN KIES EEN PROGRAMMA
CHLOORBLEEKMIDDEL GEBRUIKEN
SELECTEER EXTRA FUNCTIES - het betreffende
lampje gaat branden (indien selectie niet mogelijk
is: snel knipperen gedurende 3 seconden)
• Als er geen lampje gaat branden, wordt het
programma niet beëindigd met een centrifugeercyclus.
Het water wordt dan alleen afgepompt.
Met de functie “Startselectie” kan het apparaat
goedkoper functioneren, bijvoorbeeld ’s nachts
wanneer de elektriciteit goedkoper is.
• Druk op de knop “Startselectie”. Stel de start
van het programma met 1 tot max. 24 uur uit
door nogmaals op de knop te drukken.
•Druk op de
“Start”
-knop.
De indicator van de knop “Start selectie”
knippert totdat het programma start.
“Startselectie” corrigeren.
• Voordat de “Startselectie” is gestart:
het ingestelde aantal uren kan worden gewijzigd door
nogmaals op de knop “Startselectie” te drukken.
Door nogmaals op de toets Startselectie te drukken
na de instelling “24”, kan de tijdsvertraging weer
verwijderd worden of opnieuw ingesteld worden.
Nadat u op “Start” hebt gedrukt:
het ingestelde aantal uren kan worden verminderd
door nogmaals op de toets “Startselectie” te
drukken; houd echter rekening met het feit dat het
wasprogramma ONMIDDELLIJK start, zodra u dit
weer activeert met de instelling 01 van de schakelaar
voor startselectie.
Zet om het aantal ingestelde uren te verhogen, eerst
de programmakeuzeknop op de stand “Uit”. Stel
vervolgens opnieuw het programma en de extra
functies in en kies het gewenste aantal uren.
Nadat u het programma en de extra opties hebt
geselecteerd, gaat het indicatielampje boven de knop
“Start”
knipperen. Draai de kraan open en start het
programma door op de knop
“Start”
te drukken.
Nu gaat de indicator boven de knop branden.
Bovendien zal tijdens de verschillende fases van het
programma de bijbehorende indicator gaan
branden. Aan het einde van een programmafase,
gaat het betreffende indicatielampje uit. Op deze
wijze loopt de programmafasewijzer van links naar
rechts door de was-, spoel- en centrifugeerfases
heen. Aan het einde van het programma brandt
alleen het indicatielampje “Einde” nog.
Zolang er een programma wordt uitgevoerd, brandt
het lampje om aan te geven dat de deur niet kan
worden geopend. Wanneer het lampje uitgaat, kan
de deur weer geopend worden.
Als
“Start”
is ingedrukt, maar de deur niet
vergrendeld is, knippert het indicatielampje “Deur
gesloten” gedurende 10 seconden. Binnen deze tijd
moet de deur dicht worden gedrukt. Na de 10
seconden gaat de indicator “Deur gesloten” uit en
knippert de knop
“Start”
. De deur moet dan
opnieuw worden geopend en gesloten en de knop
“Start”
moet worden ingedrukt.
“Pomp”
Afvalwater wordt niet afgepompt. Controleer of de
afvoerslang is geknikt. Anders moet het filter worden
schoongemaakt; raadpleeg in het laatste geval de
gebruiksaanwijzing (“Het filter verwijderen”).
“Waterkraan”
Er wordt geen of onvoldoende water toegevoerd.
Draai de waterkraan open; als de indicatie blijft
branden, raadpleegt u de paragraaf “Het opsporen
van storingen” in de gebruiksaanwijzing.
“Waterstop”
Het oplichten van het indicatielampje Waterstop
kan veroorzaakt worden door een lek in het
apparaat of in de slang. Raadpleeg de paragraaf “Het
opsporen van storingen” in de gebruiksaanwijzing.
• Het indicatielampje “Einde” brandt.
1. Stel de programmakeuzeknop in op de stand “Uit”.
2. Draai de kraan dicht.
3. Open de deur en haal het wasgoed uit de machine.
Een nieuw gekozen programma zal in dezelfde
programmafase verdergaan als degene waarin het
huidige programma werd onderbroken. Voeg
daarom geen extra wasmiddel toe.
1. Druk op de knop
“Start”
om het programma te
onderbreken. Het lampje knippert.
2. Kies het nieuwe programma (met temperatuur),
eventuele extra functies en - naar wens - een
andere centrifugeersnelheid.
3. Druk opnieuw op de knop
“Start”
om het
programma weer te starten.
• In de programmastap “Voorwas” kan deze extra
functie niet worden geannuleerd zoals is
beschreven (raadpleeg hiervoor “Een lopend
programma voor het einde uitschakelen”).
Houd de knop
“Reset”
minimaal 2 seconden ingedrukt.
Resterend water wordt afgepompt voordat de deur
kan worden geopend.
STARTSELECTIE
START VAN HET PROGRAMMA
INDICATOR “DEUR GESLOTEN”
“PROBLEEM”-INDICATORS
EINDE VAN HET PROGRAMMA
NA DE START EEN NIEUW PROGRAMMA
KIEZEN
EEN LOPEND PROGRAMMA VOOR HET
EINDE UITSCHAKELEN (RESETTEN)
40105311NL.fm Page 2 Wednesday, January 25, 2006 6:27 PM
Black process 45.0° 100.0 LPI