5019 301 06673
Doe het wasgoed in de machine, sluit de deur en voeg wasmiddel toe
zoals beschreven op de voorpagina en zoals beschreven is in het
hoofdstuk “Wasmiddel en nabehandelingsproducten” in uw
gebruiksaanwijzing. Draai de
programmaknop
op het gewenste
programma en de gewenste temperatuur.
Op het display verschijnt de programmaduur en de voorgedefinieerde
centrifugeersnelheid. De
“Start/Pauze”
-toets knippert.
Druk de knop van de gewenste extra functie in - het indicatielampje gaat
branden.
Als de combinatie van programma/optie of optie/optie niet mogelijk is,
gaat het indicatielampje automatisch uit.
Toets “Voorwas”
• Voegt een voorwascyclus toe aan het geselecteerde
wasprogramma. Verlengt de duur van het programma met
ongeveer een kwartier.
• Aanbevolen voor sterk vervuild wasgoed (bijv. met zand of korrelig
vuil).
• Gebruik geen vloeibaar wasmiddel voor de hoofdwas wanneer u de
functie “Voorwas” heeft gekozen.
Toets “Sne l”
• Hiermee kunt u sneller wassen doordat de programmaduur korter is.
• Aanbevolen voor slechts licht vervuild wasgoed.
Toets “Clean+”
• Kies deze extra functie als u vlekkenverwijderaar gebruikt (poeder,
bijvoorbeeld “Vanish”) - hierdoor wordt het effect van de
vlekkenverwijderaar verhoogd voor betere resultaten.
• Gebruik deze functie bij een maximale belading.
• Voeg de juiste hoeveelheid vlekkenverwijderaar (poeder) toe in het
bakje voor hoofdwasmiddel, samen met uw wasmiddel (gebruik
alleen waspoeder bij deze functie). Houd u aan de
doseeraanwijzingen van de fabrikant.
• Deze functie kan het programma met maximaal 15 minuten
verlengen.
• Geschikt voor gebruik van vlekkenverwijderaars en bleekmiddelen
op basis van zuurstof.
Bleekmiddelen op basis van chloor of
perboraat mogen niet worden gebruikt!
Toets “Koudwas”
• Bespaart energie die normaliter voor het verwarmen van het water
zou worden gebruikt, bij een gelijkblijvend goed wasresultaat.
• Aanbevolen voor licht vervuild wasgoed zonder vlekken.
• Controleer of uw wasmiddel geschikt is voor gebruik op zeer lage
temperaturen (15 of 20 °C).
• Kan meestal alleen geselecteerd worden bij de laagste
temperatuurfase van de programma's.
Toets “Intensief spoelen”
• Er wordt meer water toegevoegd en er wordt langer gespoeld.
• Deze functie is geschikt voor gebieden met zeer zacht water, voor
wasgoed van baby's en van personen die last hebben van
allergische reacties.
VERBRUIKSGEGEVENS
Programma Temperatuur
(°C)
Belading
(kg)
Water
(l)
Energie
(kWh)
Geschatte programmaduur (uren.min)
zonder “Snel” met “Snel”
Katoen 95 7,0 74
**
2,20 2:30 —
Katoen 60 7,0 54 1,19
2:20 1:35
Katoen 40 7,0 66 0,75
2:05 1:15
Jeans 40 4,0 52 0,50 1:30 1:10
Synthetisch 60 3,0 46
**
0,90 1:35 1:10
Synthetisch 40 3,0 42 0,50 1:20 0:55
Fijne was 40 1,5 60 0,65
0:50 —
Fijne was 30 1,5 60 0,40
0:46 —
Gemengde was 40 4,0 48 0,50
1:00 —
Korte was 30 3,0 25 0,15
0:15 —
Wol/Handwas 40 1,0 45 0,55 0:40 —
Wol/Handwas koud 1,0 45 0,10 0:35 —
Eco Katoen
*
60 7,0 54 0,91 4:00 —
Eco Katoen
*
60 3,5 42 0,85 3:00
***
—
Eco Katoen
*
40 3,5 42 0,60 2:30
***
—
De verbruikswaarden zijn gemeten onder standaardcondities, in overeenstemming met IEC/EN 60456. Bij normaal gebruik in een huishouden kunnen deze waarden
verschillen ten gevolge van de waterdruk- en temperatuur ter plekke, de belading van de trommel en het type was. De vermelde verbruikswaarden zijn gebaseerd op een
inlaattemperatuur van ca. 15 °C aan zowel de koudwater-inlaatklep als de warmwater-inlaatklep (indien aanwezig). Indien uw wasmachine is uitgerust met een warmwater-
inlaatklep, zal het energieverbruik afnemen als de machine via de klep op de warmwatervoorziening wordt aangesloten; de opwarmtijden worden dan korten, afhankelijk
van de watertemperatuur in het warmwatersysteem.
Water- en energieverbruik verwijzen naar de standaardinstelling van de programma's, aan de temperaturen en lading aangeduid in de tabel. Als u de instellingen van de
functies of wijzigingen aanpast, verandert ook de centrifugeersnelheid en de verbruiksgegevens.
De programmaduur kan afwijken van bovengenoemde waarden, omdat deze afhankelijk is van de werkingscondities op dat tijdstip (zie ook “Problemen oplossen”
in de gebruiksaanwijzing).
**
Om de watertemperatuur te verlagen, wordt koud water toegevoegd aan het einde van de hoofdwascyclus voordat het water wordt afgepompt.
***
Automatische aanpassing van de programmaduur na detectie van de hoeveelheid wasgoed.
*
Referentieprogramma's voor het energielabel.
DOE HET WASGOED IN DE MACHINE, VOEG
WASMIDDEL TOE EN KIES HET PROGRAMMA
DE GEWENSTE EXTRA FUNCTIE(S) KIEZEN
Toets “Gemakkelijk strijken”
• Vermindert het kreuken door het gebruik van meer water en
zachtjes centrifugeren.
Toets “Spoelstop”
• Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen zonder
gecentrifugeerd te worden om kreukvorming en verkleuring te
voorkomen.
• Deze functie is met name nuttig als u het centrifugeren wilt
uitstellen tot een later tijdstip of als u alleen het water wilt laten
afpompen.
• Het programma stopt op “Spoelstop” zodra het lampje “Spoelstop”
in de indicatie voor het programmaverloop oplicht. De
“Start/
Pauze”
-toets knippert.
De extra functie “Spoelstop” beëindigen :
•Druk op de toets
“Start/Pauze”
. Het programma wordt
automatisch beëindigd met de centrifugeercyclus van het
ingestelde wasprogramma.
• Indien u de kleding niet wilt centrifugeren, de
programmakeuzeknop op het programma “Afpompen” zetten en
de toets
“Start (Pauze)”
indrukken om het afpompen te
starten.
Toets “Centrifugeren”
• Elk programma heeft een voorgedefinieerde centrifugeersnelheid;
druk op de toets als u een andere centrifugeersnelheid wilt instellen.
• Als u centrifugeersnelheid “0” kiest, wordt de laatste
centrifugeercyclus geannuleerd en wordt het water alleen
afgepompt. Er wordt echter wel tussentijds gecentrifugeerd tijdens
het spoelen.
Met de functie “Start uitstel” kunt u het tijdstip instellen waarop de
was gedaan wordt, bijvoorbeeld 's nachts aan het voordelige
elektriciteitstarief. Gebruik geen vloeibaar wasmiddel wanneer u de
functie “Start uitstel” gebruikt.
• Stel het programma, de temperatuur en de extra functies in.
• Druk op de toets “Start uitstel” om het gewenste uitstel tot
maximaal 23 uur te kiezen.
•Druk op de toets
“Start/Pauze”
.
Op het display knipperen het symbool Start selectie en de punt
tussen de uren en minuten. Het aftellen van de vertragingstijd
begint.
• De indicatie van de vertragingstijd verdwijnt wanneer het
programma start en wordt vervangen door de resterende
programmatijd.
• Nadat u op de toets
“Start/Pauze”
heeft gedrukt, kan het
aantal uren gewijzigd worden door opnieuw op de toets "Start
selectie" te drukken.
De “Start selectie” annuleren
...voordat u op de “Start/Pauze”-toets drukt :
• Draai de programmaknop naar een andere stand of druk op de
“Reset”
-toets .
...nadat u op de toets “Start/Pauze” heeft gedrukt :
•Druk op de toets
“Start/Pauze”
- de vertragingstijd verdwijnt
van het display.
Draai de kraan open en druk op de toets
“Start/Pauze”
. De
“Start/
Pauze”
-toets gaat branden. De indicatie voor het programmaverloop
toont de huidige programmafase, en gaat van links naar rechts langs
Wassen, Spoelen en Centrifugeren/Afpompen.
Zodra de trommelbelasting is bepaald of de programmaduur wordt
bijgewerkt, verschijnt een animatie op het display.
Voor de start en na het einde van een programma brandt het symbool
om aan te geven dat de deur kan worden geopend. Zolang er een
wasprogramma wordt uitgevoerd, blijft de deur vergrendeld en mag
deze in geen geval met kracht worden geopend. Als u een dringende
reden heeft om de deur te openen terwijl er een programma loopt,
raadpleeg dan “Reset een lopend programma voordat het afgelopen is”.
Raadpleeg bij storingen of onregelmatigheden het hoofdstuk
“Problemen oplossen” in de gebruiksaanwijzing.
“Kraan dicht”:
geen of onvoldoende watertoevoer.
“Assistentie”:
defect aan of storing in een elektrisch onderdeel.
“Reinig pomp”:
het afvalwater wordt niet afgepompt.
Centrifugeertoerental op het display knippert:
onbalans tijdens het
centrifugeren.
• Op het display verschijnt “End” en het indicatielampje “Deur
open” gaat branden.
1. Draai de programmakeuzeknop op “Uit/O”.
2. Draai de kraan dicht.
3. Open de deur en haal het wasgoed uit de machine.
4. Laat de deur op een kier staan, zodat de trommel kan drogen.
1. Druk op de toets
“Start/Pauze”
om het programma te
onderbreken. Het lampje knippert.
2. Selecteer het nieuwe programma en eventueel een andere
centrifugeersnelheid en extra functies.
3. Druk nogmaals op de toets
“Start/Pauze”
. Het nieuwe
programma wordt hervat vanaf het punt waarop het vorige
programma is afgebroken. Voeg geen wasmiddel toe voor dit
programma.
Met de toets
“Reset”
wordt een programma voor het einde
afgebroken.
• Druk gedurende enkele seconden op de toets
“Reset”
. Het
water wordt afgepompt. Het kan een tijdje duren voordat de deur
geopend kan worden.
START UITSTEL
EEN PROGRAMMA STARTEN
INDICATIE “DEUR OPEN”
STORINGSLAMPJES
EINDE PROGRAMMA
EEN PROGRAMMA EN/OF EXTRA FUNCTIES
WIJZIGEN NADAT EEN PROGRAMMA IS GESTART
EEN LOPEND PROGRAMMA VOOR HET EINDE
RESETTEN