NL53
TABEL MET FUNCTIES VAN DE KOOKPLAAT (afhankelijk van het model)
BEDIENINGSKNOPPEN KOOKPLAAT
GEMATIGD
VERWARMEN
Deze functie is geschikt voor het laten rijzen van deeg, om koude boter zacht te laten worden,
babyzuigflessen of pap warm te houden, om yoghurt te maken, chocolade te smelten, etc.
Is alleen beschikbaar als het restwarmtelampje brandt. Controleer eerst of het restwarmtelampje
van de betreffende kookzone brandt. Draai vervolgens de knop op . De functie wordt
uitgeschakeld door de stand van de knop te wijzigen.
WARMHOUDEN
Zorgt voor een constante temperatuur van 60 °C tot het einde van de bereidingstijd. Om de
functie in te schakelen draait u de knop op .
SNELKOKEN
Deze functie zorgt ervoor dat water snel aan de kook wordt gebracht; de functie blijft een vaste
tijd ingeschakeld. Als de tijd om is, schakelt de kookzone automatisch terug naar de maximale
stroomstand. De snelkookfunctie kan ook geactiveerd worden nadat u al op de betreffende
kookzone met koken bent begonnen. Voorzichtig! Het is belangrijk dat er een pan op de
geselecteerde kookzone staat voordat u deze kookzone inschakelt, om schade aan de
glaskeramische plaat te voorkomen. De gespecificeerde prestatiewaarden voor deze functie
worden gegarandeerd voor alle glaskeramische kookplaten. Om deze functie in te schakelen zet
u de pan eerst op de geselecteerde kookzone en draait u de knop vervolgens op . De functie
wordt uitgeschakeld door de stand van de knop te wijzigen.
MULTIZONE
Het multizonesymbool op de knoppen is alleen actief bij kookplaten voorzien van een dubbele
of drievoudige kookzone. Deze functies vergroten het verwarmingsoppervlak van de kookplaat
zodat u grote, ovale of rechthoekige pannen kunt gebruiken. Voor het inschakelen van de
dubbele kookzone (indien aanwezig), draait u de knop naar het symbool “dubbele zone” en
vervolgens weer linksom terug om het gewenste verwarmingsniveau te selecteren. Voor het
inschakelen van de drievoudige kookzone (indien aanwezig), draait u de knop naar het symbool
“drievoudige zone” en vervolgens weer linksom terug om het gewenste verwarmingsniveau te
selecteren. Het restwarmtelampje blijft branden om aan te geven dat de kookplaat is
ingeschakeld. Voor uitschakelen draait u de knop naar “0”.
TABEL OVENFUNCTIES
FUNCTIEKNOP
UITSCHAKELEN Om de bereiding te onderbreken en de oven uit te schakelen.
Ovenlampje Het ovenlampje in/uitschakelen:
STATISCH
Voor het bereiden van gerechten op één steunhoogte. Gebruik de tweede steunhoogte.
Verwarm de oven voor op de gewenste temperatuur. Als het thermostaatlampje uitgaat, kan het
gerecht in de oven worden gezet.
TURBO HETE LUCHT
Voor het bereiden van taarten met een vloeibare vulling (hartig of zoet) op één steunhoogte.
Deze functie kan ook worden gebruikt voor bereidingen op twee steunhoogtes. Verwissel de
gerechten tijdens de bereiding van plaats om een gelijkmatiger bakresultaat te krijgen. Gebruik
de tweede steunhoogte voor bereidingen op één plaat en de tweede en vierde steunhoogte voor
bereidingen op twee platen. Verwarm de oven eerst voor.
GRILL
Om biefstukken, kebabs en saucijzen te grillen, om gegratineerde groenten te bereiden en brood
te roosteren. Zet het gerecht op de vierde steunhoogte. Voor het grillen van vlees wordt
geadviseerd de opvangbak te gebruiken om het braadvet op te vangen. Plaats de opvangbak op
de derde steunhoogte en giet er ongeveer een halve liter water in. Verwarm de oven 3-5 minuten
voor.Tijdens de bereiding moet de deur van de oven dicht blijven.
TURBO GRILL
Voor het grillen van grote stukken vlees (lamsbouten, rosbief, hele kip). Zet het vlees op de
middelste steunhoogtes. Geadviseerd wordt de opvangbak te gebruiken om het braadvet op te
vangen. Plaats de opvangbak op de eerste of tweede steunhoogte en giet er ongeveer een halve
liter water in. Aanbevolen wordt om het vlees tijdens de bereiding om te keren om een
gelijkmatige bruining aan beide kanten te verkrijgen. De oven hoeft niet voorverwarmd te
worden. Tijdens de bereiding moet de deur van de oven dicht blijven.
ONTDOOIEN
Voor het versnellen van het ontdooien van voedsel. Plaats het voedsel op de middelste
steunhoogte. Laat het voedsel in de verpakking zitten zodat het niet uitdroogt.