schmersal SRB-E-212ST Kasutusjuhend

Tüüp
Kasutusjuhend
SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
NL 1
1. Over dit document
1.1 Functie
Deze bedieningshandleiding geeft u de benodigde informatie voor
de montage, inbedrijfsstelling, veilige werking en de demontage
van de veiligheidsmodules. Een duidelijk leesbare kopie van de
bedieningshandleiding moet altijd in de directe nabijheid van het
product bewaard worden.
1.2 Doelgroep: gemachtigd personeel
Alle activiteiten die in deze bedieningshandleiding beschreven worden,
mogen uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel, dat hiertoe gemachtigd
is door de eigenaar van de machine of installatie, uitgevoerd worden.
Zorg ervoor dat u de bedieningshandleiding gelezen heeft en begrijpt
voordat u het component installeert en in werking stelt.
Bij de keuze en inbouw van de componenten en bij hun integratie in de
besturing moet de machinebouwer rekening houden met de normbepalingen
en hun eisen.
1.3 Gebruikte symbolen
Informatie, tip, opmerking:
Dit symbool markeert nuttige extra informatie.
Voorzichtig: Het niet-naleven van deze waarschuwing kan
tot storingen, een foutieve werking of defecten leiden.
Waarschuwing: Het niet-naleven van deze waarschuwing kan
tot lichamelijke verwondingen en/of materiële schade aan de
machine tot gevolg hebben.
Inhoudsopgave
1 Over dit document
1.1 Functie ...............................................1
1.2 Doelgroep: gemachtigd personeel..........................1
1.3 Gebruikte symbolen.....................................1
1.4 Correct gebruik ........................................2
1.5 Algemene veiligheidsinstructies............................2
1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik .........................2
1.7 Uitsluiting van aansprakelijkheid ...........................2
2 Productbeschrijving
2.1 Bestelsleutel...........................................2
2.2 Speciale versies........................................2
2.3 Bestemming en gebruik ..................................2
2.4 Technische gegevens ...................................3
2.5 Derating / Elektrische levensduur van de veiligheidscontacten....3
2.6 Veiligheidsclassicatie ...................................4
3 Montage
3.1 Algemene montage-instructies ............................4
3.2 Afmetingen............................................4
4 Elektrische aansluiting
4.1 Algemene opmerkingen betreende de elektrische aansluiting ...4
4.2 Codering van de aansluitklemmen..........................4
5 Werkingsprincipe en instellingen
5.1 Klemmenbeschrijving en LED-aanduidingen..................5
5.2 Instelbare toepassingen..................................6
5.3 De instelling of toepassing wijzigen .........................6
6 Diagnose
6.1 LED aanduidingen ......................................7
6.2 Storingen .............................................7
7 Aansluitvoorbeelden
7.1 Mogelijke toepassingen ..................................7
7.2 Toepassingsvoorbeeld ...................................8
7.3 Startconguratie........................................9
7.4 Terugkoppeling / Vrijgavesignaal ...........................9
7.5 Sensorconguratie......................................9
8 Gebruik en onderhoud
8.1 Inbedrijfname .........................................10
8.2 Functietest ...........................................10
8.3 Gedrag bij storingen....................................10
8.4 Instelrapport..........................................10
8.5 Onderhoud...........................................11
9 Demontage en afvalverwijdering
9.1 Demontage ..........................................11
9.2 Afvalverwijdering ......................................11
10 Bijlage
10.1 Aanwijzingen voor de schakeling ........................11
11 EU-conformiteitsverklaring
x.000 / 03.2023 / v.A. - 103010756-NL / G / 2022-10-07 / AE-Nr. 15500
NL Bedieningshandleiding . . . . . . . . . Pagina 1 tot 12
Origineel
2
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
NL
1.4 Correct gebruik
Het productassortiment van Schmersal is niet bedoeld voor particuliere
consumenten.
De hier beschreven producten werden ontwikkeld om veiligheidsrelevante
functies uit te voeren als onderdeel van een volledige machine of installatie.
De bouwer van een machine of installatie is verantwoordelijk voor de
correcte werking van het geheel.
De hier beschreven producten werden ontwikkeld om veiligheidsrelevante
functies uit te voeren als onderdeel van een volledige machine of installatie.
Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied vindt u in het
hoofdstuk "Productbeschrijving".
1.5 Algemene veiligheidsinstructies
De gebruiker moet de veiligheidsinstructies van deze bedieningshandleiding
alsmede de nationale installatienormen en de geldende veiligheids- en
ongevallenpreventievoorschriften in acht nemen.
Aanvullende technische informatie vindt u in de Schmersal
catalogi of in de online catalogus: products.schmersal.com.
Alle vermeldingen zijn vrijblijvend en zonder enige contractuele
verbintenis. Technische wijzigingen voorbehouden.
1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik
Bij ondeskundig of niet-correct gebruik of manipulaties kunnen
bij gebruik van de veiligheidsmodule gevaren voor personen
of schade aan machine- of installatieonderdelen niet uitgesloten
worden.
1.7 Uitsluiting van aansprakelijkheid
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade en bedrijfsstoringen die voortvloeien
uit montagefouten of het niet naleven van deze bedieningshandleiding.
Voor schade die ontstaat vanwege het gebruik van reserveonderdelen
of toebehoren, die niet door de fabrikant toegelaten zijn, is iedere vorm
van aansprakelijkheid van de fabrikant uitgesloten.
Om veiligheidsredenen is het eigenhandig herstellen, ombouwen of
veranderen van het component uitdrukkelijk verboden. Iedere eigenmachtig
uitgevoerde reparatie, ombouw of verandering is uit veiligheidsoogpunt
niet toegestaan, en ontslaat in voorkomend geval de fabrikant van elke
aansprakelijkheid en/of daaruit voortvloeiende schade.
De veiligheidsmodule moet gebruikt worden in een gebied met beperkte
toegang voor het personeel.
2. Productbeschrijving
2.1 Bestelsleutel
Deze bedieningshandleiding geldt voor de volgende types:
SRB-E-212ST-
SRB-E-322ST-
Nr. Optie Beschrijving
Opsteekbare schroefklemmen: eendradig (stijf)
of fijndradig (flexibel): 0,2 … 2,5 mm²;
Fijndradig met adereindhulzen: 0,25 … 2,5 mm²
CC Opsteekbare veeraansluitklemmen: eendradig (stijf)
of fijndradig (flexibel): 0,2 … 1,5 mm²;
Fijndradig met adereindhulzen: 0,25 … 1,5 mm²
CC2 Opsteekbare veeraansluitklemmen, tweerijig:
eendradig (stijf) of fijndradig (flexibel):
0,2 … 1,5 mm²;
Fijndradig met adereindhulzen: 0,25 … 1,5 mm²
Alleen bij een correcte uitvoering, zoals in deze handleiding
beschreven, blijft de veiligheidsfunctie en dus de conformiteit
met de Machinerichtlijn behouden.
2.2 Speciale versies
Voor speciale versies die niet in de typesleutel onder 2.1 vermeld
worden, gelden de vermeldingen hiervoor en hierna, voor zover zij
overeenstemmen met de serieversies.
2.3 Bestemming en gebruik
De veiligheidsmodules voor gebruik in veiligheidscircuits zijn bedoeld
voor inbouw in schakelkasten. Zij dienen voor de veilige evaluatie van
de signalen van positieschakelaars met gedwongen verbreking voor
veiligheidsfuncties aan zijdelings verschuifbare, draaibare en afneembare
beschermvoorzieningen, noodstopbedienorganen, tweehandbedieningen,
veiligheidsmagneetschakelaars en AOPD's.
De veiligheidsfunctie is gedefinieerd als het uitschakelen van de uitgangen
Qt1,Qt2 en 13/14,23/24,33/34 bij het openen van de ingangen S12 en/
of S22 en/of X3. De veiligheidsrelevante stroompaden voldoen, mits een
evaluatie van de PFH-waarde heeft plaatsgevonden, aan de volgende
vereisten (zie ook hoofdstuk 2.6 "Veiligheidsclassificatie“)
– Categorie 4 – PL e volgens EN ISO 13849-1
– SIL 3 volgens IEC 61508
– SIL CL 3 volgens EN 62061
Om het Performance Level (PL) volgens EN ISO 13849-1 van de volledige
veiligheidsfunctie (bijv. sensor, logica, actuator) te bepalen, is een
beoordeling van alle relevante componenten vereist.
Het volledige concept van de besturing, waarin de
veiligheidscomponent geïntegreerd wordt, moet gevalideerd
worden volgens de relevante normen.
Bij naleving van de veiligheidsinstructies en de instructies voor montage,
inwerkingstelling, bediening en onderhoud zijn geen restrisico's bekend.
3
SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
NL
2.4 Technische gegevens
Algemene gegevens
Voorschriften: EN 60204-1, EN 60947-5-1, EN ISO 13851,
EN ISO 13849-1, IEC 61508, EN 62061
Storingsbestendigheid: volgens EMC-richtlijn
Lucht- en kruipwegen: volgens EN 60664-1
Bevestiging: DIN-rail volgens EN 60715
Klembenaming: EN 60947-1
Elektrische gegevens:
Nominale bedrijfsspanning Ue: 24 VDC –20%/+20%
restspanning max.10%
Netspanning/voeding: Er moet een ES1 of een PELV/SELV-eenheid
worden gebruikt als spanningsbron of er moeten
bijkomende maatregelen worden getroffen om ervoor te zorgen
dat de uitgangsspanning van de voedingseenheid
ook in geval van een fout niet hoger is dan 60 V.
De netvoeding moet zodanig op de zekering van het toestel
(karakteristiek/smeltintegraal) afgestemd worden,
dat de activering gegarandeerd is.
Stroomverbruik: 3 W (+ last van de veiligheidsuitgangen)
Zekering van de bedrijfsspanning: Wij raden een zekerings-
automaat type Z (max. 16 A) of
een fijne zekering (max. 15 A, traag) aan
UL Rating of external fuse: max. 16 A, only use fuses in
accordance with UL 248 series
Isolatiewaarden volgens EN 60664-1:
Nominale isolatiespanning Ui:
- Veiligheidscontacten: 250 V
- Veiligheidsuitgangen: 50 V
Nominale impulsspanningsvastheid Uimp:
- Veiligheidscontacten 13-14, 23-24: 6 kV
- Veiligheidscontact 33-34: 4 kV
- Veiligheidsuitgangen: 0,8 kV
Overspanningscategorie: III
Vervuilingsgraad: 2
Opkomvertraging: <150 ms
Afvalvertraging bij noodstop: < 10 ms
Afvalvertraging bij stroomuitval: < 10 ms
Aanspreektijd tr: < 10 ms
Overbrugging bij spanningspieken: typ. 5 ms
Klaar voor gebruik na het inschakelen van de spanning: < 1,5 s
Stuurstroomcircuits/ingangen:
Ingangen S12, S22: 24 VDC / 8 mA
Ingangen X2, X3, X7: 24 VDC / 8 mA
Cyclische uitgangen S11, S21: > 20 VDC, 10 mA per uitgang
Kabellengtes: 1.500 m met 1,5 mm²;
2.500 m met 2,5 mm²
Leidingweerstand: max. 40 Ω
Relaisuitgangen:
Schakelvermogen van de veiligheidscontacten: 13-14, 23-24, 33-34:
max. 250 V, 6 A ohmsche last,
min. 10 VDC / 10 mA
(Derating zie 2.5)
Beveiliging van de veiligheidscontacten: extern (Ik = 1000 A)
volgens EN 60947-5-1
smeltzekering 10 A snel, 6 A traag
Gebruikscategorie volgens EN 60947-5-1: AC-15: 230 V / 4 A;
DC-13: 24 V / 4 A
Schakelvermogen van de hulpcontacten: 41-42: 24 VDC/1 A
Beveiliging van de hulpcontacten: smeltzekering
2,5 A snel, 2 A traag
Karakteristieke waarden veiligheidscontacten: weerstand max. 100 mΩ,
AgNi, zelfreinigend, gedwongen uitgevoerd
Elektrische levensduur: zie 2.5
Mechanische levensduur: 10 miljoen schakelingen
Halgeleideruitgangen:
Schakelvermogen van de veiligheidsuitgangen: Qt1, Qt2: max. 2 A
Spanningsval: < 0,5 V
Lekstroom lr: < 1 mA
Zekering van de veiligheidsuitgangen: zie bedrijfsspanning
Testimpulsen van de veiligheidsuitgangen: < 1 ms (negatief)
< 100 µs (positief)
Gebruikscategorie volgens EN 60947-5-1: DC-13: 24 V / 2 A
Schakelvermogen van de signaaluitgangen: Halfgeleideruitgangen Y1,
Y2: 24 VDC/100 mA
Zekering van de signaaluitgangen: interne elektronische zekering,
afschakelstroom > 100 mA
Elektrische levensduur: Derating zie 2.5
Mechanische levensduur: 10 miljoen schakelingen
Max. schakelcycli/minuut: 20
Inductieve verbruikers: er moet een geschikte veiligheidsschakeling
voor het ontstoren voorzien worden
Mechanische gegevens:
Uitvoering van de aansluiting: zie 2.1
Kabeldoorsnede: zie 2.1
Aansluitkabel: stijf of flexibel
Aandraaimoment voor aansluitklemmen: 0,5 Nm
Materiaal van de behuizing: glasvezelversterkte thermoplast,
geventileerd
Gewicht: 180 g
Omgevingsvoorwaarden:
Omgevingstemperatuur: –25 °C … +60 °C
(niet condenserend)
Opslag- en transporttemperatuur: –40 °C … +85 °C
(niet condenserend)
Dichtingsgraad: Behuizing: IP40,
Klem: IP20,
Inbouwruimte: IP54
Schokbestendigheid: 30 g / 11 ms
Trillingsvastheid volgens EN 60068-2-6: 10 ... 55 Hz,
amplitude 0,35 mm
Hoogte: max. 2.000 m
2.5 Derating / Elektrische levensduur van de veiligheidscontacten
SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
Geen afwijking bij individuele montage van de veiligheidsmodules
Derating op aanvraag bij montage van meedere modules naast
elkaar zonder tussenafstand en maximale uitgangsbelastingen en
omgevingstemperaturen.
Elektrische levensduur van de veiligheidscontacten
DC13 24V
AC15 230V
AC1 230V
DC1 24V
10.000.000
1.000.000
100.000
10.000
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Schakelingen
Contactbelasting
4
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
NL
2.6 Veiligheidsclassificatie
2.6.1 Veiligheidsclassificatie Halfgeleideruitgang
Voorschriften: EN ISO 13849-1, IEC 61508, EN 62061
PL: e
Categorie: 4
PFHD: ≤ 2,66 x 10-9 / h
PFDavg: ≤ 2,42 x 10-5
SIL: geschikt voor toepassingen in SIL 3
Gebruiksduur: 20 jaar
2.6.2 Veiligheidsclassificatie relaisuitgang
Voorschriften: EN ISO 13849-1, IEC 61508, EN 62061
PL: e
Categorie: 4
DC: hoog
CCF: > 65 punten
PFHD: ≤ 1,25 x 10-8 / h
PFDavg: ≤ 5,3 x 10-5
SIL: geschikt voor toepassingen in SIL 3
Gebruiksduur: 20 jaar
De PFH waarde van 1,25 x 10-8/h geldt voor de combinaties van
contactlast (stroom via vrijgavecontacten en aantal schakelcycli (nop/y)
vermeld in de tabel hieronder. In geval van 365 werkdagen per jaar en
een bedrijfstijd van 24-uren vloeien hieruit de hieronder vermelde
schakelcyclitijden (tcycle) voort voor de relaiscontacten.
Contactlast: nop/y tcycle
20 % 880.000 0,6 min
40 % 330.000 1,6 min
60 % 110.000 5,0 min
80 % 44.000 12,0 min
100 % 17.600 30,0 min
Afwijkende toepassingen op aanvraag
3. Montage
3.1 Algemene montage-instructies
De bevestiging gebeurt via snelbevestiging voor DIN rails volgens
EN 60715.
Hang de bovenkant van de behuizing in de DIN rail en druk omlaag
totdat zij vastklikt.
3.2 Afmetingen
Afmetingen component (H/B/T): 98 × 22,5 × 115 mm
4. Elektrische aansluiting
4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
Bij nieuwe installatie of vervanging van de neteenheid
moet de stekker van het uitgangsniveau uitgetrokken en
de correcte aansluiting van de voeding (A1) gecontroleerd
worden.
Om EMC invloeden te vermijden moeten de natuurkundige
omgevings- en bedrijfsvoorwaarden ter plaatse van de inbouw
van het product voldoen aan de paragraaf "Elektromagnetische
Compatibiliteit (EMC)" van IEC 60204-1.
Lengte x van de kabel
- aan schroefklemmen: 7 mm
- aan veeraansluitklemmen van het type s of f: 10 mm
- aan tweerijige veeraansluitklemmen (CC2) van het type s of f: 8 mm
XX
4.2 Codering van de aansluitklemmen
5
SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
NL
5. Werkingsprincipe en instellingen
5.1 Klemmenbeschrijving en LED-aanduidingen
Klem Functie LED Functie
A1 Bedrijfsspanning
+24 VDC
RUN Bedrijfsspanning OK
RUN-modus Impulscode
zie par. 5.3
A2 Bedrijfsspanning
0 V
ERR Foutcode
zie par. 5.5
X2 Ingang startcircuit/
ingang
tweehandbediening
X3 Ingang
terugkoppeling/
ingang
tweehandbediening
X7 Ingang
Vrijgavesignaal/
terugkoppeling bij
tweehandbediening
S11/S21 Cyclische uitgangen
S12 Ingang kanaal 1 /
ingang
tweehandbediening
In 1 Niveau Hoog aan S12
Impulscode zie par. 5.4
S22 Ingang kanaal 2 /
ingang
tweehandbediening
In 2 Niveau Hoog aan S22
Impulscode zie par. 5.4
Y1 Sgnaaluitgang (NC)
stop 0
Y2 Sgnaaluitgang (NC)
stop 1
41/42 Sgnaalcontact (NC)
stop 0
13/14,
23/24,
33/34
Veiligheidsuitgangen
stop 0
Out 1 Uitgangen geactiveerd
Impulscode zie par. 5.4
Qt1/Qt2 Veiligheidsuitgangen
stop 1
Out 2 Uitgangen geactiveerd
Impulscode zie par. 5.4
1
0
S11 S1 2 S2 1 S2 2
A1A2X3X2
X7Qt1Y2Y1
SRB-E-212ST
2 42 31 41 3
Out 2
time[s]
RUN
ERR
ln 1
ln 2
Out 1
mode
1
0
S11 S1 2 S2 1 S2 2
A1A2X3X2
Qt2Qt1X7Y2
SRB-E-322ST
2 42 31 41 3
4 24 13 43 3
time[s]
RUN
ERR
ln 1
ln 2
Out 1
Out 2
mode
Instelling van de toepassing met de draaischakelaar 'mode'
Open de transparente frontafdekking (zie afb.).
Hef de kant van het slot op om te openen.
Stel de gewenste toepassing naar boven of naar onder in met de
draaischakelaar mode (1 … 10) (zie 5.3).
Afvalvertragingstijd (0 … 30 s) naar boven of naar onder instellen
met de draaischakelaar time (16 standen) (zie 5.3).
• Na de instelling meot de frontafdekking terug gesloten worden.
De frontafdekking kan met een zegel beveiligd worden tegen het
openen door onbevoegden.
Elementen pas aanraken nadat ze elektrisch ontladen zijn!
6
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
NL
5.2 Instelbare toepassingen
Draaischakelaar time
Afvalvertragingen in seconden
0 2,0 5,0 15,0
0,5 2,5 8,5 20,0
1,0 3,0 10,0 25,0
1,5 4,0 12,0 30,0
Draaischakelaar mode
Draaischakelaar-
Positie
Resetknop met flankbewaking Dwarssluitdetectie
actief
Ingangs-/
sensorconfiguratie
Bewaking van de synchroniteit
van de sensorkanalen (< 5 s)
1 Ja Ja NG / NG Ja
2 Ja Ja NG / NG Neen
3 Ja Neen NG / NG Ja
4 Ja Neen NG / NG Neen
5 Ja Ja NG/NO Ja
6 Autostart Ja NG/NO Neen
7 Autostart Ja NG / NG Ja
8 Autostart Ja NG / NG Neen
9 Autostart Neen NG / NG Ja
10 Autostart Neen NG / NG Neen
11 Tweehandbediening functie Type IIIC
(alleen bij variant SRB-E-212ST)
NC/NO, NC/NO < 0,5 s
(bij bediening van de
bedienorganen)
12 Tweehandbediening functie Type IIIA
(alleen bij variant SRB-E-212ST)
NO / NO < 0,5 s
(bij bediening van de
bedienorganen)
CConfiguratiemodus
Bij de draaischakelaarposities 11 en 12 (tweehandfunctie
Type IIIA / Type IIIC) kan voor de veiligheidsuitgang Qt1 een
tijdsvertraging (Stop 1-functie) worden ingesteld.
De aanspreektijd tr van de uitgang Qt1 verandert in functie
van de instelling.
Zie 5.2 tabel draaischakelaar "time".
Wanneer de veiligheidsuitgang Qt1 zonder tijdsvertraging
(Stop 0-functie) moet uitschakelen, moet de draaischakelaar
"time" op 0 s worden ingesteld.
5.3 De instelling of toepassing wijzigen
Beschrijving / Afloop Draaischakelaar mode Draaischakelaar
time
Systeemgedrag LED aanduidingen
RUN In 1 In 2 Out
Fabrieksinstelling Positie 1 0 s Gebruiksklaar 1 - - - -
Bedrijfsspanning opzetten Positie 1 Geen sensor aangesloten! Brandt - - -
In positie C draaien Toepassing 1 wordt gewist Brandt Knippert Knippert Knippert
Instelcyclus actief
Toepassing 1 is gewist. - - - -
Geen geldige toepassing
opgeslagen
Knippert - - -
SRB-E klaar voor nieuwe toepassingen
Afvalvertraging selecteren Gewenste tijd
(0-30 s) instellen.
Knippert - - -
Toepassing selecteren Gewenste toepassing
1-11 instellen.
(Tijdvenster voor
instelprocedure ca. 3 s)
Nieuwe toepassing wordt
geladen
Brandt - - -
Instelcyclus actief
Brandt Brandt - -
Brandt Brandt Brandt -
Brandt Brandt Brandt Brandt
Gebruiksklaar Gewenste toepassing
is ingesteld
Nieuwe toepassing
overgenomen
Brandt - - -
Schakel de bedrijfsspanning uit en voer de bekabeling uit in overeenstemming met de nieuwe toepassing -> SRB-E... klaar voor gebruik
7
SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
NL
7. Aansluitvoorbeelden
7.1 Mogelijke toepassingen
Alle toepassingen voor 1- of 2-kanalige veilige signaalevaluatie
voor de volgende veiligheidsvoorzieningen:
Veiligheidsdeurbewaking volgens EN ISO 14119
Gedwongen verbrekende positieschakelaars volgens EN 60947-5-1
Veiligheidssensoren volgens EN 60947-5-3
Noodstoptoestellen volgens EN ISO 13850 en EN 60947-5-5
Veiligheidsmagneetschakelaar volgens EN 60947-5-3
Veiligheidslichtgordijnen en veiligheidslichtschermen volgens
EN 61496
• Tweehandbedieningen volgens EN ISO 13851 Type IIIA en IIIC
Het aansluiten van veiligheidsmagneetschakelaars aan
de veiligheidsmodule SRB-E-... is uitsluitend toegelaten als
de vereisten van de norm EN 60947-5-3 vervuld zijn.
De volgende technische gegevens moeten minstens
vervuld worden:
• Schakelvermogen: min. 240 mW
• Schakelspanning: min. 24 VDC
• Schakelstroom: min. 10 mA
De volgende veiligheidssensoren voldoen bijvoorbeeld
aan de vereisten:
• BNS 36-02Z(G), BNS 36-02/01Z(G)
• BNS 260-02Z(G), BNS 260-02/01Z(G)
Als sensoren met LED in het besturingscircuit
(veiligheidscircuit) aangesloten worden, moet de volgende
nominale bedrijfsspanning verplicht aangehouden worden:
• 24 VDC met een max. tolerantie van –5 %/+20 %
Met name kunnen er problemen met de beschikbaarheid
optreden, bij serieschakelingen van sensoren waarbij de
LED's een spanningsval in het besturingscircuit kunnen
veroorzaken.
6. Diagnose
6.1 LED aanduidingen
LED Functie Type aanduiding
RUN Gebruiksklaar Brandt permanent
Geen geldige toepassing Knippert
In 1
Ingang S12 gesloten Brandt permanent
Tijdsvenster voor synchroniteit
overschreden
Knippert snel
Tweede kanaal,
ingang S22 werd niet geopend
Knippert langzaam
In 2
Ingang S22 gesloten Brandt permanent
Tijdsvenster voor synchroniteit
overschreden
Knippert snel
Tweede kanaal,
ingang S12 werd niet geopend
Knippert langzaam
Out 1
Veiligheidsuitgang stop 0 IN Brandt permanent
Geen vrijgavesignaal aan ingang X7 Knippert snel
Veiligheidsuitangen wachten op start
(Ingang X2)
Knippert langzaam
Terugkoppeling niet gesloten
(Ingang X3)
Knippert langzaam
Out 2
Veiligheidsuitgang stop 1 IN Brandt permanent
Geen vrijgavesignaal aan ingang X7 Knippert snel
Veiligheidsuitangen wachten op start
(Ingang X2)
Knippert langzaam
Terugkoppeling niet gesloten
(Ingang X3)
Knippert langzaam
Alle LED's knipperen een maal bij netspanning aan
6.2 Storingen
Storingen en foutoorzaken worden door de ERR-LED via korte en lange
knippersignalen weergegeven
LED Foutoorzaak knippert
lang
knippert
kort
ERR
Te lage bedrijfsspanning 1 1
Bedrijfsspanning te hoog 1 2
Ongeldige positie draaischakelaar 1 3
Externe spanning aan uitgang Qt1 1 5, 7, 9
Externe spanning aan uitgang Qt2 1
2
6, 8
1
Kortsluiting met GND aan uitgang Qt1 2 2
Kortsluiting met GND aan uitgang Qt2 2 3
Dwarssluiting tussen ingangen S12
en S22 2 4
Ongedefinieerd niveau aan de
ingangen:
X2 3 4
X3 3 5
X7 3 9
S12 2 9
S22 3 1
Draaischakelaar > 30 sec. in positie C 6 8
Toepassing gewijzigd en
inschakeling van de bedrijfsspanning
LED's knipperen snel:
RUN, In 1, In 2, Out
Toepassing werd gewijzigd terwijl
de component in werking was
LED's knipperen snel:
ERR, In 1, In 2, Out
Andere foutcodes:
ruggenspraak met technische afdeling van Schmersal
8
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
NL
Aansluitvoorbeeld SRB-E-212ST
0V / GND
R
H2
X7X3A1 S22S11
A2
S21X2
Qt1Y2Y1
S12
+24VDC
KA
KB
KC
KD
F1
K1 K2
2313
2414
K2
K1
KD
KC
KC
KD
KAKB
N
L1
KA
KB
a)
b)
c)
d)
e)f)
Aansluitvoorbeeld SRB-E-322ST
0V / GND
R
H2
X7X3A1 S22S11
A2
S21X2
Qt1Qt2Y2
S12
+24VDC
KA
KB
F1
KD
KC
KC
KD
KA
KB
K2
K1
2313 33 41
2414 34 42
K1 K2
L1
KAKB
N
KC
KD
a)
b)
c)
d)
e)f)
Legende
a) Veiligheidsingangen
b) Veiligheidsuitgangen
c) Signaaluitgangen
d) Klokuitgangen
e) Verwerking
f) Stroom
7.2 Toepassingsvoorbeeld
Het voorbeeld toont een tweekanalige aansturing van een
veiligheidsdeurbewaking met twee positieschakelaars, waarvan
een gedwongen verbrekend contact, met externe resetknop
J
Vermogensvlak: tweekanalige aansturing, geschikt voor
contactversterking of contactvermenigvuldiging via externe relais
met gedwongen schakelende contacten
-
S
= Terugkoppeling
Meldsignaaluitgangen mogen niet gebruikt worden
in veiligheidscircuits.
9
SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
NL
7.3 Startconfiguratie
7.3.1 Bewaakte start
De handmatige start of de activering van de veiligheidsmodule
gebeurt bij het loslaten van de knop.
Bewaking van de max. bedieningstijd 0,03 s … 3 s.
Bij overschrijding van de tijd wordt de veiligheidsmodule niet
gestart!
7.3.2 Reset zonder flankbewaking/automatische start
De handmatige start of de activering van de veiligheidsmodule
gebeurt bij het indrukken van de knop (niet bij het loslaten!).
Bij automatische start moet X2 aan S11, S21 of +24 VDC overbrugd
worden
Niet toegelaten zonder bijkomende maatregelen indien het
risico bestaat dat men over de beschermvoorziening heen
kan stappen!
In de zin van EN 60204-1 paragraaf 9.2.3.4.2 is de
bedrijfsmodus "Automatische start" alleen beperkt toegelaten.
In het bijzonder moet een onopzettelijke herstart van de
machine door andere geschikte maatregelen verhinderd
worden.
X2
J
S11/S21
X2
+24 VDC
J
Resetknop
met flankdetectie
Resetknop zonder
flankdetectie/automatische
start
Positie draaischakelaar 1 Positie draaischakelaar 6
Positie draaischakelaar 2 Positie draaischakelaar 7
Positie draaischakelaar 3 Positie draaischakelaar 8
Positie draaischakelaar 4 Positie draaischakelaar 9
Positie draaischakelaar 5 Positie draaischakelaar 10
7.4 Terugkoppeling / Vrijgavesignaal
Geschikt voor contactversterking of contactvermenigvuldiging via
externe relais met gedwongen uitgevoerde contacten. Als de
terugkoppeling niet nodig is, moet hier een overbrugging gemaakt
worden.
X3
S11/S21
X3
+24 VDC
KB
KA
KB
KA
De veiligheidscontacten en -uitgangen kunnen bij gesloten
beschermvoorziening via de veiligheidsingang X7 bedrijfsmatig
geschakeld worden.
De veiligheidsuitgangen Qt1 en Qt2 worden pas na het verstrijken
van de ingestelde vertragingstijd uitgeschakeld.
Bij een veiligheidsgericht gebruik moet een fout in de bedrading
(kortsluiting aan 24V-potentiaal) uitgesloten kunnen worden!
Als geen bedrijfsmatige uitschakeling benodigd wordt, moet deze
ingang met + 24 VDC bestroomd worden.
X7 X7
+24 VDC = besturingssignaal
Deze functie is niet beschikbaar bij de raaischakelaarposities
11 en 12.
7.5 Sensorconfiguratie
Eenkanalige signaalverwerking
+24 VDC
S12 S22 S12 S22
S11 S21
Positie
draaischakelaar
Functie
4 Reset met flankdetectie
10 Reset zonder flankdetectie/automatische start
Tweekanalige signaalverwerking NC / NC
Met dwarssluitdetectie
(Cat. 4 - PL e volgens EN ISO 13849-1 mogelijk)
S12 S22
S11 S21
S12 S22
S11 S21
Draaischakelaar
Positie
Dwarssluit-
detectie
Synchroniteit
1 Ja Ja
2 Ja neen
7 Ja Ja
8 Ja neen
Zonder dwarssluitdetectie
(Cat. 4 - PL e volgens EN ISO 13849-1 alleen mogelijk mits
afgeschermde bekabeling).
S12 S22
S11 S21
S12 S22
S11 S21
+24 VDC
S12 S22 S12
+24V
S22
+24V
Positie
draaischakelaar
Dwarssluit-
detectie
Synchroniteit
3 neen Ja
4 neen neen
9 neen Ja
10 neen neen
10
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
NL
Tweekanalige Signaalverwerking NC / NO
(Cat. 4 - PL e volgens EN ISO 13849-1 mogelijk)
S12 S22
S11 S21 +24 VDC
S12 S22 S12 S22
S11 S21
Positie
draaischakelaar
Functie
5 Reset met flankdetectie
6 Reset zonder flankdetectie/automatische start
Tweehandbediening Type IIIC volgens EN ISO 13851
(alleen bij SRB-E-212ST)
Storingen van een contact alsook aardlekken en dwarssluitingen
worden gedetecteerd.
De terugkoppeling
S
wordt in serie opgenomen zoals getoond.
De veiligheidsfunctie van externe gedwongen uitgevoerde contactoren
wordt zoals getoond bewaakt door een serieschakeling van de
verbreekcontacten met de ingang X7. Als de terugkoppeling niet nodig
is, moet hier een overbrugging gemaakt worden.
Als de terugkoppeling niet nodig is, moet hier een overbrugging
gemaakt worden.
S22
S11
S12 X3
S21
X2 X7
S11/S21
ABS
S22
+24 VDC
S12 X3
+24 VDC
X2 X7
+24 VDC
ABS
Positie
draaischakelaar
Functie
11 Tweehandbediening functie Type IIIC
Tweehandbediening Type IIIA volgens EN ISO 13851
(alleen bij SRB-E-212ST)
• Storingen van het contact en aardlekken worden gedetecteerd.
De terugkoppeling
S
wordt in serie opgenomen zoals getoond.
De veiligheidsfunctie van externe gedwongen uitgevoerde contactoren
wordt zoals getoond bewaakt door een serieschakeling van de
verbreekcontacten met de ingang X7. Als de terugkoppeling niet nodig
is, moet hier een overbrugging gemaakt worden.
Als de terugkoppeling niet nodig is, moet hier een overbrugging
gemaakt worden.
S11
S12
S21
S22 X7
S11
S
AB
+24 VDC
S12
+24 VDC
S22 X7
+24 VDC
S
AB
Positie
draaischakelaar
Functie
12 Tweehandbediening functie Type IIIA
Alleen de bedienende persoon wordt beschermd door
de tweehandbediening.
8. Gebruik en onderhoud
8.1 Inbedrijfname
De veiligheidsmodule is voorzien voor montage in een schakelkast
met beschermingsgraad IP54.
Bij levering is de veiligheidsmodule werkensklaar.
Bij levering is de toepassing 1 ingesteld.
8.2 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsmodule moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Bevestiging
2. Juiste uitvoering van de bedrading en de aansluitingen
3. Eventuele schade aan de behuizing van de veiligheidsmodule
4. Elektrische functie van de aangesloten sensoren en hun invloed
op de veiligheidsmodule en de nageschakelde actoren
De veiligheidsmodule beschikt over zelftestfuncties.
Een gedetecteerde fout leidt tot een veilige toestand en eventueel
tot een onvertraagde uitschakeling van alle veiligheidsuitgangen.
8.3 Gedrag bij storingen
In geval van een storing wordt de volgende werkwijze aangeraden:
1. Identificeer de storing met behulp van de impulscodes uit hoofdstuk
6.2.
2. Verhelp de storing als het om een storing gaat die in de tabel
beschreven wordt.
3. Schakel de bedrijfsspanning aan en uit om de foutmodus te wissen.
Als de storing niet verholpen kan worden, moet u de fabrikant
contacteren.
8.4 Instelrapport
Het rapport van de instelling van het apparaat moet door de klant
aangevuld en bij de technische documentatie van de machine gevoegd
worden.
Het instelrapport moet beschikbaar zijn in geval van een
veiligheidsinspectie.
Firma:
De veiligheidsmodule wordt met de volgende machine gebruikt:
Machinenr. Machinetype Veiligheidsmodule nr.
Ingestelde toepassing (mode):
Ingestelde afvalvertraging (t):
Ingesteld op Handtekening van de verantwoordelijke
11
SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
NL
8.5 Onderhoud
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
1. Correcte bevestiging van de veiligheidsmodule controleren
2. Voedingskabel op eventuele beschadigingen controleren
3. Elektrische functie controleren
Als een manuele functietest vereist is om een eventuele
accumulatie van storingen te detecteren, moet deze met
de hieronder opgegeven intervallen uitgevoerd worden:
minstens één maal per maand voor PL e met categorie
3 of categorie 4 (volgens EN ISO 13489-1) of SIL 3 met
HFT (Hardwarefouttolerantie) = 1 (volgens EN 62061),
minstens alle 12 maanden voor PL d met categorie 3
(volgens EN ISO 13849-1) of SIL 2 met HFT (Hardware-
fouttoleratnie) = 1 (volgens EN 62061).
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
9. Demontage en afvalverwijdering
9.1 Demontage
De veiligheidsmodule mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
9.2 Afvalverwijdering
De veiligheidsrelaismodule moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
10. Bijlage
10.1 Aanwijzingen voor de schakeling
Bedradingsvoorbeeld voor cascadering via veilige ingang X7:
Via de ingang X7 kunnen de veiligheidsuitgangen van de volgende
SRB-E veiligheidsmodules uitgeschakeld worden.
Bij een veiligheidsgericht gebruik moet een fout in de bedrading
(kortsluiting aan de 24V-potentiaal) uitgesloten kunnen worden!
1
0
S11 S1 2 S2 1 S2 2
A1A2X3X2
X7Qt1Y2Y1
SRB-E-212ST
2 42 31 41 3
Out 2
time[s]
RUN
ERR
ln 1
ln 2
Out 1
mode
1
0
S11 S1 2 S2 1 S2 2
A1A2X3X2
Qt2Qt1X7Y2
SRB-E-322ST
2 42 31 41 3
4 24 13 43 3
time[s]
RUN
ERR
ln 1
ln 2
Out 1
Out 2
mode
Lucht- en kruipwegen van de veiligheidscontacten:
1
0
S11 S1 2 S2 1 S2 2
A1A2X3X2
X7Qt1Y2Y1
SRB-E-212ST
2 42 31 41 3
Out 2
time[s]
RUN
ERR
ln 1
ln 2
Out 1
mode
1
0
S11 S1 2 S2 1 S2 2
A1A2X3X2
Qt2Qt1X7Y2
SRB-E-322ST
2 42 31 41 3
4 24 13 43 3
time[s]
RUN
ERR
ln 1
ln 2
Out 1
Out 2
mode
De veiligheidscontacten 13-14 en 23-24 vervullen tegen alle andere
aansluitklemmen, zonder bijkomende maatregelen, de vereisten
voor een dubbele isolatie volgens EN 60664-1 en moeten bij
schakelspanningen > 50 V gebruikt worden. De veiligheidscontacten
33-34 voldoen aan de vereisten voor basisisolatie.
12 NL
SRB-E-212ST / SRB-E-322ST-E-NL
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule SRB-E-212ST / SRB-E-322ST
11. EU-conformiteitsverklaring
De meest recente geldige conformiteitverklaring kan
via products.schmersal.com gedownload worden.
K.A. Schmersal GmbH & Co. KG
Möddinghofe 30, 42279 Wuppertal
Duitsland
Telefoon: +49 202 6474-0
Telefax: +49 202 6474-100
Internet: www.schmersal.com
EU-conformiteitsverklaring
Origineel K.A. Schmersal GmbH & Co. KG
Möddinghofe 30
42279 Wuppertal
Germany
Internet: www.schmersal.com
Hiermee verklaren wij dat de hieronder beschreven producten op grond van hun ontwerp en constructie
beantwoorden aan de relevante Europese Richtlijnen.
Benaming van de component: SRB-E-212ST
SRB-E-322ST
Type: zie bestelsleutel
Beschrijving van de component: Veiligheidsmodule voor noodstopcircuits,
veiligheidsdeurbewakingen, tweehandbedieningen,
veiligheidsmagneetschakelaars en AOPD's
Geharmoniseerde Richtlijnen: Machinerichtlijn
EMC-Richtlijn
RoHS-Richtlijn
2006/42/EG
2014/30/EU
2011/65/EU
Toegepaste normen: EN ISO 13851:2019
EN ISO 13849-1:2015
EN ISO 13849-2:2012
IEC 61508 Deel 1-7:2010
EN 62061:2005 + Cor.:2010 + A1:2013 + A2:2015
Erkende instantie voor het certiceren
van het QS systeem volgens Bijlage X,
2006/42/EG:
TÜV Rheinland Industrie Service GmbH
Am Grauen Stein, 51105 Köln
Kenn Nr.: 0035
Gemachtigde voor het samenstellen
van de technische documentatie:
Oliver Wacker
Möddinghofe 30
42279 Wuppertal
Plaats en datum van opstelling: Wuppertal, 14 maart 2023
Rechtsgeldige handtekening
Philip Schmersal
Directeur
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

schmersal SRB-E-212ST Kasutusjuhend

Tüüp
Kasutusjuhend

teistes keeltes