8
REINIGEN EN ONDERHOUD
Zorg ervoor dat de oven afgekoeld
is vooraleer te onderhouden of te
reinigen.
Gebruik geen stoomreinigers.
Gebruik geen staalwol,
schuursponsjes of schurende/
bijtende reinigingsproducten,
omdat deze het oppervlak van het
apparaat kunnen beschadigen.
Draag beschermende
handschoenen.
De oven moet worden losgekoppeld
van het elektriciteitsnet voordat
u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
EXTERNE OPPERVLAKKEN
Reinig de oppervlakken met een vochtig
microvezeldoekje. Als ze zeer vuil zijn, voeg dan een
paar druppels neutraal afwasmiddel toe aan het
water. Droog af met een droge doek.
Gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen.
Als een dergelijk product per ongeluk in contact komt
met de oppervlakken het apparaat, verwijder het dan
onmiddellijk met een vochtig microvezeldoekje.
INTERNE OPPERVLAKKEN
• Na elk gebruik moet de oven afkoelen en dan
gereinigd worden, bij voorkeur wanneer die nog
warm is, om afzettingen of vlekken veroorzaakt door
voedselresten te verwijderen. Laat voor het drogen van
condens die zich heeft gevormd vanwege het breiden
van voedsel met een hoog vochtgehalte de oven
volledig afkoelen en veeg het af met een doek of spons.
• Om de resterende kalkaanslag uit de uitsparing in
de bodem te verwijderen na
-bereiding, giet
u 250 ml witte azijn in de uitsparing (u kunt ook een
ontkalkingsmiddel gebruiken). Neem voor informatie
contact op met de Klantenservice).
Laat gedurende 30 minuten op kamertemperatuur
inwerken en reinig vervolgens de uitsparing met
warm drinkwater en een zachte doek. Reinigen
wordt ten minste elke 5 tot 10
-kookcycli
aanbevolen.
• Als er hardnekkig vuil op de binnenoppervlakken
zit, raden we aan om de automatische
reinigingsfunctie uit te voeren voor optimale
reinigingsresultaten. Gebruik de automatische
reinigingsfunctie niet als er kalkresten aanwezig
zijn. Voer vóór het activeren kalkreiniging uit zoals
hierboven beschreven.
• De deur kan makkelijk verwijderd en teruggeplaatst
worden om de ruit te reinigen.
• Maak het glas van de deur schoon met een geschikt
vloeibaar reinigingsmiddel.
ACCESSOIRES
Laat de accessoires na gebruik weken in water met
afwasmiddel. Pak ze vast met handschoenen als
ze nog heet zijn. Voedselresten kunnen met een
afwasborstel of met een sponsje worden verwijderd.
DE DEUR VERWIJDEREN EN TERUGPLAATSEN
b
. Om de deur te
verwijderen opent u deze
volledig en brengt u de
vergrendelingen naar
beneden totdat ze
ontgrendeld zijn.
a
b
2. Sluit de deur zo ver
mogelijk. Houd de deur
stevig met beide handen
beet – niet vasthouden aan
de handgreep. Verwijder de
deur door deze te blijven
sluiten en tegelijkertijd
omhoog te trekken totdat
de deur loshaakt. Zet de deur opzij en laat deze op
een zachte ondergrond rusten.
3. Monteer de deur opnieuw door deze te
bewegen in de richting van de oven, de haken van
de scharnieren uit te lijnen met de zitting en het
bovenste deel op de zitting vast te zetten.
b
4. Laat de deur zakken en
doe deze vervolgens volledig
open. Breng de
vergrendelingen omlaag
naar hun oorspronkelijke
positie: Zorg ervoor dat ze
volledig naar beneden staan.
Zachtjes drukken, om te controleren of de
vergrendelingen in de juiste positie staan.
5. Probeer de deur te sluiten en controleer of het in
lijn met het bedieningspaneel is. Als dit niet het geval
is herhaalt u de bovenstaande stappen: Als het niet
goed werkt kan de deur beschadigd raken.
VERVANGEN VAN HET LAMPJE
1. Koppel de oven los van de netvoeding.
2. Schroef het beschermkapje van de lamp, vervang de
lamp en schroef het beschermkapje weer op de lamp.
3. Sluit de oven weer aan op de netvoeding.
Let op: Gebruik alleen halogeenlampen van 25 W/230 V, type G9,
T300°C. De lamp die in het product wordt gebruikt is speciek
ontworpen voor huishoudapparaten en is niet geschikt voor
ruimteverlichting (EC-Richtlijn Nr. 244/2009). De lampjes zijn
verkrijgbaar bij de Consumentenservice. - Raak de lampen niet met
blote handen aan omdat vingerafdrukken ze kunnen beschadigen.
Gebruik de oven niet voordat het beschermkapje is teruggeplaatst.