Beko MWC 28 BI/EX Omaniku manuaal

Kategooria
Mikrolaineahjud
Tüüp
Omaniku manuaal

See juhend sobib ka

vviissiioonn@
@
ccrreeaattiivveeLL@
@
iinnccNN
Էړ ܞ΂ĸ ࣃۉʷ
VѨݖ ێΟӂ˱ Tࠚ
ABOUT THIS MANUAL
ABOUT THIS MANUAL
ɽ ʁ
ŨĈо ɮ
Ҹ ͗ ˝
beko
ض ش
ȓʔ͋˝ش
fN@
@
model
kocMYqTtWs
bN@
@
model
mwcRXex
b@
@
u@
@
y@
@
e@
@
r
asogॶ
country
belgium
ې լ
ܿĹ
memo
߭ RV
ِ͊ߏ
vision
ɽɽ ʁʁ
іОր
telZ WSPMPVVP@faxZ WSPMSWXX
QSNPSNQUMहݖ @֭Ŕ Q
QTNPQNRRMW@ր܄@֭Ŕ Q
GEBRUIKERS
HANDLEIDING
Alvorens deze oven te bedienen lees
deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
MAGNETRON
CONVECTIE/GRILLOVEN
MWC28EX
1
INHOUDSOPGAVE
• INSTALLATIE EN AARDINGSINSTRUCTIES.................................2
• BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.........................3
• WELKE VORMEN ZIJN GESCHIKT VOOR HET GEBRUIK IN DE
OVEN?................................................................................................5
• KOOKINSTRUCTIES.........................................................................6
• BEDIENINGSPANEEL ......................................................................7
• TOEBEHOREN ..................................................................................8
• VÓÓR IN GEBRUIK TE NEMEN ......................................................9
DE KLOK INSTELLEN ......................................................................9
KINDERSLOT EN ENERGIEBESPARENDE MODUS ................10
• BEDIENING......................................................................................11
MAGNETRONMODUS ...................................................................11
GRILLMODUS .................................................................................12
CONVECTIEMODUS (MET VOORVERWARMING) ...................13
CONVECTIEMODUS (TRADITIONELE MANIER).......................14
COMBINATIEMODUS.....................................................................15
(1) MODUS ONTDOOIEN OP GEWICHT.....................................16
(2) MODUS ONTDOOIEN OP TIJD...............................................16
AUTOKOK........................................................................................17
PROMPTE KOK...............................................................................18
OPWARMEN....................................................................................18
SCHOTELVERWARMER
(ALLEEN VOOR HET MODEL MET PRIMAIRE OPTIE).............19
STOOMREINIGING.........................................................................19
HERINNERINGMODUS (FUNCTIE OM TE HERINNEREN DAT
DE KOOKTIJD TEN EINDE IS) ......................................................19
DE OVEN STOPPEN TERWIJL DIE FUNCTIONEERT ..............20
AFWIJKENDE MELDING................................................................20
BOOGONTLADING.........................................................................20
• ALGEMENE RICHTLIJNEN............................................................21
• HOUD DE OVEN SCHOON............................................................22
• VOORDAT U DE SERVIESDIENST OPBELT ..............................23
• VRAGEN EN ANTWOORDEN .......................................................24
• SPECIFICATIES ..............................................................................25
• MICROGOLFPRINCIPE..................................................................25
• VERWIJDERING VAN AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN
ELEKTRONISCHE APPARATUUR ...............................................25
VOORZORGSMAATREGELEN OM EVENTUELE
BLOOTSTELLING AAN OVERMATIGE
MICROGOLFENERGIE TE VOORKOMEN
(a) Maak geen pogingen om deze oven met de open deur te bedienen omdat zodanig gebruik tot
schadelijke blootstelling aan microgolfenergie kan leiden. Het is belangrijk om de
veiligheidsgrendels niet te bederven of stampen.
(b) Plaats geen voorwerpen tussen de voorkant en de deur van de magnetron en laat geen vuil of
schoner overschot zich op de dichtingoppervlakken te accumuleren.
(c) WAARSCHUWING : Indien de deur of de deurdichting beschadigd is, moet de oven niet worden
bediend totdat die door vakkrachten is gerepareerd : (1) deur (gebogen), (2) scharnieren en
klinken (gebroken of los), (3) deurdichting en dichtingoppervlakken.
(d) WAARSCHUWING : Voor iedereen behalve vakkrachten is het gevaarlijk om reparaties of
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren waarbij de veiligheidsafdekking tegen microgolfenergie
moet worden afgenomen.
(e) WAARSCHUWING : Vloeistoffen en andere levensmiddelen moeten nooit in luchtdichte
verpakking worden opgewarmd omdar dit barsten kan veroorzaken.
(f) WAARSCHUWING : Kinderen mogen de oven zonder toezicht alleen gebruiken wanneer hen
adequate instructies zijn gegeven zodat het kind de oven veilig kan bedienen. Het kind dient zich
bewust te zijn van de gevaren van onjuist gebruik.
(g) WAARSCHUWING : Wanneer het apparaat in de combinatiemodus wordt gebruikt, kunnen
kinderen de oven uitsluitend onder toezicht van een volwassene gebruiken vanwege de hoog
ontwikkelende temperaturen.
2
INSTALLATIE EN AARDINGSINSTRUCTIES
Hoe uw magnetronoven te controleren nadat u die uitpakt.
Haal de oven uit de verpakking, verwijder al het verpakkingsmateriaal
en controleer de oven op beschadigingen zoals deuken, gebroken
deur, klinken of scheuren in de deur. Verwijder de dunne laag op de
binnenkant van de deur niet. Breng de verkoper onmiddellijk op de
hoogte als de oven is beschadigd. Installeer de oven niet als die is
beschadigd.
Waar uw magnetronoven op te stellen.
1. Plaats de oven op een gelijke en stabiele ondergrond.
2. De magnetronoven is niet geschikt om ingebouwd te worden tenzij
die een speciaal ontworpen inbouwmodel is.
3. Het oppervlak van de oven wordt beschermd door een dun plastic
dat moet worden verwijderd vóór het gebruik.
4. Laat ruimte aan de achterzijde, de kanten en boven de oven vrij.
Alle ventilatiesleuven moeten vrij blijven.
Als alle sleuven tijdens de bediening afgedekt raken, kan de
magnetron oververhit worden en uiteindelijk zal het een storing
veroorzaken.
5. Houd de oven uit de buurt van radio en televisie. Als de oven dicht
bij een televisietoestel staat, kunnen er radiostoringen ontstaan.
6. Houd de oven uit de buurt van verwarmingstoestellen en
waterkranen. Houd de oven uit de buurt van hete lucht, stoom of
spatten wanneer u de plaats ervoor kiest. Anders kan het
isolatiemateriaal worden aangetast en treden er storingen op.
7. De minimale vrije ruimte boven de topoppervlakte van de oven is
170mm.
Vóór het gebruik (Als uw oven van een grillelement is voorzien)
Om uw oven tijdens het vervoer en de opslag te beschermen, is het
grillelement bedekt met een beschermende deklaag. Om deze
deklaag te verwijderen moet het grillelement 10 minuten lang worden
verhit. Deze procedure zal een onaangename geur veroorzaken
omdat de beschermende deklaag op het element tenietgaat.
Om de deklaag te verwijderen, volg de onderstaande procedure:
1. Plaats een ovenvaste of voor magnetrons geschikte schaal met
minstens 200cc water in de oven.
2. Druk op de convectieknop.
3. Stel de tijd op 10 minuten in.
4. Druk op de startknop.
5. Wanneer 10 minuten afgelopen zijn, klinkt er een signaal.
Opmerking:
De beschermende deklaag is nu verwijderd en de oven is klaar voor
gebruik. U moet zich ervan bewust zijn dat uw oven nu heel heet is.
6. Doe de ovendeur open en haal er de schaal met water uit (gebruik
ovenhandschoenen bij het verwijderen van de schaal).
KINDERSLOT
Om te voorkomen dat er een kind de oven gaat bedienen, installeer
het kinderslot.
1. Druk op de knop Stop/Wissen en houd hem 3 seconden ingedrukt.
De stolindicator wordt weergegeven en alle knoppen functioneren niet
meer.
2. Om te annuleren, druk weer op de knop Stop/Wissen en houd hem
3 seconden ingedrukt.
- WAARSCHUWING : Kinderen mogen de oven zonder toezicht
alleen gebruiken wanneer hen adequate instructies zijn gegeven zodat
het kind de oven veilig kan bedienen. Het kind dient zich bewust te zijn
van de gevaren van onjuist gebruik.
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING – DIT APPARAAT MOET WORDEN GEAARD.
RAADPLEEG HET TYPEPLAATJE VOOR VOLTAGE EN
CONTROLEER OF HET APPARAATVOLTAGE MET DE
VOEDINGSVOLTAGE IN UW HUIS OVEREENKOMT.
De buigbare voedingskabel moet correct opnieuw worden verbonden,
zoals hieronder beschreven, met een driepennige stekker van niet
minder dan 13 AMP-capaciteit. U moet een stekker met 3 pennen
gebruiken die met het nummer BS 1363 is gemarkeerd en van een
zekering BS 1363 met de markering BS 1362 is voorzien.
Wij raden het gebruik van stekkers van goede kwaliteit aan en
stopcontacten die kunnen worden uitgezet wanneer het apparaat niet
in gebruik is.
BELANGRIJK-De draden in de voedingskabel waarvan dit apparaat
is voorzien, zijn in overeenstemming met de volgende code gekleurd:
GROEN EN GEEL-AARDE
BLAUW-NEUTRAAL
BRUIN-ONDER SPANNING
Omdat de kleur van de draden in de voedingskabel van dit apparaat
eventueel niet overeen kan komen met de gekleurde markeringen die
de klemmen van uw stekker aangeven, doe als volgt:
Stroomtoevoer
• Controleer uw lokale stroombron. Deze magnetronoven werkt op een
stroom van ongeveer 12 ampère, 230V 50Hz.
• De stroomtoevoerkabel is ongeveer 1,0 meter lang.
• De gebruikte voltage moet overeenkomen met die aangegeven op
deze magnetron.
Het gebruik van hogere voltage kan tot een brand of ander ongeval
leiden waardoor de magnetron beschadigd raakt. Het gebruik van
lagere voltage verhoogt de kooktijd. Wij stellen ons niet
verantwoordelijk voor schade die uit het gebruik van deze oven met
een andere voltage of ampèrezekering dan de aangegeven
voortvloeit.
• Indien de toevoerkabel is beschadigd moet die worden vervangen
door de producent of zijn serviestechnicus of een gelijk bekwame
vakman om een gevaar te voorkomen.
De GROEN-EN-GELE draad moet met de zodanige klem in de
stekker worden verbonden die van de letter “E” of van het
aardesymbool of van GROEN-EN-GELE of GROENE kleur is
voorzien.
De BLAUW gekleurde draad moet met de klem worden verbonden die
met de letter ‘N’ is gemarkeerd of ZWART of BLAUW is gekleurd.
De BRUIN gekleurde draad moet met de klem worden verbonden die
met de letter ‘L’ is gemarkeerd of ROOD of BRUIN is gekleurd.
Als de klem in de stekker niet is gemarkeerd of u twijfelt dat u alles
correct kan verbinden, raadpleeg een bekwame elektromonteur.
Als u de correcte elektrische aansluitingen niet maakt, wordt uw
magnetronoven beschadigd en eventueel kunt u gewond raken.
De producent noch de verkoper is in dit geval verantwoordelijk.
GEGOTEN STEKKERS
Zou het nodig zijn om een gegoten stekker uit de voedingskabel te
verwijderen, moet die worden afgeknipt en vervangen door een
geschikt vervangstuk.
De gegoten stekker kan voor geen ander apparaat worden gebruikt,
haal daarom de zekering weg en verwijder de stekker onmiddellijk en
op een veilige manier. Zo voorkomt u dat iemand, vooral kinderen,
hem in een stopcontact kunnen insteken, hetgeen gevaarlijk is.
Zou de voedingskabel ooit moeten worden vervangen, is het van
belang dat deze operatie door een bekwame elektromonteur wordt
uitgevoerd. De voedingskabel moet uitsluitend door een van de
producent aangeschafte buigzame kabel worden vervangen.
Alleen van toepassing als gegoten stekker meegeleverd is.
Nadat er een zekering in de stekker is vervangen, moet de
zekeringhoes op zijn plaats worden gezet. Als de zekeringhoes kwijt is
geraakt, moet een vervangstuk worden aangeschaft. De kleur van de
correcte vervangzekering komt overeen met die van de gekleurde
inlas in de stekkervoet of de kleur die op de voet van de
stekkeruitsparing is aangebracht of elders op de stekker. Bij het
bestellen van een vervanghoes voor de zekering, vermeld altijd de
kleur.
Uitsluitend 13 amp vervangzekeringen die door ASTA voor BS 1362
zijn goedgekeurd, moeten worden geïnstalleerd.
3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LEES ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR VOOR LATERE RAADPLEGING
11. Alle aanwijzingen goed doorlezen voordat het apparaat in
gebruik te nemen.
12. De specifieke "VOORZORGSMAATREGELEN OM
EVENTUELE BLOOTSTELLING AAN OVERMATIGE
MICROGOLFENERGIE TE VOORKOMEN" lezen en volgen
die op pagina 1 te vinden zijn.
13. Dit apparaat moet worden geaard. Alleen op een correct
geaard stopcontact aansluiten.
14. Dit apparaat installeren en stationeren uitsluitend in
overeenstemming met de aangegeven installatie-instructies.
15. Sommige producten zoals hele eieren en voedsel in
luchtdichte verpakking – bijvoorbeeld, gesloten glazen potten
– kunnen exploderen en moeten in deze oven niet worden
verwarmd.
16. Dit apparaat uitsluitend gebruiken waarvoor het geschikt is
zoals in deze handleiding staat aangegeven. In dit apparaat
geen agressieve chemische producten of dampen gebruiken.
Dit type oven is speciaal vervaardigd voor het opwarmen,
koken of drogen van levensmiddelen. Het is niet ontworpen
voor het gebruik op een bedrijf of laboratorium.
17. Zoals bij elk toestel, is streng toezicht noodzakelijk wanneer
het door kinderen wordt gebruikt.
18. Dit apparaat niet bedienen indien het een beschadigd snoer
of stekker heeft, of het niet goed werkt, of als het beschadigd
of omgevallen is.
19. Dit apparaat moet uitsluitend door bekwame vakkrachten
worden onderhouden.
Neem contact met een dichtstbijzijnde geautoriseerde
serviesdienst op als u het apparaat wilt laten nakijken,
repareren of aanpassen.
10. Geen openingen in het apparaat bedekken of blokkeren.
11. Dit apparaat uitsluitend binnen opslaan. Dit apparaat niet
vlakbij water gebruiken – bijvoorbeeld, dicht bij een
gootsteen, in een vochtige kelder, of vlakbij een zwembad of
soortgelijke omgevingen.
12. Het snoer of de stekker niet in water dompelen.
13. Het snoer uit de buurt van verhitte oppervlakken houden.
14. Het snoer over de tafel- of aanrechtrand niet laten hangen.
15. Oftewel:
a) Bij het schoonmaken van de deur- en ovenoppervlakken
die elkaar aanraken als de deur dicht is, gebruik uitsluitend
zachte, niet agressieve zepen of wasmiddelen die met een
spons of zacht doekje moeten worden aangebracht, Of:
b) Wanneer afzonderlijke schoonmaakinstructies worden
gegeven, volg de schoonmaakinstructies voor
deuroppervlakken.
16. Om het risico van brand in de ovenbinnenruimte te verlagen:
a) Laat het voedsel niet te lang koken. Let vooral op wanneer
papier, plastic of andere brandbare materialen in de oven
worden geplaatst om het koken te vergemakkelijken.
b) Verwijder metalen sluitclips van papieren of plastic zakjes
alvorens het in de oven te plaatsen.
c) Indien de materialen in de oven vlam vatten, houd de
ovendeur gesloten, schakel de oven uit en haal de stekker
uit het stopcontact, of schakel de stroom uit op het
zekering- of stroomonderbrekerpaneel.
d) Gebruik de binnenruimte voor opslag niet. Laat geen
papier, keukengerei of levensmiddelen in de binnenruimte
staan wanneer de oven niet in gebruik is.
17. Deze magnetronoven niet gebruiken om agressieve
chemische producten te verwarmen (bijvoorbeeld, sulfiden en
chloriden). Dampen van zulke agressieve chemische
producten kunnen de contacten en veren van
veiligheidsgrendelschakelaars aantasten waardoor ze
onbruikbaar raken.
18. Het golfgeleiderdeksel altijd schoonhouden. Veeg de
binnenruimte van de magnetron met een zacht vochtig
doekje schoon na elk gebruik. Als u smeer of vet op het
oppervlak laat zitten kan die de volgende keer dat u de oven
gebruikt, oververhit raken, rook afgeven of zelfs vlam vatten.
19. Nooit olie of vet voor de frituur verwarmen omdat u de
temperatuur niet kunt controleren. Het kan oververhitting en
brand veroorzaken.
20. Vloeistoffen zoals water, koffie of thee kunnen buiten het
kookpunt oververhit raken zonder dat ze lijken te koken
vanwege oppervlaktespanning van de vloeistof. Als het glas
of de kop uit de magnetron is verwijderd, kunt u de vloeistof
niet altijd zien bobbelen of koken. DIT KAN ERTOE LEIDEN
DAT HEEL HETE VLOEISTOFFEN PLOTSELING GAAN
OVERKOKEN WANNEER EEN LEPEL OF ANDER
KEUKENGEREI IN DE VLOEISTOF DOET. Om het
letselrisico te verlagen:
1 Laat de vloeistof niet oververhit raken.
2 Roer de vloeistof vóór en in het midden van het
verwarmen
3 Gebruik geen rechtkantige flessen met smalle halzen.
4 Na het verwarmen laat de vloeistof een korte tijd in de
magnetron staan voordat u die verwijdert.
5 Wees uiterst voorzichtig bij het zetten van een lepel of
ander keukengerei in de vloeistof.
21. De inhoud van flessen en potjes met babyvoeding moet goed
worden geroerd of geschud en de temperatuur moet vóór het
gebruik worden gecontroleerd om verbranding te voorkomen.
22. Het apparaat moet zodanig worden gestationeerd dat de
stekker bereikbaar is.
23. Dit apparaat is niet geschikt voor het gebruik door mensen
(inclusief kinderen) met verminderd fysiek, zintuiglijk of
geestelijk vermogen of met gebrek aan ervaring en kennis
tenzij ze onder toezicht staan of hun omtrent het gebruik van
het apparaat instructies zijn gegeven door een persoon die
voor hun veiligheid verantwoordelijk is.
24. Kinderen moeten onder toezicht staan zodat ze met het
apparaat niet gaan spelen.
25. Vanwege extreem hoge temperaturen raak de deur- en
bovenverwarmeroppervlakken niet aan tijdens en na het
gebruik van de oven in een kookmodus waarbij de
verwarmer wordt verhit.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN
Bij gebruik van elektrische apparatuur moeten basisveiligheidsvoorschriften in acht worden genomen, m.n. de volgende:
WAARSCHUWING- Om het risico van verbranding, elektrische schok, brand, letsel of blootstelling aan overmatige
microgolfenergie te voorkomen:
4
11. Gebruik de oven nooit met andere doeleinden dan het
garen van levensmiddelen, zoals voor het drogen van
kleding, papier of andere niet eetbare voorwerpen of voor
sterilisatie. Ze kunnen vlam vatten.
12. Neem de lege oven nooit in gebruik; dit kan de oven
beschadigen.
13. Gebruik de binnenruimte van de oven nooit als een
opslagplaats voor kranten, kookboeken, keukengerei,
enz.
14. Neem de oven nooit in gebruik zonder het schijfplateau
op de juiste plaats. Controleer dat het goed op de
draaivoet is geplaatst.
15. Let op bij het verwijderen van het schijfplateau na het
koken van vlees waardoor er vet op het blad kan
terechtkomen.
16. In tegenstelling tot alleen magnetronovens, kan deze
oven heet worden op de kast- en ovendeur.
Gebruik altijd pannenlappen of ovenwanten bij het
plaatsen of verwijderen van voedsel en/of toebehoren uit
de oven.
Wees voorzichtig bij het aanraken van alle ovengedeeltes
behalve het bedieningspaneel tijdens en direct na het
koken in grill- of combinatiemodus.
17. Indien de oven na de combinatiemodus heet is geraakt,
gebruik geen plastic of polystyreen vormen voor de
magnetronmodus. Ze kunnen smelten.
18. Gebruik geen kringlooppapierproducten voor het koken.
Ze kunnen onzuiverheden bevatten die tijdens het
klaarmaken vonken en/of vuur kunnen veroorzaken.
19. Ga niet door met het koken als er vonken verschijnen
wanneer u metalen keukengerei gebruikt. Zie sectie
“Toebehoren" op pagina 8 voor het correcte gebruik van
keukengerei.
10. Laat de oven niet onbeheerd tijdens korte kooktijden. Het
kan brand veroorzaken of ertoe leiden dat de
levensmiddelen overgaar raken.
11. Kook geen levensmiddelen met een vlies of schil, zoals
dooiers, aardappelen, kiplevers enz., zonder ze eerst een
paar keer met een vork te prikken.
12. Pof geen popcorn tenzij die in een voor magnetrons
geschikte popcornpan wordt gepoft of tenzij die door de
producent is verpakt en speciaal voor gebruik in
magnetronovens is aanbevolen. In een magnetron
gepofte popcorn geeft minder opbrengst dan die bij de
traditionele manier; er blijft een aantal ongepofte korrels
over. Gebruik geen olie tenzij door de producent anders
is vermeld.
13. Maak geen pogingen om dit apparaat met de geopende
deur te bedienen.
14. Maak geen pogingen om afsluitingen of panelen, enz. te
verwijderen.
15. Houd de oven nu en dan in het oog wanneer
levensmiddelen in wegwerpvormen, papier of andere
brandbare materialen worden verwarmd of gekookt.
16. In geval van rook in de binnenruimte, zet het apparaat uit
of haal de stekker uit het stopcontact en houd de deur
gesloten opdat het vuur wordt gedoofd.
17. Bij het verwarmen van vloeistoffen in een magnetron kan
er kookvertraging ontstaan die tot hevig overkoken en
opspatten kan leiden. Daarom moet de schaal voorzichtig
uit de oven worden verwijderd.
18. Controleer dat u doppen en deksels verwijdert alvorens in
een fles verpakte levensmiddelen te koken.
19. Plaats geen vreemd materiaal tussen het ovenoppervlak
en de deur. Dit kan tot overmatige lekkage van
microgolfenergie leiden.
20. Laat popcorn niet langer poffen dan voor door de
producent aangegeven tijd. (die is gewoonlijk minder dan
3 minuten). Als u langer kookt, worden er geen meer
korrels gepoft, maar er ontstaat een risico van
verschroeiing en brand.
Daarbij wordt het kookblad te heet om vast te houden of het
kan breken.
21. Bij verwarming van levensmiddelen in plastic of papieren
verpakking, houd de magnetron in het oog vanwege de
kans op ontsteking.
22. Controleer altijd de temperatuur van eten en drank
dat/die in een magnetron is verwarmd voor ze aan
iemand te geven, vooral aan kinderen of bejaarden. Het
is belangrijk want eten en dranken die in een magnetron
zijn verwarmd, blijven warmer worden, ook al worden ze
in de magnetron niet meer verwarmd
23. Eieren in de schil en hele hardgekookte eieren moeten in
magnetrons niet worden verwarmd want ze kunnen
exploderen, zelfs nadat de verwarming in de magnetron
ten einde is.
24. Het golfgeleiderdeksel altijd schoonhouden. Veeg de
binnenruimte van de magnetron met een zacht vochtig
doekje schoon na elk gebruik. Als u smeer of vet op het
oppervlak laat zitten kan die de volgende keer dat u de
oven gebruikt, oververhit raken, rook afgeven of zelfs
vlam vatten.
25. Nooit olie of vet voor de frituur verwarmen omdat u de
temperatuur niet kunt controleren. Het kan oververhitting
en brand veroorzaken.
26. Tijdens gebruik raakt het apparaat heet. U moet opletten
om de verwarmingselementen in de oven niet aan te
raken.
27. Gebruik geen stoomreiniger in de oven.
Algemeen gebruik
Hieronder vindt u bepaalde regels en veiligheidsvoorschriften die, zoals met alle apparaten, moeten worden gevolgd
om een beste werking van de oven te waarborgen:
5
OM ONTPLOFFING EN ONVERWACHTE OVERKOKING
TE VERMIJDEN
1. Eieren
Kook nooit eieren in de schil. Stoom accumuleert zich tijdens het
koken in de schil en het ei gaat exploderen.
Als u eieren die niet door roeren of mengen zijn afgebroken, wilt
koken of verwarmen, moet u altijd de dooiers prikken. Anders
gaan die ook exploderen. U moet eerst hardgekookte eieren in de
schil snijden alvorens ze in de magnetronoven te verwarmen.
2. Prikken
Prik altijd levensmiddelen met een vel of vlies, zoals aardappelen,
tomaten, appels, worstjes enz. Als u ze niet prikt, wordt er stoom
binnen geaccumuleerd en ze kunnen exploderen.
3. Deksels
Verwijder altijd deksels uit potten en vormen en schalen van
meeneemmaaltijden alvorens ze in de magnetronoven te
verwarmen. Als u het niet doet, kan er stoom en druk binnen
accumuleren en tot een ontploffing leiden, zelfs nadat de
magnetronmodus ten einde is.
WAARSCHUWING
Vloeistoffen zoals water, koffie of thee kunnen buiten het
kookpunt oververhit raken zonder dat ze lijken te koken vanwege
oppervlaktespanning van de vloeistof. Als het glas of de kop uit
de magnetron is verwijderd, kunt u de vloeistof niet altijd zien
bobbelen of koken. Dit kan ertoe leiden dat heel hete vloeistoffen
plotseling gaan overkoken wanneer een lepel of ander
keukengerei in de vloeistof doet.
Om het letselrisico te verlagen:
a) Laat de vloeistof niet oververhit raken.
b) Roer de vloeistof vóór en in het midden van het verwarmen
c) Gebruik geen rechtkantige flessen met smalle halzen.
d) Na het verwarmen laat de vloeistof een korte tijd in de
magnetron staan voordat u die verwijdert.
e) Wees uiterst voorzichtig bij het zetten van een lepel of ander
keukengerei in de vloeistof.
WELKE VORMEN ZIJN GESCHIKT VOOR HET GEBRUIK IN DE OVEN?
Waarschuwing:
• Er is op de markt een aantal toebehoren beschikbaar. Alvorens
het te kopen, vergewist u zich ervan dat het voor het gebruik in
een magnetron geschikt is.
• Wanneer u levensmiddelen in de magnetronoven plaatst,
vergewist u zich ervan dat het voedsel, voedselsteun of
bedekking niet in direct contact komen met een interne wand
en het plafond van de binnenruimte omdat het tot verkleuring
kan leiden.
Gebruik alleen vormen die voor het gebruik in magnetronovens geschikt zijn.
Vóór de vormen in gebruik te nemen, moet de gebruiker zich ervan vergewissen dat ze geschikt zijn voor het gebruik in
magnetronovens.
Porseleinen en keramisch keukengerei is uiterst geschikt voor
het gebruik in uw magnetronoven. Meeste types glas zijn het
ook.
Loodkristalglas kan barsten en moet daarom niet worden
gebruikt. Plastic en papier kunnen ook worden gebruikt mits ze
de temperatuur van de verwarmde levensmiddelen kunnen
weerstaan. Voor het koken gebruik uitsluitend plastic dat een
temperatuur boven de 120°C kan weerstaan, bijv. polypropeen
en polyamide. Sommige plastic materialen, bijv. melamine,
worden door microgolven verhit en beschadigd. Om zeker te
weten of een bepaalde vorm geschikt is, kan de volgende
eenvoudige vormtest worden gedaan:
Plaats de lege vorm en een glas water in de magnetronoven. Het
water is nodig omdat de oven niet leeg of alleen met lege vormen
kan worden gedraaid. Laat de oven 1 minuut lang op vol
vermogen draaien. Een geschikte vorm wordt alleen lauw.
Metalen vormen, zoals steel- of braadpannen moeten in
magnetronovens niet worden gebruikt. Borden noch vaten met
versieringen moeten worden gebruikt omdat de versieringen
metaal, bijv. goud, kunnen bevatten en ze zullen worden
beschadigd.
Kleine stukken aluminiumfolie kunnen worden gebruikt, maar
slechts om de gedeeltes te beschermen die
overgaar kunnen raken (bijv. om
kippenvleugels, pootuiteinden en visstaarten
te bedekken). De folie moet echter de
ovenwanden niet aanraken omdat de oven
beschadigd kan worden.
Glas (gewoon) Nee Ja (1) Nee
Glas (hittebestendig) Ja Ja Ja
Glaskeramiek en keramiek Ja Ja (1) Ja (1)
(hittebestendig)
Aardewerk Ja Ja Ja
Porselein (hittebestendig) Ja Ja Ja
Plastic (gewoon) Nee Ja (2) nee
Plastic (hittebestendig) Ja (2) Ja (2) Ja (2)
Aluminiumfolie Ja Ja (3) Ja
Metalen bakvormen Ja (4) Nee Ja (4)
Metaal (potten, pannen, enz)
Ja Nee Nee
Papier Nee Ja Nee
1. Zonder metalen onderdelen of metalen randen.
2. Sommige plastic vormen zijn alleen hittebestendig tot een
bepaalde temperaturen. Goed controleren!
3. U kunt aluminiumfolie gebruiken om gevoelige
gerechtgedeeltes te beschermen (om ze niet overgaar te
koken.)
4. Metalen blikken kunnen in de combinatiemodus worden
gebruikt, maar als ze heel diep zijn zal de efficiëntie aanzienlijk
afnemen omdat metaal geen microgolfenergie doorlaat.
Materiaal
Grill- &
convectiemo
dus
Magnetronm
odus
Gecombinee
rde modus
Alleen magnetronmodus
Keukengerei en kookvormen die in een magnetronoven worden
gebruikt, dienen van een zodanig materiaal te zijn vervaardigd
dat niet als barrière voor microgolfenergie fungeert. Gewoonlijk
betekent het dat u (papieren), plastic, glazen of keramische
vormen moet gebruiken. Metalen pannen weerkaatsen
microgolfenergie en hinderen het kookproces, en moeten
daarom niet worden gebruikt. Naast materiaal moet ook de vorm
van het keukengerei in acht worden genomen. Ronde ovale
vormen zorgen voor de meest gelijkmatige verwarming. Bij
vierkante of rechthoekige vormen kan het voedsel in de hoeken
overgaar raken omdat er daar meer energie wordt geabsorbeerd.
Ondiepe vormen leveren een gelijkmatiger kookresultaat op.
6
Aluminiumfolie
Korstschaal
Porselein en aardewerk
Polyesterkartonnen wegwerpschalen
Snackverpakking
• Polystyreenbekers
• Papieren zakjes of krantpapier
• Kringlooppapier of metalen randen
Glaswerk
• Servies dat zowel in de oven als voor het
opdienen kan worden gebruikt
• Fijn glaswerk
• Glazen potten
Metaal
• Schalen
• Sluitclips voor diepvrieszakken
Papier
• Borden, bekers, servetten en
keukendoeken
• Kringlooppapier
Plastic
• Vormen
• Huishoudfolie
• Diepvrieszakken
Was- of vetbestendig papier
KOOKINSTRUCTIES
Gebruik alleen vormen die voor het gebruik in magnetronovens geschikt zijn.
Om levensmiddelen in de magnetron te bereiden, moeten de microgolven het eten kunnen doordringen zonder dat ze door de gebruikte
schaal worden weerspiegeld of geabsorbeerd. Daarom moet u de vormen zorgvuldig kiezen. Als de vorm als magnetronveilig is
gemarkeerd, hoeft u geen zorgen te maken.
In de volgende tabel vindt u een lijst van verschillende vormen en aanduidingen of en hoe ze in een magnetron kunnen worden gebruikt.
: Aanbevolen gebruik
: Beperkt gebruik
: Niet aanbevolen
Vorm Veilig Opmerkingen
Kan in kleine hoeveelheden worden gebruikt om te voorkomen dat dunnere
gedeeltes aanbranden. Er kan een elektrische boog ontstaan als de folie
zich te dicht bij de ovenwand bevindt of als er te veel folie wordt gebruikt.
Verwarm die niet langer dan 8 minuten voor.
Porselein, keramiek, verglaasd aardewerk en hard porselein kunnen
gewoonlijk worden gebruikt tenzij er een metalen randversiering opstaat.
Sommige diepvrieslevensmiddelen worden in zulke vormen verpakt.
Kan worden gebruikt om voedsel te verwarmen. Polystyreen kan smelten
als het oververhit raakt.
Kan vuur vatten.
Kan elektrische boogontlading veroorzaken.
Kan worden gebruikt tenzij versierd met een metalen rand.
Kan worden gebruikt om voedsel of dranken te verwarmen. Fijn glas kan
breken of barsten als u het te snel verwarmt.
Verwijder eerst het deksel. Uitsluitend geschikt voor het verwarmen.
Kunnen elektrische boog of vuur veroorzaken.
Bij korte kooktijden en voor het opwarmen. Ook om overmatig vocht te
absorberen.
Kan elektrische boogontlading veroorzaken.
Vooral bij hittebestendig thermoplastic. Sommige andere plastic vormen
kunnen bij hoge temperaturen krom trekken of verkleuren. Gebruik geen
Melamineplastic.
Kan worden gebruikt om vocht binnen te houden. Moet het voedsel niet
aanraken.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de folie omdat er hete stoom zal
vrijkomen.
Uitsluitend indien kookbaar of ovenvast. Moet niet luchtdicht zijn. Prik
zonodig met een vork.
Kan worden gebruikt om vocht binnen te houden en spatten te voorkomen.
7
BEDIENINGSPANEEL
1
2
e
3
w
q
4
5
6
7
8
9
0
11
Display : Kooktijd, vermogensniveau,
programmacontrolelampjes en huidige tijd worden
weergegeven.
Magnetron ( ): Wanneer het knippert, werkt de
oven in de MAGNETRON-modus.
Grill ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven in
de GRILL-modus.
Combi ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven
in de COMBI-modus.
Convectie ( ): Wanneer het knippert, werkt de
oven in de CONVECTIE-modus.
Ontdooien ( ): Wanneer het knippert, werkt de
oven in de ONTDOOIEN-modus.
Autokok ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven
in de AUTOKOK-modus.
Opwarmen ( ): Wanneer het knippert, werkt de
oven in de OPWARMEN-modus.
Stoomreinigen ( ): Wanneer het knippert, werkt
de oven in de STOOMREINIGING-modus.
gram ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven in
de gewichtinvoermodus.
22
Autokok : Wordt gebruikt om te koken of
verwarmen.
33
Ontdooien : Wordt gebruikt om levensmiddelen te
ontdooien.
44
Magnetron : Wordt gebruikt om het
vermogensniveau van de magnetron in te stellen.
55
Grill : Wordt gebruikt om de grillmodus te
selecteren.
66
Combi : Wordt gebruikt om de combimodus te
selecteren.
77
Convectie : Wordt gebruikt om de convectiemodus
en de temperatuur te selecteren.
88
Klok : Wordt gebruikt om de klok in te stellen.
99
STOOMREINIGING : Wordt gebruikt om de
binnenruimte van de oven schoon te maken.
00
Opwarmen : Wordt gebruikt om voedsel warm te
houden.
qq
Draaiknop : Wordt gebruikt om tijd, gewicht en
hoeveelheid in te stellen.
ww
START/PROMPTE KOK : Wordt gebruikt om een
programma of prompte kok op te starten (elke druk
voegt 30 seconden van magnetronkooktijd toe).
ee
STOP/WISSEN : Wordt gebruikt om de oven te
stoppen of de kookgegevens te verwijderen.
8
TOEBEHOREN
Deze oven is uitgerust met het onderstaande toebehoren. Het kan op verschillende manieren worden gebruikt om het
kookproces te vergemakkelijken.
11
Glazen draaiplateau - Plaats het draaiplateau in het midden op de draairing wanneer u de magnetronmodus gebruikt.
Plaats voedsel of voor magnetrons geschikte vormen direct op het glazen draaiplateau
22
Draairing - De draairing moet op de juiste plaats zijn wanneer de oven in gebruik is.
BELANGRIJK : De draairing moet in het midden van de binnenruimte worden geplaatst.
33
Metalen rek - Plaats de rek in het midden van het glazen draaiplateau wanneer u de grill-, convectie- en autokokmodussen
gebruikt.
HOE HET KOOKTOBEHOREN TE GEBRUIKEN
Glazen draaiplateau
• Glazen draaiplateau.
Metalen rek
• Grillmodus
• Convectiemodus
• Combinatiemodus
• Autokokmenu 1~4.
OPMERKING : Glazen draaiplateau wordt met het linkerkussen verbonden.
9
VÓÓR IN GEBRUIK TE NEMEN
Wanneer de oven wordt aangesloten, wordt op het display “:0” weergegeven en er klinkt een signaal. Als de stroom uitvalt en dan weer
hersteld is, wordt op het display “:0” weergegeven.
Uw oven heeft een veelvoudig (12/24-urig) kloksysteem. Om de klok in te stellen, volg de onderstaande procedure.
Bijvoorbeeld: Om 5:30 in te stellen in het 24-urige kloksysteem.
1. Druk eenmaal op de knop Klok. (bijvoorbeeld: om “5:30” in te stellen)
Op het display staat “ 12H ”. Dit is een 12-urig kloksysteem.
2. Druk nog een keer op de knop Klok, op het display staat “24H”.
Dit is een 24-urig kloksysteem. Als u het 12-urige kloksysteem wilt gebruiken,
sla deze stap over.
3. Draai de draaiknop om het uur “5:” in te stellen.
Het uurcijfer gaat knipperen, de dubbelepunt wordt verlicht.
4. Druk op de knop Klok. Op het display staat “5:00”.
Het minuutcijfer gaat knipperen, de dubbelepunt en uurcijfer worden verlicht.
5. Draai de draaiknop tot “5:30” in het displayvenster wordt weergegeven.
6. Druk op de knop Klok. De dubbelepunt gaat knipperen.
Als u het 12-urige kloksysteem hebt geselecteerd kunt u de digitale klok van
1:00 tot 12:59 instellen.
Als u het 24-urige kloksysteem hebt geselecteerd kunt u de digitale klok van
0:00 tot 23:59 instellen.
DE KLOK INSTELLEN
Opmerking : U kunt tijdens het koken de huidige tijd bekijken door op de
knop Klok te drukken.
10
Kinderslot : De functie kinderslot helpt u ongevallen te voorkomen die voortvloeien uit het feit dat kinderen de oven zonder toezicht van
hun ouders bedienen.
Energiebesparende modus : Deze functie wordt gebruikt om energie te sparen.
Om kinderslot in te stellen
1. Druk op de knop STOP/WISSEN.
: Er verschijnt 0” of klok op het display.
2. Druk op de knop STOP/WISSEN en houd hem 3 seconden ingedrukt.
Er klinkt een signaal en op het display wordt “ LOC ” 3 seconden lang
weergegeven.
Nu kan de oven niet worden bediend.
3. Om het kinderslot te annuleren, herhaal punt 2.
De oven geeft een signaal.
De oven is weer klaar voor gewoon gebruik.
Om energiebesparende modus in te stellen
1. Druk op de knop STOP/WISSEN.
: Er verschijnt “0” of klok op het display.
2. Druk op de knop Klok en houd hem 3 seconden ingedrukt.
Het display wordt uitgeschakeld en er klinkt een signaal.
Om de oven in de energiebesparende modus te bedienen, druk op een gelijk
welke knop of draai de draaiknop.
Dan wordt “:0” of klok getoond en is de bediening van alle functiesleutels
dezelfde als die in de gewone modus.
Maar als u dan binnen 10 seconden de oven niet gaat bedienen, verdwijnt alle
informatie uit het display.
3. Om de energiebesparing te annuleren, herhaal de instellingsprocedure.
De energiebesparende modus wordt geannuleerd en er klinkt een piepje.
De oven is weer klaar voor gewoon gebruik.
KINDERSLOT EN ENERGIEBESPARENDE MODUS
P-HI
P-90
P-80
P-70
P-60
100%
990%
980%
970%
960%
900W
810W
720W
630W
540W
P-50
P-40
P-30
P-20
P-10
P-00
50%
40%
30%
20%
10%
90%
450W
360W
270W
180W
90W
900W
11
Tips : In de sectie BEDIENING vindt u geschikte veiligheidsinformatie en de bedieningsinstructies. Lees die alvorens de oven in gebruik te
nemen.
Alvorens in te stellen, plaats een kop water in een hittebestendige meetkop in de oven om die te testen.
De oven kan worden beschadigd als die in de magnetronmodus leeg wordt gedraaid.
Opmerking : Wanneer de kooktijd afgelopen is, klinken er drie piepjes en er verschijnt “End” op het display. Het glazen draaiplateau stopt
en het licht in de oven gaan uit. De oven gaat elke 1 minuut weer een signaal geven totdat er op de knop STOP/WISSEN
wordt gedrukt of de deur wordt geopend. Als u de deur opendoet terwijl de oven werkt, gaat de oven stoppen en de
weergegeven aftelling pauzeert. Als er op de knop START/PROMPTE KOK wordt gedrukt, wordt de aftelling hervat. Als er
op de knop STOP/WISSEN wordt gedrukt, wordt de modus geannuleerd. De oven kan de ingestelde kooktijd op de
volgende manier weergeven: in de stappen van 10 seconden (tot 5 minuten kooktijd), van 30 seconden (tot 10 minuten
kooktijd) en van 1 minuut (tot 60 minuten kooktijd).
Wanneer de deur na het koken wordt geopend, kan de afkoelingsventilator 5 minuten lang beginnen te werken om de
binnenruimte van de oven af te koelen. Op het display staat "cool” en " :0 of klok")
Let erop dat de ventilator gaat werken wanneer de voedingskabel aangesloten is en de deur is geopend. Dit zijn normale
werkingsomstandigheden; u hoeft geen zorgen te maken.
Let er ook op dat het lampje, draaiplateau en de ventilator tegelijkertijd draaien en "cool” op het display wordt weergegeven
wanneer de oven in de afkoelingmodus is.
Opmerking : De oven gaat automatisch op 100% magnetronvermogen
werken als een kooktijd is ingevoerd zonder de
voorafgaande selectie van het vermogensniveau.
U kunt tijdens het koken het vermogensniveau inzien door op
de knop Magnetron te drukken.
Vermogensniveautabel
BEDIENING
In de magnetronmodus kunt u levensmiddelen gedurende een gewenste tijd koken. Naast het maximale vermogensniveau (100%)
kunt u 9 andere vermogenniveaus selecteren, 10% tot 90% voor levensmiddelen waarvoor langzamere kooktijd nodig is.
Als u het apparaat in grill-, convectie- of combinatiemodus hebt gebruikt, laat de oven afkoelen alvorens die weer te gebruiken. Schakel
de magnetronoven nooit aan wanneer die leeg is.
MAGNETRONMODUS
1. Druk eenmaal op de knop Magnetron. Het magnetronlampje () gaat aan.
Op het display staat “P-HI”.
2. Selecteer het geschikte vermogensniveau door op de knop Magnetron weer
te drukken totdat het gewenste percentage wordt weergegeven. Raadpleeg
de onderstaande vermogensniveautabel voor meer detailles.
3. Draai de draaiknop om de kooktijd in te stellen.
Bij een kooktijd van 5 minuten 30 seconden, draai de draaiknop naar rechts
om 5:30 in te stellen (tot 60 minuten).
Op het display staat “5:30”.
4. Druk op de knop START/PROMPTE KOK.
Het ovenlicht gaat aan en het draaiplateau begint te draaien.
De oven begint te koken en de tijd op het display wordt afgeteld.
Vermogensniveau percentage Uitgangsvermogen Vermogensniveau percentage Uitgangsvermogen
12
In de grillmodus kunt u levensmiddelen snel verwarmen en bruineren zonder de magnetron te gebruiken.
GRILLMODUS
Opmerking :
Bij het eerste gebruik van de grill wordt er rook en geur geproduceerd. Om
het te vermijden terwijl er voedsel wordt gekookt, schakel de verwarmer voor
10 minuten in terwijl er een voor magnetrons geschikte schaal met 200cc
water staat.
Plaats levensmiddelen direct op de rek, op een plat bord of op een
hittebestendig bord op de rek.
Opmerking :
Het verwarmingselement bevindt zich op het bovenoppervlak van de oven.
1. Druk eenmaal op de knop Grill. Het GRILL lampje ( ) gaat aan.
2. Draai de draaiknop om de grilltijd in te stellen.
Bij een grilltijd van 11 minuten, draai de draaiknop naar rechts om 11:00 in te
stellen (tot 60 minuten).
Op het display staat “11:00”.
3. Druk op de knop START/PROMPTE KOK.
Het ovenlicht gaat aan en het draaiplateau begint te draaien.
De oven begint te koken en de tijd op het display wordt afgeteld.
WAARSCHUWING :
De temperatuur binnen de oven en het venster is heel hoog.
Raak het ovenvenster en de metalen gedeeltes binnen de oven niet aan
wanneer u het voedsel in de oven plaatst of eruit haalt.
Gebruik dikke ovenwanten wanneer u voedsel of toebehoren vasthoudt.
Deze methode is ideaal om brood of muffins te roosteren.
Vergeet niet dat de oven heet zal raken.
Plaats alle levensmiddelen op de metalen rek.
Gebruik ovenvaste vormen.
Als er geen microgolfenergie wordt gebruikt, kunt u metalen
vormen direct op de metalen rek plaatsen zonder dat er een
gevaar van boogontlading ontstaat.
Aanbevolen gebruik Vormen
13
Bij convectiemodus is het aanbevolen de oven tot de geschikte temperatuur vooraf te verwarmen (behalve voor 40C dat alleen wordt
weergegeven) voordat u in de oven levensmiddelen plaatst.
De maximale voorverwarmingstijd is 30 minuten.
Als u direct na voorverwarming niet begint te koken, gaat het convectielampje verder knipperen en de bereikte oventemperatuur wordt
weergegeven. Die wordt 15 minuten behoud, dan schakelt automatisch uit.
CONVECTIEMODUS (Met voorverwarming)
1. Druk eenmaal op de knop Convectie. Het CONVECTIE lampje ( ) gaat aan.
Op het display staat “180C”.
2. Selecteer de geschikte convectietemperatuur door op de knop Convectie
weer te drukken totdat de gewenste temperatuur wordt weergegeven.
3. Druk op de knop START/PROMPTE KOK. Het CONVECTIE lampje ( )
gaat knipperen.
De temperatuur van voorverwarming en “PrE-” knipperen beurtelings op het
display.
De oven gaat nu voorverwarmen. Wanneer de oven de
voorverwarmingstemperatuur bereikt, geeft de oven een signaal en de
voorverwarmingstemperatuur verschijnt op het display.
Doe dan de deur open en plaats de levensmiddelen in de oven.
De oventemperatuur wordt nu op het display weergegeven.
4. Draai de draaiknop om de kooktijd in te stellen.
Bij een kooktijd van 11 minuten, draai de draaiknop naar rechts om 11:00 in
te stellen (tot 60 minuten).
Op het display staat “11:00”.
5. Druk op de knop START/PROMPTE KOK.
Het ovenlicht gaat aan en het draaiplateau begint te draaien.
De oven begint te koken en de tijd op het display wordt afgeteld.
180C 190C 200C 210C 220C
40C 100C 110C 120C
130C 140C 150C 160C 170C
Temperaturenreeks
14
In de convectiemodus kunt u levensmiddelen koken op dezelfde manier als in een traditionele oven. Microgolven worden niet gebruikt.
Gebruik altijd ovenwanten wanneer u het keukengerei in de oven aanraakt omdat het heel heet kan zijn.
CONVECTIEMODUS (Traditionele manier)
1. Druk eenmaal op de knop Convectie. Het CONVECTIE lampje ( ) gaat aan.
Op het display staat “180C”.
2. Selecteer de geschikte convectietemperatuur door op de knop Convectie
weer te drukken totdat de gewenste temperatuur wordt weergegeven.
3. Draai de draaiknop om de kooktijd in te stellen.
Bij een kooktijd van 11 minuten, draai de draaiknop naar rechts om 11:00 in
te stellen (tot 60 minuten).
Op het display staat “11:00”.
4. Druk op de knop START/PROMPTE KOK.
Het ovenlicht gaat aan en het draaiplateau begint te draaien.
De oven begint te koken en de tijd op het display wordt afgeteld.
Opmerking : U kunt tijdens het koken de ingestelde temperatuur inzien door op de knop Convectie te drukken.
180C 190C 200C 210C 220C
40C 100C 110C 120C
130C 140C 150C 160C 170C
Temperaturenreeks
• De temperatuur van 40C in de convectiemodus is voldoende om broodachtige levensmiddelen te gisten.
• Hoge temperaturen binnen de oven kunnen de gistingskwaliteit verlagen. Laat die vóór het gebruik tot kamertemperatuur afkoelen.
Gisting
Deze functie is ideaal om schuimgebak, koekjes, biscuits,
scones, brood, puddings, grote fruittaarten en alle soorten
gebak te bereiden.
Vergeet niet dat de oven heet zal raken.
Plaats alle levensmiddelen op de metalen rek.
Gebruik ovenvaste vormen.
Als er geen microgolfenergie wordt gebruikt, kunt u metalen
vormen direct op de metalen rek plaatsen zonder dat er een
gevaar van boogontlading ontstaat.
Aanbevolen gebruik Vormen
15
Met deze functie kunt u convectie- en magnetronmodussen combineren om traditionele bak- of roosterresultaten sneller te bereiken.
Gebruik altijd voor magnetrons geschikte ovenvaste vormen. Glazen of keramische schalen zijn ideaal omdat ze de microgolven
gelijkmatig het voedsel laten doordringen.
Gebruik altijd ovenwanten wanneer u het keukengerei in de oven aanraakt omdat het heel heet kan zijn.
COMBINATIEMODUS
1. Druk eenmaal op de knop Combi.
Het COMBI lampje ( ) gaat aan en op het display wordt “C-0” weergegeven.
2. Selecteer het gewenste vermogensniveau.
Bijvoorbeeld: C-HI
Druk nogmaals op de knop Combi “C-HI” staat op het display.
3. Druk eenmaal op de knop Convectie.
Op het display staat “180°C”.
Selecteer de geschikte convectietemperatuur door op de knop Convectie
weer te drukken totdat de gewenste temperatuur wordt weergegeven.
4. Draai de draaiknop om de kooktijd in te stellen.
Bij een kooktijd van 11 minuten, draai de draaiknop naar rechts om 11:00 in
te stellen (tot 60 minuten).
Op het display staat “11:00”.
5. Druk op de knop START/PROMPTE KOK.
Het ovenlicht gaat aan en het draaiplateau begint te draaien.
De oven begint te koken en de tijd op het display wordt afgeteld.
Opmerking : U kunt tijdens het koken de kooktemperatuur inzien door op
de knop Convectie te drukken.
U kunt tijdens het koken het vermogensniveau inzien door op
de knop Combi te drukken.
Display Magnetronvermogen
C - 0
C - HI
C - LO
30%
40%
20%
180C 190C 200C 210C 220C
40C 100C 110C 120C
130C 140C 150C 160C 170C
Temperaturenreeks
16
Ontdooien op gewicht stelt automatisch de ontdooiingtijden en vermogensniveaus in om gelijkmatige ontdooiingresultaten voor
diepvriesvoedsel te bereiken.
Tijdens het ontdooiingproces geeft de oven signalen om u eraan te herinneren het voedsel te controleren. Wanneer de oven een signaal
geeft, doe de deur open, keer het diepvriesvoedsel en sluit de deur. Druk vervolgens op de knop START/PROMPTE KOK.
(1) MODUS ONTDOOIEN OP GEWICHT
1. Druk eenmaal op de knop Ontdooien. Het Ontdooien-lampje ( ) gaat aan
en “0” wordt weergegeven. Het ( ) lampje gaat knipperen.
Dit is een ontdooien op gewichtmodus.
2. Draai de draaiknop om het gewicht in te stellen.
Het gewicht kan van 200g tot 3000g worden ingesteld.
Het gewicht gaat telkens omhoog of omlaag in bereiken van 50g.
Bij een te ontdooien gewicht van 1000 gram, draai de draaiknop naar rechts
om 1000 in te stellen. Op het display wordt “1000” weergegeven.
3. Druk op de knop START/PROMPTE KOK.
Het ovenlicht gaat aan en het draaiplateau begint te draaien. Het ( ) lampje
gaat uit.
De oven begint te koken en de tijd op het display wordt afgeteld.
Tijdens het ontdooiingproces geeft de oven signalen om u eraan te herinneren het voedsel te controleren.
Wanneer de oven een signaal geeft, doe de deur open, keer het diepvriesvoedsel en sluit de deur. Druk vervolgens op de knop
START/PROMPTE KOK.
(2) MODUS ONTDOOIEN OP TIJD
1. Druk tweemaal op de knop Ontdooien. Het Ontdooien lampje ( ) gaat aan
en er wordt “ : 0” weergegeven.
Dit is een ontdooien op tijdmodus.
2. Draai de draaiknop om de ontdooiingtijd in te stellen.
Bij een tijd van 11 minuten, draai de draaiknop naar rechts om 11:00 in te
stellen (tot 60 minuten).
Op het display staat “11:00”.
3. Druk op de knop START/PROMPTE KOK.
Het ovenlicht gaat aan en het draaiplateau begint te draaien.
De oven begint te koken en de tijd op het display wordt afgeteld.
Opmerking : Wanneer de ontdooien op gewichtmodus begint te draaien,
wordt de ontdooiingtijd automatisch bepaald aan de hand van
het ingevoerde gewicht.
17
Met deze functie kunt u een aantal populaire gerechten gemakkelijk en automatisch bereiden.
Gebruik altijd ovenwanten wanneer u het keukengerei in de oven aanraakt.
AUTOKOK
1. Druk eenmaal op de knop Autokok.
Het Autokoklampje ( ) gaat aan.
Er wordt “AC-1” op het display weergegeven.
2. Selecteer het menu door op de knop Autokok te drukken totdat het gewenste
menu wordt weergegeven.
Raadpleeg de onderstaande autokoktabel voor meer informatie.
3. Draai de draaiknop om het te koken gewicht in te stellen.
Bij een te koken gewicht van 1000 gram, draai de draaiknop naar rechts om
1000 in te stellen (tot 2000 gram).
Op het display staat “1000” en ( ).
Raadpleeg de onderstaande autokoktabel voor meer informatie.
4. Druk op de knop START/PROMPTE KOK.
Het ovenlicht gaat aan en het draaiplateau begint te draaien.
De oven begint te koken en de tijd op het display wordt afgeteld.
Opmerking : U kunt tijdens het koken de huidige kookinstelling inzien door
op de knop Autokok te drukken.
GEROOSTERD
VARKENSVLEES
ROSBIEF
GEROOSTERDE
KIP
GEBAKKEN VIS
VERSE
GROENTEN
Autokokmenu Begintemp. Bereidingswijze Vormen
Glazen draaiplateau
+ Metalen rek
Glazen draaiplateau
+ Metalen rek
Microgolf- en
hittebestendig ondiep
bord. (bijv. Pyrex.)
Glazen draaiplateau
+ Metalen rek
Voor magnetrons
geschikt bord.
(bijv. Pyrex.)
Glazen draaiplateau
Afgekoelde
temp.
Afgekoelde
temp.
Afgekoelde
temp.
1. Bind het stuk in een keurige vorm vast.
2. Plaats het vlees op het bord.
3. Doe er met een borstel een beetje olie op.
4. Plaats de braadstukken op het bord met de vettige kant naar beneden.
5.
Kook op "AUTOKOK-GEROOSTERD VARKENSVLEES of ROSBIEF”.
6. Keer wanneer de oven een signaal geeft.
7. Haal het vlees uit de oven. Giet overmatig sap af.
8. Alvorens op te dienen, laat 10 minuten in folie rusten.
1. Was en droog de kip af. Bind de poten met een touwtje losjes aan
elkaar.
2. Prik de vel een paar keer net onder de poten.
3. Doe met een borstel een botermengsel op de hele kip op het bord.
4. Plaats de braadstukken op het bord met de borstkant naar beneden.
5. Kook op “AUTOKOK-GEROOSTERDE KIP”
6. Keer wanneer de oven een signaal geeft.
7. Haal de kip uit de oven. Giet overmatig sap af. Voeg er zonodig zout
aan toe. Alvorens op te dienen, laat 10 minuten in folie rusten.
1. Alle soorten verse vis (behalve vis in beslag of gepaneerde vis) kan in
het geheel, in filets of moten worden bereid.
2. Plaats de voorbereide vis op een beboterd bord.
3. Voeg er zout en peper aan toe, bestrooi met citroensap en bezaai met
boter. Laat het bord onbedekt.
4. Plaats het bord op de metalen rek op het draaiplateau.
5. Kook op “AUTOKOK-GEBAKKEN VIS”
1. Was en knip af.
2. Plaats voorbereide groenten in een vorm van geschikte grootte.
3. Bestooi met 4-5 soeplepels water.
4. Bedek met geprikte huishoudfolie of een deksel.
5. Plaats het bord op het draaiplateau.
6. Kook op “AUTOKOK- VERSE GROENTEN.
* Voor het beste resultaat snij de groenten in stukjes van gelijke grootte.
Eenmaal
Tweemaal
3 keer
4 keer
5 keer
GEROOSTERD VARKENSVLEES
ROSBIEF
GEROOSTERDE KIP
GEBAKKEN VIS
VERSE GROENTEN
500 g
500 g
800 g
300 g
100 g
2000 g
2000 g
2000 g
900 g
900 g
100 g
100 g
100 g
100 g
150 g
Druk op de knop autokok Autokokmenu Minimaal gewicht Maximaal gewicht Gewichtstap
Autokoktabel
18
Met de functie Prompte kok kunt u onmiddellijk koken op vol magnetronvermogen.
De functie Prompte kok is zodanig geprogrammeerd dat de kooktijd in intervals van 30 seconden kan worden verhoogd tot de maximale
tijd van 5 minuten.
PROMPTE KOK
1. Druk op de knop START/PROMPTE KOK.
Op het display staat “ :30”, magnetronlampje () gaat aan, en de oven gaat
direct werken. U kunt de kooktijd verhogen door herhaaldelijk op de knop
START/PROMPTE KOK te drukken.
Het ovenlicht gaat aan en het draaiplateau begint te draaien. De tijd op het
display wordt in seconden afgeteld.
Met de functie OPWARMEN kunt u levensmiddelen in de oven opwarmen, tot de maximale tijd van 60 minuten.
OPWARMEN
1. Druk op de knop OPWARMEN.
2. Draai de draaiknop om de kooktijd in te stellen.
Bij een kooktijd van 11 minuten, draai de draaiknop naar rechts om 11:00 in
te stellen (tot 60 minuten).
Op het display staat “11:00”.
3. Druk op de knop START/PROMPTE KOK.
Het ovenlicht gaat aan en het draaiplateau begint te draaien.
De oven begint op te warmen en de tijd op het display wordt afgeteld.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27

Beko MWC 28 BI/EX Omaniku manuaal

Kategooria
Mikrolaineahjud
Tüüp
Omaniku manuaal
See juhend sobib ka

teistes keeltes